Oscar Leeuw, architect

The Circle Oude Heselaan huidig architect Oscar Leeuw

OVER

Oscar Leeuw, architect

Oscar Leeuw is een van de belangrijkste architecten binnen de architectuur van Nijmegen. Bekende werken van hem zijn onder de Jachtslot de Mookerheide, de synagoge, museum Kam en de Nijmeegse Bankvereeniging Van Engelenburg & Schippers.

“Dit smaakvolle geveltje doet den jongen architect weêr alle eer aan. Als hij zoo voortgaat, kunnen wij in onze stad nog veel moois van hem verwachten,” schreef het PGNC al in 1899.

Hoewel al de nodige gebouwen zijn opgenomen, is dit overzicht nog niet volledig. Van tijd tot tijd zullen andere werken van Leeuw in dit overzicht worden opgenomen. Dat betekent ook dat een aantal bekende werken nog niet zijn opgenomen, maar meer onbekende al wel.

Magazijn Smals

1898, Markt/Groote Markt/Grote Markt

“Het fraaie magazijn van den heer H.J.W. Smals op de Markt alhier heeft eene belangrijke verbouwing aan de buitenzijde ondergaan, welke verbouwing, waarvan onze stadgenoot de heer Oscar Leeuw de architect was, is geschied door den heer Gielen. Het geheel is constructief gedacht, sober en tevens rijk uitgevoerd en strekt den heer Leeuw tot groote eer. Het sierlijkste en eigenaardigste is wel, dat in de ijzeren balk, die boven het raam loopt, rijk geornamenteerde faiencetegels zijn aangebracht, terwijl de geglaceerde groenachtige steenen aan den ingang het oog aangenaam aandoen. IN de kleinere ruiten boven het groote glasraam zullen nog schilderingen worden gemaakt, die zeer zeker de elegantie van het geheel zullen verhoogen. Voor het mooie smeedwerk verdient de vervaardiger, de heer Wolf, Ziekenstraat, allen lof. Het magazijn is een groote architectonische aanwinst op de Markt.

En de heer Smals zorg, dat het intérieur eveneens smaakvol is. Hedenavond zal men een keurig salon zien met meubeltjes à la Louis XVI- de heer Smals legt zich voortaan ook speciaal op het meubelvak toe- dat, stralende in een zee van licht, ongetwijfeld veel effect zal maken.” (PGNC 20/11/1898)

Villa J.J. Scheltema

Elst

Op 15-7-1899 vindt de aanbesteding plaats van bouwen van een villa voor dr. J.J. Scheltema op 15-7-1899. A.H. Hoorneman had met f14.727 de laagste inschrijving. Op de dag van aanbesteding werd de aanbesteding nog niet gegund. (De Gelderlander, 18/7/1899). Het gebouw staat in het Bouwkundig Weekblad no. 41 afgebeeld (Arnhemsche courant 15-10-1901).

Magazijn Tilleman

1899, Grootestraat 1b (Tegenwoordig: Grote Straat 7)

1902, Grootestraat 3 (Tegenwoordig: Grote Straat 9)

Tilleman Grootestraat 1b (Nu Grotestraat 7)

Dit is een werk van Oscar Leeuw uit 1899. “Als hij zoo voortgaat, kunnen wij in onze stad nog veel moois van hem verwachten.” Het PGNC kon nog wel eens gelijk krijgen.

Het artikel van PGNC naar aanleiding van de opening:

“Er gaat bijna geen week voorbij of de opening van een nieuw of vernieuwd gebouw valt te vermelden. Nu weêr het sierlijke magazijn van tapijten enz. van den heer J.W. Tilleman, behanger en stoffeerder, boven aan de Grootestraat, het pand waarin vroeger de Nijmeegsche Bankvereeniging was gevestigd. Welk een aardig, sprekend kleurig geveltje! Het is gemaakt naar een ontwerp van den heer Oscar Leeuw alhier en voldoet bijzonder. Aannemer was de heer J.H. Beuming alhier.

De penanten, in geel verglaasden en rooden baksteen opgetrokken, dragen den ijzeren puibalk waarin op orgineele wijze met gesmeed ijzeren rosetten een houten vulstuk is bevestigd. De segmentvormige ontlastingtogen en kroonlijst in denzelfden geelen en rooden baksteen uitgevoerd, geven aan het geheel een luchtig aanzien Uit de houten standvink groeit al het ware een ossekop, in breede vormen gehouden, waarop de modern gesmede, ijzeren arm voor het helder geel geschilderde uithangbord steunt.

Het hout- en ijzerwerk is in sterk sprekende en toch niet bonte kleuren geschilderd- een waarlijk zeer harmonisch effect wordt daardoor verkregen.

Dit smaakvolle geveltje doet den jongen architect weêr alle eer aan. Als hij zoo voortgaat, kunnen wij in onze stad nog veel moois van hem verwachten.” (PGNC 16/4/1899) https://studiezaal.nijmegen.nl/detail.php?nav_id=0-1&index=20&imgid=574489560&id=546443345

Tilleman Grootestraat 3 (Nu Grotestraat 9)

In 1902 betrekt Tilleman tevens Grootestraat No. 3 (Tegenwoordig nummer 9, vroeger de ‘Moriaan’ geheten).

Een nieuw Meubelmagazijn.

Vele oudere Nijmegenaars, die zich de benedenstad nog in haar bloei herinneren, zullen met ons o.a. de Grootestraat in beteren doen hebben gekend dan tegenwoordig. Dat is alles schild van het verplaatsen van het verkeer. Het is daarom verblijdend verschijnsel, dat sinds eenige jaren van bovenaf eene verfraaiing van dezen verkeersweg van de Markt naar de Waalkade begonnen is, die, naar wij hopen, moge voortduren. Verschillende nieuwe gevels zijn daar reeds bijgekomen. En daarbij sluit nu weer het nieuwerwetsche meubelmagazijn van den heer J.W. Tillemans, gevestigd in ’t pand No. 3. Het uitwendige is in overeenstemming gehouden met het reeds bestaande tapijtcentrum No. 1b van denzelfden eigenaar, terwijl het inwendige, bestaande uit twee boven elkaar gelegen ruime winkels- beneden voor kleinere meubelen, boven voor slaapkamer-inrichtingen- geheel volgens de eischen van den tegenwoordigen tijd is.

De verbouwing werd uitgevoerd volgens de plannen van den architect Oscar Leeuw door den heer E.J.H. van der Waarden, aannemer alhier. Beiden hebben eer van hun werk.” (PGNC 6/7/1902)

Nieuw Meubelmagazijn

De heer J.W. Tilleman in de Grootestraat heeft aan zijn uitgebreide behangerszaak thans toegevoegd en magazijn van meubels, spiegels, beddegoed enz. Het aangrenzende huis is namelijk naar de plannen van den architect Oscar Leeuw, daartoe door den aannemer W.J.H. van der Waarden heel doelmatig en sierlijk vertimmerd. Wat de uitwendige lijnen betreft heeft de bouwmeester zich gehouden aan dei van den bestaanden winkel, die eveneens door hem was gebouwd, zoodat hier zooveel mogelijk een geheel werd verkregen. Zooveel mogelijk zeggen wij, omdat het verschil in verdiepinghoogte van het nieuw aangetrokken pand een volslagen aaneensluiting niet gedoogde.

Het nieuwe meubelmagazijn beslaat twee verdiepingen, waarvan de eerste bestemd is voor de salon- en huiskamermeubelen, de ander voor de slaapkamer-ameublementen. Van beide is de pei, naar den nieuwerwetschen trant, één en al glas, gevat in metselwerk van verglaasde steenen, hardsteen en ijzer, door het vernuft van de bouwmeester aardig en geestig versierd … stille kleurtjes; van geest spreken b.v in den hardsteen uitkapte uilen, met.. kleur en verguldsel opgehaald. De groote middelspiegelruit is naar binnen beweegbaar, wat heel doelmatig is voor het inladen van meubelen. Inwendig is het magazijn fraai beschilderd door den heer J.A. Aalbers.

Het voorhanden huisraad biedt een rijke keuze in de genres, die tegenwoordig het meest in de smaak vallen. Van avond bij de opening zal zich ieder daarvan kunnen overtuigen. In de vitrine prijkt een elegant salonstelletje Louis XVI in fijn Italiaansch notenhout, met gebrocheerd rood fluweel gestoffeerd. Ook in en meer modernen stijl zagen wij verschillende meubels voorhanden, terwijl nog uit heele boeken met modellen keus valt te doen, zoodat ieder kooper hier stellig zijn gading kan vinden.” De Gelderlander 6/7/1902

Meer over Grotestraat 9, zie Noviomagus

Melkerij Lent

Kelfkensbosch 18 (Kelfkensbos 18), 1899

Melkerij Lent

In 1899 opent Wildenbeest een stoomzuivelfabriek en melksalon. Vooral het laatste trekt veel aandacht. Dit gebouw is ontworpen door de architect Oscar Leeuw, waarbij zijn broer Henri Leeuw voor decoratieve elementen zorgde. Het gebouw viel op door zijn opmerkelijke architectuur en de vele en felle kleuren.

Lees Meer

Damesmodezaak Banens en Beermann

1900 Lange Burchtstraat 42 Centrum, verwoest september 1944

Rechts het pand van de Damesmodezaak van Banens en Beermann, daarachter de Schouwburg die gevestigd was aan de Oude Stadsgracht, waar tevens de hoofdingang was, datering 1905-1920 (GN16311 RAN)

Damesmodezaak van Banens en Beermann architect Leeuw

In september 1900 opende de Damesmodezaak van Banens en Beermann op de hoek van de Lange Burchtstraat en Oude Stadsgracht. De architect was Oscar Leeuw. In 1935 vestigt zich de manufacturenzaak van Duives in het pand. Het gebouw ging tijdens de bevrijding in 1944 in vlammen op.

Lee Meer

Villa Dennenheuvel

1900 Rijksstraatweg 46 Ubbergen, Rijksmonument

Villa ‘Dennenheuvel’ van architect Oscar Leeuw (28/07/1866 – 16/02/1944), met decoraties van broer Henri, vlak na de oplevering in 1900, gebouwd in opdracht van de Rotterdamse koopman Albert Suermondt, 1900 (F88071 RAN)

Villa Dennenheuvel architect Leeuw

1900 Rijksstraatweg 46 Ubbergen, Rijksmonument De Rotterdammer Suermondt liet in 1900 zijn villa bouwen aan de Rijksstraatweg in Ubbergen. Het architect daarvan was Oscar Leeuw, die samen met zijn Henri Leeuw een waar Gesamtkunstwerk heeft ontworpen. Van vakantieadres naar woning In 1900 kocht de Rotterdams koopman Albert Jacob Pieter Suermondt een stuk grond in Beek.…

Lees Meer

Meubelzaak/fabrikant W.J. Köster

1900, Molenstraat 124

Magazijn van W.J. Stemker Koster, 1910-1912
(RAN F19803)

“Bij een gouden jubilé behoort een feestelijk kleed. Dit geldt voor personen als voor zaken. Dezen stelregel heeft ook gehuldigd de heer W.J. Köster, de bekende Nijmeegsche meubelfabrikant, die dezer dagen het 50-jarig bestaan zijner zaak herdenkt en aan die zaak thans een hecht extérieur en een vorstelijk intérieur heeft gegeven in het geheel nieuw opgetrokken pand No. 124 in de Molenstraat. Maakt reeds het uitwendige, de hardsteenen pui, sierlijk en tevens degelijk bewerkt volgens de teekening van den architect, den heer Oscar Leeuw, wien men al vele fraaie geveltjes in onze winkelstraten te danken heeft, maakt die pui, waarin een kolossale spiegelruit een profusie van licht naar binnen doet stroomen, een zeer gunstigen indruk, dezen indruk wordt nog verhoogd, wanneer men door den ingang, waarvan de wand met in voor het oog aangenamen toon gehouden tegeltjes versierd is, het werkelijk grootsche magazijn binnentreedt, waar het eerst opvalt de in verschillende vakken verdeelde zoldering van papier stuc, getint in zachte harmonische kleuren. Dit magazijn dat eene hoogte van 4.20M. en een diepte van 18.75M. heeft, zal des avonds vooral, wanneer het gebaad is in eene zee van licht, dat glanzend weerkaatst op een schat van de kostbaarste meubelen, zeer zeker eene attractie vorman voor den wandelaar langs ’s heeren straten. In dit magazijn is echter bijlange niet de geheele meubelvoorraad opgenomen, op de bovenverdiepingen, welke alle van solieden bouw zijn- de heer W.H. Thunnissen, die den bouw volbracht, heeft alle eer van zijn werk, terwijl ook den heer Mühl voor zijn schilderwerk de meeste lof toekomt- vindt men meubelen te kust en te keur, eigen gefabriceerde, de renommée van den fabrikant schitterend hoog houdend, alsmede Fransche, Belgische en Engelsche in de sierlijkste vormen, benevens smaakvolle tapijten en alles wat tot het meubelvak in den uitgebreidsten in behoort. Gemakkelijke trappen voeren naar deze magazijnen, vanwaar men tevens een prachtig vergezicht heeft over de stad en de rivier. Ook de verschillende werkplaatsen, geheel afgescheiden van de magazijnen, zijn flink ingericht en geven een hoogen dunk van de degelijkheid dezer zaak, die Zaterdagavond geopend wordt. Der Molenstraat, die verjongde vijftigjarige in haar midden heeft opgenomen, zij geluk gewenscht met deze aanwinst en der jubilaris zelve wenschen wij een steeds voorspoedige ontwikkeling toe in het nieuwe kleed!” PGNC 13/4/1900)

Detail Bouw Winkelpand (01-08-1899) (D12.377781)
Detail Bouw Winkelpand (01-08-1899) (D12.377781)

Zie ook het artikel op Noviomagus, gevelschil24 en de Gelderlander

Boven de eerste verdieping is de geschilderde naam Stemker Köster nog steeds te zien. Momenteel (mei 2024) zit Förster Linnen & Lingerie in deze winkel.

Winkel J.A. van den Dungen

1900, Broerstraat 44 (verwoest in WO II)

“Het is een in de laatste jaren meer in zwang komende gewoonte om niet alleen aan de gevels van winkelhuizen een aantrekkelijk aanzien te geven, maar ook de winkels zelf in een meer verzorgd kleed te steken, dan vroeger het geval was. Zij die stokstijf vasthouden aan de oude leer “dat slechts eenvoud het kenmerk is van het ware”, zullen zich daarmêe misschien niet geheel en al kunnen vereenigen- doch anderen, onder wie wij ons gaarne scharen, zien met genoegen zulk eene combinatie van schoone lijnen en zachte kleuren, te meer nog als een zoo degelijk en conscientieus artist als de heer Oscar Leeuw het ontwerp daarvoor maakte en met nauwlettende zorg de uitvoering daarvan dirigeerde. Wat op deze wijze tot stand kan worden gebracht, toont ons de nieuwe winkel van den heer J.A. van den Dungen in de Broerstraat, bij oud en jong bekend, die heden avond wordt heropend.

Heeft het uiterlijk eene geheele metamorphose ondergaan, doordat een nieuwe gevel in plaats van den bestaanden trad- de onderbouw is van witten Franschen steen (St. Joire) opgetrokken, evenals de daarboven gelegen flauw vooruitspringende erker; het overige in baksteen met afdekking van hardsteen- den winkel zal ook niemand herkennen.

De geheele inwendige inrichting is modern opgevat, zonder dat de architect vervallen is in de grillige lijnen, die men tegenwoordig vaak als iets ultra-moderns te genieten krijgt. Winkelkasten, toonbank een verdere betimmering, alles volgens origeenele teekening gemaakt, harmonieeren zeldzaam gelukkig door hun sierlijken vorm, door het aanbrengen van spiegelglas en licht metalen ornamenten, en vooral ook door eene combinatie van het crême met de zachte kleuren, waaruit het goed sprekend ornament is samengesteld. Het plafond is in eenigzins krachtiger toon gehouden en rijk verguld. In het fries werd een ornament aangebracht van cacaoboonen, eene aardig gevonden toespeling op de bloeiende cacao-fabriek van den heer v.d. Dungen. De vloer is van zacht rose marmer- wat veel minder sterk afsteekt bij het vorige dan bv. wit zou hebben gedaan- en de lambriseering is eveneens van marmer met een leverachtige kleur.

Een paar vergulde gaskronen van schoonen vorm en een zeer origneele koperen etalage volmaken het geheel, dat een schitterend bewijs is van het kunnen van den heer Oscar Leeuw.

Aannemers van het werk waren de heeren W.H. Thunnissen en J. Buskens, die hun goede naam ophielden; het verfwerk werd zeer correct volgens de teekeningen van den architect uitgevoerd door de heeren W.A. Smals en Zonen, en de gaskronen benevens de etalage werden geleverd door de firma Becht en Dyserinck te Amsterdam.

De heer v.d. Dungen heeft een gelukkige gedachte gehad toen hij, eenmaal tot verbouwen besloten, iets artistieks heeft gewenscht; wij zeggen niet te veel als wij meenen dat hij daarin volkomen geslaagd is.

En al ligt het zwaartepunt van zijn bedrijf nu wel niet direct in zijn winkel doch in de bakkerij- waar al die heerlijkheden, waardoor hij terecht zoo’n goeden naam als pậtissier verwierf, vervaardigd worden- toch zal een zoo schoone omgeving hare goede uitwerking op koopsters en koopers niet missen.” (PGNC 21/11/1900)

Villa Margot

Rijksstraatweg 72: villa Margot, juli 2015 (Google Streetview) architect Oscar Leeuw

Villa Margot architect Leeuw

In 1900 kocht de gemeentesecretaris G.T. van Boldrik dit gebouw, welke vernoemd werd naar zijn vrouw: Villa Margot. Architect Oscar Leeuw verbouwde het pand in de stijl van de Nieuwe Kunst

Lees Meer

Boekhandel Malmberg

1901, Jorisstraat- Hoek Korte Burchtstraat

Op de hoek pand van Malmberg; Sint Jorisstraat, gezien vanuit het Kelfkensbos, 1915 (er is nog niet nagegaan of er tussen 1901 en 1915 een verbouwing heeft plaatsgevonden) (J.H. Schaefer via RAN F30378)

“Hedenavond opent de heer L.C.G. Malmberg in het pand St. Jorisstraat, hoek Derde Walstraat, zijn nieuwen Boek-, Kunst-, Papier- en Muziekhandel. De verplaatsing van de Korte Burchtstraat gaat gepaard met een aanmerkelijke uitbreiding, zoodat de zaak, waarin nu ook voor het eerst den muziekhandel is opgenomen, thans den boekhandel in den meest uitgebreiden zin omvat. Het nieuwe magazijn is ruim en flink gebouwd, en doet den architect, den heer Oscar Leeuw alle eer aan. Aan de étalage is zeer veel zorg besteed; behalve de keurige gravures zal o.a. een winterlandschap van Paul Bodifée ongetwijfeld zeer de aandrach trekken. (PGNC 16/5/1901)

Boekhandel Wildenbeest

1901, Broerstraat

“Hedenavond wordt in de Broerstraat een nieuwe boekhandel geopend in het perceel, waarin tot dusver een magazijn van den heer Canta gevestigd was.

Naar ontwerp van de heeren Oscar en Henri Leeuw is de bestaande winkel naar de nieuwe eischen keurig vertimmerd en gedecoreerd, en dank aan de lichte tinten, waarin behangsel, betimmering en meubilair gehouden zijn, alsmede aan een grooten spiegel tegen den achterwand is de ruimte veel lichter en vroolijker geworden. Een mooie koperen lichtkroon in de vitrine, geleverd door de firma Flament te Amsterdam, werkt mee om aan den winkel een levendig aanzien te geven.

De heer J.B.L Wildenbeest, die hier van avond zijn algemeenen boek- en papierhandel opent, legt zich blijkbaar op groote veelzijdigheid toe. Behalve een grooten voorraad pracht- en plaatwerken, briefkaarten, albums, enz. zagen wij een rijke sorteering kantoorbehoeften, luxe postpapier en dergelijke artikelen voor de schrijftafel. Ook van teeken- en schilderbenoodigdheden is hij ruim voorzien, terwijl verder een uitgebreide keuze van kerkboeken, devotiewerkjes, religieuze plaatjes enz. den meest eischenden kooper waarborgt, hier iets van zijn gading te zullen vinden.

De keurige uitstalling in het breede winkelraam, dat zich daartoe goed leent, zal stellig op dit drukke punt der stad van avond veel kijkers trekken.” (De Gelderlander 1/8/1901)

Lunchroom de Molenpoort

Molenstraat

Molenstraat 105 hoek Van Welederenstraat, maart 2024

Molenstraat 105 verbouwingen Oscar Leeuw

Architect Oscar Leeuw ontwierp 2 verbouwingen voor Molenstraat 105: voor bakker annex lunchroom Creyghton en in 1919 voor kledingmagazijn Bischoff.

Lees Meer

Tapijtzaak W.A. Smals & Zonen

1902, Broerstraat 63

De bekende tapijtzaak van de firma W.A. Smals & Zonen is verplaatst naar de Broerstraat 63, in het perceel, vroeger ingenomen door het schoenenmagazijn van Van Meurs, waar zij morgenavond geopend wordt.

Onder leiding van den architect Oscar Leeuw is dit pand door de aannemers, de heeren Pluijm en Gielen keurig in modernen stijl vertimmerd. De geheel glazen pui, die een kolossale vitrine vormt, wordt gedragen door twee zuilen, van onderen uit hardsteen, van boven uit roodgekleurden verglaasden steen bestaande.

De fraai gebeitelde hardsteen, waarvan de versieringen door verguldsel worden geleverd, werd geleverd door de de firm H.A. Euwens alhier. De gevel wordt verlevendigd door een bijzonder rank balkon, waarvan het fraaie smeewerk vervaardigd werd door de gebrs. H. en J. Uyen.

De hooge diepe winkel is versierd met een bijzonder mooi plafond in zachte tinten geschilderd,  en waarvan rijke moderen koperen gaskroen (geleverd door den heer J. Goette) afhangen.

De étalage-ruimte in de vitrine is van den winkel afgescheiden door een deftige draperie van beige laken, met rose borduursel in applicatie en een prachtige franje versierd. Bronzen beelden op gedrapeerde piedestals strekken tot lampadaires.

In overeenstemming met de voorname inrichting van dit nieuw magazijn is de rijke keuze van tapijten, karpetten, loopers, gordijnen, tafelkleeden enz. Zoo bewondereden wij er een Mohair-tapijt, dat f50 den vierk. meter kost. Doch ook meer bescheiden beurzen kunnen hier haar gading vinden. Bij de opening van het magazijn morgenavond zal ieder zich daarvan kunnen overtuigen.” (De Gelderlander 29/3/1902)

Magazijn Nooij

1902, hoek Groote Markt en Augustijnenstraat

“Morgenochtend om tien uur heeft de opening plaats van het groote nieuwe magazijn van manufacturen, linnen, bedden, dekens enz. op den hoek van Groote Markt en Augustijnenstraat. Onder leiding van den architect Oscar Leeuw is dit kolossale hoekhuis voor de firma Nooij te Amsterdam, die reeds in verschillende plaatsen des lands filialen heeft, vertimmerd tot een modern magazijn, dat zeker morgen bij de opening heel wat toeloop zal trekken. Voor nadere bijzonderheden verwijzen wij naar de advertentie in dit blad.” (De Gelderlander 12/4/1902)

Jachtslot de Mookerheide

1902 -1905 Heumensebaan 2 Molenhoek, samen met Henri Leeuw Jr.

Jachtslot de Mookerheide,1905 (F73784)

Jachtslot Mookerheide Oscar Leeuw

Oscar en Henri Leeuw ontwierpen het jachtslot De Mookerheide in opdracht van Jan J. Luden van Heumen, een rijke bankierszoon. Dit is art nouveau stijl gebouwde pand is een van de hoogtepunten van hun werk. Luden zelf heeft het gebouw nauwelijks gebruikt. Sins 1985 is Natuurmonumenten eigenaar van het landgoed, inclusief het gebouw. Afgelopen jaren…

Lees Meer

Verbouwing woonhuis

1919 Oranjesingel 2 Centrum Rijksmonument

In 1919 ontwierp Oscar Leeuw de grote verbouwing voor Oranjesingel 2, welke in 1915 door architect Van der Waarden was gebouwd in opdracht van J. Hartog. Achter de woning werd een sturk van 2 meter diep bijgebouwd. Er kwam rechts een eenlaagse entree. Aan de linkerkant ontwierp hij een overdekt terras.

In 1965 zou M.E. Veugelers een volgende verbouwing ontwerpen.

Het pand is een Rijksmonument.

Villa Zonneheuvel

Op de achtergrond, de splitsing met de Ravenberg met rechts vooraan villa 'Zonneheuvel' van architect Oscar Leeuw uit 1903. (Op de voorgrond voormalig Hotel Pension Café Restaurant 'De Oorsprong', met de tramrails van de stoomtram Nijmegen-Beek, en, aan de overzijde, het oude gemeentehuis), datering 1902-1904 (Trenkler & Co via F89505 RAN)
Op de achtergrond, de splitsing met de Ravenberg met rechts vooraan villa ‘Zonneheuvel’ van architect Oscar Leeuw uit 1903. (Op de voorgrond voormalig Hotel Pension Café Restaurant ‘De Oorsprong’, met de tramrails van de stoomtram Nijmegen-Beek, en, aan de overzijde, het oude gemeentehuis), datering 1902-1904 (Trenkler & Co via F89505 RAN)

Villa Zonneheuvel stamt uit 1903. Het is gebouwd in opdracht van notaris W.C.M. van Waijenburg.

De gemeente Ubbergen kocht het pand in 1967 aan om het vervolgens af te breken.

(Overige) Bronnen

Toelichting bij F89505 RAN

Noviomagus, met tevens een aantal mooie foto’s

Villapark Hees

1902

The Corner, Villa 1 van Villapark Hees, Tweede Oude Heselaan 522

Villapark onder Hees.

Wij hebben indertijd reeds gesproken van het villapark, dat onder leiding van den architect den heer Oscar Leeuw zal worden aangelegd tusschen den straatweg naar Hees, de oude Heesche laan en den nieuwen weg, van wege de Gemeente aan te leggen als verbinding van den Heeschen straatweg met de Krayenhofflaan.

Binnen eenige dagen nu zal de aanbesteding voor den aanleg der wegen in dat park plaats hebben. Voorloopig zal men zich bepalen tot een weg tegenover de Breede straat, alszoo ter plaatse waar thans nog een tuinmanswoning staat, die moet weggebroken worden. Die weg krijgt twee zijtakken rechts, uitkomende op de Oude Heessche laan een een links, uitkomende op den straks genoemden gemeenteweg.

Tevens zal er een aanvang gemaakt worden met den bouw van twee villa’s, gelegen aan den eersten van genoemde zijwegen. Onze begaafde stadgenoot, de heer Leeuw heeft daartoe hoogst artistieke ontwerpen gemaakt, die op het oogenblik zie zien zijn in het winkelraam van den heer Smals, op de Groote Markt.

Het zijn bijzonder sierlijke en vriendelijke buitenwoningen, die hij geteekend heeft; in het groen zullen zij een schilderachtig effect maken, en op den duur zal dit deel van Nijmegens omgeving door den aanleg van dit park stellig een groote verfraaiing ondergaan.

Naar wij vernemen, bestaat het plan de villa’s niet te huur, maar te koop aan te bieden. Daar de prijzen matig zullen zijn, zal menigeen, die gaarne buiten wil wonen, maar niet de hoogste prijzen kan besteden, hier een geschikte gelegenheid vinden om zich duurzaam op een lief plekje te vestigen.” (De Gelderlander 25/12/1902)

Op 28 januari 1903 vindt de aanbesting plaats van “Het aanleggen en met grint verharden van wegen en nader omschreven werken in het Villapark onder Hees.” (PGNC 25/1/1903). De laagste inschrijver daarbij was J. Schippers voor de som van f 2940,- (PGNC 29/1/1903), die dan waarschijnlijk de aanbesteding heeft verkregen.

https://testren292677012.wordpress.com/2023/07/05/the-corner/

The Corner

1903, Huidig adres: Tweede Oude Heselaan 522 Het huis dat tegenwoordig The Corner heet was 1 van de eerste 2 villa’s van het Villapark Hees. De architect was Oscar Leeuw. In dit artikel wordt nader ingegaan op dit villapark. Verkoop Villa Leeuwenstein Op 8 en 22 juli 1897 zal de villa “Leeuwenstein” onder Hees met…

Lees meer

Sigarenwinkel La Rosa Habanera

1903, Lange Hezelstraat no 4

Links de Ganzenheuvel. Rechts daarvan sigarenwinkel La Rosa Habanera, RAN dateert deze foto op 1900 (maar zal een benadering zijn), Noviomagus op 1906 (RAN D236)

La Rosa Habanera.

De eischen van den modernen tijd gaan, ook bij de inrichting van winkels en magazijnen, hoe langer hoe meer een woordje medespreken en meer licht, fraai uiterlijk en groote étalage zijn de wachtwoorden, waarmede de architect heeft rekening te houden. Op bijzondere gelukkige wijze lijkt ons dit geschied door den heer Oscar Leeuw bij het ontwerpen en uitvoeren van het nieuw gevestigde sigarenmagazijn van den heer W.P. Tielen, genaamd “La Rosa Habanera” en gevestigd aan de Lange Hezelstraat no. 4. Naar twee zijden pronkende met groote spiegelruiten met randen van teakhout en fraai, lichtkleurig schilderwerk, waarvan de heer Teeuwissen de vervaardiger is, biedt dit magazijn naar buiten een zeer modernen aanblik aan en doet den aannemer, den heer van Ginkel alhier, alle eer aan. En van binnen ziet deze nieuwe winkel er niet minder luxueus uit. De door de gebrs. Casparini uit Italië vervaardigde vloer is van mozaïek, terwijl groote kasten, evenals de toonbank, van notenhout met goud afgezet, de talrijke merken sigaren bergen, die de heer Tielen verkoopt en waaronder, naast de beste buitenlandsche als die van Bokyca uit Havana en Henry Clay, ook een merk voorhanden is, dat speciaal voor dit magazijn is vervaardigd, en eveneens den naam “La Rosa Habanera” draagt; de prijs bedraag 2½ cts. Daarnevens zijn tal van binnenlandsche fabrikaten van zeer gevarieerde kwaliteit te bekomen, waaronder vooralde merken de Nederlandsche Bank, La Patria en Escamillo, de aandacht vragen. Wij betwijfelen niet of bij de opening hedenavond van zijn chique magazijn, dat in zijn soort ongetwijfeld een der fraaiste der stad is, zal de heer Tielen- die ter ere daarvan aan iederen klant, die meer dan 25 cts. bij hem koopt, een sigarenknipper aanbiedt- zich in veler bezoek mogen verheugen en zullen velen een oogenblik hun schreden inhouden om hun oog te laten gaan over den aanblik, die de etalage met zijn uiteraard zoo kleurrijke opstelling en badend in een zee van licht, reeds van verre zal opleveren.” (PGNC 1/2/1903)

Zie voor meer informatie over dit pand Noviomagus

Sint Canisiushotel

1904, Broerstraat 36

Het Sint Canisiushotel annex restaurant en café dat op 28 september 1904 geopend werd. Het gebouw gebouwd op de fundamenten van het uit de middeleeuwen stammende geboortehuis van Petrus Canuisius was een spraakmakend ontwerp van Oscar Leeu; zijn broer Henri maakte de wandschilderingen in het gebouw. Door het bombardement van 22 februari 1944 ging dit prachtige pand verloren, 28/9/1904 (RAN GN11374)

Het St. Canisius-hotel.

Het is, gelijk wel te verwachten was na de zorgvuldige voorbereiding, een inrichting, die met de reeds bestaande etablissementen van hotelwezen den toets der vergelijking ten volle kan doorstaan, welke met het St. Canisius-hotel geopend wordt. Gelegen op een der drukste punten van de stad en zich verheffende tot een voor Nijmegen ongewone hoogte, is hier het oude historische woonhuis van Cansisius, wiens roem tot ver over de grenzen is verspreid, in een modern hotel-café-restaurant van den allereersten rang gemetamorfoseerd, dat door zijne keurige, stijlvolle inrichting en artistieke bewerking aller lof verdient. Niet allen voor logeergasten mag hierbij aan alle eischen voldaan gerekend worden, ook zij, die gezellig willen dineeren, zien zich hier op uitnemende wijze geholpen, terwijl niet minder het café tot een gezellig plaatsnemen noodt. Het ruime gebouw, waar met de plaatsruimte gewoekerd is, is van de nieuwste technische verbeteringen voorzien en wanneer het a.s. Woensdag 28 September zijne deuren voor het publiek opent, zal zeker ieder bezoeker zich over dezen nieuwe inrichting zeerste voldaan toonen.

Door de steenen portiek, met een ijzeren hek afgesloten, van de zijde der Broerstaat de nieuwe inrichting binnentredende, is rechts de toegang naar het smaakvol ingerichte café, dat met zijn imitatie-goudleeren behangsel, zijn lichtgekleurde plafond- en muurschildering en zijn geheel open buffet op den achtergrond, den deftigen indruk maakt van een ouderwetsche Weinstube, zooals men die alleen in Duitsland aantreft; het politeerd mahoniehouten ameublement met rustbanken langs de wanden en zeer gemakkelijke leunstoelen aan de leestafel, verhoogt dit cachet ten zeerste, terwijl de in glas gebrande wapens van de achtereenvolgende bewoners van dit huis en de zeer stijlvolle klok boven het buffet in het eigenaardige karakter van dit karakter geheel passen, dat ’s avonds, door een zee van electrisch licht overgoten, door de groote spiegelruiten van buiten een waarlijk eenigen indruk zal maken. Hetzij binnendoor, hetzij door de met het wapen van Canisius versierde hoofddeur van de portiek, welke verfraaid wordt door een muurtegel van ’t Hooft en Labouchère, komt me in de lange gang, die achterin aan de eene zijde toegang verleent tot de historische kamer, waarin de geleerde Canisius in 1524 het levenslicht aanschouwde en welke, met den hoogen schouw en de antiek geïmiteerde deuren, zooveel mogelijk in den stillen oud-Hollandschen stijl van die dagen is gelaten; aan de andere zijde komt men in een ruime biljartkamer, waar drie Poulettafels tot spelen nooden en die in blauwe en gele tinten geschilderd en voorzien van een eikenhouten lambrizeering, eene aangename omgeving vormt.

Langs het portiersvertrek voert een trap met artistiek uitgevoerde balustrades naar de eerste verdieping, waar de voorzijde geheel wordt ingenomen door een hooge, ruime eetzaal met eikenhouten meubileering, welke tevens restaurant is; een parketvloer, die geheel met de opvatting en de lichte meubileering van dit bij uitstek chique vertrek past, dekt den grond, de beschildering en bekleeding van plafond en muren verraden den zorgvollen blik van hen, die dit werk geleid hebben en in de verbetering wordt voorzien door de bekende electrische tafellampjes en door een zeer artistiek gevormde kroon in het midden der zaal. Aan de achterzijde zijn op deze verdieping de conservatie-zaal en de particuliere restauratie gelegen; de eerst, met een zeer modern tapijt getooid en keurig ingericht, bevat in de aangrenzende serre een schrijfappartement, dat aan alle eischen voldoet; de tweede, met een Japansch muurbekleedsel en eikenhouten lambrizeering versierd, laat ook hier niet na den besten indruk te maken, gelijk men die van een eerste etablissement eener groote stad nauwelijks zou kunnen wenschen. De gang, evanals door het geheele gebouw met echt tegelwerk afgezet, en hier voorzien van een artistiek uitgevoerde kapstok, voert naar de trappen, welke met gelijke stijlvolle versiering achtereenvolgens naar de drie verdiepingen leiden, die geheel door de logeerkamers der gasten en bijbehoorende badkamers worden ingenomen. Een vijf-en-twintigtal appartementen, natuurlijk met de volkomende comfort ingericht en van electrisch licht voorzien, in verschillende genres gemeubileerd, openen zich hier voor den bezoeker; deels met zeer moderne lichte behangels van zilverwit getooid, doet het ensemble met de fraaie meubileering een smaakvolle omgeving aanschouwen. Afwisselend treft men grootere en kleinere vertrekken aan, alle echter met eenzelfden zorg ingericht en sommige door schuifdeuren zelfs in elkander loopend, hetgeen voor families een groot gemak kan opleveren. Te hooger men stijgt, te schooner wordt het uitzicht, te schooner wordt het uitzicht, dat men aan de voorzijde over de stad geniet, die zich aan de voeten van den toeschouwer schijnt uit te strekken; aan de achterzijde heeft over de omgeving, die tot over de Waal en de Betuwe in, daar is gade te slaan. Voor de gasten is deze hoogte noch een gevaar noch een bezwaar, brandladders voeren van de ruime balkons der achterzijde naar den ruimen tuin en een lift, afkomstig uit beroemde fabriek van Stiegler in Milaan, maakt alle trappenloopen overbodig, terwijl het daarbij toegepaste electrische systeem het groote voordeel heeft, dat elk ongeluk geheel is buitengesloten.

Het sous-terrain is met niet minder zorg ingericht dan het geheele gebouw zelf. De ruime keuken met het reusachtig fornuis en bijbehoorende ruimte voor bewaring van visch en vleesch, die zeer practisch ingericht zijn, wijn- en bierkelders en ten slotte de installatie voor de centrale verwarming, die het geheele gebouw doorloopt, voor de electrische verlichting en voor de liftwerking toonen nog eenmaal temeer aan hoe niets is gespaard om een first rate instelling te verkrijgen, die door vreemdeling en stadgenoot gezien mag worden. Inderdaad, al is het onmogelijk al de kleine bijzonderheden te memooreren, waaruit dit nader zou blijken, erkend moet het worden, dat het St. Canisius-hotel een uitnemenden indruk maakt door de groote zorg en de artisticiteit, bij de inrichting aan den dag gelegd en door de groote kosten, die hier zijn uitgegeven om een zoodanig smaakvol luxe-paleisje te verkrijgen als thans geschied is. In de allereerste plaats is dit te danken aan het groote talent van den ijverigen architect, den heer Oscar Leeuw met zijn broeder, den heer Henri Leeuw, heeft deze niet alleen in zuiver bouwkundig opzicht de leiding van het geheele werk gehad, maar tevens over de inrichting en de voltooiing der vertrekken zijn artistiek oog laten gaan, waarbij zelfs de teekeningen voor meubels, ornamenten, lambrizeering en andere onderdeelen van hun beider hand zijn. Het verkregen resultaat is er dan ook een, dat aan hun werk voornamelijk te danken is en dat hun welbekenden naam alle eer aandoet.

Het spreekt natuurlijk vanzelf, dat bij dit groote werk vele krachten betrokken zijn geweest. De aannemers van het gebouw waren de heeren Seegers te Nijmegen; het schilder- en decoratiewerk in de verschillende zalen werd verricht door den heer Hoffman, het overige schilderwerk door den heer P. Jansen en de waterleiding, de closets voor de toiletten, waarvan er op elke verdieping een is, en de waschinrichting werden geleverd door den heer Verpoorten, allen alhier. Behang, gordijnen en vitrages, voor het meerendeel voorzien van Canisius’ wapen en zeer smaakvol aanpassende bij de omgeving, waren met beddegoed en loopers aan de firma Bahlmann opgedragen; het glas in lood en gebrandschilderde glas in lood, dat het gebouw op meerdere plaatsen versiert, is werk van de firma  Bouvy uit Dordrecht; de tegels zijn van de firma ’t Hooft en Labouchère uit Delft en de electrische koperen kronen en lampen, uitgevoerd naar ontworpen teekeningen, danken aan de firma Stokvis uit Arnhem haar ontstaan met de centrale verwarming. De betimmering van biljartkamer en van de buffetten was aan de heeren Seegers opgedragen; voor de mahoniehouten betimmering van het café en de eikenhouten betimmering van het restaurant was leverancier de firma van Houthem uit Hilversum en de meubels in café en restaurant leverde de firma Wed. Kraak uit Winschoten, terwijl voor het verdere meubilair de heer Nijnatten alhier en de firma Nijholt uit Almelo zorg droegen en de firma van Roggen alhier linoleums, matten biljartloopers bezorgde. De heer H.J.W. Smals leverde de fraaie spiegels, de heer Goette zorgde voor de sierlijke buffethekken en koperen parapluie-standaards, den heer A. Loomans werd de levering van het leer opgedragen en voor het hotel- en restauratie-linnen zorgde de firma Schütte, allen te Nijmegen. De tuinaanleg is werk van den bekenden bloemis G. Smith, het stucadoorswerk is van den heer Otten, de heer Keij leverde de parketvloeren en het houtcementen dak en het zinkwerk zijn van den heer A. Arts. De electrische installatie werd bezorgd door het Haagsche filiaal der beroemde firma Siemens en Halske in Berlijn, terwijl ten slotte de motor (12 pdkr.) van Schmidt door den heer L.A. Moll geleverd werd, die eveneens voor de electrische schelinrichting zorg droeg.

Allen tezamen hebben zij een geheel voortgebracht, dat in den waren zin des woordts eene aanwinst voor onze stad mag heeten.” (PGNC 25/9/1904)

Bakkerij Scheepers

1904, Lange Hezelstraat 63

Een nieuw pand in de Lange Hezelstraat

De Lange Hezelstraat is in no. 63 een pand rijker geworden, dat, op den hoek der verbreede Pikkegas, dien drukken verkeersweg, opgericht, een sieraad der stad mag genoemd worden. Dit is de bakkerswinkel van den heer L.Th. Scheepers. De winkel met zijn helder licht, dat door breede ruiten naar binnen stroomt, ziet er allerkeurigst uit met zijn wandbekleeding van lichtkleurige tegeltjes en zijn koperen etalagetoestellen, vervaardigd naar de teekening van onzen stadgenoot den heer Oscar Leeuw, die tevens de architect is geweest van het geheele pand. En een bezoek overwaard is de ruimte, waar het eigenlijke bedrijf wordt uitgeoefend: de bakkerij. Deze is in het sousterrain gelegen, bevat een flinken heeten-luchtoven (geleverd door den heer Caners te Ravenstein) met een fraaie buitenbekleeding van geëmailleerden steen, een werkbank met een bedekking van houtcement, troggen van gegalvaniseerd ijzer en een practische verdeelmachine. Maar het eigenaardigst is nog de door een gas-motor van 4 paardekracht in beweging gebrachte meng- en kneedmachine van de nieuwste constructie. Deze machine, die den moeilijken handenarbeid van den bakker vervangt, kan 250 kilo meel inhouden, dat zich als het ware van zelf met het bijgevoegde water vermengt- wij zagen het bereiden van roggebrood- en dan in den vorm van ronde koeken tevoorschijn komt, die daarna nog slechts behoeven opgemaakt en gebakken te worden in den oven, om voor de consumptie gereed te zijn. Het geheel ziet er zeer net en proper uit. Wij herhalen het: de Lange Hezelstraat is hierdoor een zeer mooi pand rijk geworden, dat den heeren Oscar Leeuw die er de architect van was tot in alle bijzonderheden, Broekhuijzen, den uitvoerder, en Tesser (in de Hezelstraat), die het schilderwerk leverde, tot alle eer strekt.” (PGNC 29/12/1904)

Eigen Woonhuis

1904-1905 Graafseweg 58a-60

Woonhuis en atelier Oscar Leeuw Graafseweg 58a-60 augustus 2023 (Google Streetview)
Woonhuis en atelier Oscar Leeuw Graafseweg 58a-60 augustus 2023 (Google Streetview)

Het woonhuis van Oscar Leeuw, tevens zijn architectenbureau. Het architectenbureau bevond zich in het souterrain (Bron: wikipedia).

Restaurant Meurs

1905 Lange Burchtstraat Centrum

Restaurant Meurs.

De bekende inrichting van den heer F.C. Meurs aan de Grootestraat is verplaatst naar de Korte Burchtstraat. Morgenavond vindt aldaar de opening van het vernieuwde restaurant plaats. In meer dan één opzciht heeft de heer Meurs aldus getoond “hoogerop” te willen, want al dient ’t erkend, dat de localiteit in de Grootestraaat met eere kon worden genoemd, de tijden veranderen, brengen hunnen nieuwe eischen en door het verplaatsen van zijn inrichting naar het pand in de Korte Burchtstraat heeft de eigenaar getoond een open oog te hebben voor hetgeen verbetering of vernieuwing behoeft.

Het ligt in de bedoeling van den heer Meurs om zijn restaurant in de Korte Burchtstraat een inrichting te doen zijn naar het systeem van de Duitse bierhallen, en daarnaar is het perceel dan ook ingericht. Voorts zullen een tweetal zaaltjes, op de bovenverdiepingen gelegen, beschikbaar zijn tot het houden van vergaderingen, e.d. De geheele inrichting maakt een indruk van frischheid en zindelijkheid en ongetwijfeld zal het den heer Meurs in zijn nieuwe ondernemening dan ook wèl gaan.

Aannemers van het thans voltooide gebouw naar het ontwerp van den architect, den heer Oscar Leeuw zijn de heeren Pluim en Gielen, terwijl het schilderwerk werd verricht door den heer A. de Vries, het lambriseeringswerk door de firma Bahlmann en de gas- en waterleidingen werden aangelegd door den heer Payens.”  (PGNC 27/9/1905)

Advertentie café Meurs (PGNC 18/2/1910)
Advertentie café Meurs (PGNC 18/2/1910)
Interieur en personeel van Hotel-Restaurant Meurs
Interieur en personeel van Hotel-Restaurant Meurs, 1910-1920 (F39083 RAN)
In de keuken van Hotel-Restaurant Meurs, 1910-1920 (F39086 RAN) Korte Burchtstraat Oscar Leeuw
In de keuken van Hotel-Restaurant Meurs, 1910-1920 (F39086 RAN)

Winkel Wisbrun en Liffmann

1905, Broerstraat 35

Door Oscar Leeuw? Foto 1910 Verlichte carnaval-etalage van de fa. Wisbrun & Liffmann bij avond (Installatie W.J. Stokvis). Reproductie uit: Gebruikt Electriciteit! (P. Oosterhuis, via RAN F47587)

“Een nieuw Magazijn.

Het aantal der fraaie winkels in onze gemeente zal over eenige dagen weer met een vermeerderd worden. Dinsdag 25 April, ’s namiddags 1 uur, wordt in de Broerstraat no. 35 geopende het bekende magazijn van de firma Wisbrun en Liffmann, specialiteit zijden stoffen, passementerieËn enz., totnutoe gevestigd in de Burchtstraat. Dit perceel werd, volgens het bestek van den heer Oscar Leeuw, architect, verbouwd door den heer van Benthem, aannemer, terwijl het fraaie schilderwrek werd verricht door de heeren Burgers en Luurmans. Wij hadden heden het genoegen het inwendige van den winkel te bezichtigen en kunnen niet anders dan onze bewondering uitspreken over de keurige inrichting van het magazijn en de inderdaad uitstekende uitvoering van het denkbeeld, door den architect in het bestek neergelegd. Ten slotte, doch niet het minst, verdient de ongelooflijk korte tijd, waarbinnen de verbouwing van het perceel is tot stand gebracht, wel de moeite om er de aandacht op te vestigen.

Voor de installatie van den winkel zelf ook een bijzonder woord van lof; zij geeft het magazijn reeds bij het eerste binnentreden een niet minder aangenamen aanblik dan de fraaie gevel van buiten oplevert. En ook de ruime sorteering, de groote voorraad goederen, de prettige bediening, die hier bekend zijn, zullen er ongetwijfeld toe medewerken, om de zaak in zijne nieuwe woning met eere zijn oude plaats te doen innemen in de rij der magazijnen hier ter stede, hetgeen een ieder, die morgenavond de expresselijke ingerichte reclame-expositie gaat bezichtigen, met ons zal getuigen.” (PGNC 26/11/1905)

In ieder geval is de winkel verbouwd in 1926-1927. In 1944 is de winkel verwoest.

Woning op de Ravenberg

1905 Ravenberg 20 Beek, afgebrand tijdens WO II

Oscar Leeuw ontwierp de woning voor baron van Randwijck, de eigenaar van het landgoed de Heerlijkheid van Beek. Het was de woning voor de landgoedbeheerder en tevens een taveerne voor wandelaars.

In de Tweede Wereldoorlog brande het af toen geallieerde soldaten binnen en potje kookten.

Het nieuwe huis is in de jaren 50 gebouwd door architectenbureau Feenstra in Arnhem.

Bron

Noviomagus, waarop tevens een mooie foto staat.

Hotel du Soleil

1906, Graafseweg 31-35 (huidig) Bottendaal

De verbouwing van dit hotel is te vinden op:

https://testren292677012.wordpress.com/2023/03/31/grand-hotel-du-soleil/

Villa Sonnewyck

1905-1910 Berg en Dalseweg 125 (huidig) Hunnerberg

Villa Sonnewyck Berg en Dalseweg 125 Oscar Leeuw Henk van Gaal DF3428 CC0
Villa Sonnewyck Berg en Dalseweg 125 Oscar Leeuw, juli 2013 (Henk van Gaal via DF3428 RAN CC0)

Oscar Leeuw ontwierp de woning voor de arts C.J. Veen Valck.

In juli 1913 besteedt Oscar Leeuw het bouwen van een villa aan de Berg en Dalschen weg aan voor rekening van den heer Dr. C.J. Veen Valck.  Berntsen en Braam zijn met f26.444 de laagste inschrijvers en aan hen wordt het werk gegund. (De Gelderlander 31/7/1913)

Voorheen heette de villa dan ook Villa Valckwyck, vandaar het gevelrelief van twee valken. (Bijschriften DF343 en KN12977-10, die de woning op 1913 dateert)

Relief Villa Sonnewyck Berg en Dalseweg 125 Henk van Gaal DF343
Relief Villa Sonnewyck Berg en Dalseweg 125, juli 2013 (Henk van Gaal via DF343 RAN CC0)

De Centrale Effecten- en Administratiebank

1907, Van Welderenstraat 104 Centrum

Bouwtekening Oscar Leeuw verbouwing Safe Deposit van Welderenstraat
Verbouwing Perceel v/d WelEd. G.G.B. Heer v.d. Arend, Tekening November 1906. D12.379373

Safe Deposit.

De Centrale Effecten- en Administratiebank- directeuren de heeren J.F.K. van den Arend en H.R.M.Th. Ridder de van der Schueren- die onlangs hare zaken overbracht naar een door den architect Oscar Leeuw alhier naar de eischen des tijds ingericht pand aan de van Welderenstraat no. 104, heeft in het sousterrain een Safe Deposit ingericht, die met de beste kan wedijveren en waarbij niets verzuimd is om de grootst mogelijke veiligheid voor hen, die daarin hun bezit wenschen te bewaren, te verzekeren. Wij voldoen gaarne aan het tot ons gericht verzoek om daarvan hieronder een zakelijke beschrijving te doen volgen, opdat het publiek weder eens zien kan, wat er aan de constructie van zulk een Safe annex is:

“Toegang tot de kluis geeft een zware kluisdeur met onhoorbaar nikkel staal, zwaar gepantserd, rondom voorzien van uitspringende schoten en zoogenaamde dievenklauwen, die geleverd is door de bekende firma Trousselot te Rotterdam, hier ter stede vertegenwoordigd door de Firma L.A. Moll. Deze deur is van allerlaatste vinding en constructie. De sluiting geschiedt door eene massieve kruk, welke omgedraaid zijnde, automatisch alle schoten afsluit en bovendien, zoowel het sleutelslot als het zeer vernuftig gecompliceerde letterslot, absoluut ontoegankelijk maakt door gehard stalen plaatjes. Het sleutelslot, dat niet alleen “kruitproef” is, doch bovendien tegen Thermitpoeder en een Accetyleen gasvlam met zuurstof van circa 4000 graden hitte bestand is, wordt nog extra afgesloten door een zware pantserplaat. Bij een algeheele sluiting van de pantserdeur zijn dus alle toegangen voor boor- en andere inbrekerswerktuigen totaal afgesloten. Het letterslot is door een vernuftig mechanisme zoodanig geconstrueerd, dat de letters niet afgelezen kunnen worden, zoodat een vreemde- zelfs al zou hij in het bezit gekomen zijn van de sleutels- de kluisdeur toch niet openen kan, ja zelfs niet beschadigen zal.

Gedurende den tijd, dat de inrichting toegankelijk gesteld wordt voor den huurder der loketten, wordt de kelder afgesloten door een zich daarachter bevidend zeer zwaar stalen hek, wat eveneens afgelosten wordt deer eene automatische kruksluiting met extra-gepantserde sloten eveneens met niet na te maken sleutels, zoodat ook deze tweede afsluting op zich zelf den kelder reeds ontoegankelijk maak.

Wij treden nu den ruimen brandkelder binnen. Vooraf zij gezegd, dat de ligging van den kelder zoodanig is, dat zij geheel geïsoleerd van den weg onder den beganen grond liggende, van buiten af absoluut onbereikbaar is. De muren zijn van het hardst denkbaar materiaal en vele dagen zou men onafgebroken en ongestuurd kunnen graven en hakken, alvorens de staalharde specie eenigzins te kunnen beschadigen zonder dat er nog sprakee van zou zijn, er doorheen te breken. In deze kelder bevinden zich twee fraaie zware stalen loketkasten op zichzelf reeds inbraakvrij. Deze werden vervaardigd door de Duitsche firma Sommermeyer & Co. te Maagdenburg leveranciers van dergelijke instellingen aan de Duitsche Rijksbank.

Teneinde den huurder alle mogelijke zekerhdeid aan te bieden dat zijn loket uitsluitend door hem geopend kan worden en door niemand anders- zelfs door de Bank niet- heeft het een punt van de meest nauwgezette overweging uitgemaakt, welke sluiting te dien opzichte voor den huurder het beste is en heeft de bank zich gaarne onderworpen aan het advies van den ongetwijfeld grootsten deskundige op dit gebied namelijk de firma Theoder Kromer te Freiburg in Baden, fabrikant van de beroemde “protector”-sloten, welke toen het : Central safe deposito-slot” (2 D. R. patent) verre prefereerde boven de zoogenaamd “verstelbare” sloten. Voor deze sloten wordt namelijk slechts één sleutel vervaardigd, die uitsluitend samengesteld kan worden door de meest gecompliceerde zeer zware machines van de fabriek zelf, en is zelfs de bekwaamste bankwerker niet in staat gebleken dezen sleutel na te maken.

Is hierdoor dus alle wantrouwen tegenover de Bank van den huurder weggenomen, een nieuwe huurder is ook volkomen gevrijwaard dat de vorige huurder geen duplicaat-sleutel kan bezitten.”

Het behoeft zeker geen betoog, dat de omgeving van deze kostbare Safe met zorg behandeld is en er sierlijk uitziet. In het bijzonder is de daarbij behoordende couponkamer, die met electrische schellen verbonden is met het bediendenkantoor, uitstekend verzorgd.” (PGNC 15/7/1907)

Advertentie Safe Deposit (PGNC 30/8/1907)
Advertentie Safe Deposit (PGNC 30/8/1907)

Garage Moll

1907 Van Weldererenstraat 100 en 102 2e Walstraat 107, 109 en 111 Centrum

Het maken van een Automobiel-garage voor rekening v./d. WelEd. Heer L.A. Moll van Welderenstraat No 100 en 102 2e Walstraat 107, 109 en 111 (Sectie B No. 847 en 846 No. 1078, 1079 en 1080), datum tekening februari 1907 (D12.379674)

Garage Moll van Welderenstraat architect Oscar Leeuw

In 1907 verbouwt Oscar Leeuw 2 woningen aan de Van Welderenstraat naar de garage voor L.A. Moll.

Lees Meer

Verbouwing Bahlmann

1907-1908 Grote Markt

Woonhuis Lambertus Cornelis van Engelenburg

1908-1909 Prins Bernhardstraat 1 en Oranjesingel 51 Altrade, Rijksmonument

Woning van Engelenburg Oranjesingel Prins Bernhardstraat architect Oscar Leeuw Ber van Haren kn13428-26 CC0
Woning van Engelenburg, hoek Oranjesingel Prins Bernhardstraat,18/9/1981 (Ber van Haren via kn13428-26 RAN CC0)

Zie voor een aantal mooie foto’s: Noviomagus

Stadvilla’s

1910 Bijleveldsingel 29, 31, 33 en 35

Bijleveldsingel 29, 31, 33 en 35, augustus 2023 (Google Streetview) Oscar Leeuw
Bijleveldsingel 29, 31, 33 en 35, augustus 2023 (Google Streetview)

Villa Vinckendael

1910 Van Heemstraweg 58 Beuningen

Villa Vinckendael, van Heemstraweg 58 Beuningen architect Oscar Leeuw (Gradus M. Burgers via GN45724 RAN_
Villa Vinckendael, van Heemstraweg 58 Beuningen (Gradus M. Burgers via GN45724 RAN_

Modemagzijn Hendriks-Prudon

1910, Burchtstraat No. 18a

Modemagazijn.

De bekende firma Hendriks-Prudon, tot dusver gevestigd in de Paulstraat, heeft haar magazijn overgebracht naar het perceel Burchtstraat No. 18a, dat naar ontwerp van den architect, den heer Oscar Leeuw, heel sierlijk en doelmatige tot dit doel is verbouwd.

Het magazijn is bijzonder keurig ingericht en in een eenigzins naar empire zweemenden stijl gehouden. Tegen de lichte wanden komen de zware groen draperieën, het dikke groene tapijt en de met groen gestoffeerde mahonie-meubelen behaaglijk uit. Deze aankleding is het werk van de firma Bahlmann & Co., terwijl de heer J. Payens voor de electrische installatie en de mooi lichtkronen zorgde.

Maar de grootste aantrekkelijkheid van het nieuwe magazijn vormen de rijke costumes en de prachtige hoeden, in het rond ten toon gespreid. Zoo zagen we b.v. een geheele japon van echte Brusselsche kant ter waarde van f1200. Onze lezeressen zullen een en ander zeker nog beter weten te appricieeren dan wij.

Wij vestigen er haar aandacht op, dat in de ateliers der firma hoofdzakelijk wordt gewerkt naar maat. Heel doelmatig is het vertrek tot het kiezen van stoffen voor avond-toiletten. Het electrisch licht geeft hier gelegenheid, zich van de werking der kleuren bij kunstlicht rekenschap te geven.”( De Gelderlander 23/3/1910)

Villa Salatiga

1913 Sterreschansweg 77 Altrade

Villa Salatiga Oscar Leeuw Sterreschansweg 77 Altrade F33581
Villa Salatiga, Sterreschansweg 77 Altrade, 1913 (F33581 RAN)

Villa Salatiga is een van de eerste woonhuizen op de Sterreschans. De villa is venoemd naar Salatiga, een plaats op Java. Architect Oscar Leeuw kreeg in 1910 de opdracht een royale villa te bouwen in een Indische sfeer, met een mengeling van stijlen.

Familie Huffer-Wilde

De villa is gebouwd in opdracht van de familie Huffer-Wilde, die hier woonde van 1912 tot 1923. H.J. Hüffer beheerde plantages in Nederlands Indië, Salatiga een plaats op Java, waar hij veel geld had verdiend.

Stijl

Noviomagus noemt het “Verschillende stijlen werden door Leeuw gecombineerd – zowel in het interieur als het exterieur zijn elementen uit de Jugendstil, barok en renaissance toegepast -, met als resultaat een statige, maar levendig vormgegeven villa.”

Het Biografisch Woordenboek Gelderland: “Met de bouw van villa Salatiga aan de Sterreschansweg 77 deden in toenemende mate historiserende details hun intrede. Dit evenwel zonder dat het aspect van vernieuwing geheel en al verdween.”

Vervolg

Vanaf 1945 is het in gebruik als klooster voor de gebroeders van Maastricht (Bron: bijschrift F33585). Daarbij kreeg het in 1950-1951 een uitbreiding aan de oostzijde. Hiervan was A.J.N. Boosten de architect. Onder dit gebouw zijn tevens een aantal kazematten van het fort Sterrenschans bewaard gebleven.

Overige (Bronnen)

Bijschrift F33585

Noviomagus

Zie ook de foto van het theehuis op Noviomagus

Villa Westerhelling

1913 Sophiaweg 4

Villa Westerhelling, Sophiaweg 4, 2010 (Henk van Gaal via Df929 RAN CC0) architect Oscar Leeuw
Villa Westerhelling, Sophiaweg 4, 2010 (Henk van Gaal via Df929 RAN CC0)

Villa Westerhelling is een van de oudste villa’s op de Kwakkenberg. Links boven zit een gevelsteen met de naam van de villa en het bouwjaar.

Bron: Noviomagus

Een uitgebreid artikel van Westerhelling als meisjesinternaat is te vinden op Noviomagus.

Synagoge

1912-1913, Gerard Noodstraat

Synagoge Gerardt Noodststraat in april 2023, architect Oscar Leeuw

De oude synagoge aan de Nonnenstraat was te klein geworden. In mei 1912 besteedt Oscar Leeuw het bouwen van “een synagoge, schoollokalen, bovenwoningen met andere annexen” aan. Hierbij is A.J. Smits met f33.733 de laagste inschrijver (De Gelderlander 19/5/1912).

Tijdens de bezetting is het interieur vernield.

Na een restauratie in 1978-1979 werd de oude synagoge in de Nonnenstraat weer in gebruik genomen. Daarop zat vanaf 1980 jarenlang het Natuurmuseum in dit pand.

Stijl

Biografisch Woordenboek Gelderland: “Dit evenwel zonder dat het aspect van vernieuwing geheel en al verdween. De synagoge aan de Gerard Noodtstraat (1912) is vooral van dat laatste een voorbeeld. Hoewel het indrukwekkende interieur met zijn galerijen en geschilderde muurdecoratie nu verdwenen is, krijgt men door de ornamentiek aan de voorgevel nog een indruk van het zoeken naar nieuwe siervormen, die niet gebaseerd zijn op historische voorbeelden noch op de inmiddels tot het verleden behorende Jugendstil.”

Synagoge Gerard Noodtstraat architect Oscar Leeuw 1913 vooraanzicht
Synagoge, vooraanzicht Gerard Noodstraat, foto gedateerd 1915-1920 (Joh. Gijpink via RAN F28981)

Bij de opening schrijft het PGNC:

De Nieuwe Synagoge.

Morgen is het voor onze Israëlitische stadgenooten een belangrijke dag. Dan toch zal de nieuwe Synagoge, gesticht aan de Gerard Noodstraat alhier, op plechtige wijze worden ingewijd door den Opperrabijn in het ressort Gelderland, den Z.Eerw. heer L. Wagenaar.

Reeds lang bestond te dezer sted behoefte aan een nieuwe Synagoge. Het oude gebou, waarvan in Augustus 1906 het honderd vijftigjarig bestaan feestelijk werd herdacht, en dat dus thans 157 dienstjaren telt, gelegen in de steeds meer en meer in verval gerakende Nonnenstraat, was met de daaraan verbonden slecht ingerichte lokalen niet meer in overeenstemming met de eischen van het zeer opgewekte leven der Israëlitische gemeente alhier. En toen het aantal Israëlitische Nijmegenaren toenam, achtte men het oogenblik gekomen, om naar een nieuw gebouw uit te zien. Dat was geen gemakkelijke taak. Doch met algemeene medewerking van de leden der gemeente, onder wie er gelukkig velen waren, die met groote mildheid tot de oplossing der financieele zijde van het vraagstuk wilden medewerken, kon aan dezen lievelingscwens worden voldaan. En zoo ontstond dan ter genoemde plaatse het in- en uitwendig sierlijke en aardige kerkgebouw, met daaraan verbonden leer- en vergaderlokalen, badinrichting, woningen voor den leeraar en den koster, waarheen morgen- nadat op plechtige wijze afscheid zal zijn genomen van de oude Synagoge- de Wetrollen zullen worden overgebracht, om daar opnieuw, naar wij hopen, tot in lengte van dagen het middelpunt te zijn van het Israëlitisch godsdienstige leven te Nijmegen.

Het kerkbestuur en zij, die dit in zijn taak bijstonden, hadden de gelukkige gedachte zich voor den bouw te wenden tot onzen stadgenoot, den heer Oscar Leeuw, die met zijn veelzijdige kennis een fraai kerkgebouw wist te scheppen. De bekwame architect heeft zich bij zijne modern opgevatte architectuur laten inspireren door de oude kunst van Judea, waarvan weliswaar weinige overblijfselen bestaan, doch waaromtrent toch uit oude beschrijvingen licht te verkrijgen was. De buiten-architectuur van het hoofdgebouw der Joodsche cultuur, den Tempel van Jeruzalem, was zeer eenvoudig, terwijl het intérieur rijk versierd en van de edelste materialen uitgevoerd was. Die versieringen waren uitsluitend ontleend aan het plantenrijk en aan geometrische vormen, daar menschelijke afbeeldingen ten strengste verboden waren. En dit systeem heeft de heer Leeuw ook bij den bouw van de nieuwe Nijmeegsche Synagoge doorgevoerd.

De gevel is van streng sobere vormen, opgetrokken in het materiaal van het land- den baksteen- met een matige ornamentatie. Evenals aan deze Tempel van Salomon bestaat deze uit den palmboom van Judea; de granaat-appel, die door zijn groot aantal zaadjes de krachtige vermenigvuldiging van het leven symboliseert, en het schild van David, de zeshoekige ster. Boven den ingang zijn in den tympaan in het Hebreeuwsch gegrift de woorden van Psalm 19 vers 15, welke vertaald luiden: “Moge U, o Eeuwige, welgevallig zijn de redenen van mijn mond en de overdenking van mijn hart”. Twee zware hardsteenen voetstukken zijn aan weerszijden van den ingang aangebracht, om daarop zoo mogelijk later te plaatsen de reconstructied der bekende bronzen kolommen “Jakoun” en “Bo’az”, welke eenmal den toegang tot den tempel van Salomon sierden.

Door de dubbele toegangsdeuren betreedt men de vestibule, die 4.50 bij 4.50 Meter oppervlakte heeft met een terrazzovloer, waarin het schild van David is aangebracht en die met een kruisgewelf is overdekt. Daarin bevindt zich links de toegang tot de mannen-garderobe, rechts die tot de vrouwengaanderij en in het front de toegang tot de kerk.

Interieur synagoge Gerard Noodstraat, architect Oscar Leeuw 1913
Interieur Synagoge, 1-5-1913 (RAN F45678)

De kerk zelf, groot 11 bij 17 M. en hoog 12 M., heeft op den beganen grond 150 zitplaatsen voor de mannen en op de gaanderijen 110 zitplaatsen voor de vrouwen; zij is volgens de voorschriften naar Jeruzalem gericht en niet naar het Oosten, zooals de algemeene is. Het intérieur met zijn hoofdlijnen in gevoegden baksteen, terwijl de wanden en het tongewelf gepleisterd zijn, is er geheel op berekend om later beschilderd te worden. De hoofdonderdelen der kerk, de Byma en de H. Arke, zijn geheel voltooid, zooals dat de bezoeker zich reeds nu een denkbeeld kan vormen, welk aspect het inwendige van de kerk zal krijgen, indien alles is afgewerkt, wat nu nog niet het geval is.

De H. Arke is tegenover den ingang der kerk is zeer rijk geornamenteerd met dezelfde symbolen als hierboven genoemd; marmeren trappen geven toegang tot het verhoogde gedeelte. Achter den donkerblauwen, rijk met goud borduursel georneerden voorhang bvinden zich de deuren, waarachter de Wetsrollen geborgen zijn. Op de latei der deuren komt voor in ’t Hebreeuwsch de spreuk: “Weet voor wie gij staat”. In de tympaanvulling daarboven bevinden zich de Tafelen der Wet, omring door een gouden stralen krans een een spiraalvormig relief-ornament van gestyleerde palmbladeren. In de randboog der H. Arke is de “Eeuwige Lamp” geplaatst, welke ter nagedachtenis der overledenen brandt.

De groote ramen in de voor- en achtergevels zijn vervaardigd van glas in lood met psalmmotieven.

Bij avond zal de Kerk schitterend verlicht worden door twee groote kronen, die uit het tongewelf afhangen. Acht cirkel-vormige kronen, geplaatst op de palen der gaanderij, ieder met zeven lichtpunten (het gewijde getal) en vele wandarmen, zijn regelmatig over de ruime zaal verdeeld.

De H. Arke, de geborduurde voorhang en de koperen lampen zijn geschenken van leden der Israëlitische Gemeente alhier.

Al moet op den duur de afwerking nog volgen, toch maakt het kerkgebouw reeds nu een verheven indruk. Waarlijk, wij zeiden niet te veel toen wij hierboven den bouwmeester prezen. Zoowel het gheel als de onderdeelen getuigen van zijn uitgebreide kennis, zijn onvermoeid streven en zijn gekuischten smaak. Ook met dit werk, waarmen men zeggen kan dat dit ging boven de eischen die in den regel aan een architect gesteld worden, heeft de heer Oscar Leeuw zijn goeden naam hoog gehouden.

De naast de Synagoge gelegen bijgebouwen maken uiterlijk een zeer rustig effect. Zij verstoren den machitgen indruk van den fraaien kerkgevel niet en hun inwendige indeeling is practisch gedacht en goed uitgevoerd.

De Israëlitische Gemeente mag met haar nieuwe kerkgebouw geluk gewenscht worden. Als morgen de inwijding plaats heeft in tegenwoordigheid van kerkelijke en burgelijke autoriteiten, zal zij daarover zeker de meest vleiende beoordeelingen vernemen.

De gebouwen werden einde Mei 1912 aangenomen door den heer A.J. Smits Jr. alhier, voor de som van f33.733. Deze aannemer legt eer in met zijn werk; het is goed en ook met bekwamen spoed uitgevoerd, hoewel er nooit op den Zaterdag, den Sabbath der Israëlieten, de gewerkt werd.

De Byma met Bestuursbank en podium werden geleverd door den heer Maurits Drukker, firma Drukker en Cohen, en uitgevoerd neer een ontwerp van diens bekwamen medewerker, den heer J.R.L. Samson; het decoratiewerk der H. Arke is verricht door den heer J.H. Kaak; de koperen lampen der gaanderij en de wandarmen zijn geleverd door de firma L.A. Moll alhier. De koperen hangkronen zijn van de firma Wiener en Co. te Amsterdam. De geborduurde voorhang is van den heer J. Goudsmit te ’s Gravenhage, terwijl de verdere schilderwerken door den heer Arts, de installatie van het electrisch licht door de firma Tasche en Co., het zandsteenwerk door de firma Spamer en Smits, de warmwaterverzorging voor de baden door de firma Weijers en Co., allen alhier, werden geleverd. Het glas in lood is van de fabriek Kronenbitter, te Berg-en-Dal, afkomstig.” (PGNC 11/4/1913)

(Overige) Bronnen

https://www.noviomagus.nl/Monumenten/OMD2003/21.htm

https://www.noviomagus.nl/Monumenten/OMD2003/15.htm

Firma Jacques Bielen

1913, Markt 2

Firma Jacques Bielen.

De N.V. firma Jacques Bielen, welke sinds vele tientallen van jaren alhier gevestigd is, heeft hedenmiddag in het perceel Markt no. 2 haar nieuw magazijn geopend van juweelen, goud- en zilverwerken. Zooals men zich herinneren zal werd eenige maanden geleden eene transactie aangegaan tusschen dezen firma en “De Zon” tengevolge waarvan eene ruiling plaats had van de panden nos. 10a en 2.

De firma Bielen heeft een geheel nieuw magazijn met kantoor doen verrijzen en dit, dank zij de medewerking van onzen stadgenoot, den heer Oscar Leeuw, architect alhier, geschoeid op moderne leest met toepassing van den Engelschen winkelstijl, welke het praktische met het luxueuse vereenigt. Dit nieuwe magazijn heeft een geheel bijzonder, eigen cachet; het is voor onze goede stad Nijmegen een nieuwigheid. De voorgevel van den winkel is in gebroken lijn opgetrokken. Met den eenigzins achtuitgelegen ingang vormen de vitrine-vensters een stompen hoek; zij trede in schuinsche richting naar buiten om eerst bij de voorgevels der belendende percelden de rooilijn te bereiken. Het gaat hiermede als met vele noviteite: hoet oog moet er aan wennen en wat thans, uit hoofde van het ongewone, nog minder aesthetisch gelijkt, zal na verloop van tijd wel waardeering ondervingen. Maar in elk geval zijn uit een praktisch oogpunt de voordeelen van een dergelijken winkelgevel vele. Allereerst wordt de etalageruimte er door vergroot, in het onderhavige geval wel met 1½ M². En in de tweede, misschien wel voornaamste plaats, valt het oog van den wandelaar reeds van vrij grooten afstand op den winkel. Waar een parallel met het troittoir liggende etalagekast eerst betrekkelijk dichtbij de aandacht trekt, kan de voorbijganger thans reeds van verre een gedeelte van de vitrine met zijn schitterenden inhoud waarnemen, hetgeen een reclame is waartegen uithangborden en handwijzers het afleggen. De voorgevel maakt overigens een keurigen indruk met zijn in mahonie gevatte spiegelruiten. De artistieke zin en goede smaak van den architect komen hierin tot uiting.

Dat de firma Bielen gezorgd heeft in haar nieuwe woning voor den dag te komen met het nieuwste dat op het gebied van juweelen, gouden en zilveren voorwerpen op de markt wordt gebracht spreekt vanzelf e zal blijven bij aanschouwing er beide groote etalagekasten, waarvan de rechtsche voor de meer kostbare en de linksche voor de meer eenvoudige artikelen is bestemd.

Ook het inwendige van het magazijn beantwoordt aan de etalage. Ruimte is er in overvloed, terwijl in fraaie kasten een rijke voorraad artikelen bijeen is gebracht, die de keuze zeker zal vergemakkelijken. Een sierlijke electrische verlichting verhoogt bij avond den indruk van het geheel.

De bouw werd uitgevoerd door den heer LH. van Benthem, aannemer, het schilderwerk voor den heer Konings, de installatie van het electrisch licht door den heer J.H. Paijens, allen alhier. Zij leggen met hun werk veel eer in.” (PGNC 1/11/1913)

Firma Wed. W.G. Haspels

1913, Lange Burchtstraat 16

Vooraanzicht van de nieuwbouw van de damesmodezaak van de Firma Wed. W.G. Haspels van architect Oscar Leeuw op de nieuwe locatie (v/h Groote Markt 7), 1913, (De Gelderlander, 20/03/1913, p. 7 via RAN F88982)

Firma Wed. W.G. Haspels

In 1913 verhuist de Firma Wed. W.G. Haspels, een zaak voor luxe dameskleding, van de Groote Markt 7 naar de Lange Burchtstraat 16. Het ontwerp van de verbouwing was van Oscar Leeuw. Bij het bombardement van febrauri 1944 werd het pand volledig verwoest, waarbij 19 medewerkers om het leven kwamen.

Lees Meer

Metaalwarenwinkel Maison de Luxe

1915, Broerstraat 4

”Maison de luxe.”

Onder dezen naam is in het perceel Broerstraat 4 thans een magazijn gevestigd, dat wel de aandacht zal trekken. Als men van de Markt de Broerstraat inkomt, krijgt men, zoodra men de heerenwinkel der firma Bahlmann & Co. voorbij is, de smaakvolle nieuwe pui al in’t oog. Deze is een creatie van den bekwamen archtiect, den heer Oscar Leeuw en bestaat geheel uit glas, in teakhout gevat. De vernuftige bouwmeester heeft de heele breedt langs de straat voor étalage eten aan te wenden en toch nog een afzonderlijken opgang naar het bovenhuis weten aan te brengen.

De verbouwing van het perceel geschiedde door den aannemer, den heer Van Benthem, terwijl de heer J. Payens voor de doelmatige electrische verlichting zorgde. Het magazijn biedt een rijke keuze aan verzilverde metaalwaren uit de beken Wurttembergsche Metaalwarenfabriek serviezen, brood- en bonbonmanjes, jardinières, lepels en vorken, kandelaars enz. enz. Deze verzilverde artikelen, bijzonder sierlijk van vorm en onberispelijk van uitvoering, zijn van echt zilver niet te onderscheiden en blijven, bij zorgvuldig gebruik, ook beslist onveranderd. Verder bevat het ruim voorziene magazijn ook artikelen van koper en brons, kleine snuisterijen, vaasjes en beelden zoowel uit Weenen als uit Kopenhagen, kortom van de beste fabrieken. Bij de opening hedenavond zal de keurige winkel zeker veel kijkers lokken.” (De Gelderlander 6/1/1914)

Meubelzaak A.M. Frank

1914, Molenstraat 140-142

Meubelhuis A.M. Frank.

Het meubelhuis, dat de heer A.M. Frank tot dusver in de Muchterstraat had, mag van algemeene bekendheid geacht worden. Ook de genoemde straat, als stand, er in den laatsten tijd niet op verbeterd is. Zeer natuurlijk dus, dat de heer Frank er aan dacht, zijn steeds breeder vlucht nemende zaak naar een meer geschikt punt te verplaatsen.

Dit punt heeft hij gevonden in het pand Molenstraat 140-142, hoek Walstraat, dat, onder toezicht van den architect, den heer Oscar Leeuw keurig is verbouwd door den heer Herman Delgeijer, aannemer alhier. Het fraaie schilderwerk werd verricht door den heer G.W. Tesser, het stukadoorswerk door den heer J. Rief, terwijl de firma J. Payens voor de electrische verlichting zorgde.

Het nieuwe meubelmagazijn, dat hedenavond geopend zal worden, biedt uitstekende gelegenheid tot het uitstallen der onderscheiden, zoowel fijner als goedkooper meubelen, waarvan de heer Frank een uitgebreide keus in voorraad heeft. Met smaak zijn de meubels zoo geschikt, dat zij onderscheiden bijeenhoorde ameublementen vormen. Bovendien heeft de heer Frank op de eerste verdieping een aantal modelkamers ingericht, waardoor het maken van keus zeer wordt vergemakkelijkt. Hij legt zich toe op het leveren zoowel van geheele als van gedeeltelijke meubileeringen, en in alle prijzen en qualiteiten kan men bij hem terecht.

Hedenavond bij de opening zal het nieuwe meubelhuis op dit drukke punt zeker veel bekijks trekken.” (De Gelderlander 29/11/1914)

Concertgebouw De Vereeniging

1915, Keizer Karelplein (Nu: Keizer Karelplein 2D)

De Vereeniging, april 2023

“Het nieuwe Concertgebouw “De Vereeniging”

Eindelijk zal dan hedenavond het nieuwe Concertgebouw de “Vereeniging” zijne deuren voo het kunstlievende publiek openen. Lang reeds, terwijl, het oude, lage gebouw nog in gebruik was, werd er geklaagd over zijn ondoelmatigheid en de wensch uitgesproken dat Nijmegen toch eenmaal in het bezit mocht worden gesteld van een concertgebouw, deze vooruitstrevende, zich gestadig uitbreiddende en ook op kunstgebied zich steeds meer ontwikkelende stad waardig.

Die wensch is thans vervuld dank aan de ondernemende mannen, welke de groote onderneming mogelijk maakten, dank ook aan de medewerking van ons gemeentebestuur, dank vooral aan den begaafden bouwmeester, den heer Oscar Leeuw, die, bijgestaan door zijn kunstzinnige broer Henri Leeuw het prachtige en practische gebouw ontwierp, dat thans het meest monumentale sieraad is von ons Keizer-Karelplein, en waarop onze stad werkelijk met trots den vreemdeling wijzen mag.

Toen de 22sten Maart van het vorig jaar de plannen en teekeningn van het nieuwe Concertgebouw waren tentoongesteld hebben wij onmiddellijk daarvan een uitvoerige beschrijving gegeven en de groote verdiensten van het omvangrijke werk, dat de vrucht is van een jarenlange studie, reeds doen uitkomen.

Concertgebouw de Vereeniging in 1915, architect Oscar Leeuw
Gebouw De Vereeniging, 1915 (RAN F29084)

Sedert wij die plannen, ondanks de moeilijkheden van het oorlogsjaar, voorspoedig zien verwezenlijken en naarmate de muren omhoogrezen en de lijnen duidelijker begonnen te spreken, zagen wij de groote verwachitingen, welke de plannen opwekten, n vervulling gaan. Wie thans het Keizer-Karelplein betreedt, voelt aanstonds het oog getrokken door dien impossanten, trotschen gebow, die de heele omgeving beheerscht, en ondanks het massale van zijn proporties en de het sobere zijner uiterlijke versiering, toch duidelijk zijn bestemming verraadt, een tempel der kunst, een oord van hoogere geestesontspanning te zijn.

Het ruime voorterras met de talrijke toegangsdeuren noodigt de schader tot binnentreden en genieten. Daarboven de voorname friesbeeldwerken, door den heer Henri Leeuw geboetseerd, verzinnebeelden muziek en zang.

De eigenlijke hoofdingang is terzijde aan den kant van den Oranjesingel, waar een breede portiek gelegenheid biedt, bij regenweer ook per rijtuig droog het gebouw te bereiken.

Het nieuwe gebouw in de as (?) van het Keizer Karelplein gelegen, is zoo geplaatst dat het naar drie zijden een even grootsch als vriendelijk effect maakt. De voorgevel, naar het Keizer-Karelplein gekeerd, is opgetrokken in zacht rooden Waalsteen, afgewisseld met gebeitelden zandsteen, en vertoont tusschen twee vierkante torenvormige paviljoenen met koper afgedekt, een middelbouw (de foyer) met een daarvóór uitgebouwd, naar voren afgerond terras. Boven dien middelbouw heeft men een tweede terraas waarachter de gevel verder omhoogrijst, vertoonende eerst de breede openstaande ramen eener bovenzaal, waartusschen sierlijk gebeeldhouwde pilasters met de zinnebeelden van muziek, zang en tooneel, daarboven de twee kolossale toepasselijke reliëfs en eindelijk een driehoekige topafsluiting, met een licht bekroond.

De aanblik is grootsche en bevallig tegelijk, uitdrukkende den aard van een gebouw, dat tegelijk moet zijn een tempel der kunst en een verblijf van vriendelijke gezelligheid.

Concertgebouw De Vereeniging,  architect Oscar Leeuw. Vanuit de Groesbeekseweg gezien, 1915
Concertgebouw De Vereeniging, vanuit de Groesbeekseweg gezien, 1915 (RAN F29079)

De uit den aard der zaak veel langer zijgevels aan Oranjesingel en St.-Annastraat, vertoonen, daar vooral gezorgd is, de inwendige bestemming naar buiten te doen spreken, een groote afwisseling en levendigheid: eerst de hooge toren, dan de betrekkelijk lage voorbouw, en vervolgens de hooge massa der groote concertzaal, met haar hoog aangebrachte halfronde ramen, tusschen twee kleine torenvormige ronde uitbouwsels, en eindelijk de achterbouw, bevattende het tooneel

Tot zelfs de achtergevel, de achterzijde van het tooneel met de bijbehoorende localiteiten, biedt een aangenaam aspect, zoodat naar alle zijden het gebouw zich behaaglijk voordoet, en wanneer de daaromheen ontworpen monumentale tuinaanleg voltooid zal zijn, zal het een genoegen wezen, er rond te wandelen.

De portiek is zoodanig ingericht dat degenen, die te voet komen of huiswaarts keeren, door de rijtuigen niet gehinderd worden: zij kunnen, terwijl de rijtuigen vóór de kolommen der portiek stilhouden, links of rechts gemakkelijk passeeren.

Door het tochtportaal betreedt men een waarlijk vorstelijke ruimte, een weidsche voorhalle, waarvan het plafond gedragen wordt door talrijke sierlijke kolommen. Als eenmaal het gebouw met keurig getoiletteerde bezoekers zal zijn bevolkt, zal het een groot genot zijn voor de dames, hier op een gemakkelijke rustbank gezetn, de costumes harer medebezoeksters, die zich onder deze zuilenrijen bewegen, de revue te laten passeeren.

Rechts geeft deze voorhalle toegang tot den foyer met buffet, die overdag is bestemd voor sociëteitzaal; ze wordt smaakvol versierd met marmeren pilasters, bekroond met bronzen kapiteelen, twerijl de wandvlakken later met decoratief schilderwerk zullen worden gevuld.

Vóór zich heeft men de biljartzaal en links geeft een monumentale trap toegang tot het verhoogde achtergedeelte der eigenlijke concertzaal. Die trap, oogenschijnlijk een kunstwerk in gebeeldhouwden zandsteen, is met de omringende versiering het werk der kunststeenfabriek van den heer Vingerhoets van wien wij gisteren spraken. De tweede deur boven aan de trap(?) is versierd met twee …, waarin men de oorspronkelijke modellen herkent van de bekende … in de Lange Burchtstraat, indertijd door en heer L.. vervaardigd. Ze zijn door de gebroeders Leeuw aan het gebouw geschonken.

Links en rechts van de trap komt men in de ruime wandelgang ter breedt van vier meter, die de heele concertzaal, behalve aan de tooneelzijde in hoefijzervorm omgeeft.

Uit de wandelgang geven aan weerszijden vijf deuren toegang tot de concertzaal, en daar die gangen langs de zaal over de geheele lengte tot berging van garderobe zijn ingericht, heeft ieder bezoeker zijn kleedingzaken in de onmiddelijke nabijheid van de plaats, waar hij zit. Tijdens de pauze worden de garderobes, welke door net in ’t zwart gekleede garderobières worden bewaakt, door gordijnen afgesloten, zoodat de wandelaars niet door het prozaisch gezicht der opgehangen kleeren worden gehinderd.

Grote Zaal Concertgebouw de Vereeniging architect Oscar Leeuw 1915
De Grote Zaal in het Concertgebouw De Vereeniging, 1915 (RAN F2750)

De concertzaal zelf is een prachtige ruimte van 33.5 x 21 Meter en wordt door hoog aangebrachte halfronde ramen bij dag helder verlicht. Het achtergedeelte, ongeveer tot de helft der heele lengte, is verhoogd bij wijze van tribune, onder welke de stoelen van het voorgedeelte, die op rails staan, kunnen worden weggeschoven, wanneer men dit voorgedeelte bij feesten wenscht te gebruiken als danszaal, als wanneer het een dansruimte biedt, een derde grooter dan die in de vorige “Vereeniging”-zaal.

Rondom de galerij loopt, evenals in de oude “Vereeniging” een galerij, maar zij rust niet op voor het gezicht hinderlijke kolommen. Daar zij evenals het geheele gebouw in gewapend beton is uitgevoerd, heeft men ze vrij tegen de wanden kunnen aanbrengen, zonder dat nog verdere steunpilaren noodig waren. Het is duidelijk dat hierdoor aal aanwezigen het vrije gezicht hebben op het tooneel, wat bij opera-uitvoeringen van groot belang is.

Boven deze galerij is nog een tweede frontgalerij, die ook een paar honderd bezoekers kan dragen, zoodat het heele gebouw met galerijen een 1800-tal bezoekers zal kunnen bevatten. De balustrades dier galerie zijn alle keurig met groengrijs peluche bekleed; de vijf met ganzedeuren aan weerszijden prijken met mooie zachtkleurige portières, fraaie loopers dekken de looppaden, en zoo biedt de ruime lichte zaal met haar regelmatige rijen gepolijst notenhouten klapstoelen naar alle zijden een keurigen, echt grootsteedschen aanblik. Veel draagt daartoe ook bij de smaakvolle verlichting door drie kronen van electrisch licht, naar een heel eigenaardig ontwerp van den heer Leeuw, vooral karakeristiek door kringen van vergulde leeuwtjes, die lampen vasthouden. Onder de galerij zijn lichten aangebracht, die door schalen van ge:imiteerd onyx worden gemaskeerd en een fijn effect maken.

De wanden en het gewelf der zaal zijn voorlopig nog wit; alleen is hier en daar de sobere stuc-ornamenteering stemmig door goud en zachte tintjes geaccentueerd; doch men stelt zich voor ze later decoratief te beschilderen, waartoe vooral ter zijde van het tooneel groote platte vlakken gelaten zijn.

Het tooneel door een ijzeren scherm van de zaal afgescheiden, is met het oog op opera-uitvoeringen, bijzonder ruim gebouwd, 165 bij 12 meter, en kan desnoods nog door een achtertooneel van 10 bij 5.5 meter vergroot worden. Het is zoo hoog, dat de coulissen geheel naar boven kunnen geheschen worden, zoodat zij onzichtbaar zijn. Dit geschiedt tijdens de concerten als wanneer de tooneelruimte wordt ingekrompen tot een muzieknis, in elk geval nog ruim genoeg om het heele Mengelberg-orkest gemakkelijk te kunnen bergen.  

Aan weerszijden van het toneel … men de noodige vertrekken, als stem- en kleedkamers, kamers voor koren enz.; in het geheel vier groote en acht kleine kamers. Zoowel voor beneden als voor de galerijen is er bovendien overal behoorlijk gezorgd voor W.C.’s en toiletkamers.

Bijzondere aandacht is gewijd aan de voorkoming van mogelijk brandgevaar. Vooreerst is, zooals wij reeds zeiden, het heele gebouw in gewapend beton uitgevoerd en kan het tooneel door een ijzeren brandscherm van de zaal worden afgescheiden. De lichtgewelfde kap, hoewel uit hout getimmerd, is toch aan de binnenzijde bekleed met stukadoorwerk volgens een geheel nieuwe vinding, waardoor niet alleen een goed acoustiek verzekerd, maar ook brandgevaar uitgesloten wordt. Op verschillende punten zijn daarbij nooduitgangen en ruime noodtrappen aangebracht.

Behalve de groote concertzaal is er nog boven de voorhalle een kleine zaal van 18.5 bij 12.5 meter, die 350 personen kan bevatten, voor kamermuziekuitvoeringen, lezingen enz. Die zaal heeft als voorhalle weer een promenoir van 12.5 bij 9 meter en ter zijde een foyer van dezelfde grootte.

…groepen. De voornaamste groep bevat de warm-luchtverwarming van de groote zaal. Hiervoor is een lokaal naast den stookkelder een groote electrisch aangedreven ventilateur opgesteld. Deze ventillateur zuigt versche lucht van buiten aan, en brengt deze naar een verwamingskamer, waar de lucht op de gewenschte temperatuur wordt gebracht en dient voor verwarming en tevens voor ventilatie. Deze luchtverwarmingsinstallatie is zoodanig uitgevoerd, dat het mogelijk is, de zaal in zeer korten tijd op de gewenschte temperatuur te brengen.

Door de groote hoeveelheid lucht, die in de zaal wordt gevoerd, kan de stoker zorg dragen, dat hoe groot ook het aantal aanwezige personen is, de lucht steeds rein blijft.

Een tweede leiding dient voor de luchtverwarming en luchtverversching in de kleine zaal, de daarbij behoorende lokalen en de foyer. Evenals bij de groote zaal wordt hier door middel van een tweeden ventilateur verwarmde lucht in deze lokalen gevoerd, terwijl gezorgd is voor een doelmatigen afvoer van bedorven lucht.

De andere groepen omvatten de verwarming van tooneel, wandelgangen, kleedkamers, trappenhuizen, vergaderzaal, enz., tewijl een geheel afzonderlijke groep weder dient voor verwarming van die lokalen, welke het meest in gebruik zijnde, zooals foyer, biljardkamer, directiekamer, enz.

Om de bediening te vereenvoudigen, is een inrichting aangebracht, waardoor de stoker zonder het ketelhuis te verlaten, zich steeds op de hoogte kan stellen van de temperaturen in de verschillende lokalen en deelen van het gebouw. In onderscheiden lokalen zijn n.l. thermometers aangebracht, die langs electrischen weg de temperaturen van de betreffende lokalen in den stookkelder aanduiden. De stoker kan dus voortdurend bij het bedienen van de ketels en bij het regelen van de verschillende kranen rekening houden met de temperaturen in de verschillende gedeelten van het gebouw.

Ziehier ten slotte eenige opgaven ter completeering:

Het huidige bestuur der Sociëteit de “Vereeniging” bestaat uit de heeren:

Chr. A. Vieweg, voorzitter.

E.M.A. de Bruijn, penningmeester.

M. Drukker.

W.S.G.Th. Post

Joh. J.B.I. Bouvy, administrateur en waarn. Secretaris.

W.J.H. v.d. Waarden, gedelegeerde van het Dagelijksch Bestuur der gemeente Nijmegen.

De eigendommen van de N.V. “Sociëteitsgebouw de Vereeniging” werden aangekocht voor f152.500, waarvoor een 4% obligatie-leening is uitgegeven, waarvan de gemeente Nijmegen de rentebetaling en aflossing garandeert.

Het aand.-kapitaal is groot f250.000, verdeeld in 250 aandeelen van f1000 elk, waarop de gemeente Nijmegen een rente van 8% ’s jaars garandeert. Aan elk aandeel is het recht van voorkeur verbonden voor het bespreken van twee zitplaatsen in het gebou bij alle openbare uitvoeringen.

De aanbesteding van den bouw had plaats op 30 Maart 1914; het werk werd gegund aan de heer A.J. Smits Jr. voor f181.000.

In de aanbesting was o.m. niet begrepen de centrale verwaming, de electrische verwarming, de electrische verlichting, het brandscherm, de meubileering, de décors enz.

Begin April 1914 werd met den bouw ’n aanvang gemaakt. Met het afbreken van de oude concertzaal kon eerst op 13 Mei 1914 worden begonnen, twerijl het voorgedeelt van het oude gebouw eerst einde Augustus ter beschikking van den aannemer kwam.

Hier volgen de namen dergenen, die aan het groote werk een werkzaam aandeel hebben gehad:

Architect: Oscar Leeuw, alhier

Decoratief gedeelte en boetseeren der Basreliefs: Henri Leeuw alhier.

Adviseur voor den aanleg van de electrische verlichting: J.J. Fels e.l., alhier.

Opzichters: W.Th. Reannen (tot aan de mobilisatie) en D. Benning.

Aannemer A.J. Smits Jr., bijgestaan door zijn broeder G.B. Smits, alhier.

…..” (De Gelderlander 7/2/1915)

Lichtkroon in de Grote Zaal in het Concertgebouw De Vereeniging (RAN F2755)
De zijgevel van het Concertgebouw “de Vereeniging”, met op de achtergrond de hoofdingang (RAN F2757)
De hal in het Concertgebouw De Vereeniging, gezien in de richting van de Biljartzaal (Annazaal), 1915 (RAN F2754)

Villa de Zandkuil

1915 Berg en Dalseweg 379 (huidig)

In oktober 1915 besteedt Oscar Leeuw het uitbreiden van de villa “De Zandkuil” aan. De laagste inschrijver was A.J. Peters met f14.474. Het werk is aan hem gegund. (De Gelderlander 10/10/1915)

Kledingzaak Gebr. Bischoff

1919, hoek Molenstraat- van Welderenstraat (huidig: Molenstraat 105)

Verbouwing Villa de Driewegen

1919 Hatert, St Anna 212 (oorspronkelijk), vanaf 1904: St Annastraat 270, gesloopt

Zie voor een beschrijving en bouwtekening reactie 6 en verder op Noviomagus

Kantoor Bergoss

1919    Bram van den Berghstraat 22, Rijksmonument

Oscar Leeuw ontwerpt het hoofdkantoor voor de textielfabriek Bergoss, welke in 1919 is gebouwd. Cultuurhistorische Inventarisatie Noord-Brabant Monumenten:

“Het pand heeft een fraai portaal is in classisistische vormgeving en baksteen-ornamentiek in Art-Deco- en Overgangsstijl en bezit een dominante kroonlijst.” Behalve het kantoor bouwde Leeuw ook enkele fabrieken voor het bedrijf.

Bronnen

http://www.dewerkendemensoss.nl/tussentijds/tussentijds2019_2.pdf

https://nl.wikipedia.org/wiki/Bergoss

Bejaardenoord “St. Anna”

1925-1928 Groesbeekseweg 327-329 Groenewoud, gesloopt in 1971/1972

Bejaardenoord "St. Anna", Groesbeekseweg 1934-1936 (F14215 RAN)
Bejaardenoord “St. Anna”, Groesbeekseweg, 1934-1936 (F14215 RAN)

Oscar Leeuw ontwierp het pand in 1926. Daarbij vond in juli 1926 de aanbesteding plaats namens het R.K. Parochiaal Armbestuur onder “R.K. georganiseerde aannemers”. (PGNC 23/6/1926)

De laagste inschrijver was B. van Tienen met f364.980 (met wijziging van de kapel f5.500 minder) (PGNC 7/7/1926). De werk werd echter gegund aan W. van der Wagt, die de 2 na laagste inschrijving had. (Noviomagus)

Het Bejaardenhuis St. Anna (later Joachim en Anna genoemd) is in 1928 gereed gekomen. Vanaf 1928 tot 1945 verleenden de Zusters Dochters van Maria en Jozef (de Zusters van de Choorstraat te Den Bosch) hier de zorg. Van 1946 tot 1959 werd de zorg verleend door de Zusters Franciscanessen van de Allerzaligste Maagd Maria ter Engelen. Vervolgens van 1959 tot 1971 weer de Zusters van de Choorstraat. In 1971/1972 werd het pand gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw.

Kapel van de St. Anna Stichiting; Mgr. A.F. Diepen, bisschop van 's-Hertogenbosch in de kapel van de nieuw gebouwde Sint Annastichting (het latere Joachim en Anna) tijdens de plechtige opening en inwijding van het gebouw, ontworpen door Oscar Leeuw, dat 100 bejaarden kon huisvesten. Het gebouw is inmiddels vervangen door nieuwbouw, 25/1/1928, Groesbeekseweg 329 F87257
Kapel van de St. Anna Stichiting; Mgr. A.F. Diepen, bisschop van ‘s-Hertogenbosch in de kapel van de nieuw gebouwde Sint Annastichting (het latere Joachim en Anna) tijdens de plechtige opening en inwijding van het gebouw, ontworpen door Oscar Leeuw, dat 100 bejaarden kon huisvesten. Het gebouw is inmiddels vervangen door nieuwbouw, 25/1/1928, Groesbeekseweg 329 (F87257 RAN)

Een mooie foto van dit complex is tevens te vinden op Noviomagus, waarin goed te zien is hoe de 100 meter lange gevel met zijn 4 torens een burchtachtige, maar tevens statige indruk maakt. Noviomagus noemt het een “schoolvoorbeeld van expressionisme”.

(Overige) Bronnen en verder lezen:

Bijschrift F13052

Noviomagus

Bank De Nijmeegse Bankvereeniging Van Engelenburg & Schippers

1922, Huidig: Hertogstraat 70 (toen: “tusschen Hersteeg, Mariënburgplein en Mariënbursche straat)

Nijmeegsche Bankvereeniging Van Engelenburg & Schippers, architect Oscar Leeuw. Rechts de bank, foto: 25 jarig regeringsjubileum van Koningin Wilhelmina ; een versierde poort gezien in de richting van het Hertogplein, 1923 (F59633 RAN)

Rechts de bank, foto: 25 jarig regeringsjubileum van Koningin Wilhelmina ; een versierde poort gezien in de richting van het Hertogplein, 1923 (F59633
RAN)

Na de Eerste Wereldoorlog gaan de zaken voor De Nijmeegsche Bankvereeniging Van Engelenburg & Schippers goed. De resultaten zijn gunstig en het aantal relaties is gegroeid, ook in het gebruik van de “veiligheidskelders”.

Daardoor heeft de bank dringend behoefte tot uitbreiding. “Na rijpe overwegingen met onzen architect den heer Oscar Leeuw, besloten wij het bestaand hoofdkantoor niet te verbouwen, doch een geheel modern kantoorgebouw te stichten.” Daarop wordt een terrein aan de Hersteeg en de Marienburg aangkocht, perceel Hersteeg no. 48(?) (PGNC 29/4/1920).

De Nieuwe Nijmeegsche Bank.

De Nijmeegse Bankvereeniging Van Engelenburg & Schippers,- wij spreken in den regel van “De Nijmeegsche Bank”- betrekt aanst. Maandag haar nieuw Kantoorgebouw aan de de Heresteeg, dat men allengs heeft zien oprijzen aan het uitgebreiden terrein ter oppervlakte van ongeveer 1900M², gelegen tusschen Hersteeg, Mariënburgplein en Mariënbursche straat. Veler belangstelling heeft ongetwijfeld deze groote bouw gaande gemaakt, eene belangstelling die zeker zal blijken als de nieuwe Bank morgen, Zondag, in de morgen- en namiddaguren voor de genoodigden, tot wie in de eerste plaats de Aandeelhouders en de clientėle behooren, ter bezichtiging zal worden gesteld.

Het verheugt ons hier aanstonds te kunnen bijvoegen, dat onze bekende Nijmeegsche Architect, de heer Oscar Leeuw, de ontwerper is van deze even groote als grootsche inrichting, waarmee hij opnieuw zijn veelzijdigheid als bouwkundige getoond heeft. Naast de verschillende bouwwerken te dezer stede, waaraan zijn naam verbonden is- en dat wordt zoo langzamerhand een geheele serie- neemt dit Bankgebouw een waardige plaats in. De kloeke gevels aan de drie buitenzijden van het uitgebreide gebouw- frontbreedte Hersteeg 27.40M.- geven o.l. uitstekend het karakter weer van de instelling, die daarachter haar zetel zal hebben. Frissche Waalsteen, het product van de juist in onze omgeving zoo bloeiende industrie, werd met een gepaste afwisseling van tufsteen en graniet daaraan verwerkt. Hooge vensters, die zich op de verschillende verdiepingen aaneenrijgen, laten een overvloedig licht naar binnenkomen, licht dat noodig is om met lust te arbeiden in de ruime hallezalen en vertrekken, waar een uitgebreid personeel zijn dagelijkschen arbeid verricht, en waar voor alles een scherp toezien op hun arbeid geëischt wordt. Overmatige versiering is bij deze gevels vermeden, zij spreken van ernst en degelijkheid.

Het is geen lichte taak zulk een Bankgebouw in elkaar te zetten. Daarvoor wordt heel wat studie vereischt; daarvoor is herhaald en langdurig overleg noodig met de mannen van het vak, die de eischen van het tegenwoordige bankwezen door en door kennen, daarvoor moet men beschikken over een scherp oog, over veel practischen zin en over een onuitputtelijk geduld, opdat zelfs geen kleinigheden over het hoofd worden gezien, en daarvoor is bovenal noodig de gave om bij zooveel eischen en gegevens een harmonieus geheel tot stand te brengen, dat èn dengenen die het gebouw hun dagtaak verrichten, èn dengenen die er komen om hun zaken te doen, voldoening schenken. Het komt ons voor dat Bouwmeester Oscar Leeuw uitstekend in geslaagd is aan al die uiteenloopende eischen te voldoen en dat hij ook van deze schepping vreugde zal beleven.

Als een sierlijk ijzeren hekwerk, dat den Hoofdingang- een Poortopening- aan de Hersteeg afsluit, weggeschoven is, staat men voor een boogvormig hoofdportaal, van waaruit een forsche trap leidt naar de groote Hal, die het centrum van het gebouw vormt en waar het publiek toegang heeft. Om die trap heen leiden trappen naar de ruime fietsenbergplaats voor het publiek. Treden wij door de sierlijke draaideuren die Hal binnen, welke een oppervlakte heeft van 6.50 x 14M. en waarin door een glazen plafonde een overvloed van licht valt, dan staan wij een oogenblik vol bewondering stil. Daar is iets grootsch in- en toch, men gevoelt er zich aanstonds thuis. Komt dit door de gelukkige afmetingen, door de practische indeeling, door de frissche kleuren, door het mooie licht- we weten het niet, doch de bezoekers van morgen zullen het ons zeker nazeggen, dat ze zich hier al heel gauw op hun gemak gevoelen. Rechts, links en in het midden scheiden baliebladen, waarop gesmeed ijzeren hekken, het publiek van het personeel, dat daarachter aan stemmige werktafels zijn arbeid verricht. Gebrand koperen platen op de loketten, die in het hekwerk zijn gespaard, geven de afdeelingen aan waar men wezen wil. Aan de eene zijde is de Effectenafdeeling, aan de andere die voor de Bankzaken. En in het middenvak vindt men de Kas met drie loketten, elk correspondeerend met een der afdeelingen, waarvóór tourniquettes aangebracht zijn. Als straks de talrijke clientèle het gebouw binnenkomt, zal een ieder al heel spoedig bemerken, waar hij wezen moet. Boven het hekwerk, dat de kassen afscheidt van de Hal, is een sierlijk uurwerk aangebracht met allegorische versiering uit gesmeed brons, een kunstwerk, vervaardigd naar een ontwerp van den bekenden kunstenaar Huib Luns, dat door het voltallige personeel van de Bank der Directie werd aangeboden, als een bewijs van sympathie bij deze belangrijke gebeurtenis in het leven der instelling.

Eveneens gelijkvloers bevinden zich verder o.m. de leeszaal, eigenlijk “Effectenzaal” genoemd, waar de bezoekers kunnen wachten; verschillende spreekkamers, waar men rustig zijn zaken behandelen kan, zonder dat men door omstanders daarbij gehinderd werd; een  telefooncel voor het publiek; een portiersloge enz. enz., alsmede de breede toegang naar het sousterrai, waarin zich o.a. de Brandkelder bevinden, waarop wij nader terugkomen. Zit aldus rond om de groote Hal het personeel, dat zich direct met het publiek bemoeit, meer naar de achterzijde heeft men de afdeelingen, waar rustig gewerkt moet worden, als die voor de boekhouding, de correspondentie, de accountancy enz. Deze bevinden zich dus in het aan het Mariënburgplein uitkomende gedeelte; zij zijn door glaswanden van elkaar gescheiden, wat de rust bij den arbeid bevordert, terwijl het geheel toch overzichtelijk blijft. Ook de expeditie bevindt zich in dit gedeelte, waar tevens de uitgang voor het personeel naar de Mariënburgsche straat is

Langs een breeden corridor bereikt men de andere zijde van het achtergebouw, dat door een tuin van de Hal gescheiden is en waarin zich o.a. bevinden een ruime en fraaie werkkamer voor de Directie, met daarnaast gelegen spreekkamer en dito voor het Secretariaat, wachtkamers enz. enz. Ook hier heeft de telephoon-centrale, vanwaar uit een daarmee speciaal belaste telephoniste aansluitingen met de verschillende afdeelingen bewerkstelligt. Tevens vindt men hier afzonderlijke ruimten voor de typisten en voor de draadlooze telefoons. Dat men hier overal practische bergplaatsen, deels met kluizen heeft en tal van andere, door de practijk geëischte inrichtigen aantreft, spreekt van zelf. Het is ondoenlijk ze alle op te noemen.

Op de bovenverdieping aan de achterzijde bevinden zich smaakvol ingerichte zalen, zoowel voor vergaderingen met de aandeelhouders als met de commissarissen, die met sobere doch stijlvolle eikenhouten wandbetimmeringen en daarbij passende meubelen, evenals de Directie-kamer beneden, een deftigen indruk maken. Voor de Directie dient een afzonderlijke ingang, uitkomend aan het Mariënburgplein.

De beide étages van het voorgebouw aan de Hersteeg, waarheen afzonderlijke toegangen voeren, zijn ingericht om voor Bureaux te worden verhuurd. Ook hier laat de inrichting niets te wenschen over.” (PGNC 25/3/1922)

Zie ook het artikel op Noviomagus

Het huidige Hertogstraat 70 in 1942, op dat moment de Twentsche Bank, 1942 (F14506 RAN) architect Oscar Leeuw
Het huidige Hertogstraat 70 in 1942, op dat moment de Twentsche Bank, 1942 (F14506 RAN)
Bank De Nijmeegse Bankvereeniging Van Engelenburg & Schippers architect Oscar Leeuw huidig, september 2022 Google Streetview
Hertogstraat 70 Huidig, september 2022 (Google Streetview)

Israëlitische begraafplaats

1922 Kwakkenbergweg 1 Kwakkenberg

Israëlitische Begraafplaats: Het Huis der Levenden, de Joodse begraafplaats. Hier het hoofdgebouw, augustus 2000 (Nico van Hoorn via D860 RAN CC0) Kwakkenbergweg 1 Kwakkenberg Oscar Leeuw
Israëlitische Begraafplaats: Het Huis der Levenden, de Joodse begraafplaats. Hier het hoofdgebouw, augustus 2000 (Nico van Hoorn via D860 RAN CC0)

Zie voor een beschrijving Noviomagus.

Villa

1923 Paijensweg 7 Kwakkenberg

Paijensweg 7 Kwakkenberg Oscar Leeuw augustus 2023 Google Streetview
Paijensweg 7, augustus 2023 (Google Streetview)

Museum Kam

1922, Eleonorastraat (Nu: Museum Kamstraat 45)

De vlag in top ter gelegenheid van de opening van het Museum Kam, 17/5/1922 (RAN F87279)

Museum-Kam.

Nijmegen is een belangrijke instelling rijker geworden, het Museum-Kam, dat aan de Eleonorastraat is gebouwd naar de plannen en onder leiding van onzen kunstzinnigen stadgenoot, den architect Oscar Leeuw. Het trekt betrekkelijk weinig de aandacht: het staat niet aan een hoofd- of druk bewandelden verkeersweg en velen zullen misschien weinig voelen voor de voorwerpen, die er in tentoongesteld worden, al vertegenwoordigen zij met het gebouw, waarin zij geborgen zijn, een enorm kapitaal; al hebben zij de belangstelling van geschied- en oudheidkundigen; al is die verzameling het product van benijdbaren levensherfst van den schenker; en al leggen zij een stilzwijgend getuigenis af van wat liefhebberij en toewijding kunnen voortbrengen.

Nu Woensdag 17 Mei door den minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, in tegenwoordigheid van vele autoriteiten, het Museum zal geopend worden en het een aantrekkelijkheid te meer zal zijn voor onze stad, vooral voor hen, die beseffen, hoeveel die schijnbaar haast waardelooze dingen ons vertellen kunnen van oudheid en middeleeuwen, willen wij onze stadgenooten er mee in kennis brengen. Groote bekendheid er mee en met de uitgebreide verzamelingen, die er in gehuisvest zullen worden, durven wij niet veronderstellen. Als de heer Detering zijn tonnen gouds beschikbaar stelt om “Het Straatje van Vermeer” te koopen en het meesterwerk aan den staat aan te bieden, dan wordt die vrijgevigheid- en zeer te recht- geroemd en alle bladen maken er melding van. Maar ongelijk minder ophef wordt er gemaakt van wat de heer Kam aan rijk en gemeente schonk, een geschenk, waarvan de waarde wel niet in een nauwkeurig opgegeven aantal guldens wordt opgegeven, maar dat toch ook verscheidende tonnen gouds vertegenwoordigt. Men ziet, wij spreken eers maar van de financieele zijde der zaak: tegenwoordig wordt daar meer dan ooit op gelet en veel wordt gewaardeerd naar het geld, dat er mee gemoeid was, met voorbijzien van de aesthetische of de ethische of de economische waarde.


Gerard Marius Kam ( 29 juni 1836 – 27 december 1922) amateur-archeoloog, datering 1915-1920 (Daniels, M 1782-2000 via RAN F84526)

De heer Kam is een bekend ingezetene van onze stad; ieder kent den pienteren ouden heer, vol belangstelling voor alles, wat er te Nijmegen te doen is op het gebied van kunst en wetenschap, ondanks zijn 86 jaren. De belangstelling kenmerkte hem al, toen hij in 1897 om gezondheidsredenen uit de zalen trad en zich hier vestigde in de villa “Erica” aan den Berg-en-Dalschen weg. Op het terrein tegenover zijn villa, nu ingenomen door de bloemisterij van de firma Smith, en op een gedeelte waarvan het mooie Museumgebouw is verrezen, werd bij het graven een Romeinsch potje gevonden, dat aan den heer Kam werd aangeboden. Dat potje is de grondslag geworden voor de, nu wellicht, grootste verzameling van Romeinsche en Middeleeuwsche oudheden. Want bij de vele ondernomen grondwerken in en om onze gemeente, kwamen allerlei voorwerpen aan het licht, die daar eeuwen hadden gelegen en sitlle getuigen waren van het leven, dat eens in den Romeinschen tijd hier geleefd was. De aanleg van buizennetten voor gas- en waterleiding en rioleering, het bouwen van woningen in de zich uitbreidende stad, het planten van boomen, alles leverde merkwaardigheden op, en toen men eenmaal wist, welke schatten- zelfs potscherven hebben voor den oudheidkundige waarde- aan het licht kwamen. Toen werden er opzettelijke ontgravingen ondernomen en werd hetgeen uit de Waal werd opgebaggerd aan een nauwkeurige onderzoek onderworpen. En veel, heel veel van het gevondene verhuisde naar de tot hulpmuseum ingerichte stalling achter de villa “Erica”, die weldra te klein bleek om alles ten toon te stellen zóó als de belangstellenden dat wenschten, te meer, doordat ook door aankoop elders de verzamelingen aangroeiden.

In 1908 deed de heer Kam een beslissenden stap. Hij vermaakte in geval van overlijden aan het rijk zijn geheele uitgebreide verzameling om daardoor te bewerken, dat zij ongeschonden zou blijven voortbestaan, want de verzamelaar, de echte, die hetgeen hij verzamelt lief krijgt, beschouwt dat als een dierbaar familielid.

Het was echter hoogstwaarschijnlijk, dat de collectiën, wanneer eenmaal het rijk er de volle beschikking over zou hebben, naar Leiden zouden worden overgebracht. Gebeurde dat, dan was het te voorzien, dat men daar, bij gebrek aan ruimte, wel de belangrijkste stukken in het museum van oudheden zou plaatsen maar dat de minder belangwekkende en de duplicaten ergens in den meest letterlijken zin zouden worden opgeborgen. Er was dus onzekerheid omtrent het voortbestaan van de verzameling als zoodanig en bovendien alles zou vervoerd worden ver van Nijmegen, in welks omgeving de meeste stukken waren gevonden en met welks oude geschiedenis zij verband hielden.

Zoo rijpte bij den heer Kam een plan, dat zijn beslag kreeg op 25 Juni 1919, een notarieele acte gepasseerd werd, waarbij de heer Kam zich verbond een museum te doen bouwen op eigen kosten en dat kosteloos aan het rijk af te staan, dat verder het beheer zou doen voeren onder leiding van een door de regeering te benoemen directeur.

Dat dit besluit door de regeering gewaardeerd werd, is op de meest ondubbelzinnige wijze gebleken.

Tot directeur werd benoemd de heer Dr. M.A. Evelein, die ook op ons in de gelegenheid stelde het museum voor de officieel opening te bezichtigen.

Nu staat het nieuwe Museum daar aan de Eleonorastraat op een terrein, waaruit behalve dat allereerste potje nog menig stuk is opgedolven, een terrein, waar 20 eeuwen geleden Romeinsche legioenen de wacht hielden aan de uiterste grens van het wereldrijk en in welks onmiddelijke nabijheid het 10e legioen kampeerde, dat de opstandige Batavieren opnieuw tot onderwerping had gebracht.

Het is een monumentaal gebouw, een modelmuseum waarvoor, zooals wij reeds zeiden, de heer Oscar Leeuw de plannen ontwierp en waarvan hij den bouw leidde. Het uitwendige ziet er vrij modern uit, behoudens aanduidingen van de bestemming. Zoo dragen de beide afgeknotte torens ter weerzijde van den ingang een muurkroon naar Romeinsch motief en sterk vergroote reproducties van munten, met de revers, uit den tijd van Nero en Vespasianus. In het bovenlicht van de deur ziet men de wolvin, die Romulus en Remus volgens de mythe zoogde en daarboven de bekende initialen S.P.Q.R. (Senatua Populusque Romae). De ingang is verder geflankeerd door Romeinsche adelaars.

De centrale hal met de bordestrap naar de galerij met op de achtergrond de Buste van de oprichter Gerard Marius Kam, gemaakt door August Falise in 1922 en daar achter de wandschildering van het Forum Romanum, geschilderd door Huib Luns in 1922, 1925 (RAN F30435)

De deur, die toegang geeft tot het gebouw, is hoogst bescheiden. Zij geeft allereerst toegang tot een portaal, waarin de portiersloge en de vestiaire. Uit die voorportaal echter treedt men in de groote hal, het atrium, van 13 bij 15½ M., die opstijgt over de beide verdiepingen. Rondom die hal bevinden zich 5 ineenloopende zalen, waarin een groot gedeelte van de verzamelde voorwerpen in eenvoudige maar uiterst doelmatige vitrines en kasten wordt tentoongesteld. Tegenover den ingang naar ’t einde er hal leidt een monumentale trap naar de gaanderijen van de verdieping, waar weer vitrines en kasten met oudheden aandacht vragen. Kasten en vitrines zijn overal zoo geplaatst, dat zij de vrije rondwandeling niet belemmeren en steeds het noodige licht opvangen, dat door het bovenlicht van de hal en door de ruime vensters van de verdieping binnenstroomt.

Boven de zooeven bedoelde trap is een afbeelding geschilderd, van de hand van den heer Huib Luns, van het Forum van Rome en is een plaats uitgespaard voor iets, dat voor ’t oogenblik nog een verrassing moet blijven.

Rondom de hal zijn namen aangebracht van de Romeinsche heerschers, uit wier tijd de voorwerpen stammen: Julius Caesar, Octavinus Augustus, Tiberius Claudius Nero, Claudius I, Claudias Nero, Domitianus, Trajanus, Probus, Constantinus I, Flavius Claudis, Julianus II, Flavius Honrius.

Boven de deuren van verschillende zalen zijn ook de namen van de meest bekende pottenbakkers geplaatst.

Onder de trap heeft men toegang tot een achterzaal, die wel lager ligt door niveau-verschil, maar toch niet is wat men noemt een sousterrein. Daar hebben de grootere voorwerpen,, zooals sarcophagen e.d.g. een plaats. Ter eene zijde van deze zaal is de werkkamer van den Directeur gelegen met bijkamers o.a. voor fotografie; ter andere zijde liggen de kelders met de inrichting voor een brandvrije centrale verwarming.

De naast het gebouw gelegen portiersgebouw heeft geen toegang tot het gebouw; zij is er door een pergula aan verbonden.

De belichting is, zooals wij reeds opmerkten, uitstekend. Het meeste licht is bovenlicht; alleen de achterzaal heeft zijlicht omdat er gerekend is op mogelijke optrekking van dat gedeelte, die zóó kan plaats hebben, dat het bouwwerk als geheel daardoor geen schade lijdt.

Wat de plaatsing der vitrines aangaat, die staan beneden tusschen die pilaren, die den bouw schragen, en zijn dus van beide zijden toegankelijk. Vitrines zijn er ook boven op de balustrade en daar staan verder de kasten, die ook boven van glazen dakplaten zijn voorzien en niet door uitwendige versierselen ondoematig worden.

Het gebouw, zooals het daar staat is een monument in meer dan één opzicht; een gedenkteeken voor de oude geschiedenis van de omgeving onzer stad; een gedenkteeken voor den heer Kam en het werk, waaraan hij latere levensjaren wijdde; een gedenksteen ook voor den ontwerper, die er trouwens al twee had: in de Vereeniging en in de Synagoge.” (PGNC 15/5/1922)

N.V. Bouwmaterialen v.h. van de Venne en van der Sluis

1922, Dr. Jan Berendsstraat 94-96 (laatste adres 70-72?; gesloopt)

De N.V. Bouwmaterialen Van de Venne & Van der Sluis, aan de Dr. Jan Berendsstraat 70-72, gelegen tussen de Jan van Galenstraat en de Piet Heinstraat, 1980-1981 (RAN ZN36090 – C) Architect Oscar Leew

N.V. Bouwmaterialen v.h. van de Venne en van der Sluis architect Oscar Leeuw

De N.V. Bouwmaterialen v.h. van der Venne en van der Sluis breidt uit door magazijnen en kantoren aan de Dr. Jan Berendsstraat No. 94 en 96 te laten bouwen. De architect was Oscar Leeuw.

Lees Meer

Villa Berg en Eik, later Marie-Louise

1923-1924 Elzenweg 4 Kwakkenberg, Rijksmonument

 villa Marie-Louise (vanaf 1955 het klooster van de Zusters Dochters van O.L. Vrouw van het Heilig Hart) ; van 1924 tot 1955 was dit het Klooster van de Paters Missionarissen van de Heilige Familie, 2010 Eversweg 4 (Henk van Gaal via Df807 RAN CC0)
Villa Marie-Louise, 2010 Eversweg 4 (Henk van Gaal via Df807 RAN CC0)

Oscar Leeuw ontwierp villa Berg en Eik voor H.J. Reuter. Daarbij behoorde tevens het tuinhuis. In 1926 kwam er bovendien een garage.

Pantus: “…een stijl die sterk door het expressionisme beïnvloed is. Daarvan getuigen onder meer de opvallende V-vormige plattegrond (met centraal gelegen een zeshoekige hal en achthoekige woonkamer), de kantige, trapsgewijs inspringende ingangspartij en de contrastrijke gevels, en voorzien van radiatorachtige muurdammen”.

Het bijschrift bij de foto noemt dat het van 1924 tot 1955 was dit het Klooster van de Paters Missionarissen van de Heilige Familie (er is nog niet onderzocht of de 1924 een tikfout is of dat Reuter hier zelf nauwelijks gewoond heeft).

Daarna was het vanaf 1955 het klooster van de Zusters Dochters van O.L. Vrouw van het Heilig Hart (Bron: bijschrift Df807). De zusters wijzigden de naam in Huize Maria-Louise.

Daarna was het vanaf 1955 het klooster van de Zusters Dochters van O.L. Vrouw van het Heilig Hart (Bron: bijschrift Df807). De zusters wijzigden de naam in Huize Maria-Louise. In de zomer van 2003 waren de zusters vertrokken en stond de voormalige villa met bijbehorende garage, theekoepel en kapel te koop.

De villa is een Rijksmonument

(Overige) Bronnen

Oscar Leeuw: Een Architectuurtocht, Willem Jan Pantus, uitgave Numaga 1997

https://www.noviomagus.nl/Gastredactie/Kersten4/Kersten4.htm

Zaad- en voerhandel Wed. H. v.d. Bogaard

1924, Molenstraat, hoek Paulstraat

Firma Wed. H. v.d. Bogaard.

Merkwaardig, hoe de vooruitgang van onze stad steeds ook valt op te merken in de aanpassing van oude zaken, welke met haar tijd medegaan, aan nieuwe eischen, van modern winkelcomfort en practische reclame.

Ieder oud-Nijmegenaar kent den zaad- en voerhandel van de firma Wed. H. v.d. Bogaard, in de Molenstraat, hoek Paulstraat.

Welke bewoner uit Nijmegen’s omgeving kent ze niet?

In vroegere intiemere omgeving van dit kruispunt van straten- nu ware verkeersaders geworden- stonden er de oud-Hollandsche, met veel kleurglas-in-lood overladen boogvensters in lijn en tint met de omgeving harmonieerend.

Toen de Wiemelpoort- de stadspoort- er nog grauwde, was er de firma v.d. Bogaard al op dit punt.

Moderner omgeving deed de meer intieme dan opdringerige winkelgevel, nog afgetrokkener zijn, men liep er voorbij als langs een gesloten huis, waar niet te koop scheen.

Slechts oud-Nijmegenaren wisten den zaadhandel H. v.d. Bogaard wel te vinden- en de buitenlieden nog beter.

De gebogen lijn der winkelramen bleef gehandhaafd en de glas-in-lood-vulling eveneens, maar de spiegelruiten werden ruimer en laten nu aanmerkelijk meer licht door in den winkel, welke eveneens vergroot en doelmatiger werd- de winkel kreeg bijna de helft meer oppervlakte.

Vooral bij avond heeft men hier nu ook een verlichten hoek met winkel, welke aandacht trekt voor de verscheidene zaden voor bloem- en veldgewassen voor de hoendervoer-artikelen en voor de huishoudelijke artikelen, als matten, borstelwerk enz.

De architect Oscar Leeuw verzorgde met zekere zorg en liefde voor het oude, de verbouwing, welke practisch werd en toch niet geheel de bekoring van het oude wegnam.

De aannemer, de heer W.F. de Haas voerde de verbouwing deskundig uit.

De twee bijzondere zandsteenen zuiltjes met de attributen van den handel- in deze zaak gedreven- op de kapiteeltjes gehouwen door den beeldhouwer Everaerts, dragen den vooruitspringenden voorgevel, met zijn vier groote breede etalageramen.

De heer G. Tesser verzorgde het schilderwerk, de firma van Schreeven bracht een rijke electrische verlichting aan.

De firma Moll installeerde de centrale verwarming, terwijl het steenhouwwerk met smaak werd uitgevoerd door firma Euwens.

Voor de verbouwing pronkte er aan den hoekgevel een electrische stadsklok, tijdens de verandering van den winkel werd die tijdwijzer gemist.

Hij komt er nu weer op en te hangen aan een arm, van kunstig gesmeed ijzerwerk uit de ateliers der firma Meijers-Ruiten.

Een hoek oud-Nijmegen staat er nu vermoderniseerd- niet blufferig in kleur en lijn, maar rustig en toch op den voorgrond tredend.

Hij vermelden nog, dat de firma H. v.d. Bogaard haar handel ook heeft uitgebreid met die in kunstmest.

In sierlijke en toch eenvoudige etalagekasten vindt de kijker, hetgeen hij zoekt.” (De Gelderlander 12/4/1924)

Passage Vroom en Dreesmann

1925 Grote Markt/Broerstraat Centrum

De passage van Vroom en Dreesmann in 1939: merk tevens het bij de Passage getrokken pand links van de bogen op: dit was de winkel van Bielen. (Een gedeelte van de zuidzijde van de Grote Markt, met v.l.n.r. de sigarenzaak van J. van Steensel; de Passage van Vroom en Dreesmann (met de 3 bogen); de apotheek / drogisterij van E.G. Moeijs, en de schoenenzaak van de Gebroeders Raemakers. Rechts de hoek met de Scheidemakersgas. Links de hoek met de Broerstraat), 1939 (ir. J.G. Deur via F14009 RAN CCBYSA)

De vooroorlogse Vroom en Dreesmann II: De Passage tussen Grote Markt en Broerstraat architect Oscar Leeuw

In 1925 laat Vroom en Dreesmann een passage bouwen tussen de Broerstraat en de Grote Markt. Hiervan is Oscar Leeuw de architect. De passage staat aanvankelijk naast het pand van Bielen, waar in 1902 haar uitbreiding met een 2e winkel had plaatsgevonden. In 1930 zal ook het pand van Bielen (weer) worden gekocht en bij…

Lees Meer

Villa Osanshoeve

1925 Sophiaweg 73 Kwakkenberg

Osans Hoeve, Sophiaweg 73, November 2008 (Google Streetview) architect Oscar Leeuw
Osans Hoeve, Sophiaweg 73, November 2008 (Google Streetview)

In 1925 ontwerpt Oscar Leeuw een villa voor zichzelf, zijn vrouw en zijn ongehuwde zus. De naam is afgeleid van de eerste 2 letters van Oscar en zijn vrouw An.

Het Biografisch Woordenboek Gelderland: “Aan de Sophiaweg 73 bouwde hij voor zijn vrouw, zijn ongehuwde zuster en hemzelf een woonhuis in een voor hem totaal nieuwe stijl. De moderne ‘Osans-Hoeve’ kan in vergelijking tot het werk van de eerste twee decennia zonder meer sober genoemd worden. Zuiver architectonische middelen bepalen het karakter van de villa: wijd overstekende kappen, vlakke, onversierde muren en ruime, open veranda’s. Oscar Leeuws stijl wordt echter minder persoonlijk en dus minder herkenbaar, waardoor het moeilijk wordt zijn verdere werk te volgen.”

Hoewel ik geen expert ben, lijkt deze stijl al eerder te zijn ingezet, zoals bijvoorbeeld in de villa Berg en Eik/Marie-Louise.

Pantus trekt een vergelijking met deze villa: “Het ontwerp van het huis is vergeleken met de expressionistische strengheid van villa Marie Louise, een jaar daarvoor voltooid, van een grote ontspannenheid. Dat komt zowel door de losse, asymmetrische compositie als door het rondomlopende overdekte terras met gekoppelde houten zuiltjes en door de vriendelijk geluikte vensters. De speelse kap loopt ver naar beneden en krijgt daarmee en cruciale betekenis: het is een stulp, waarin men zich comfortabel terugtrekt, een plaats om zorgeloos oud te worden.”

In de Tweede Oorlog nemen de Duitsers de villa in beslag. Leeuw en zijn zus gaan op Surinameweg 3 wonen. Oscar Leeuw zelf zal niet meer op dit adres terugkeren: op 16-2-1944 overlijdt dan.

In oktober 2023 staat de woning te koop, het is volgens Indebuurt op dat moment een van de top 5 huizen met de hoogste vraagprijs (1.850.00 euro). De advertentie is -in ieder geval nu, april 2024- nog op Funda, waarbij het in dezelfde november verkocht blijkt te zijn.

(Overige) Bronnen:

Oscar Leeuw: Een Architectuurtocht, Willem Jan Pantus, uitgave Numaga 1997

Villa

1926 Louiseweg 15 Kwakkenberg

Louisewseg 15,  Google Streetview (augustus 2023)
Louisewseg 15, Google Streetview (augustus 2023)

Op de poort van de ingang staat aan weerszijden “Zomerland”. Of dit de oorspronkelijke naam is weet ik niet.

Het bouwen van een Landhuis aan de Louiseweg te Nijmegen Kad. Hatert Sectie B. No 1200 Voor den WelEd. Zeer Gel. Heer Dr. J.H.M. van Dortmond Arntz te Nijmegen, Datum Dossier 8-10-1926  (D12.390910) Louiseweg 15 architect Oscar Leeuw Kwakkenberg
Het bouwen van een Landhuis aan de Louiseweg te Nijmegen Kad. Hatert Sectie B. No 1200 Voor den WelEd. Zeer Gel. Heer Dr. J.H.M. van Dortmond Arntz te Nijmegen, Datum Dossier 8-10-1926 (D12.390910)

Verbouwing Heydt

1926 Groote Markt 30 Centrum

In 1926 ontwerpt Oscar Leeuw de verbouwing voor de winkel van Willem Heydt op de Grote Markt.

Zaak Firma J.W. Heydt.

We moeten terug naar omstreeks 1850.

Toen zag er onze Groote Markt heel anders uit met haar goedmoedige vooreeuwse geveltjes, haar knusse winkeltjes met luifeltjes.

De Waag en de St. Stephen waren mooie middelpunten, waaromheen zich nederige huizekes bescheiden groepeerden.

Zaken op de Markt uit dien tijd hadden een reputatie met goeden klank.

Zaken uit dien tijd hadden haar klanten ver buiten de oude stadsmuren.

En zaken welke zich uit dien tijd tot heden met krachtige naam door de moderniteiten van het gejaagde winkelleven wisten te handhaven, moeten wel een goede kern gehad hebben.

De zaak der Firma J.W. Heydt, thans gedreven door den heer W. Heydt Jr., behoort daartoe.

Innerlijk bleef de zaak gezond, al leek zij uiterlijk verouderd.

Menschen van onzen tijd zien nu eenmaal gaarne een façade, welke hun ook wat zegt.

Dat begreep de heer W. Heydt Jr – hij bleef in het oude milieu, waarin de nering groeide en riep den architect den heer Oscar Leeuw, die een winkelpui ontwierp, passende bij omgeving en zaak, en sprekend tot de winkelende menigte. Het werd weer een stemmige pui met boven de vitrines lichtvallen van glas in lood bij wijze van metselwerkimitatie. De omlijsting der ramen niet te schreeuwerig vreemd, werd in levendige kleuren gezet.

Binnen is het intiem en gezellig en wordt men dadelijk voor een keuze van comestibles, fijne visch- en eetwaren gezet dat men niet weet wat van al die hartige lekkernijen het eerst te kiezen.

Bij gelegenheid van de opening na de verbouwingen, toonde de heer Heijdt nog steeds één der eerste stedelijke firma’s te zijn, op het gebied van delicatessen, primeurs, comestibles, fijne vischsoorten enz.

Wie er aan twijfelt, bezichtige eens de vitrines en beschouwe eens de fijne en voornaam opgemaakte schotels. Het zijn kunstwerkjes van cuisinierskunst en alles is even exquise voorbereid. Op dit gebied komt Nijmegen ook niet achteraan!” (De Gelderlander 6/12/1926)

Villa voor L. van der Grinten

1927 Lindenlaan 4

De, in opdracht van L. van der Grinten, weduwe van M.A.P.C. Poelhekke, oud directeur van de gemeente Hogere Burgerschool (HBS), door Oscar Leeuw ontworpen villa; rechts nog net zichtbaar de uitzichttoren aan de Kwakkenbergweg, 1928-1930 (F29292 RAN_
De, in opdracht van L. van der Grinten, weduwe van M.A.P.C. Poelhekke, oud directeur van de gemeente Hogere Burgerschool (HBS), door Oscar Leeuw ontworpen villa; rechts nog net zichtbaar de uitzichttoren aan de Kwakkenbergweg, 1928-1930 (F29292 RAN)

Villa “Anstruwe”

1927 Kwakkenbergweg 275 (iig op overlijdensbericht 1946)

In 1927 liet Anna Geertruida Everts – De Balbian Verster de villa Anstruwe bouwen aan de Kwakkenbergweg. Zij was weduwe van Jacobus Adrianus Marinus Everts, overleden op 7 mei 1927.

Deze woning kreeg dezelfde naam als de voorgaande woning op de Berg en Dalseweg 127. Op 18-4-4-1946 overlijdt zij (De Gelderlander 20/4/1946)

(Overige) Bronnen en verder lezen

Noviomagus, met tevens de bouwtekening

Bodega-restaurant Huize Bienen

1927, Keizer Karelplein 1

Advertentie opening (De Gelderlander 4/6/1927)

Wanneer Bienen zijn zaak verhuist naar het Keizer Karelplein, zal zijn zaak nog geen jaar draaien.

Zijn vorige pand stond op de Oude Stadsgracht 25. Hier komt de N.V. Meta-Bank in, waarvoor J. Willem Hoffmann het ontwerp maakt.

“De heer Oscar Leeuw, architect B.N.A. alhier, heeft gisteren aanbesteed het verbouwen van een villa aan het Keizer Karelplein — laatstelijk eigendom van de Amsterdamsche Bank — tot een Bodega-restaurant enz., waarin in Mei Huize Bienen, thans Oude Stadsgracht, zal worden gevestigd. Van de 5 inschrijvers was de laagste de Mij. Nederland (Konings en J. Thunnissen) met ƒ 8685.” (PGNC 5/4/1927)

Huize Bienen.

Behouden gebleven en de voorzaal, voornamelijk tot restaurant bestemd, biedt een grootsteedsch aspect. Ook omgekeerd heeft men van die zaal uit een verrukkelijk uitzicht op het Keizer Karelplein.

Van het terras, onmiddellijk aan het plein gelegen, heeft de architect ook iets moois gemaakt. Gemakkelijke witgelakte stoelen nooden bij gunstig weer- daarop viel totdusver nog niet te roemen- tot een zitje uit. Groote parasols beschermen de bezoekers overdag tegen al te felle zonnestralen en des avonds doet een verlichting met electrische  ballonlampjes feestelijk aan.

De entrée van het gebouw is eveneens royaal opgezet. Van de marmeren hall komt men òf in het reeds genoemde restaurant òf, door een andere deur, in een kleiner lokaal at als ontvangkamer dienst kan doen en aansluit bij een prachtig zaaltje met parketvloer, zware gordijnen, goudbehang, sierlijke lichtkronen, kortom al datgene wat tot een gezellige en mondaine sfeer bijdraagt. Voor partijen zijn de beie laastgenoemde lokalen, waarbij nog een serre met mooi uitzicht dient genoemd, dan ook bijzonder geschikt.

De toiletten zijn in de vestibule-sous-terrain aangebracht en ook hieraan is alle zorg besteed.

Een breede trap in de hall voert naar de etage, waar wederom een mooie zaal, eveneens met parketvloer, gelegenheid geeft tot het houden van vergaderingen en partijen; ook daarbij sluit een tweede, ruim vertrek als ontvangkamer aan. Het uitzicht op het Keizer Karelplein van het restaurant uit reeds zoo fraai, is van de veranda der zooeven genoemde zaal af schitterend te noemen; het plein lijkt er nog grooter dan het is en op het door de gemeente zoo keurig onderhouden plantsoen heeft men een verrukkelijk kijkje.

De indruk, welken Huize Bienen bij een bezichtiging op ons heeft gemaakt, is zeer gunstig geweest. Het is mooi en voor zijn bestemming praktisch ingericht.

Den architect en aannmer noemden wij reeds. Verder hebben de volgende firma’s aan de verbouwing meegewerkt: behangsel: Bahlmann en Co.; stoffeering en parketvloeren firma M. Drukker; schilderwerk Mom en Frohwein; elektriciteit: v. Schreeven; stucadoorwerk: Otten; terrazzo: d’Agnolo.” (PGNC 23/6/1927)

Op 9-3-1928 wordt Bienen echter failliet verklaard. (PGNC 9/3/1928). Charles Estourgie zal het pand verbouwen in cafe-restaurant “Germania”.

Zie ook Noviomagus.

Verbouwing Violenhof

1927 St. Annastraat 282

Bron: Noviomagus

(Overige) Bronnen en Verder lezen

Meer over Oscar Leeuw met al een aanzienlijke lijst van zijn gebouwen staat op Wikipedia

Oscar Leeuw W.J. Pantus in Biografisch Woordenboek Gelderland

MEEST RECENTE VERHALEN

Abonneren

Meld je aan voor een wekelijkse nieuwsbrief met de nieuwste blogberichten en exclusieve content. Verschijnt iedere dinsdag in je mailbox!

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.