Pluijm en Gielen, architecten

Architecten

Pluijmen en Gielen

Pluijmen en Gielen waren aannemers en architecten

Kronenburgersingel 223 en 225

1897, oorspronkelijk Kronenburgersingel 23 en 25

Kronenburgersingel 223-225 architect Gielen

Kronenburgsingel 223 en 225, rijksmonumenten. Uit 1897, architect Gielen. Een van de opvallende elementen is het tableau “JHM”, mogelijk afkomstig van de oudste broer Meulenberg.

Hoek Kronenburgersingel Stieltjesstraat

Kronenburgersingel, huidig: 227 229 231 en Stieltjesstraat 30 (waarschijnlijk in de loop der tijd hernummerd)

Kronenburgersingel 227, 229 en 231, September 2022 (Google Streetview) Pluijm en Gielen
Kronenburgersingel 227, 229 en 231, September 2022 (Google Streetview)

“Den 16. Dezer heeft de onderhandsche aanbesteding plaats gehad van vier heerenhuizen alhier aan den Kronenburgersingel en Stieltjesstraat, door de architecten v.d. Pluijm en Gielen, voor rekening van den heer J.E. Meulenberg.

Het werk is gegund aan den heer J.s Grandjean, aannemer alhier, voor de som van f40800.” (PGNC 21/2/1899). Meulenberg had in 1897 de (huidige) nummers 223 en 225 laten bouwen, waarschijnlijk eveneens door v.d. Pluijm en Gielen (hoewel vaak ook architect Semmelink als architect wordt vermeld; de bouwtekening daarvan is nog niet ingezien).

Ontwerp voor vier Heerenhuizen aan de Kronenburgersingel en Stieltjesstraat te Nijmegen, De Architecten v.d. Pluijm en Gielen, Datum tekening Dec 1898 (D12.377831)
De kant van de Kronenburgersingel: Ontwerp voor vier Heerenhuizen aan de Kronenburgersingel en Stieltjesstraat te Nijmegen, De Architecten v.d. Pluijm en Gielen, Datum tekening, Dec 1898 (D12.377831)
De kant van de Stieltjesstraat: Ontwerp voor vier Heerenhuizen aan de Kronenburgersingel en Stieltjesstraat te Nijmegen, De Architecten v.d. Pluijm en Gielen, Datum tekening Dec 1898 (D12.377831)
De kant van de Stieltjesstraat: Ontwerp voor vier Heerenhuizen aan de Kronenburgersingel en Stieltjesstraat te Nijmegen, De Architecten v.d. Pluijm en Gielen, Datum tekening Dec 1898 (D12.377831)

Klooster van de Zusters Franciscanessen van de Heilige Familie

Van Oldenbarneveltstraat 2, 4, 6, 1901

Klooster van de Zusters Franciscanessen van de Heilige Familie, 1935 (RAN F29024)

Klooster van de Zusters Franciscanessen van de Heilige Familie gebouwd in de jaren 1900-1901; ontworpen door M. van der Pluijm en J. Gielen in een eenvoudige neogotische stijl. De orde werd opgericht ten behoeve van de verpleging van zieken behoeftigen en de zusters werkten o.a. in het Oud Burgeren Gasthuis; de foto is genomen in de richting van het station

Het gesticht der Eerw. Pleegzusters Franciscanessen aan den Bottendaal

Overeenkomstig onze belofte, bieden wij onzen lezers in dit nummer een afbeelding aan van dit fraaie gebouw, dat 11. Dinsdag plechtig is ingewijd.

Een blik op den voorgevel, door onze plaat weergegeven, bewijst onmiddellijk dat de bouwmeesters, de heeren Van der Pluymen en Gielen, zoo zij al niet in streng gothischen stijl hebben willen bouwen, zich toch op dien stijl hebben geïnspireerd.

Overeenkomstig de bestemming van het huis, dat tot woning moet dienen voor de Eerw. Pleegzusters, maakte een ernstigen en toch vriendelijken indruk. De hooge portiek van den ingang, waarboven als opschrift in gulden letters de evangeliewoorden gebijteld zijn: ‘Ik was ziek en gij hebt mij bezocht,’ geeft aan het huis, dat zonder opzettelijke versiering toch zeer sierlijk van bouw is, het monumentale karakter van een godsdienstig gesticht. Die portiek vormt een voortuitspringenden uitbouw, hoogopstrevend in het midden van den voorgevel tot een trapsgewijs toelopenden top, met het kruis bekroond. Dat trapgeveltje in het midden, aan weerszijden geflankeerd door vier zoldervensters, geeft aan den anders massieven bouw iets rijzigs en ranks, aangenaam aandoet.

In een nis hoog boven den ingang prijkt het beeld van de beschermheilige St. Franciscus.

Treden wij thans het gebouw binnen, dan komen wij door een breede gang in de vestibule of eigenlijk het trappenhuis, dat het middelpunt uitmaakt van het gebouw. Rondom dit trappenhuis, dat zijn licht ontvangt uit een groote lantaren van gekleurd glas en door een viertal boven het dak uitkomende ventilators steeds goed gelucht kan worden, zijn op verschillende verdiepingen de onderscheiden zalen en vertrekken gegroepeerd.

Door bijgaande plattegrond te raadplegen zal de lezer zich een goed denkbeeld kunnen maken van de inrichting van het gebouw, dat is berekend op het huisvesten van 60 zusters, waarvan er op het oogenblik een groote dertig aanwezig zijn.

Links van den ingang ligt de refter, een mooie ruime zaal van ongeveer 12 bij 8 meter; daarachter de keuken groot 8½ meter, van waar men weer toegang heeft tot bijkeuken, waschhuis en bergplaats, alsmede naar de binnenplaats, die ook door een open gang van de straat te bereiken is.

Rechts van den ingang liggen een paar spreekkamers en de ontvangkamer. Deze kamers voor de ontvangst van vreemde bestemd, zijn gelegen buiten het zoogenaamde ‘slot’of de afsluiting der eigenlijke kloosterruimten, die alleen door de eerw. zusters mogen betreden worden.

Een zijgang, ook buiten het slot geeft toegang tot een afzonderlijke trap, waarlangs men de kamers bereikt, bestemd tot logies van vreemde gasten.

Het ‘slot’ binnentredends, heeft men aan de rechterzijde de recreatiezaal, een ruim vertrek, dat op een plaats uitziet, en daarachter een werkkamer, van de eerste gescheiden door een gang, die later naar de kapel zal voeren. Die kapel, met aangrenzende sacristie, op onze afbeelding nog maar uitgestippeld, zal eerst later gebouwd worden.

Voor het oogenblik doet als kapel dienst een zaal op de eerste verdieping, gelegen boven den refter en even zoo groot als deze.

Een langwerpig vertrek, boven de gang gelegen, maar is bestemd om de woonkamer te worden van de eerw. Moeder Overste. Daaraan grenst, ook aan de voorzijde van het gebouw eerste de slaapkamer der Overste, een kleine en een groote logeerkamer.

Aan weerszijden van het trappenhuis heeft men op de eerste verdieping een slaapboven boven de keuken met acht slaapcellen en een boven de recreatiezaal met zes cellen.

Aan de achterzijde van het gebouw liggen op deze verdieping nog een slaapzaal met acht cellen, een afzonderlijke slaapkamer, een waschlokaal een een ziekekamer.

Gaan wij, na deze vertrekken bezichtigd te hebben, weer de trap op, dan bereiken wij de zolderverdieping, die, dank aan de hooge kap, bijna geheel tot vertrekken is kunnen ingericht worden.

Het vertrek boven de gang, om dit weer tot uitgangspunt te nemen, is hier een bergkamer. Links daarvan, boven de tegenwoordige kapel, is weer een groote slaapzaal, voorlopig in gebruik als zolder; recht heeft men de strijkkamer en de mangelkamer; dit alles aan de straatzijde.

Aan de achter- of tuinzijde heeft men de linnenkamer, aan weerszijden geflankeerd door rijen kasten. Nog bevinden zich op deze zolderverdieping twee slaapzalen, terwijl de overschietende ruimte als eigenlijke zolder dienst doet.

Stippen wij ten slotte nog aan, dat onder het gebouw een drietal ruime kelders gelegen zijn, dan zal de lezer met ons instemmen dat het aan alle eischen der bestemming voldoet.

Daar het dan den 19den Maart 1900 werd aanbesteed, is er zoo wat een jaar over gebouwd. Hebben de architecten alle eer van hun doelmatig en fraai ontwerp, den aannemer H. Seegers komt alle lof toe voor de onberispelijke oplevering en opzichter H.G. Burgers voor de waakzaamheid en de toewijding, waarmee hij zich hier van zijn taak heeft gekweten. Het metselwerk, de vloeren e verdere betimmering, vooral de prachtige breede trap is degelijk en mooi werk.

Het stukadoorwerk is aangenomen door den heer H.J. Ott; het schilderwerk door den heer I.H. Eenennaam; het lood- en zinkwerk en houtmastiek-dak door den heer A. Arts.

Mogen de eerw. Pleegzusters Franciscanessen, die zich zoodanig in de bekrompen woning aan de Jodenberg hebben moeten behelpen, tot in lengte van dagen gezond en genoeglijk gehuisvest blijven in den gastvrije nieuwe woning, haar door het milddadige Nijmegen gesticht.”(De Gelderlander 28/4/1901)

Huidig (Bron: Google Streetview)

Graafseweg 53 – 61

1902 Graafseweg 53, 55, 57, 61

Graafseweg 53, 57 en 59, augustus 2023 (Google Streetview)
Graafseweg 53, 57 en 59, augustus 2023 (Google Streetview)

Begin April besteedt J. Gielen van de Firma van der Pluijm & Gielen Stieltjesstraat “Het bouwen van kantoorlokalen, één Beneden- en twee Bovenhuizen, een Magazijn enz., op een terrein aan de Graafsche straat te Nijmegen aan. Aanvankelijk zou deze aanbesteding plaats vinden op 4 april, zij werd echter naar 9 april verzet (PGNC 30/3/1902 en De Gelderlander 2/4/1902).

Smeedijzeren hekwerk in de vorm van een pauw ter afsluiting van de doorgang (nu aan de achterzijde) tussen de woningen van Graafseweg 57 en 59. Het gehele blok, van huisnummer 55 tot 61, werd oorspronkelijk gebouwd in 1902 in opdracht van H.H. de Haan als kantoorpand met woningen + magazijn naar ontwerp van de architecten van de(r) Pluijm en Gielen. Het hek werd in 1923 gestolen en is niet meer teruggevonden, (Tineke de Jonge via F88665 RAN CCBYSA)
Smeedijzeren hekwerk in de vorm van een pauw ter afsluiting van de doorgang (nu aan de achterzijde) tussen de woningen van Graafseweg 57 en 59. Het gehele blok, van huisnummer 55 tot 61, werd oorspronkelijk gebouwd in 1902 in opdracht van H.H. de Haan als kantoorpand met woningen + magazijn naar ontwerp van de architecten van de(r) Pluijm en Gielen. Het hek werd in 1923 gestolen en is niet meer teruggevonden, (Tineke de Jonge via F88665 RAN CCBYSA)

MEEST RECENTE VERHALEN

Abonneren

Meld je aan voor een wekelijkse nieuwsbrief met de nieuwste blogberichten en exclusieve content. Verschijnt iedere dinsdag in je mailbox!