De kruidenierswinkel van M. van den Akker, Johannes Vijghstraat 41, 1910-1915 (F1443 RAN)
Op 15 september 1921 wordt Johannes Vijghstraat 41 verkocht aan F. van Dam, Nijmegen (PGNC 16/9/1921)
“De heer Jos. van Dam opent morgen in het perceel Joh. Vijghstraat 41, hoek Athlonestraat, een zaak in kruideniers- en koloniale waren, fijne vleeschwaren, chocolade, boter, kaas en eieren. Voor dezen was in dit pand een degelijke zaak gevestigd, doch de heer van Dam heeft het winkelhuis flink laten opknappen, zoodat alles een keurigen en frisschen indruk maakt. De cliëntèle zal dan ook wel niet lang op zich laten wachten.” (PGNC 28/9/1922)
Advertentie Johannes Vijghstraat 41 hoek Athlonestraat te koop (PGNC 27/8/1921)
Barneveldse Beekstraat, de Lunterse Beekstraat, de Fliertse Beekstraat, de Eemstraat en omgeving Biezen/Waterkwartier
Luchtfoto van een deel van het Waterkwartier met de zogenoemde korrelbetonwoningen. Bovenin de Weurtseweg ; onderin de Kanaalstraat ; links de Rivierstraat en rechtsonder de Waterstraat ; daar tussenin woningen aan de Barneveldse Beekstraat, de Lunterse Beekstraat, de Fliertse Beekstraat, de Eemstraat en de Oude Rijnstraat, 1950 (F58506 RAN)
“Het Witte Dorp in het Waterkwartier
Korrelbetonwoningen: lust voor ’t oog en paleisjes voor de bewoners Grote behoefte aan een nieuwe school; met bouw van een tweede rioolgemaal begonnen
(Van onze verslaggever). Het is nu drie jaar geleden, dat de woningvereniging „Nijmegen” een begin akte niet de bouw van haar eerste complex korrelbeton- in het Waterkwartier. Thans, drie jaar later, staan daar 425 van deze systeemwoningen, kant en klaar en bewoond door 516 hoofdzakelijk arbeiders -gezinnen. Zij vormen in dit deel van de stad een dorp op zichzelf, een dorp gedeeltelijk in het wit gestoken, met pleinen en plantsoenen, een dorp, waar de voor- en achtertuintjes getuigen van de liefde voor bloemen en planten der bewoners en waar de vlekkeloze ramen en hagelwitte gordijnen spreken van de spreekwoordelijke Hollandse zindelijkheid der huisvrouwen, die hier ieder in haar eigen paleisje de scepter voeren. Als men hier langs de huizen een wandeling maakt en her en der een niet al te onbescheiden blik naar binnen werpt, dan komt men tot de overtuiging, dat degenen, die met zo’n woning, zij het een normale eengezinswoning of een duplex-woning, verblijd zijn, zich na al de beproevingen, die zij vaak in haast niet meer 5 bewonen krotten hebben doorstaan, wel gelukkig moeten voelen, vooral als men de betrekkelijke luxe, welke in de uitvoering nog valt waar te nemen, in aanmerking neemt.
En dat is dan ook inderdaad zó. Wij hebben in gezelschap van de opzichter, de heer J. A. Simons, met enkele bewoonsters dezer dagen eens een praatje gemaakt. Een stratenmakersvrouw die tussen Kerstmis en Nieuwjaar van de Stikke Hezelstraat naar de Rivierstraat is verhuisd, vertelde dolgelukkig te zijn met haar duplexwoning. In haar vorige woning had ze drie teilen in de kamer staan om het water, dat via het rijkelijke van lekken voorziene dak naar beneden kwam, op te vangen. Of wij zelf wel met dergelijke moeilijkheden te hadden? Gelukkig niet, wij zijn er ook helemaal niet verlangend naar, maar niettemin konden wij ons uitstekend voorstellen dat zij nu met haar nieuwe woning in haar schik is. Het ziet er hier allemaal bijzonder uit in dit woninkje, waar Piet haar man en haar kind huist. De buitenkant behoeft weliswaar nog ‘n verfje, maar binnen is het een warm nestje. Er zijn twee slaapkamers, een woonkamer, een keuken en een kelder. Daar het een benedenwoning is, is er geen lavet, waarvan alleen de bewoners van de bovenwoning kunnen profiteren, maar die hebben weer het nadeel, dat zij geen tuin hebben. Zo heeft het zijn voor en zijn tegen om beneden of boven te wonen. Verder maakt het niet veel verschil. De bovenbewoners hebben de beschikking over een eigen ingang, een eigen bel, een eigen brievenbus, een balconnetje met een kolenbergplaats en een eigen schuurtje, dat zoals bij alle woningen in dit „witte dorp” via een achterommetje te bereiken is. Voorts hebben alle bovenwoningen, evenals die op de begane grond, een woonkamer, twee slaapkamers, een keukentje en een kelder. Men ziet dus, dat de indeling der duplexwoningen erop gericht is zoveel mogelijk onaangenaamheden tussen de boven- en benedenburen te voorkomen. Natuurlijk komen er desondanks wel eens strubbelingen voor, maar die zouden licht te voorkomen zijn als er maar wat meer begrip voor elkaars moeilijkheden bestond. Men zou verwachten, dat zij, die in deze tijd van woningnood het voorrecht genieten overeen eigen woning te kunnen beschikken, wel in staat zouden zijn dit begrip op te brengen, maar dit schijnt sommigen helaas niet mee te vallen.
Van dit onderwerp afstappend leiden wijde lezer verder op onze speurtocht door dit wellicht voor velen nog „terra incognita”. Wij belanden dan op een bovenwoning en betreden de woonkamer, vanwaar men een prachtig uitzicht heeft op het nieuwe haven- en industrie-terrein. Evenals alle woonkamers van de woningen, welke hier door de woningvereniging „Nijmegen” zijn neergezet, is deze kamer op de zon geprojecteerd. Dat dit zijn voordelen heeft behoeft nauwelijks betoog. Het gezin dat hier woont bestaat slechts uit man en vrouw. Na hun huwelijk hebben zij eerst bij haar ouders ingewoond, maar ook zij behoren nu tot de gelukkigen, die een eigen woning hebben kunnen inrichten. Het vrouwtje had liever beneden gewoond, maar, zoals de heer Simons o.i. terecht opmerkte, niet iedereen kan dat voorrecht hebben en in de toekomst zal het nog wel moeilijker worden een benedenwoning te krijgen aangezien men inde hoogte zal moeten gaan bouwen, wil men voorkomen dat er geen stukje recreatieterrein meer overblijft. Dit wil overigens nog niet zeggen, dat de woningvereniging „Nijmegen” dergelijke plannen op papier heeft staan. Voorlopig is men al heel tevreden als de plannen voor de bouw van 260 korrelbetonwoningen aan de Dennenstraat gerealiseerd kunnen worden.
Om nu terug te komen op ons bezoek aan het jonge paar: ondanks de kleine wensen, die hier naar voren gebracht werden, bleken beiden over de nieuwe woning toch goed te spreken. Vooral over het lavet waren zij enthousiast. De heer des huizes noemde het een uiterst practisch geval en hij zou het, evenals zijn vrouw, niet graag willen missen.
Na de deur van deze duplexwoning achter ons te hebben dichtgetrokken, hebben wij een bezoek gebracht aan een normale eengezinswoning. Deze woningen hebben een voorkamer, een woonkamer, drie slaapkamers, een keuken, een kelder en een douche.
De voorkamer is weliswaar niet bijzonder groot, maar daarentegen biedt de woonkamer voldoende ruimte om in te huizen, zodat de bewoners zich ook hier best thuis voelen. Hiervan getuigde de huisvrouw, met wie wij een praatje maakten. Zij komt met haar gezin van de St. Anna-buurt en als zij dan beweert dat zij zich hier in het Waterkwartier, hetwelk toch een heel andere omgeving biedt, uitstekend op haar plaats voelt en niet meer zou willen ruilen, dan spreekt dat o.i. een duidelijke taal.
Behalve de normale eengezinswoningen zijn er tenslotte nog de woningen voor grote gezinnen, welke onderverdeeld zijn in twee types, n.l. met vier en vijf slaapkamers. Voor het overige hebben deze huizen dezelfde indeling als de normale eengezinswoningen.
Wensen en verlangens
En hoe zit het nu met scholen, recreatieterrein enz., zo zal men zich af vragen. Vanzelfsprekend heeft men hier in dit zich zo snel uitbreidende stadsdeel behoefte aan. Er staat één school aan de Rivierstraat, maar deze is dermate overbevolkt, dat de leerlingen er een beetje overdreven uitgedrukt als het ware uitpuilen. Ook wat sport- en speelvelden betreft valt er nog wel het een en ander te verbeteren. Nu is het wel de bedoeling, dat er op het terrein, grenzende aan de Rivierstraat, een aantal sportvelden zal worden aangelegd, maar dat zal, naar het zich laat aanzien, nog wel enige tijd op zich laten wachten. Men kan evenwel geen ijzer met handen breken en derhalve zal men ook hier voorlopig nog moeten roeien met de riemen welke thans ter beschikking staan. Er zijn ook nog andere wensen, n.l. betreffende de riolering en het vervoer naar de stad. Wat de klachten over de riolering’ aangaat: het komt nogal eens voor dat men hier overlast van het regenwater heeft, hetgeen overigens geen euvel is, dat alleen dit deel van de stad treft. De wateroverlast wordt hier veroorzaakt doordat de capaciteit van het oude pompgebouw op dé hoek van de Weurtseweg en de Waterstraat door de snelle uitbreiding te klein geworden is. Het water, dat eerst door de onbebouwde grond opgezogen werd komt nu allemaal op het riool, dat deze vloed niet verwerken kan. Het is hier n.l. zo, dat het riool beneden het niveau van de rivier de Waal ligt, zodat het water moet worden weggepompt.
Men is op het ogenblik aan de Biezendwarsweg bezig een nieuw pompstation te bouwen, maar het zal nog wel twee jaar duren voor dit in gebruik kan worden genomen. De betonnen stukken voor de toevoerleiding en voor de persleiding liggen langs de Rivierstraat reeds klaar. Mogelijk dat zij in het najaar gelegd kunnen worden, maar een en ander brengt nogal hoge kosten met zich mee, zodat het de vraag is of de gemeente er dit jaar nog toe zal overgaan. Wat de vervoerskwestie betreft: men is in het Waterkwartier van oordeel, dat het nu zo langzamerhand tijd wordt, dat er een betere verbinding met de stad komt. Men gaat zich een beetje achteruitgesteld voelen, temeer omdat dit stadsdeel toch J meer dan eens, o.a. bij feestelijkheden, stiefmoederlijk bedeeld werd. Mogelijk, dat er wat de vervoerskwestie betreft een oplossing uit de bus komt ais ent onderwerp inde gemeenteraad weer eens, een punt van bespreking gaat uitmaken. (Nijmeegsch dagblad, 11-8-1951)
Luchtfoto van een deel van het Waterkwartier met de zogenoemde korrelbetonwoningen. Links de Rijnstraat en rechts de Lingestraat ; rechts onderin de Biezenstraat, 1950 (F58507 RAN)
Boekhandel Kloosterman in de Broerstraat: gezien vanuit de Molenstraat, midden rechts de Pauwelstraat; op de achtergrond het restant van de door oorlogsverwoestingen gehavende St. Dominicuskerk, 1950 (Commissariaat van Politie afd Fotografie via F15109 CC0)
Een van de eerste gebouwen dat herbouwd is, is dat van boekhandel Kloosterman. Architect Lelieveldt zorgde voor het ontwerp. Deze boekenwinkel had al vele jaren bestaan, totdat het bombardement van februari 1944 het pand verwoestte.
Ook Plein 1944 147-150 maakt onderdeel uit van dit gebouw: let op de Phoenix bovenin Augustijnenstraat 147-150!
Vooraf: Kloosterman op de Broerstraat
Kloosterman (het witte gebouw op de achtergrond, recht de straat inkijkend): Gezien vanuit de Molenstraat. Rechts de Ziekerstraat, links de Zeigelbaan. Op de achtergrond boekhandel Kloosterman op de hoek van de Houtstraat, 1925-1930 (F15124 RAN)
Boekhandel Kloosterman zat al vele jaren op de hoek van Broerstraat met de Houtstraat. Hoewel de geschiedenis nog na moet worden gegaan, is er ook een foto uit 1887 gevonden, zie GN604.
Jan Franciscus Kloosterman (Nijmegen, 5/5/1823) komt in het Bevolkingsregister van 1860 voor als Commissionair in Koren en Boekhandelaar; in 1850 was het “koopman”. Op 6 juni 1866 overlijdt hij. Hij is getrouwd met Johanna Cecilia van der Heijden (Nijmegen, 28/11/1817). Ook Johan Philip Christiaan Mesenig (Xanten, 12/2/1836) komt dan al op dit adres voor. Daarbij is moeilijk na te gaan wat er gebeurd: volgens de kaart van het Bevolkingsregister 1860 vertrekt hij naar ’s Hertogenbosch op 28-6-1866, hoewel hij ook op de kaart van 1870 voorkomt, waarbij hij vertrekt naar Wijk C 29.
In ieder geval draagt de Weduwe J.F. Kloosterman in juli 1885 de firma over aan Joh.P.C. Mesenig “die mij sedert 19 jaren trouw assisteerde” (advertentie PGNC 17/7/1885).
Vervolgens neemt neemt Gerard J.A.M. Janssen in mei 1893 de firma J.F. Kloosteman over van Joh.P.C. Mesenig (PGNC 16/5/1893).
Nieuwbouw door architect Lelieveldt
Kloosterman’s Boekhandel, Architect J.A. Lelieveldt, getekend 25-11-1949 (D12.410205)
Architect J.A. Lelieveldt ontwerpt in het nieuwe gebouw van Kloosterman, op de hoek van Plein 1944 en Broerstraat.
Phoenix
Phoenix met onder de vleugels “1950” op Plein 1944
In het gebouw bevindt zich een bijzondere gevelsteen: dat van een Phoenix met onder de vleugels het jaar 1950, als teken dat ook Nijmegen uit de brand verrijst. De tegel bevindt zich boven de ramen van de Augustijnenstraat.
Bij de opening van Kloosterman
Chris le Roy bespreekt de nieuwe boekhandel van Kloosterman aan de hand van een gevelsteen.
“Een gevelsteen: Zegel op het bouwwerk”
Het wordt ernst met de wederopbouw van Nijmegen en het doet goed te zien en te beleven hoe er gewerkt wordt, wat er tot stand wordt gebracht. Straks zal inderdaad een ruimer, een grootser Nijmegen, een feit worden, een Nijmegen, dat open staat voor …(?), en waar de vreemdeling gaarne toeft; een stad die, hoe specifiek zij ook moge georiënteerd zijn, niets meer wil weten Van die middeleeuwse tendensen, die slechts verstikkend kunnen werken ten opzichte van een algemeene ontwikkeling, die een …aad voor elke gemeenschap. Reeds in vroegere jaren schreven we over de wederopbouw van Nijmegen en spraken de hoop uit, dat onze kunstenaars zouden worden betrokken bij die wederopbouw.
Het gebeurt, gelukkig, maar nog te weinig.
Eén bouwwerk wil ik lichten uit alle anderen op dit ogenblik. Het is de nieuwe boekhandel firma Kloosterman (d.w.z. de heer Janssen (?)). Eenvoudig, sterk en doelmatig staat hij daar. Meer.. wezen wij er op, dat de ..komst de stijl moet zijn van de doelmatigheid. Doelmatigheid is hard en houd geen stand.
Er is een doelmatigheid, waaraan zich koppelt sobere sier en tooi, verlichting en gerief. En dat is toegepast bij de bouw van de zaak daar in de Broerstraat, dat is gevoeld door genoemde heer Janssen.
De architect, de heer Lelieveldt, heeft het begrepen, en zijn werk… geheel is van buiten en binnen een werk geworden, dat het stadsbeeld siert op een voortreffelijke wijze.
Onze taak bepaalt zich er toe te zien naar het werk, dat behoort tot de elementen, die de doelmatigheidsstijl tot een waarachtige stijl maken, tot één dus, die blijvend zal staan in de tijd van heden en straks.
Daar is dan van buiten de gevelsteen, gebeeldhouwd door de beeldhouwer Jacq. Maris.
De functie van deze steen is, zoals de heer Janssen het uitdrukte, dat hij zal wezen: “zegel van het bouwwerk”.
En dat is deze steen, in gave synthese bewerkt, voorstellende een vrouwfiguur en een manfiguur, symboliserende poëzie en proza. Het geheel gebonden door een reliëfband, waarin s opgenomen, wat het bouwwerk, waarvan die steen het zegel is te bieden heeft, boeken o.a. op velerlei gebied en wij hopen voor al die werken in algemene zin, dat zij Gods zegen meedragen in de huizen der mensen. En juist omdat het zó is met dit bouwwerk, dat een zegel draagt van Maris’ hand, zó zuiver gevoeld en begrepen, hebben wij zo’n achting voor deze ganse prestatie, voor het geheel. Er is méér. Aan beide zijden prijkt de naam Kloosterman, niet “zó maar”, doch zuiver van verhouding en kleurtoon tot het geheel. De zijgevel zag in zich opgenomen een reclame voor een vulpen. Dit is geen eenvoudige zaak. Ook de oplossing voor deze reclame is af en volkomen geslaagd, naar kleur, opstelling en letterschrift.
Advertentie Storm over Nijmegen (De Gelderlander 18/7/1945)
Het boekje “Storm over Nijmegen is verkrijgbaar bij Kloosterman’s boekhandel.
Hierin beschrijft W. Imar Kula de september van 1944. Tegenwoordig staat het boek online
Wij gaan naar binnen onder het stenen zegel door en bezien het interieur.
Logisch, als een orgaan, onverbrekelijk verbonden met het geheel, is het ingezonken open kantoor met de telefoon, alweer zuiver van verhouding in de compositie van dit geheel.
Er zijn daar binnen 4 langwerpige, opstijgende gebrandschilderde ramen, die de aandacht waard zijn, ramen, die geheel voldoen aan het door laten van getemperd buitenlicht in een straat.
Deze gebrandschilderde ramen bleven glas en zijn geformeerd en bewerkt door de Sittardse glazenier Rummens. Daar is de “boekenwurm”, geestig, rustig, uitstekend, en zo is het ook met de andere ramen, vooorstellend Laurens J.zn. Koster, Joost v.d. Vondel en “Leves spiëntiae”.
Ja, hier is een bouwwerk, waarin met recht een 100-jarig jubileum mocht worden gevierd kort geleden. Het is, dunkt ons, ook voor onze gemeente-bestuurderen wel zeer verblijdend, een dergelijk pand te zien opgenomen in ons stadsbeeld en wij hebben en stil vermoeden ook denkende aan de medewerkende kunstenaars, dat onze Burgemeester en zijn secretaris voldoening hebben gevoeld over dit resultaat. De gevelsteen, het gebrandschilderde raam, het mozaïek, het uithangbord (in velerlei vorm) en onze nieuwe specifieke reclamekunst zijn in het grote stadsbeeld niet alleen onmisbaar, maar zijn maatstaf tot dat, wat er in een stad leeft en hoe het leeft. Het zijn de levende verluchtingsmogelijkheden van formaat en dienen aan kunstenaarshanden te worden toevertrouwd.
Een gelukwens met een aanwinst voor Nijmegen, zoals het door ons besproken bouwwerk er een is, mocht van af deze plaats niet worden nagelaten.
Chris le Roy” (Nijmeegsch dagblad, 18-10-1950)
Muurschildering Minerva, Pegasus en Mercurius
Op de bovenste foto is de vulpen die Le Roy noemt goed te zien. Hij noemt in ieder geval 1 kunstwerk niet bij naam: een muurschildering op de trappengalarij uit 1952 van Ted Felen. Hierop staan Minerva, Pegasus en Mercurius. Een foto is vinden op GN3844. de muurschildering is bij de sloop verloren gegaan.
Vervolg
Kloosterman links op de hoek in 1966: gezicht in noordelijke richting, vanaf boekhandel Kloosterman (links) en schoenwinkel Van Haren (rechts) op de hoek van de Broerstraat , gezien in de richting van de Grotestraat (Fotopersbureau de Gelderlander, auteursrechthouder J.F.M. Trum via F21336 RAN CCBYSA)
Kloosterman heeft nog vele jaren op deze locatie gezeten.
Uit eigen herinnering: eind jaren 80/begin jaren 90 is zij verhuisd naar een pand aan de overkant.
Panden gelegen tegenover het Stadhuis in de Burchtstraat, van rechts naar links; Hunkemöller Lexis, de Apotheek Bijleveld en Modezaak Gerzon en geheel links Peek & Cloppenburg , gezien in de richting van de Grote Markt, 1955-1956 (GN3711 RAN)
In 1931 had Gebr. Gerzon’s Modemagazijnen uit Amsterdam een filiaal aan de Korte Burchtstraat 17-19 geopend, welke in de Tweede Wereldoorlog verloren ging. Ze had een noodwinkel op de Mariënburg. Gerzon is begin maart 1954 verhuisd naar de nieuwbouw in de Burchtstraat. Het is een ontwerp van de Rotterdamse architect J.A. Lelieveldt, welke hij in samenwerking met W.Th. Reynen maakte.
Lees hier over de vooroorlogse Gerzon:
De modewinkel van Gerzon aan de noordzijde van de Korte Burchtstraat, gezien vanuit de Lange Burchtstraat in westelijke richting, 1939 (ir. J.G. Deur via F15333 RAN CCBYSA)
De meeste mensen kennen Gerzon als het pand aan de Burchtstraat, een van de hoogtepunten van de wederopbouwarchitectuur. In 1931 had Gerzon haar Nijmeegse filiaal geopend, waarbij W.Th. Reijnen de architect was. Het pand werd in 1944 verwoest.
In december 1952 vertelt de Gelderlander over de voortgang van de bouw van Gerzon. Eind 1953 zal niet gehaald worden, maart 1954 wel:
“Belangrijk project in de binnenstad: Bouw van Gerzons nieuwe pand in de Burchtstraat reeds begonnen
Burchtstraat gezien in westelijke richting, in de richting van de Grote Markt ; De Korte Burchtstraat is na de wederopbouw aanzienlijk verbreed. Rechts de nieuwe winkels van Peek Cloppenburg en Gerzon. Links op de hoek van het stadhuis het nieuwe Mariabeeld van Devotie, gemaakt door Albert Termote, datering
1953 (dr. Jan Brinkhoff via D74 RAN)
Achter klassieke gevel verbergt zich een moderne bedrijfsruimte
Achter klassieke gevel verbergt zich een zeer economische bedrijfsruimte, die reeds begint in het souterrain. Hier bevinden zich de centrale verwarmingsinstallaties, de kluis, de hoogspanningsruimte, garderobe, rijwielbergplaats, expeditie, een ruimte waar de inkomende goederen kunnen worden verwerkt en de magazijnen. De verkoopruimte is op de begane grond en de confectie-afdeling op de eerste verdieping.
De ateliers zullen worden ondergebracht op de tweede verdieping, terwijl hier tevens de party en de keuken voor het personeel zullen vinden, met de daarbij behorende magazijnen. De kroon op het geheel wordt gevormd door een dakterras. In het dienstgedeelte zal men tenslotte nog het kantoor, vertrek voor de directie, magazijn voor de confectie en etaleursruimte kunnen aantreffen.
Het imposante bouwwerk is aangenomen door de N.V. Bataafsche Aannemingsmaatschappij te ’s Gravenhage, maar dit heeft niet belet, dat talrijke Nijmeegse arbeiders hier volop werk zullen vindne. Bovendien Wordt veel werk uitgevoerd door Nijmeegse onderaannemers, zodat het stadsbelang hier weer van verschillende kanten gediend wordt.
Enige technische bijzonderheden voegen we hierbij, teneinde de indruk voor de lezer zo volledig mogelijk te maken.
Zoals veel moderne gebouwen zal dit eveneens een betonskelet hebben, terwijl het verder wordt afgewerkt met bakstenen en imitatie-natuursteen. De kleur hiervan is nog niet bekend, daar dit een uitermate moeilijk probleem vormt. Onder de ramen zal beeldhouwwerk worden aangebracht, maar hiervoor is nog geen definitieve opdracht verstrekt.
Breedten
De frontbreedt aan de Burchtstraat zal 20.20 meter beslaan en aan de Mr. Hermanstraat (tussen Gerzon en Peek & Cloppenburg) 27 meter. Aan de Platenmakerstraat zal deze 20 meter in beslag nemen; zodat het pand aan drie kanten volkomen vrij komt te liggen. De totale inhoud bedraagt ongeveer 9000 kubieke meter. De etalagewanden zullen een gezamenlijke lengte van ongeveer 82 meter beslaan, hierbij zijn de portiek-etalages (dus binnen) inbegrepen.
Wanneer alles naar wens verloopt dan zal het geheel in het najaar van 1953, dus volgend jaar, gereed zijn, waardoor de Burchtstraat en het winkelcentrum wederom een fraai pand rijker zijn.
De architecten hebben speciaal rekening gehouden met het feit dat Gerzon tegenover het stadhuis komt te liggen en dat is dan ook de reden, dat zij hun ontwerp een klassieke stijl hebben gegeven. Dit veroorzaakte uiteraard speciale moeilijkheden, maar zoals de tekening laat zien, zijn deze zeer verantwoord opgelost.
(De Gelderlander 27/12/1952; hier is ook een tekening opgenomen)
Verhuizingsopruiming Gerzon, waarbij ‘begin maart’ verhuizing zal plaats vinden (De Gelderlander 25/2/1954)
In de hierboven afgebeelde advertentie meldt Gerzon hun grote verbouwingsopruiming. Een advertentie in De Gelderlander 9/3/1954 kondigt een veiling op 12 maart aan in het voormalig gebouw “Gerzon”, Mariënburg, aan.
Abonneren
Voer je e-mailadres hieronder in om updates te ontvangen.
Bij de opening
Straatbeeld uit de jaren vijftig, gezien in de richting van Kelfkensbos, met links vooraan Modemagazijn Gerzon. Rechts, in het midden op de open plek, wordt in 1958 bioscoop Scala gebouwd, die in 1999 weer wordt gesloopt voor de aanleg van de huidige Marikenstraat. Op de achtergrond is het pand van woninginrichter Piet Hoefsloot in aanbouw (Jeroen van Lith via D1052 RAN CCO) architecten Lelieveldt en Reynen
“Fa Gerzon is terug in de Burchtstraat
In het bijzijn van burgemeester en mevrouw Hustinx, wethouder Duives en vele andere genodigden, is gistermiddag het bijzonder fraaie modemagazijn geopend, dat de N.V. Gerzon heeft laten bouwen aan de Burchtstraat. Burgemeester Hustinx, die de directie van Gerzon namens het gemeentebestuur feliciteerde, sprak van een “monumentaal, haast majesteus gebouw” en daarbij overdreef hij niet. Zowel van de buitenkant als binnen is het Nijmeegs filiaal van Gerzon een bijzonder fraai bouwwerk geworden; een fonkelende edelsteen aan de kroon van deze uit puin herrezen winkelstraat.
Veel waardering
Tijdens de openingsplechtigheid werd gistermiddag eerst gesproken door de algemeen directeur de heer E. Wolf uit Amsterdam, die in herinnering bracht dat de N.V. Gerzon reeds ongeveer twintig jaar zijn filiaal heeft in Nijmegen. In 1941 werd onder druk van de bezetters de directie vervangen door een Verwalter, aan wiens werk het te wijten was, dat in 1943 verscheidene filialen, waaronder dat te Nijmegen, moesten worden gesloten. Later werd dit gebouw door de terugtrekkende Duitsers volledig verwoest.
Spreker memoreerde dat in 1946 een fraaie noodwinkel in gebruik kon worden genomen, mede dank zij de belangrijke hulp van de heren Verbeek, makelaar en Reijnen, architect. De plannen voor een nieuw gebouw moesten enkele malen ingrijpend worden gewijzigd, doch met hetgeen tenslotte tot stand is gekomen, kunnen allen bijzonder tevreden zijn.
Burgemeester Hustinx toonde zich zeer verheugd over het gereed komen van dit nieuwe modemagazijn en prees de wijze waarop men na de oorlog de herbouw heeft aangepakt. Gerzon heeft het wel bijzonder zwaar te verduren gehad; niet alleen ging het pand volkomen verloren, doch bovendien hebben door de verdwaasde rassenhaat van de Duitsers vierhonderd medewerkers van de staf van Gerzon het leven gelaten (Dit betreft de gehele Gerzon keten, dus niet alleen Nijmegen). Aan het slot van zijn toespraak richtte de burgemeester speciale woorden van lof tot de aannemersfirma, die de herbouw van het pand op bijzonder lofwaardige wijze heeft voltooid.
De heer W.Th. Reijnen, architect, die mede sprak namens zijn collega de heer Lelieveldt uit Rotterdam, wees op verscheidene bijzonderheden in dit gebouw. Het nieuwe modehuis heeft een voorgevel ter breedte van 20,22m. en een zijgevel ter breedte van 27m. De hoogte bedraagt 14 meter. De oppervlakte beslaat 566 vierk. meter en de nuttige verkoopruimte 810 vierk. meter. Recht tegenover de hoofdingang bevindt zich tegen de achtergevel het grote trappenhuis, dat fraai van verhoudingen, materialen en kleuren is. Er is een prachtig glas-in-lood-raam aangebracht, waarop de Nijmeegse glazenier Wim van Woerkom de mode in al haar verschijningsvormen heeft afgebeeld. Op de buitenzijde van het gebouw zijn door Jac. Maris te Heumen op kunstzinnige wijze beeldhouwwerken aangebracht, die eveneens betrekking hebben op de mode. Spreker vertelde nog, dat het gebouw op een nog geheel nieuwe wijze wordt verwarm, n.l. door een zogenaamde plafondverwarming van het systeem Fenger.
Hierdoor behoefde geen ruimte te worden afgestaan voor het plaatsen van radiatoren. De bouw werd op voortreffelijke wijze uitgevoerd door de Bataafse Aannemingsmaatschappij te Den Haag.
De bedrijfsleidster, mevr. C. Zicks, voerde tenslotte het woord namens het geheele personeel en bood daarbij een bijzonder fraai uitgevoerde klok aan.” (Nijmeegsch dagblad, 9-3-1954)
Gevelreliëfs Jac. Maris
Aan de voorkant zijn zes gevelreliëfs geplaatst. Jac. Maris is hiervan de maker. Deze geven dieren en planten weer die nuttig zijn voor kleding. Het plaatsen van betonnen reliëfs was tijdens de wederbouw een gebruikelijke manier om panden, waaronder warenhuizen, een voornamer uiterlijk te geven.
Glas-in-lood raam Wim van Woerkom
Glas in Loodramen door van Woerkom, oorspronkelijke Gerzon tegenwoordig We (maart 2024)
De reliëfs aan de voorkant zijn gemaakt door Jac. Maris; hierover is echter al genoeg geschreven. Een ander kunstwerk was jarenlang verborgen achter een grote plaat en is sinds enige tijd weer zichtbaar: het glas-in-lood raam van Wim van Woerkom in de trappartij.
“Glas-in-lood raam Wim van Woerkom
Ook Wim van Woerkom heeft zijn aandeel geleverd bij de verfraaiing van het nieuwe Gerzon-pand.
Op de overloop tussen beide trappen die naar de bovenverdieping voeren, geeft zijn grote glas-in-lood raam een afgestemd kleurig aspect aan de brede lichtval in het interieur. Bovendien vormt de sierlijke compositie een aangenaam rustpunt voor het oog. Het gehele raam is overlangs verdeeld in drie tableaux, voorstellend elegante vrouwengestalten die zich bevallig draperen met kleurige gewaden en sluiers. De gehele voorstelling symboliseert in haar drieëenheid de textielindustrie: aan elk der figuren is als hoofdattribuut een der grondsoorten wol, linnen en katoen toegevoegd. Verder zijn de zwierig oprankende gestalten omgeven door velerlei attributen die mede betrekking hebben op de vervaardiging der vrouwenkleding. De krachtige tekening der kleuren, de rustige verdeling der glas- en kleurpartijen vervloeien aan de buitencontouren in de meer luchte tekening der symbolen-details. Daardoor is de overgang van de kleurige voorstelling naar het omringende blanke glas volkomen verantwoord. Op elegante wijze heeft de glazenier de vrouwelijke behaagzucht “in het licht” gesteld. De beheerste tekening van het geheel, het aaneengeslotene van de figuren, de rhytmische rangschikking der nevencomposities en de aantrekkelijke kleurafstemming maken dit raam tot een geslaagd voor beeld van decoratieve kunst.
Sef Sniedt” (De Gelderlander 13/3/1954)
Wim van Woerkom Gerzon Burchtstraat, foto gedateerd 1975 (Frans Kup via F15526 RAN CC-BY-SA)
In de beschrijving van het RAN: “Per raam is de kleding van een seizoen afgebeeld en dit weer variërend in ochtend, middag en avondkleding; aan de onderkant de symbolen die karakteriserend zijn voor de jaargetijden”.
Gemeentelijk Monument
Het gebouw is sinds 2011 een Gemeentelijk Monument. Als waardering:
“Het pand Burchtstraat 3 is van cultuurhistorisch belang als bijzondere uitdrukking van de herrijzenis van het commerciële hart van Nijmegen na de Tweede Wereldoorlog. In z’n monumentale opzet en figuratieve kunstuitingen getuigt het gebouw van het optimistische geloof in de toekomst dat zo kenmerkend is voor de wederopbouwperiode. Het winkelpand is voor Nijmegen van architectuurhistorisch belang als redelijk gaaf en herkenbaar voorbeeld van een vroeg-naoorlogs modemagazijn in traditionalistische bouwstijl met Italiaanse invloeden. Als zodanig is het een representatief voorbeeld van het werk van de architecten J.A. Lelieveldt en W.Th. Reijnen. De ontwerpkwaliteiten komen vooral tot uitdrukking in de referentie naar de typologie van het Italiaanse palazzo, het rijk uitgevoerde exterieur van vooral de voorbouw met het bijzondere materiaalgebruik en de figuratieve ornamentiek, en de royale bordestrap met glas-in-loodraam in het interieur. Het gebouw is van grote stedenbouwkundige waarde vanwege de markante hoeksituering tegenover het Nijmeegse stadhuis. Het vormt samen met het naastgelegen modehuis op nummer 1 een beeldbepalend element op de kop van de Burchtstraat als tegenhanger van het stadhuis aan de overzijde. Het gebouw is bovendien een essentieel onderdeel van een aaneengesloten en op samenhangende wijze tot stand gekomen wederopbouwensemble dat als beschermd stadsbeeld van grote cultuurhistorische waarde is als belangrijk en hoopvol ijkmoment in de Nijmeegse stadsgeschiedenis.”
Huidig
Het voormalige Gerzon. Lange tijd heeft in dit pand Kreymborg gezeten. Tegenwoordig zit hier de We (voorheen Hij), architect Reynen (foto juli 2023)
In 1970 nam Cor M. de Ruiter de Gerzon keten over, welke opging in GBS beheer (Gerzon – Bischoff – Schröder). Daarop werden 5 zaken, waaronder die van Nijmegen, gesloten.
Momenteel (september 2023) zit de WE de nodige jaren al in het pand. Andere gebruikers waren in ieder geval (uit eigen herinnering/Facebook): Hollenkamp, It’s en Kreymborg.
W.Th. Reynen ontwierp veel sociale huurwoningprojecten voor de Woningvereeniging Nijmegen. Daarnaast komen we hem regelmatig tegen als ontwerper van woon-winkelpanden…
Architect Heldoorn ontwierp het pand voor Peek en Cloppenborg in 1951. De bouw verliep in “Amerikaans tempo”: in 164 werkdagen.…
De Burchtstraat met Raadhuis. De Gemeenteraad (links) is op dit moment in vergadering vanwege de kraakactie van een pand tegenover het stadhuis. Rechts de voormalige Gerzon (We) en Peek en Cloppenburg (H & M) (22 februari 2024)
In 1939 wordt begonnen met de bouw van luxueuze en dure appartementen op deze plek van de heuvelrug: een prachtig uitzicht op de Ooypolder, vlakbij het centrum, maar ook de rust en de natuur dichtbij. De architect is L.D. Kuipers.
Aankondiging
“Nijmegen krijgt een flatgebouw
Op den Sterreschansweg
Het zal ongetwijfeld wel de aandacht hebben getrokken, dat het groote open terrein naast de Nijmeegsche manége aan den Sterreschansweg de laatste maanden was afgeheind en dat daar opmetingen werden verricht, en menigeen zal zich hebben afgevraagd, wat hier in de toekomst zal verrijzen. Naar wij vernemen, zal hier binnenkort met een bouwwerk begonnen worden, dat voor Nijmegen geheel nieuw is. Door de N.V. Bouw- en Exploitatie-Maatschappij “Zeekant” zal hier n.l. een flatgebouw worden opgetrokken, zooals men die o.a. in Den Haag, Rotterdam en Amsterdam reeds langer kent. Het wordt een bouwerk van zeer groote afmetingen, waarin de nieuwste vindingen toepassing zullen vinden en waaraan ook op architectonisch gebied de grootst mogelijke zorg zal worden besteed.” (PGNC 11/3/1939)
In hetzelfde nummer, meteen volgend op de aankondiging van de flat, wordt de bebouwing van Wintersoord-Oude Stadsgracht aangekondigd. Hier zat voorheen hotel “Chrispinus”, waarbij de sloopwerkzaamheden inmiddels zijn begonnen. Het project is afkomstig van dezelfde maatschappij, “die ook de fraaie panden op het terrein van den vroegeren Stadsschouwburg gebouwd heeft.” Het betreft de N.V. Handel en Exploitatie-Maatschappij “Zeekant”. Of het dezelfde Zeekant van de Keizer Karelflat is niet bekend. (PGNC 11/3/1939)
1939: Bouw begint
De ingang van de Keizer Karel-flat, Sterreschansweg, 1950 (F33592 RAN)
“Het flatgebouw aan den Sterreschansweg
Met den bouw wordt volgende week begonnen
Zooals men zich zal herinneren, hebben wij eenigen tijd geleden medegedeeld, dat op het terrein, naast de Nijmeegsche manege aan den Sterreschansweg een flatgebouw zal verrijzen, de eerste in Nijmegen. Wij vernemen thans, dat met den bouw volgende week een aanvang zal worden gemaakt. Het wordt een bijzonder fraai gebouw, in U-vorm, met een breede oprijweg, een kunstmatige vijver en parkaanleg. Het gebouw komt ongeveer 30 meter van den weg verwijderd te staan en zal twee verdiepingen tellen, met in totaal 24 flatwoningen, bestaande uit een salon, een eetkamer, een heerenkamer, twee of drie slaapkamers, een keuken, een toilet, een badkamer, een hall, een vestibule, een ketelhuis voor de ‘centrale verwarming en een kolenberging. Aan de achterzijde komen 16 boxengarages en tien rijwielbergplaatsen. Voor de benedenbewoners zijn ruime tuinen geprojecteerd terwijl de bovenbewoners gelegenheid tot verpoozing in de open lucht kunnen vinden in een aan te leggen Solarium. Ook komen er twee terreinen met zandplaatsen, waar de kinderen zich kunnen vermaken. De ‘garages en rijwielbergplaatsen worden zoo laag gebouwd, dat zij het uitzicht over de Ooij niet belemmeren. Op de kapverdieping is voor iedere woning nog een slaapvertrek, berging voor koffers enz. ontworpen
Het spreekt wel vanzelf, dat de woningen van alle moderne gerieflijkheden zijn voorzien, waarvan als ’n merkwaardigheid moet worden gemeld, dat Iedere woning een huistelefoon heeft, waarmede verbinding met de hoofdentrée wordt verkregen. Leveranciers en andere bezoekers staat men dus, zonder de deur te openen, te woord en wenscht men toegang te verleenen, dan drukt men slechts op een knop, die zich naast het telefoontoestel bevindt en de deur gaat open.
Dit eerste flatgebouw van Nijmegen blijkt een succes te zullen worden, want reeds nu, nog vóór met den bouw een aanvang is gemaakt, zijn er reeds eenige woningen verhuurd. De naam van ’t gebouw is Keizer Karelflat en het werk wordt uitgevoerd door het Bouwbedrijf Han Visser. Met het oog op het dienstbodenvraagstuk zal de stichting van dit gebouw ongetwijfeld zeer gewaardeerd worden.” (PGNC 8-6-1939)
Oorlog: “Grijze muizen”
Voordat de flat volledig is afgebouwd, nemen de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog het gebouw in vanuit de strategische ligging van het gebouw en het uitzicht. In het gebouw waren de “grijze muizen”.
“Grijze muizen” de bijnaam voor Wehrmachthelferinnen, het onderdeel van het Duitse leger waarin vrouwen dienden. Zij werkten in vooral ondersteunende functies en hun bijnaam was afgeleid van hun grijze uniform. Ook werden ze Blitzmädel of Blizmädchen genoemd. Nijmegen-oost.nl noemt: “…dat hier een Duitse Ortskommandant die met zijn verpleegafdeling, de zogenaamde “grijze muizen”, een dependance had in de Keizer Karel-flat? Bovenop het dak van de flat stond een groot Rode Kruis als misleiding van de geallieerden tegen mogelijke bombardementen.” (Ook Wijkkrant Nijmegen-Oost 1/9/1994 refereert aan verplegend personeel)
(Wel noemt Nijmegen-Oost: “… die waren erg welkom. Het was namelijk de bijnaam door dames, die hun diensten beschikbaar stelden aan de Duitse officieren”. (Een pand met een geschiedenis: wonen op de Heuvelrug, Wijkkrant Nijmegen-Oost 1/3/1992). Iets dergelijks vertelt Wijkcomité-Oost over de Pater Brugmanstraat “Op nummer 8 woonden “grijze muizen”. In de oorlog bedoelde men daarmee soldatenhoeren. Als zij in de tuin lagen te zonnen konden zij vanaf het dak bekeken worden. En dat gebeurde ook.”)
Bij de bevrijding werd het gebouw beschadigd. De Engelsen gebruikten het als veldhospitaal. Vervolgens werd het gebouw hersteld en konden de eerste bewoners hier gaan wonen.
Bewoond
Op de voorgrond het Bergspoor, op de achtergrond de stuwwal met de Keizer Karel-flat, 1955 (Jeroen van Lith via D988 RAN CC0)
Daarna werd de flat dus eindelijk daadwerkelijk bewoond; door mensen die de hoge huurprijs konden betalen. Bij de meeste van de bewoners woonde op de zolder tevens een dienstbode in.
Verval
In de jaren jaren begon echter het verval: er waren geen vernieuwingen aan de flat aangebracht, zodat hij wat verouderd was. De kamer waar oorspronkelijk een dienstbode had gewoond, werd verhuurd aan studenten. Vervolgens kocht een speculant het gebouw, waarbij verder onderhoud uitbleef. Bewoners begonnen te verhuizen. De verkoopprijs van de flats was te hoog, zodat leegstand ontstond.
Daarop trokken krakers in, waarbij de flat een centrum voor krakers werd, net als de naastgelegen etikettenfabriek. Op het moment dat deze fabriek werd gesloopt om plaats te maken voor luxueuze appartementen, werd ook gedacht om ook de flat te slopen om plaats te maken nieuwbouw. Oude bewoners en omwonenden protesteerden hier tegen.
Uiteindelijk kocht woningcorporatie Mr. ten Hagen de flat en een ingrijpende renovatie volgde: de staat van het gebouw was nog slechter dan verwacht. Bovendien werd het complex, met grote woonruimtes, verbouwd tot 42 a 45 appartementen. “Hiermee wordt ingespeeld op de behoefte aan woonruimte voor alleenstaanden en tweepersoons huishoudens.” (Wijkkrant Nijmegen-Oost 1/11/1987) Dan is het plan dat verbouwing in de tweede helft van 1989 wordt opgeleverd.
De verbouwing werd voorgedragen voor de Bronzen Bever, de Rijksprijs voor Bouwen en Wonen
Keizer Karel-flat, Sterreschansweg, maart 2025 (Google Streetview)
Modelmakerij en Houtdraaierij Hazelaar Eerste Oude Heselaan 126, augustus 2023 (Google Streetview)
Op Oude Heselaan 126 staat het opschrift “Electr. Modelmakerij en Houtdraaierij J.W. Hazelaar.” Wie was deze J.W. Hazelaar en wat bedrijf had hij?
Johan Willem Hazelaar
Johan/Johannes Willem Hazelaar is op 30-11-1896 geboren te Hengelo (O). Zijn vader Lambertus Hazelaar was bij zijn geboorte “fabrieksarbeider” en is bij zijn trouwen “modelmaker”, zijn moeder Gerritdina ter Weer “zonder beroep”.
Nijmegen: Willemsweg en Nieuwe Nonnendaalscheweg No. 17
Advertentie Hazelaar Nieuwe Nonnendaalscheweg No. 17 (De Gelderlander 18/6/1924)
Hij schrijft zich op 4-5-1920 in de gemeente Nijmegen in op Willemsweg 266. Hij is dan afkomstig uit Velsen (Bevolkingsregister 1910). Zijn beroep is “modelmaker”. In het adresboek van 1922 komt hij voor op Willemsweg 266.
Wanneer Hazelaar begonnen is met zijn modelmakerij en houtdraajerij is nog niet bekend. De eerste door mij gevonden advertentie is van De Gelderlander 18/6/1924. Aanvankelijk heeft hij zijn bedrijf op de Nieuwe Nonnendaalscheweg No. 17. Afgaande op zijn advertentie is zijn doelgroep aannemers en meubelmakers. Ook maakt hij gietmodellen.
Gietmodellen
Advertentie Hazelaar voor gietmodellen (Schuttevaêr; weekblad gewijd aan de belangen van den handel en de binnenlandsche scheepvaart, jrg 36, 1925, no. 40, 17-01-1925)
Hoewel niet uitputtend gezocht, zijn er 14 advertenties gevonden in “Schuttevaêr; weekblad gewijd aan de belangen van den handel en de binnenlandsche scheepvaart” (16-08-1924, 20-09-1924, 15-11-1924 , 20-12-1924, 17-01-1925, 21-02-1925, 21-03-1925, 18-04-1925, 16-05-1925, 20-06-1925, 18-07-1925, 15-08-1925, 19-09-1925, 17-10-1925). Dan adverteert J.W. Hazelaar voor gietmodellen. Daarbij is het adres nog Nieuwe Nonnendaalscheweg.
Gietmodellen zijn mallen; afgaande op de advertentie maakt hij Hazelaar mallen van hout. Hierin kan metaal in vloeibare vorm worden gegoten om bijvoorbeeld appendages (zoals leidingen, kranen), pompen en elektrische apparaten te vormen. (Zie voor verdere uitleg wat een gietmodel is de website van Joost de Vree).
Opvallend is, dat tot nu toe geen advertenties gevonden zijn vanaf het nieuwe adres. Dit kan echter verschillende redenen hebben, als bijvoorbeeld dat Hazelaar überhaupt niet adverteerde, een nog niet bekende naamswijziging of dat Hazelaar adverteerde in een door het RAN/Delpher nog niet ontsloten bron. Wel blijkt hij uit een personeelsadvertentie in 1948 nog steeds gietmodellen te vervaardigen.
1926 Houtdraaierij annex modelmakerij
Wanneer hij de bouwgrond in 1926 koopt, is zijn adres Burghardt v.d. Berghstraat 151. Ook in de gevonden adresboeken van 1926 en 1928 komt hij op dit adres voor als “modelmaker”.
Op 30 november 1926 krijgt hij vergunning voor “eene inrichting voor het vervaardigen van houten gietmodellen en het draaien van hout in perc. Oude Heesschelaan, kad. Neerb. Sectie B. No 3046 (Gemeenteverslag 1926; de eigenlijke (bouw) vergunningen zijn nog niet ingezien).
Opvallend is, dat hij in maart 1926 nog een vergunning had verkregen voor “het oprichten van eene door elektriciteit gedreven inrichting voor het machinaal bewerken van hout in perceel Nieuwe Nonnendaalsche weg No. 17, kad. bekend gemeente Neerbosch, sectie B. No. 3416 (PGNC 11/3/1926). Of en waarom de Nonnendaalsche weg No. 17 wel/niet is doorgegaan, is onbekend. Sowieso is de eerste vergunningaanvraag nog niet door mij gevonden: Hazelaar was immers vóór 1926 actief.
Vanaf het adresboek 1932 (dat van 1930 is niet gevonden) komt hij voor op Oude Heesschelaan 126. Waarschijnlijk zal hij in de loop van 1927/1928, bij het gereedkomen van het bedrijf en de woning, verhuisd zijn.
Hij komt eveneens voor in de jaren 1934-1936, 1938 en 1940 op dit adres.
Johan Willem Hazelaar koopt op 14 mei 1926 een bouwterrein van Johannes Franciscus van Raay: “Het perceel bouwterrein, gelegen tusschen de Ouden Heesschelaan en het kadastrale perceel Gemeente Neerbosch Sectie B nummer 3047, uitmakende een Zuidelijke strook ter grootte van ongeveer twee aren drie en zestig centiaren van het kadastrale perceel dier gemeente en Sectie nommer 3046, ter breedte aan den weg van ongeveer acht Meter, en loopende het oostelijke gedeelte der Noordelijke Scheidingslijn loodrecht op dien weg, Zooals op het terrein is aangeduid”.
Bouwtekening 1926
Plan v.e. Woonhuis met Werkplaats a.d. Oude Heesche Laan te Nijmegen v.d. Heer J.W. Hazelaar Nieuwe Nonnendaalscheweg No 17, datum tekening 26-8-1926 (D12.390533)
Plan v.e. Woonhuis met Werkplaats a.d. Oude Heesche Laan te Nijmegen v.d. Heer J.W. Hazelaar Nieuwe Nonnendaalscheweg No 17, datum tekening 26-8-1926 (D12.390533)
Hierboven staat de bouwtekening van 1926 weergegeven.
Vooral de tekening van de rechterzijgevel (links is de straatkant) maakt duidelijk dat het gebouw aan de achterkant lager ligt dan de voorkant. De werkplaats en kelder bevinden zich in het sousterrein (nummer 128); vanuit de achtergevel gezien op de begane grond. Het woongedeelte (nummer 126) is, met een verhoging, op de begane grond van de Eerste Oude Heeschelaan. Daarboven bevindt zich vervolgens de eerste verdieping.
Plan v.e. Woonhuis met Werkplaats a.d. Oude Heesche Laan te Nijmegen v.d. Heer J.W. Hazelaar Nieuwe Nonnendaalscheweg No 17, datum tekening 26-8-1926 (D12.390533)
Op 18 november 1932 krijgt Hazelaar een hinderwetvergunning voor het uitbreiden van zijn door “elektriciteit gedreven inrichting voor het machinaal bewerken van hout in het sousterrain van het perceel Oude Heesschelaan no. 128, kad. bekend gemeente Neerbosch, Sectie B. no. 3781 (De Gelderlander 20/10/1932 en Gemeenteverslag 1932)
1935 Vergroting woongedeelte
In 1935 vindt de aanvraag plaats voor een verbouwing: een vergroting van het gebouw met een serre achter op de begane grond en twee slaapkamers. Daarnaast krijgt de rechterzijgevel ramen.
Bouwtekening 1935 (D12.401456)
Vervolg
In de jaren 20, 30 en 40 plaatst hij af en toe een personeelsadvertentie, voor hetzij een leerjongen, hetzij een ervaren persoon.
Vermeldenswaard is dat het huwelijk van een van zijn dochters, Gerri, het “Huwelijk van de maand” is. Bij haar trouwen was ze de enige vrouwelijke modelmaker van Nederland, “tot gisteren” dan. (Nijmeegsch dagblad, 9-9-1958)
J.W. Hazelaar komt nog voor in het Adresboek van 1971 (het laatst gevonden adresboek bij het RAN).
Hoewel niet ingezien, blijkt het bedrijf J.W. Hazelaar zich in 1973 te hebben uitgeschreven bij het Handelsregister. Daar blijkt hij in 1943 te zijn ingeschreven.
In hoeverre deze inschrijving van 1943 een eigen wijziging was of een administratieve, is nog niet helder. Ook is niet helder of J.W. Hazelaar in deze periode steeds zelf het bedrijf voerde of dat inmiddels een opvolger het bedrijf had overgenomen.
Honig fabriek en elektriciteitscentrale, 27/5/2005 (Jacques van Dinteren via DF5169 RAN CCBYSA)
Een van de grootste werkgevers van Nijmegen was de Honig fabriek. Deze was begonnen als Stijfselfabriek Hollandia, maar werd in de volksmond de Stiefselkeet genoemd. Architect Oscar Leeuw ontwierp voor deze fabriek veel uitbreidingen. Na de sluiting in 2012 kwamen hier vele culturele en horeca-gelegenheden. In 2022 werd een deel gesloopt, onder andere de kenmerkende silo is behouden.
Stam & Co.
Nijverdal/Rijssen
Het verhaal van de Stijfselfabriek begint in Nijverdal (of Rijssen?). De ‘heeren’ Stam, die er reeds de Nederlandsche Stoomblekerij bezitten, beginnen in 1903 of 1904 (aankondiging 10-12-1903 in de Tubantia) een stijfselfabriek. Vanwege de textielindustrie in Twente was er een groeiende behoefte aan stijfsel.
De Tubantia: “Het behoeft natuurlijk geen betoog, dat algemeen gehoopt wordt op een spoedige verwezenlijking der plannen, die ten dezen opzichte mochten bestaan, te meer daar door de sterke toeneming der bevolking in de laatste jaren hier werkkrachten over zijn”.
Brand
De fabriek is echter geen lang leven beschoren: in nacht van 19 op 20 september 1908 brandt de stijfselfabriek, “De Atlas” van de firma Stam en Co., af. Oorzaak is vermoedelijk kortsluiting. Alles gaat in vlammen op, mede omdat door de grote droogte van het houtwerk. Ook omdat juist op dat moment grote voorraden stijfsel, maïs en lijnzaad was, is de schade zeer groot en wordt op 5 a 6 ton geschat. Ongeveer 50 man zijn door deze brand zonder werk. (Het vaderland , 21-09-1908 en De Grondwet, 13-10-1908).
Verhuizing naar Nijmegen
In februari 1909 wordt bekend dat de fabriek niet in Rijssen zal worden herbouwd, maar elders. Daarbij noemt de krant Schiedam de waarschijnlijke locatie. Uit hetzelfde artikel blijkt dat veel medewerkers woonden in de buurtschappen Notter en Zuna (ten noorden van Rijssen) (Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant, 02-02-1909). Een week later blijkt het Nijmegen te zijn: de gemeente Nijmegen heeft aan Stam & Co. een perceel van 5500 cA. (gelegen “ten westen van het Slachthuis in de onmiddellijke nabijheid van de Waal” (Neerbosch, Sectie A, Nos 425, 469, 470 en 878) verkocht om daar een stijfselfabriek te bouwen. Voorwaarde is, dat er niets anders gebouwd mag worden dan deze stijfselfabriek met toebehooren”. (Twentsche courant, 10-02-1909 en PGNC , 15-8-1909)
Op 28-5-1910 veranderen Coenradus Jacobus Johannes Stam, fabrikant wonende te Nijverdal en Nicolaas Cornelis Stam het adres van hun Vennootschap “Stam & Co.” van Nijverdal (gemeente Hellendoorn) naar Nijmegen ( PGNC 12/6/1910).
De N.V. Stijfselfabriek voorheen Stam & Co.
De fabriek kwam in 1910 gereed. Zoals meer gebouwen in Nijmegen kreeg het in de volksmond de naam van een keet, in dit geval de “stiefselkeet”.
4-6-1912 wijzigen zij de firma Stam & Co. in de “Naamlooze Vennootschap Stijfselfabriek voorheen Stam & Co.” (PGNC 22/6/1912).
Op 8-8-1912 vindt vervolgens de aanbesteding plaats van “Het bouwen van een Kuipengebouw, Pakkamer en het maken van Fundatiewerken voor eene te plaatsen overkapping op de fabrieksterreinen…” Inlichtingen zijn te verkrijgen bij architect H. de Nie, Zwolle (PGNC 6/8/1912)
Uit het krantenartikel van 1912 blijkt dat de gemeente de grond aan de firma Stam & Co. heeft verpacht. De gemeente zet de verpachting om naar de N.V. PGNC 30/12/1912
Eind april brandt de drogerij van de stijfselfabriek af. Hierbij gaan veel machines verloren, die echter door verzekering zijn gedekt. (Nieuwe Schiedamsche Courant 29-4-1913 en Arnhemsche courant,28-04-1913).
Begin mei is er een buitengewone Aandeelhoudersvergadering 9-5-1913 (PGNC, 4-5-1913) . Mogelijk wordt hier besloten om de fabriek te verkopen? In ieder geval schrijft het PGNC 5-7-1913: “De Stijfselfabriek. Naar wij vernemen is de stijfselfabriek, voorheen Stam & Co., gekocht door de stijfselfabriek voorheen M.K. Honig te Koog a/d. Zaan.” (PGNC 5-7-1913). In een buitengewone Algemene Vergadering der Aandeelhouders wordt op 18 -2-1914 (te Amsterdam) de N.V. ontbonden. (PGNC 22/2/1914).
Honig hernoemt de fabriek in Stijfselfabriek Hollandia, naar een stijfselmerk van Honig. Daarbij kunnen de 80 medewerkers die door Stam waren ontslagen, in deze fabriek weer aan het werk.
Rond oktober 1913 besteedt architect H. van Wort voor rekening van de N.V. Stijfselfabriek “De Bijenkorf” te Koog aan de Zaan “het uitbreiden der stijfselfabriek “Hollandia”, aan de Waal te Nijmegen” aan. De laagste inschrijver is J. van Kempen, aannemer te Nijmegen voor f13.998. (PGNC 2/10/1913)
De stijfsel wordt gemaakt op basis van maïs dat uit Amerika komt. Hierbij gaat het om 100 ton per week. In 1918 stagneert echter de aanvoer vanwege de Eerste Wereldoorlog. Er wordt geprobeerd om stijfsel uit tulpenbollen te halen, maar dit is geen succes. In 1919 wordt de productie hervat.
Uitbreidingen Oscar Leeuw
Vanaf 1920 zal Oscar Leeuw tot aan zijn overlijden in 1944 uitbreidingen van de Hollandia fabriek ontwerpen. Lees hier het artikel:
Vanaf 1947 ging de fabriek NV Fabriek van Honig’s Artikelen heten. Daarbij kreeg het architectenbureau van D. en B. Benning, die het bureau van Leeuw hadden voortgezet, de opdrachten.
Silo
Een van de opvallendste onderdelen van het complex is de silo voor bloem, waarop het bedrijfslogo Honig te zien is. Deze kwam in 1969 klaar.
Bijen : een koperplastiek vervaardigd door kunstenaar Charles Hammes in 1964, aangeboden door het personeel van de Honig fabriek aan haar directie ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van het bedrijf ; het kunstwerk is spoorloos verdwenen, 5/1964 (Fotopersbureau Gelderland via F85266 RAN CCBYSA Auteursrechthouder J.F.M. Trum)
Aan de zijmuur werd een plastiek van Charles Hammes gehangen: een cadeau van het personeel ter gelegenheid van het gouden jubileum in 1965.
In 1992 zou de laatste vernieuwing van de fabriek plaats vinden.
Sluiting
In 2012 verplaatste Heinz de productie naar elders. Daarop kwam het gebouw leeg te staan. Aanvankelijk waren er plannen om het complex te slopen en het gebied te herontwikkelen. De kredietcrisis liepen de plannen echter grote vertraging op.
De gemeente en projectontwikkelaar besloten daarop het complex tijdelijk in gebruik te laten nemen door ambachtelijke en culturele bedrijven. Bezoekers aan deze activiteiten konden op deze manier “kennis maken” met de toekomstige woonwijk.
In 2022 werd een groot deel van de gebouwen gesloopt. De oudste delen en uiteindelijk ook de silo bleven behouden. In deze gebouwen zouden culturele voorzieningen en horeca komen.
Pipsqueak was here!!! Honig complex, september 2023
De Winkel van Slagerij Sjek Floor, Lange Hezelstraat 90a, 2/1989 (Ber van Haren via ZN35955 RAN CC0 Auteursrechthouder Gemeente Nijmegen)
Jarenlang heeft de bekende slagerij Sjek Floor in de Lange Hezelstraat 90a gezeten, in 1979 een van de eerste scharrelslagers van Nederland. Het is al veel langer een slagerij geweest: deze winkel lijkt bijna 100 jaar onafgebroken een slagerswinkel te zijn geweest.
Goedkoope Gelderdsche Winkel
Advertentie Goedkoope Geldersche Winkel, Lange Hezelstraat 90a (De Gelderlander 5/12/1919)
Het is mij nog niet bekend wanneer Jan Weijers met zijn “Goedkoope Geldersche Winkel” op Lange Hezelstraat 90a is begonnen. De tot nu toe eerstgevonden advertentie is in 1919: De Gelderlander 5/12/1919 De Goedkoope Geldersche Winkel adverteert niet alleen met vlees, maar ook met onder andere koffie, thee en margarine.
Weijers zal in de loop der jaren regelmatig adverteren met grote omzet/kleine winst en varianten daarop. Wel lijkt hij de naam Goedkoope Geldersche Winkel te laten vallen: de tot nu toe laatst gevonden advertentie met “Goedkoope Geldersche Winkel” staat in De Gelderlander 22/8/1923. Daarnaast lijkt het adres te zijn gewijzigd: aanvankelijk staat alleen 90a als adres bij de advertenties, in ieder geval vanaf De Gelderlander 20/10/1922 staat ook nummer 90 als adres.
Verbouwing 1924
“Vleeshouwerij Jan Weijers.
De vleeschhouwerij van den heer J. Weijers in de L. Hezelstraat heeft door inwendige verbouwing een belangrijke verbetering ondergaan, waardoor het aanzien in niet onbelangrijke mate is verhoogd. De reeds ruime winkel, die te klein bleek, werd vergroot. Geheel gemoderniseerd en naar de eischen des tijds ingericht, voldoet de zaak tevens aan de hoogste eischen der hygiëne.
In de goed verzorgde étalage met zijn helle verlichting vindt men alle verscheidenheid van vleeschwaren ten toon gespreid.
De bouwkundige, de heer A.B. Deckers en associé, onder wiens leiding het werk is uitgevoerd heeft er een smaakvol geheel van gemaakt.
Aan de zaak is nu een speciale afdeeling voor fijne vleeschwaren verbonden.
In de ruime koelcellen, die in den kelder zijn gebouwd, en voor drie geheele runderen plaats bevatten, wordt het uitgesneden vleesch geregeld gekoeld, zoodat alles steeds versch en frisch blijft.” (De Gelderlander 17/4/1924)
Tweede winkel Kannenmarkt 17
Advertentie tweede slagerij Weijers op de Kannenmarkt (De Gelderlander 10/12/1926)
In december 1926 opent Weijers zijn 2e slagerij op Kannenmarkt 17.
“Jan Weijers’ tweede slagerij
De firma “Jan Weijers’ Moderne Slachterijen”, welke sinds geruimen tijd in het perceel Lange Hezelstraat 90-90a gevestigd was, heeft in het centrum der stad een tweede runder- en varkensslagerij geopend. De vroegere zaak van den Ijzerhandel der firma Van Eldik is door den heer Weijers aangekocht en hij heeft deze in een modernen winkel doen omtooveren. Er is heel wat aan ten koste gelegd om de nieuwe zaak zoo mooi mogelijk te maken. De muren zijn geheel bedekt met marmerplaten in zachte, licht groene tinten, waartegen donkerder gekleurde pilasters goed uitkomen. Ook het vele nikkelwerk, waarvan deze winkel rijkelijk voorzien is, maakt tegenover het marmer een zeer bijzonder effect, evenals de prachtige electrische lampen, die des avonds den winkel schitterend verlichten.
De inrichting van de vitrine is geheel overeenkomstig die van den winkel. Ook hier veel marmer en nikkel, dat met den wel zeer weelderig uitgevoerde winkel als achtergrond den indruk van iets aparts maakt. Of het nu waar is wat wij gisteren iemand in den winkel hoorden beweren: n.l. dat men in Brussel en Parijs een zaak als deze tevergeefs zal zoeken kunnen wij niet beoordeelen. Maar dit is zeker, dat menigeen die gisteren al die schittering van nikkel, marmer en licht voor het eerst aanschouwde, de handen inéén sloeg en uitriep: “Het is tè mooi!”
Dat de etalages zoowel als de winkel zelf op den openingsdag een uitgezochte collectie vleesch en vleeschwaren te zien geeft, behoeft nauwelijks te worden gezegd. Evenmin, dat ter gelegenheid van deze opening ook de zaak in de Lange Hezelstraat in feestdos prijkte. Voorts mag niet onvermeld blijven, dat de worstfabriek met rookerij en de zouterij evenals de winkel aan alle eischen van hygiëne beantwoorden.
De verbouwing is uitgevoerd naar het ontwerp van den heer A.B. Deckers, architect alhier. Het schilderwerk is verricht door de firma Lauran, de electrische aanleg door de firma v.d. Berg (L. Hezelstraat), het loodgieterswerk door de firma Thunnissen, het nikkelwerk door de firma Latour en de terrazzo-vloeren zijn gelegd door de firma Dagnelo.” (PGNC 17/12/1926) In PGNC 18/12/1926 volgt een rectificatie dat het schilderwerk is uitgevoerd door M.W. Seuren.
Jan Weijers en Zonen
Advertentie Prijs én Jan Weijers & Zonen (PGNC 7/10/1932)
In ieder geval PGNC 16/2/1931 is de naam nog “Jan Weijers Moderne Slachterijen”. In de advertentie PGNC 7/10/1932 is het Jan Weijers & Zonen. Dan blijkt hij tevens in mei 1931 de eerste prijs te hebben behaald op de Slagersvaktentoonstelling in Den Bosch.
In PGNC 30/12/1933 noemt Jan Weijers & Zonen zich “meermalen bekroond”.
Advertentie De Gelderlander 29/5/1935
Opvallend: op beide adressen een “mooi Bovenhuis” te huur in De Gelderlander 29/5/1935.
Rond 1935 Coen Weijers
Waarschijnlijk heeft zich rond 1935 een splitsing voorgedaan: dan heeft Coen Weijers zijn slagerij op het adres van L. Hezelstraat 90a. ‘
Op Kannenmarkt 17 is het “Jan Weijers Slachterijen”. (De Gelderlander 30/9/1936). Eind 1938 en 1939 doet Weijers een nieuwjaarsgroet.
In de De Gelderlander 5/1/1940 heeft Jan Weijers 2 adressen: Kannenmarkt 17 en Vijfringengas No. 7, met beiden een afzonderlijk telefoonnummer.
Aelberts
Hoe lang Coen Weijers zijn slagerij op de Lange Hezelstraat heeft gehad, is nog niet bekend. In ieder geval is het in De Gelderlander 9/6/1954 Slagerij Aelderts (waarschijnlijk is de d een zetfout).
Mw. M.M.N. Aelberts (met een b) en P.J.M. Aelberts, slager, komen op dit adres voor in het Adresboek van 1963.
Sjek Floor
Hoe lang Aelberts in de winkel heeft gezeten is nog niet bekend.
In ieder geval komt in 1979 komt slager Sjek Floor in de winkel, welke een zeer bekende slagerij was. Hij was een van de eerste scharrelslagers van Nederland. Floor is geboren als een slagerszoon in Utrecht. Hij studeerde op Nijenrode en vervolgens werkte hij 5 jaar in de draf- en rensport in Frankrijk. Daarna werd hij manager “vlees” bij het AH-concern.
In 1986 koopt Floor boerderij de Kempe, aan de Kanaalweg in Eerbeek. Daar kwam een groot deel van zijn vlees vandaan. Floor was bekend om zijn worsten, paté’s en vlees van Cerdo Ibérico-varkens. Deze varkens had hij zelf in 2007 uit Spanje gehaald.
In 2015 stopt hij met de winkel.
Het Vleesch Lokaal
Het Vleesch lokaal, juli 2017 (Google Streetview)
Floor verhuurt deze aan Gijs Verveda. Zijn slagerswerkplaats in de Bottelstraat laat hij verbouwen tot studentenkamers.
Op dat moment was Verveda een aantal jaren werknemer bij slagerij de Groene in Arnhem. Ook wanneer hij de winkel overneemt, blijft hij als werknemer er werken, om in 2019 de Groene Weg over te nemen. Aangezien 2 zaken voor hem te veel is, stopt hij in mei 2020 met het Vleesch Lokaal.
Daarop kondigt Floor (dan 72) in 2020 aan om de winkel opnieuw te openen. Maar dan een winkel met voorverpakte artikelen en zelfbediening. Ik weet niet meer of deze winkel gerealiseerd is.
In ieder geval zit Bob & Bill momenteel (december 2025) op de Lange Hezelstraat 90a. Ook is er een winkel op nummer 113. Followfox.nl: “Deze shop is compact qua formaat, is volgestouwd met Bob & Bill moois én het pand heeft een mooi verhaal. Wat is er zo speciaal aan deze Bob & Bill store? Vroeger zat hier een oude slagerij en sommige elementen zijn (gelukkig!) nog bewaard gebleven. Zo spot je als je goed rondkijkt nog oude tegeltjes of glas in lood. Super uniek: kleding passen doe je in de voormalige koelcel.”
Lange Hezelstraat 90a, mei 2025 (Google Streetview)
1937 Verbouwing Burghardt van den Berghstraat 112 en 114 Bottendaal
Burghardt van den Berghstraat 112-114 op 2/11/1978 (Jan Cloosterman via F21322 RAN CC-BY-SA)
In januari 1937 besteedt Okhuysen de verbouwing van “fabriek en magazijnen aan de Burghardt v.d. Berghstraat No. 112 en 114 tot parochiehuis van het Sint Canisius-Ziekenhuis” aan.
P. Horssen verkrijgt de aanbesteding op basis van de laagste inschrijving (De Gelderlander 21/1/1937). Hierbij wordt de voormalige fabriek en kantoor van de N.V. De Vreeze Industrie- en Handelsonderneming tot parochiehuis. Deze fabriek was rond 1895 gebouwd. In 1981 wordt het verbouwd tot wijkcentrum.
Vooraf: N.V. De Vreeze Industrie- en Handelsonderneming
Het voormalig fabriekspand en kantoor van de N.V. De Vreeze Industrie- en Handelsonderneming. Gebouwd in ca.1895, en in 1937 verbouwd tot Rooms Katholiek Parochiehuis van de St. Jozefkerk. In 1981 kwam hier een wijkcentrum in, Burghardt van den Berghstraat 114, 6/1917 (F47156 RAN)
Theodorus Hilarius Laurentius Maria de Vreeze (19-10-1884, Leeuwarden) vestigt zich op 7-5-1916 in Nijmegen met zijn gezin, op de St. Annastraat (Bevolkingsregister 1880). Het nummer is moeilijk te lezen, maar waarschijnlijk nummer 18. Hij is dan afkomstig uit Tilburg. Als beroep staat aanvankelijk “koopman in manufacturen”, welke op een later tijdstip is doorgehaald en vervangen door “industrieel”. Op de bovenstaande foto F47156 vermeldt RAN dat het gebouwd is rond 1895, wat betekent dat de Vreeze niet de eerste gebruiker is. In ieder geval noemt hij zich bij de geboorte van zijn dochter Anna Agatha Maria (12- 4-1917 Nijmegen) nog “koopman” van beroep. (Open archieven). Bij de geboorte van dochter Theodora Christina Maria (27-1-1920, Nijmegen) is het “Textielfabrikant” (Open archieven).
Op 14-10-1930 werd de N.V. de Vreeze’s Industrie en Handelsonderneming, met een maatschappelijk kapitaal van f200.000 “ter voortzetting van de tot nu door den heer Th. De Vreeze gevoerde soortgelijke onderneming.” (PGNC 16/10/1930).
De Vreeze zelf woont volgens de Adresboeken tot en met 1922 op de St. Annastraat 18. En daarna volgens de Adresboeken van 1932 en 1936 op St. Jorisstraat 36. Wanneer hij is verhuisd is nog niet bekend. De Vreeze zal op 10-6-1941 in Nijmegen overlijden. (Open archieven)
Bij de opening van het Sint Petrus-Canisiushuis
“Officiële opening van het Sint Petrus-Canisiushuis
Denzelfden dag werd in de Parochie St. Petrus Canisius een modern jeugdhuis geopend door den Zeereerw. Peter Wils s.J., pastoor der Petrus Canisiuskerk. Dit jeugdhuis, een der grootste van de stad met een feestzaal voor zes à zevenhonderd toeschouwers dankt voornamelijk zijn ontstaan aan het energieke werk van den Zeereerw. pater Schröder, Rector van de St. Josephkerk te Nijmegen.
Groot was de belangstelling bij de plechtige inwijding van dit prachtige gebouw- vooral uit den kring van eigen parochie welk tienduizend zielen telt.
De groote zaal waarvan wij hierbij een reproductie geven, was feestelijk versierd, geheel en al gevuld met vertegenwoordigers van de verschillende geestelijke en sociale en jeugdorganisaties der parochie St. Petrus Canisius.
De plechtige inwijding werd ingeleid door den zuiveren zang van het Loflied van Jaminee door het Jongedameskoor onder bezielende leiding van mej. Lenie Willems.
Dan zegende Pater Wils de kruisbeelden der verschillende parochieele afdeelingen welke in het nieuwe huis haar zetel kregen- alle leiders en leidsters droegen persoonlijk het kruisbeeld aan.
ZN36103 – b Burghardt van den Bergstraat 112 114 Ber van Haren 1980 1982.jpeg
Voorafgegaan door de geestelijkheid der parochie en het Kerkbestuur zegende pastoor Wils vervolgens de hoofdzaal en de verschillende vergaderlokalen van het parochiehuis, dat naast jeugdhuis ook wil zijn een algemeen tehuis voor alle geestelijke en sociale organisaties der parochie en daarbuiten die zich in het St. Petrus Canisiushuis thuis zullen voelen.
Vervolgens maakte Pater Wils alle aanwezigen deelgenoot van zijn vreugde over het totstandkomen van dit parochieel huis waarvoor velen geijverd hebben maar in ’t bijzonder Rectore Schröder, rector van de St. Josephkerk op het Keizer Karelplein. De uitgebreide jeugdbeweging der St. Petrus Canisiusparochie had eigenlijk geen vereenigingstehuis, al waren er ook velen ondergebracht in de K.G.V. Er is evenwel niet gerust tot er een apart parochiehuis was. En ook de makelaar de heer Joh. Lamers, die aandacht vestigde op dit gebouw en bij den koop bemiddelde, heeft een ruim aandeel in dit werk. Dan huldigde spr. de architect Ockhysen, de aannemersfirma P. van Horssen. Het architectonisch plan was zoo goed en zoo volmaakt, dat het onmiddellijk ook door den Bisschoppelijken Raad werd goedgekeurd. Dit pleit voor het goede werk.
Spr. huldigde ook het kerkbestuur voor zijn dapper doorzetten en financiering van het bouwplan, dat meer offers eischte naarmate het vorderde in voltooiing. Spr. dankte den heer Th. Tesser die de administratie van het gebouw op zich had willen nemen en dankte allen die reeds gaven schonken voor het interieur van het huis. Spr. hoopt dat dit nieuwe huis in hart der parochie door honderden, ja duizenden bezocht zou worden- dat het ‘t centrum zou worden van het parochieele leven tot Ad majorem dei Gloriam.
De zeereerw. heer Schröder rector, verklaarde dat hij steeds als een gewetensplicht beschouwd had, om mede te werken aan de totstandkoming van dit huis. Er kan in onzen tijd niet genoeg gedaan worden voor de opvoeding der jeugd, waarin onze toekomst ligt. Spr. wees in dit verband naar het buitenland, waar de leiding zich speciaal toelegt op het vormen der jeugd.
De financieele zorgen zijn met de opening van dit gebouw nog niet weggenomen. Spr. riep dan ook den steun in voor het beheer van dit gebouw dat moge strekken tot heil van de katholiek Nijmeegsche jeugd.
De heer H.H. de Haan dankte den zeereerw. Pastoor Wils S.J. voor diens energiek initiatief. Het Kerkbestuur had gaarne volle medewerking verleend voor het goede doel en was vol bewondering voor het werk: hier van een fabrieksgebouw een modern ingericht parochiehuis te maken. Spr. loofde den architect die uitmuntend werk gewrocht had en prees ook de uitvoerders. De financieele zorgen zijn evenwel niet weggenomen me de openstelling van dit huis- spr. bleef dan ook namens het Kerkbestuur op veler medewerking rekenen, vooral in het belang van de katholieke jeugd der St. Petrus Canisius-parochie.
De zeereerw. heer G. van Riel voerde het woord als voorzitter der plaatselijke katholieke jeugdcommissie voor het mannelijk jeugdwerk. Spr. verheugde zich over den aanwinst voor het katholieke jeugdwerk door de openstelling van dit gebouw.
Het jeugdwerk valt niet licht- er zijn veel moeilijkheden te overwinnen- ook van financiëelen aard. Wij hebben de katholieke scholen in Nijmegen hoog opgevoerd- voor het schoolkind wordt veel gedaan. Nu is in de laatste jaren de belangstelling sterk groeiende voor het jonge volk dat in de puberteitsjaren verkeert.
Er hangt veel af hoe de jeugd is in deze moeilijke jaren. De jeugdleiding kan hier veel nuttig werk doen tot behoud der jongeren; en iedere hulp hier is welkom, zoo ook dit nieuwe jeugdhuis.
De zeereerw. heer Dr. J. de Gruyter sprak als voorzitter van het vrouwelijk jeugdwerk en prees zich gelukkig de opening van dit huis te mogen bijwonen en hoopte dat God den man zou zegenen die dit huis: het Petrus Canisius-parochiehuis, hier had helpen stichten- vooral ook in het belang der katholieke vrouwelijke jeugd.
De heer Th. Tesser releveerde de diepe beteekenis van dezen feestdag voor de Petrus Canisiusparochie en noemde dezen dag vooral een feest voor pastoor Wils, de stichter van dit gebouw aan wien diens portret werd aangeboden.
Dan volgde er een algemeen dankwoord.
Nog klonk de zang van het Jongedamseskoor en het Jongenskoor onder den heer Bennekom. En dan stroomden honderden het huis binnen- hun huis van sociale katholieke saamhorigheid.” (De Gelderlander 21/6/1937)
Vervolg
In 1981 werd het Parochuis verbouwd tot wijkcentrum
Wijkcentrum Burghardt van den Berghstrraat 112 en 114 augustus 2023 (Google Streetview)
OVER Bottendaal Deze Pagina verzamelt artikelen die reeds over Bottendaal zijn gepubliceerd. Lunet Bottendaal: afvalplaats voor botten? Bottendaal is vernoemd…
Flatgebouwen aan de Darrenhof, Hatertse Hei, 1965 (Nico Grijpink via F27649 RAN CCBYSA)
De Hofjesbuurt is in de jaren 50 gebouwd in de stijl van de Bossche School. Architecten waren Deur en Pouderoyen. In 2019 vond een grote renovatie plaats.
Tuinstad Hatertse Hei
In de jaren 50 gaf het toenmalige Kolping opdracht tot de bouw van 192 etagewoningen en 87 eengezinswoningen. Deze woningen maken deel uit van het “Complex Hatertse Hei”, waarbij “De stedebouwkundige dienst heeft een conceptie gemaakt, waarbij gedacht wordt aan een tuinstad, waarin nieuwe woningcomplexen komen met in hoofdzaak ten behoeve van de kleine middenstand en van die middenstanders, die een practische, niet luxeueze bewoning verlangen.” Het plan is om 653 woningen te bouwen.
De Gebr. Dekkers zullen 179 woningen, waaronder de sterflat, naar ontwerp van architect van der Kloot, bouwen.
224 woningen zullen door Woningvereniging Eigen Haard. Van deze woningen zijn in 1955 inmiddels 113 gebouwd en 111 zullen volgen. Het laatste complex zal dan bestaan ui4 72 flat- en 39 eengezinswoningen.
Door de R.K. Woningvereniging “Kolping”: werd opdracht verleend aan het N.V. Berntsen& Braam’s Aannemersbedrijf voor het bouwen van een complex van 279 woningen, op een terrein aan de Hatertse Heide, begrensd door de Oude Molenweg-Mollenhutseweg-St. Jacobslaan en Heiweg.
Het plan voor deze woningen werd ontworpen door de architecten Ir. J.C. Deur en Ir. C. Pouderoyen en medewerkend architect Ir. R. Finken.
Het gehele ontwerp omvat 192 étagewoningen, onderverdeeld in:
18 woningen voor 3 personen
156 woningen voor 4 personen
18 woningen voor 5 personen.
Benevens 87 eengezinswoningen, onderverdeeld in:
12 woningen voor 5 personen
62 woningen voor 6 personen
2 woningen voor 8 personen
11 woningen voor 9 personen
De verschillende bouwblokken zullen onderling zijn verbonden door garage-laagbouw en poortdoorgangen.
De bouwkosten van de woningen belopen een bedrag van f3.223.230,-.
De gunning van de bouw van de garages is nog in beraad.” (De Gelderlander 28/5/1955)
Een mooie foto van de Imkerstraat uit 1972 is te zien op F18179 RAN.
Architecten Deur en Pouderoyen
Lees hier het artikel over de architecten Deur en Pouderoyen:
In 2019 is er groot onderhoud aan de 87 laagbouw- en 192 hoogbouwwoningen uitgevoerd. De aannemer was Talen Vastgoedonderhoud.
De architect was 19 Het Atelier Architecten. ““Het was een design & build-opdracht waarbij we de woningen op hoog niveau, naar energieklasse A+, zijn gerenoveerd”, zegt Rob Moritz van 19 Het Atelier. “Daarnaast was het van belang dat de oorspronkelijke architectuur behouden bleef.” “ Daarbij was een van de wensen een groter balkon. ““Eén van de belangrijkste was een groter balkon. De oplossing vonden we door eigentijdse verbeteringen door te voeren die aansluiten bij de originele architectuur en toch voor een fris en samenhangend beeld zorgen. Zoals de balustrades die speciaal voor dit project ontworpen zijn om de wijk een onderscheidend karakter te geven.””
Er was dus veel aandacht om de sterke punten van het Bossche School ontwerp naar voren te halen, zoals de kozijnen. Ook de kleuren grijsblauw, grijsgroen en grijsrood, typerend voor deze stijl, komen terug.
Vergroting balkon en energiezuinig
Daarbij kregen de flatwoningen een dubbel zo groot balkon. De balkons waren afkomstig van Renovum: ““Balkonbouw is speciaal voor de renovatie- en transformatiemarkt ontwikkeld. Het is een product waarmee met minimale bouwkundige aanpassingen bestaande balkons kunnen worden vergroot”, zegt directeur Peter Niemer van Renovum. “De kleine loggia’s transformeerden we tot echte balkons waar de bewoners ruim kunnen zitten. In totaal hebben we 168 woningen van nieuwe buitenruimte voorzien.”” (https://galleo.co/nl/zoeken/projecten/renovatie-hofjesbuurt/boque)
Ook werden de woningen energiezuiniger gemaakt: waaronder driedubbel glas. En ook het aanbrengen van zonneboilers en zonnepanelen. Daardoor gingen de woningen van energielabel C of D naar A.
Daarnaast kregen ze onder andere nieuwe keukens, toiletten en een badkamer met meer ruimte. Bovendien werden de entrees vernieuwd van de etagewoningen.