Architect Ibes

Melkinrichting en Stoomzuivelfabriek “Neerlandia”

1924, Stockumstraat 1

“Melkinrichting en Stoomzuivelfabriek “Neerlandia”.

De Melkinrichting en Stoomzuivelfabriek ”Neerlandia” van den heer H. de Grood, welke gedurende vele jaren gevestigd is in de perceelen Stockumstraat 17-19 is overgebracht naar het grootendeels nieuw opgetrokken pand in die straat hoek Ridderstraat. Het bedrijf heeft daardoor eene belangrijke uitbreiding en moderniseering, dat is dus verbetering, ondergaan. Er is een flinke stoomzuivelfabriek ontstaan, die er wat ruimte, licht en lucht betreft in alle opzichten mag wezen en beantwoordt aan de eischen van hygiëne, welke heden ten dage aan een dergelijke zaak terecht worden gesteld.

Behalve de machines voor het behandelen van de z.g. losse melk vindt men in deze fabriek eene inrichting voor laag-pasteurisatie volgens de Germamethode, waarbij de gepasteuriseerde melk in stalen flesschen wordt afgeleverd. Dit systeem heeft verschillende voordeelen boven de oude wijze van pasteurisatie. Het vullen van de metalen flesschen geschiedt automatisch en de afsluiting met een cartonnen dekseltje is hygiënischer dan de gewone flesch-sluiting.

“Neerlandia” is de tweede inrichting van ons land, die de Germa-pasteurisatie in toepassing brengt. In Duitschland heeft zij reeds sinds een aantal jaren burgerrecht verkregen.

Vermelding verdienen voorts het apparaat voor het schoonmaken van de metalen flesschen, werkende met borstels en waterspoeling, een machine voor het koken van karnemelkesche pap, de ammoniak-koelmachine, de machine voor vervaardiging van staafjes-ijs en roomijs en de koelcel met ruimte voor een paar duizend pond boter.

Naast “een kantoortje dat den patroon in staat stelt het bedrijf te overzien, is een laboratorium aangebracht voor melkonderzoek.

In de kelder is de karn- en boterkneedmachine, eveneens naar het nieuwste systeem, waarbij de boter, na aan de melk onttrokken te zijn, machinaal wordt gekneed en geheel wordt gereed gemaakt voor het gebruik.

Aan de fabriek grenst een garage met plaats voor twee auto’s en enkele kleine wagens. Daarachter bevindt zich een open plaats, waarop de melkproducten in de wagens ter bezorging aan de cliëntèle worden gebracht (de aanvoer door de boeren geschiedt in de Stockumstraat_. Hier is voorts het afzonderlijk gelegen ketelhuis.

Annex aan de fabriek is de melk- en boterhandel, een keurige, frissche winkel, die evenals het geheele pand een uitstekende indruk maakt.

Fabriek en winkel zijn naar het ontwerp van den heer W. Ibes, architect alhier, gebouwd door den heer Th. Thunnissen, aannemer, alhier. Beiden komt lof toe voor de wijze, waarop zij zich van hun taak hebben gekweten.” (PGNC 16/12/1924)

Verbouwing meubelzaak Drukker

1925, Lange Burchtstraat

“De uitbreiding der Magazijnen der Firma Maurits Drukker.

De Firma Maurits Drukker, welker bekend Magazijn voor Meubileering aan de Lange Burchtstraat een sieraad voor de stad is, zoowel door de prachtige etalages, die den voorbijganger boeien, als door de vorstelijke inwendige inrichting, welke eene bezienswaardigheid van de stad, werd in het vorige jaar eigenaar van het pand L. Burchtstraat 30, vroeger behoorende aan de Firma Günther, hetwelk zij tot uitbreiding harer zaken deed herinrichten. Dit kwam heden gereed.

Zij vertrouwde dit werk toe aan den heer Th. Thunnissen, aannemer alhier, die zich voor het architectonische gedeelte deed bijstaan door den heer W. Ibes, Architect alhier, een man met een vindingrijken geest een een gekuischten smaak, wat de gemeenschappelijke arbeid, die thans gereed gekomen is, duidelijk aantoont. Hij paste zich volkomen aan bij de plannen van den energieken bouwkundige.

Door een gelukkige combinatie kon met het nieuwe pand -dat achter om het winkelhuis, hetwelk de beide gebouwen scheidt, aan het bestaande magazijn grenst- een verbinding tot stand gebracht worden, die oud en nieuw als het ware tot één geheel vereenigde. Van uit de bestaande Hall voert n.l. een breede corridor, langs een keurig op den tuin uitziend nieuw privé-kantoor, naar de enorme gelijkvloersche etalage-zaal, die met een groot venster aan de Burchtstraat uikomt en bij een breedte van 5½ M. een diepte van 22M. heeft.

Daar het nieuwe gedeelte in hoofdzaak bestemd is voor de afdeeling Tapijten en het Oostersche genre daarbij een groote rol speelt, heeft de architect zich bij zijn ontwerp geïnspireerd door Oostersche motieven, die ook bij de versiering zijn toegepast, zoodat een geheel werd verkregen, dat een zeer aparten indruk maakt. Van uit de benedenzaal voert een gemakkelijke trap naar de eerste etage, waar men een zaal van dezelfde afmeting heeft; beide ontvangen door groote in lood gevatte zijramen volop daglicht over de geheele diepte, waardoor de geëtaleerde tapijten en meubelen op zijn voordeeligst uitkomen. Tevens is op de eerste étage nog een vierkante zijzaal aangebracht, een juweel van architectuur, met bovenlicht en een galerij rondom, die bestemd is als showroom voor de tapijten. Daar kan de cliëntèle, gezeten op een divan of in een gemakkelijken Turkschen zetel, rustig haar keuze doen. Des avonds kan hier met schijnwerpers een zee van licht over het geëtaleerde stroomen.

De tweede verdieping, waarheen een zijtrap voert van uit de groote bovenzaal, is verdeeld in een achttal vertrekken, die in verschillende stijlen zullen worden gemeubileerd.

De afwerking van de verschillende zalen is volkomen in overeenstemming met de architectuur. De heer Drukker heeft zich daarvoor de medewerking verzekerd van een artist, den kunstschilder Jockel Fischer uit Düsseldorf, die jaren in het oosten heeft doorgebracht en zich een meester in het decoratievak toonde.

In de eerste plaats valt de door hem aangegeven gelukkige kleurencombinatie op, die in zachte tinten is gehouden. De benedenvakken der zijwanden zijn iets donkerder en maken den indruk van behangen te zijn met Oostersche stoffen, terwijl het inderdaad schilderwerk is Daarboven bracht de vaardige schilder op den zacht-crêmen wand tal van voorstellingen aan- landschappen en figuur- uit ’t Oostersche leven, kleurig en toch niet overladen. Iedere voorstelling is een genrestukje op zich zelf en vele daarvan gaven een aardigen kijk op de in die streken algemeen beoefende kunst van tapijt-knoopen. En, als een hulde aan de eveneens beroemde Nederlandsche tapijtindustrie, zijn tegen deze achterwand van het trappenhuis een paar zeer gelukkige voorstellingen daarvan aangebracht. Dit schilderwerk op zich zelf is reeds een bezoek waard.

Er valt echter nog zeer veel te bewonderen, te veel bijna om alles te kunnen opsommen. In de in lood gevatte vensters, die hier en daar de wanden breken, ziet men voorstellingen van de bekende oude gebouwen van onze stad, die een locaal tintje brengen in deze Oostersche omgeving. Dan vallen op de hier en daar gelukkig aangebrachte bekleeding met licht marmer gevat in zwart; de sierlijke geslagen koperen bedekkingen der staande verwarmingsbuizen, die telkens met een discreet achter matglas verborgen electrische lamp zijn bekroond; de prachtige deels hangende, deels tegen plafond of wanden bevestigde electrische ornamenten van zeer origineelen vorm; het hier en daar aangebrachte boetseerwerkl; de kostbare parketvloeren; het zachtgekleurde glas-in-lood… in één woord, hier is zóóveel bijeen om de aandacht van den bezoeker te boeien en toch ook weer niet te vermoeien, dat men niet uitgekeken raakt.

En als men dan bedenkt, dat hier overal schatten van Perzische, Oostersche en Europeesche tapijten in hun rijkdom en verscheidenhei van kleur zijn geëtaleerd; dat hier een keur-collectie van antieke en moderne meubels en ornamenten van schoonen vorm in zeer groote verscheidenheid bijeen werd gebracht, zonder dat mens zelfs één oogenblik aan overlading moet denken, dan gelooven wij wel dat we moeten zeggen, dat de firma Drukker hier iets gesticht heeft, dat in een groote wereldstad niet misplaatst zou zijn en stellig de algemeene aandacht zal trekken. Voor de opening, die heden plaats heeft, zijn op ruime schaal uitnoodigingen verzonden. Wij zij er zeker van, dat zij, die daaraan gevolg geven, zich een aangenaam uurtje zullen verschaffen en na hun bezoek met ons de overtuiging zullen deelen, dat men waarlijk niet meer elders behoeft te trekken, als men den wensch koesters de inrichting zijner woning aan de hoogste eischen te laten voldoen.

Aan dit werk veleenden hunne medewerking: Uitvoerde de heer Th. Thunnissen, aannemer; architectonisch gedeelte W. Ibes, architect; decoratief schilderwerk Jockel Fischer, kunstschilder te Düsseldorf; centrale verwarming N.V. L.A. Moll’s A.T.I.M.; electrische installatie N.V. Inst. En Ing.-Bureau v.h. Van Schreeven en Co.; glas in lood Eduard van Bilderbeek; kunstsmeedwerk H. Meyers-Ruyter; boetseerwerk E.L. Everaerts; sanitair- en loodgieterswerk fa. Jean Jacobs en Zn.; stucadoorswerk fa. V. Otten en Zoon; schilderwerk fa. G.J. Reijers en Zoon; steenhouwwerk en marmeren binnenwerken Gebr. Erkens; parketvloeren fa. Bruynzeel en Zoon, Rotterdam. Allen hebben tot een prachtig geheel samengewerkt.“ (PGNC 10/1/1925)

In 1931 breidt Drukker verder uit: hij koopt Lange Burchtstraat nummer 28 aan, welke na een verbouwing bij zijn winkel zal worden getrokken. Hij zal dan een gevel van 28 meter breed krijgen (PGNC 3/12/1931).

Woonhuizen A.G. Smits

Celebesstraat 5 en 7

Op 18 oktober 1933 Besluit de Gemeenteraad om ongeveer 700 c.A. grond aan de de Celebesstraat te verkopen aan A.G. Smits. Kadastraal Hatert, Sectie C, nos. 196, 197, 198 en 199 tegen f9 per c.A. Voorwaarde is dat de twee heerenhuizen met garage vóór 1 juli 1934 gereed zijn.

Zie ook het artikel op Noviomagus.

Woonhuis “Germina”

1936 Bredestraat 100 Hees, Gemeentelijk Monument