De Sociëteit "Burgerlust", rechts daarvan het Spoorwegmonument, en links de kapel van kasteel Bat-Ouwe-Zate (kasteel Hallo), 1914 (A. Witmond, Wilhelmina Bazar via F34412 RAN)
#Nijmegen, Centrum, Gebouw van de dag

Burgerlust: Van Elite Vereniging tot Publieke Ontspanning

De Sociëteit "Burgerlust", rechts daarvan het Spoorwegmonument, en links de kapel van kasteel Bat-Ouwe-Zate (kasteel Hallo), 1914 (A. Witmond, Wilhelmina Bazar via F34412 RAN)
De Sociëteit “Burgerlust”, rechts daarvan het Spoorwegmonument, en links de kapel van kasteel Bat-Ouwe-Zate (kasteel Hallo), 1914 (A. Witmond, Wilhelmina Bazar via F34412 RAN)

In 1839 opent Sociëteit Burgerlust aan de Valkhof. Na topjaren in de 19 eeuw zal het uiteindelijk veranderen in een etablissement waar oorlogswinstmakers hun geld verbrassen. In 1920 wordt het in gebruik genomen als gebouw van de Katholieke Werkvereeniging Unitas. De Duitse bezetter geeft het de doodssteek door er een zwaar verdedingswerk van te maken.

Rond het midden van de 19e eeuw komen sociëteiten op. Burgerlust aan de Lindenberg was daarbij een van sociëteiten in Nijmegen. Of zoals Burgerlust zich noemt: “eene vereeniging van deelhebbers uit de fatsoenlijken burgerstand”.

Het begrip sociëteit bestond al in de 18e eeuw, met een sterke politieke inslag. Rond het midden van de 19e eeuw werd het begrip “sociëteit” nieuw leven ingeblazen. Het waren nu gegoede burgers -bijvoorbeeld fabrikanten- die een sociëteit oprichten.

Wikipedia: “Sociëteiten vindt men in Nederland op veel plaatsen. Meestal zijn ze uitsluitend voor mannen bestemd, die in de regel vrij hoog zijn opgeleid, verantwoordelijke/leidinggevende posities bekleden in de publieke of private sector of die zelfstandige beroepen uitoefenen. Zij zijn vaak ondernemend, dit in brede betekenis te verstaan.”

Oprichting Burgerlust

Societeit Burgerlust, Architect Pieter van der Kemp, 1839
Societeit Burgerlust, Architect Pieter van der Kemp, 1839

Ontstaan

Op 1- 8-1800 had een “consortium van twintig heeren uit gegoede Nijmeegsche burgerfamiliën” een huis gekocht boven aan de Grootestraat, met een achteruitgang in het Gapersgasje, “De Diamant Ring”/”het Moorken” genoemd. (Van Schevichaven)

Begin 19e eeuw waren er al plannen voor de bouw van Burgerlust. Er was een plekje grond uitgezocht, waar de bouw zou kunnen plaats vinden als de Burchtpoort zou worden gesloopt. Het zou echter tot 1838 duren voordat de plannen van de grond kwamen, vooral door de moeilijkheden tussen Noord- en Zuid-Nederland. En maart 1838 was het echter zover en “Verrassend snel kwam het benodigde bedrag (f40.000) bijeen.”

Bouw Burgerlust

De toegang tot het Valkhof, gezien vanaf het Kelfkensbos. Links Societeit 'Burgerlust', Julius Schaarwächter, 1858-1865 (F47516 RAN)
De toegang tot het Valkhof, gezien vanaf het Kelfkensbos. Links Societeit ‘Burgerlust’, Julius Schaarwächter, 1858-1865 (F47516 RAN)

23-2-1839 zal de aanbesteding plaats vinden. De advertentie spreekt dan van “Het opbouw van een Nieuw Locaal voor dezelve Societeit”. De bestektekening is te verkrijgen bij de Mede-Directeur J.E.H. Vaalman. (PGNC 20/2/1839)

De eerste steenlegging vindt op 20 april plaats, met het plan dat deze 20 augustus klaar zal zijn. Zodat op 24 augustus, de verjaardag van de koning, het gebouw kan worden ingewijd: “Maandag aanstaande wordt mede de eerste steen gelegd, door een lid der Directie, aan de nieuw op te rigten Societeit Burgerlust, welke door eene vereeniging van deelhebbers uit de fatsoenlijken burgerstand zal daargesteld worden. Deze Societeit, die, gelijk de Stads- Commedie en Concert-Zaal, naar het plan en de teekening van onzen bekwamen stads-architect, den heer van der Kemp, wordt gebouwd, is voor eene som van f11,500 aangenomen, komt juist tegenover de Commedie te staan en zal mede niet weinig tot verfraaijng van dat gedeelte der stad bijdragen. Zij zal, behalve haren sierlijken bouw, vooral uitmunten door heerlijke vergezigten langs den Waalstroom en de tegenoverliggende Betuwe en de Veluwse bergen…” (Algemeen Handelsblad 24-4-1839).

Die dag is er tevens de eerste steenlegging van de nieuwe schouwburg “Comedie, vereenigd met eene Concert- en Teekenzaal.”, eveneens naar het ontwerp van van der Kemp.

Op 11-6-1839 verschijnt er een personeelsadvertentie voor de werving van een kastelein. Hierin staat dat de Societeit bij de oprichting al 141 leden telt, “dit getal, vooral bij de opening der Societeit door derzelver aangename ligging en goed inrigting aanzienlijk zal toenemen; Billard en Tuin, alsmede bijzonder geschikte woning voor den Kastelein heeft.” J.P. Cramer, Hezelstraat is mede-directeur van de Sociëteit.

Van elite naar verburgelijking

De Sociteit na de verbouwing van.... De Societeit "Burgerlust" met rechts het monument ter herinnering aan de opening van de spoorlijn Nijmegen-Kleef, datering 1900 (Vivat Amsterdam via F34731 RAN)
De Societeit “Burgerlust” met rechts het monument ter herinnering aan de opening van de spoorlijn Nijmegen-Kleef, datering 1900 (Vivat Amsterdam via F34731 RAN)

Het bestuur kondigt in PGNC 15-4-1840 de aanbesteding aan van het maken van een kegelbaan, een veranda en een hek op de muur.

In 1842 wordt de Sociëteit weer ter huur aangeboden aan een “geschikten kastelein”. Op dat moment heeft de Vereeniging 230 leden (Opregte Haarlemsche Courant, 8-1-1842)

Vooral het toneel was aanvankelijk belangrijk. Daarnaast werden er ook andere vormen van uitvoeringen gegeven door de beste Nederlandse gezelschappen, maar ook uit Duitsland en Frankrijk.

Ook vinden we in 1846 de oprichting van Handboogschutterij “De Batavier”. (Algemeen Handelsblad, 9-11-1846)

In het begin van de 20ste eeuw vond er echter een omslag plaats: “een verburgelijking” van Burgerlust. De “élite” ging naar uitvoeringen in Concertgebouw de Vereeniging. In Burgerlust bleef de amateurkunst en de variéte. “Tijdens de kermis was Faveur daar favoriet. Het geroezemoes van de ouderwetse kermis op het Kelfkensbosch had al jaren alle oude deftigheid uit de omgeving verjaagd” (Nijmeegsch Dagblad).

Het terras van Sociëteit Burgerlust op het Valkhof, met links de toren van kasteel Bat-Ouwe-Zate (kasteel Hallo) en rechts de Waal; een reproductie, 1900 (F34389 RAN)
Het terras van Sociëteit Burgerlust op het Valkhof, met links de toren van kasteel Bat-Ouwe-Zate (kasteel Hallo) en rechts de Waal; een reproductie, 1900 (F34389 RAN)

1908: Verbouwing Concert- en Toneelzaal van Societeit “Burgerlust”, architect Hoffmann

Er is nog niet volledig onderzocht welke verbouwingen er zijn geweest.

In ieder geval vindt in 1908 vindt een verbouwing van de concert- en toneelzaal van Societeit Burgerlust plaats. De architect daarvan is J.W. Hoffmann.

Societeit “Burgerlust”.

Toen een paar jaar geleden de leden van de societeit “Burgerlust” op voorstel van het bestuur besloten hadden de concertzaal in meer geregelde exploitatie te brengen en een afzonderlijken toegang met vestiaires en koffiekamer ingericht werden, bleek alras die verbetering zeer te voldoen en de ruime zaal wel in trek te komen. Daarmee was evenwel nog niet alles bereikt en juist bij meerder gebruik bleek alras dat de zaal te klein en het tooneel geheel onvoldoende ingericht was. In den afgeloopen zomer is, volgens de plannen en onder toezicht van den architect J.W. Hoffmann alhier tot verbetering overgegaan en nu een en ander gereed is gekomen, mag “Burgerlust” trotsch zijn op zijne mooie concert- en toneelzaal.

Ter inwijding van deze vernieuwde inrichting zal Dinsdagavond voor de leden een feestavond plaats hebben, georganiseerd door eenige der jongere leden, die daarmee tevens hun waardeering willen toonen voor het actieve bestuur, dat niets ongedaan laat om “Burgerlust” tot zijn ouden bloei terug te brengen.

De avond zal worden gevuld met de opvoering van Frederik van Eeden’s geestig blijspel “De Student thuis”, dat wordt opgevoerd door eenige leden, waarna een bal onder leiding van den heer Velthuis plaats heeft.

Wij vertrouwen dat de opkomst van H.H. leden met hunne dames de verwachting verre zal overtreffen en Dinsdagavond in “Burgerlust” weder de oude, gezellige geest zal heerschen.” (PGNC 3/2/1908)

1912: Steenmetzer

Advertentie heropening Burgerlust (PGNC 4/5/1912)
Advertentie heropening Burgerlust (PGNC 4/5/1912)

Begin mei 1912 koopt Steenmetzer het pand van Societeit Burgerlust voor f34.900. Na een restauratie zullen lokalen van de sociëteit ter beschikking van de leden van Burgerlust blijven. De overige gedeeltes zullen voor publiek toegankelijk zijn. (PGNC 3/5/1912 en PGNC 4/5/1912). Hij was daarvoor directeur van Hotel du Soleil.

Oorlogswinstmakers

“De vernietigende klap voor de oude roem werd Burgerlust toegebracht in de oorlogstijd van 1914 tot 1918. Het  werd een vermaakplaats van de oorlogsparvenu’s. Smokkelaars en soldaten verdrongen elkaar. Boven danste men. Beneden was cabaret -en niet van het zuiverste soort”.  (Nijmeegsch Dagblad) Degenen die grof aan de oorlog verdienden, waren in Burgerlust met hun geld aan het smijten. “Burgerlust zakte in reputatie tot prettent, waar wijn vloeid als water door de Waal.” (Nijmeegsch Dagblad)

Verbouwing

Het is mij nog onbekend of deze verbouwing reeds in 1912 plaats heeft gevonden, of dat het de verbouwing in 1916 betreft. In ieder geval vindt in juli 1916 een heropening na een verbouwing plaats.

Bij de heropening

Het PGNC schrijft over deze heropening:

Café-Restaurant “Burgerlust”.

Hedenavond heeft op feestelijke wijze de opening plaats van het gerestaureerde café-restaurant der societeit “Burgerlust”. De directeur, de heer J.F. Steenmetzer, heeft het initiatief tot deze groote verbouwing genomen en het mag gezegd worden, dat hij in het ontwerpen van deze belangrijke verbetering uiterst gelukkig is geweest, terwijl van de uitvoering mede niet anders dan met grooten lof gewaagd kan worden. Aan weerszijden van den ingang van het gebouw, de midden-entrée van vroeger (de voormalige zij-ingang is vervallen) zijn twee mooie restaurants verrezen, met aan alle zijden flinke spiegelruiten en waar licht en lucht in groote volumia kunnen binnentreden. De heer Steenmetzer heeft voor een gezellig interieur gezorgd; in het lokaal ter linkerhand zijn rieten stoelen en tafeltjes geplaatst, een uitgezochte entourage om te “tea-en”, in het grootste lokaal rechts maken de witgelakte meubeltjes een frisschen, gezelligen indruk. Achter in dit zaaltje is, op de plaats waar binnenkort een bullet wordt ingericht op een podium een vleugel geplaatst en hier zal hedenavond het Italiaansche Kunstenaars-Ensemble onder directie van den heer G. Sabatini de gasten met mooie muziek aangenaam bezighouden.

Op de bijzonderheden betreffende deze verbouwing komen wij binnenkort nog wel terug. Reeds nu kunne wij echter een ieder een kijkje in het nieuwe café-restaurant “Burgerlust” aanbevelen. Gedurende deze maand zal er dagelijkse matinée en soirée zijn, Zaterdags en Zondags van 10 uur af gelegenheid tot dansen, bij gunstig weer concerten in den tuin. Mein Liebchen, as willst du noch mehr?” (PGNC 2/7/1916)

1920: Unitas

Het Verenigingsgebouw Unitas, en het Spoorwegmonument; rechts een Quickbus (stadsdienst), 1920 (F34399 RAN)
Het Verenigingsgebouw Unitas, en het Spoorwegmonument; rechts een Quickbus (stadsdienst), 1920 (F34399 RAN)

Burgerlust werd na de Eerste Wereldoorlog opgeheven. In augustus 1920 koopt R.K. Werkliedenvereeniging “Unitas” het gebouw, omdat de behuizing aan de Walstraat te klein was geworden.

“Gelegen in de onmiddellijke nabijheid van het aloude Valkhof, zetelde de R.K. Werkliedenvereeniging. Ook toen kwam kritiek. Te duur! Dat kunnen ze niet vol houden. Binnen korten tijd komt de plank er weer op, en meerdere soortgelijke uitspraken hoorde men, en toch door ’t taaie volhouden van ’t bestuur, waarvan zeker op de eerste plaats de penningmeester mag worden genoemd, bleef de bond, al was ’t vaak met de uiterste moeite, eigenaresse.” Bij de opening had de gehele week elke stand of bond zijn eigen feestavond. (Artikel over het 40-jarig bestaan van de R.K. Werkliedenvereeniging in De Gelderlander 25/8/1934, waarbij het citaat afkomstig is van Oud-voorzitter A.J. Uijen)

Leden van de R.K. Werkliedenvereeniging (RKWV) St. Stephanus, bijeengekomen om het Demonstratief Congres op 17 juni 1927 voor te bereiden. De foto is genomen aan de achterkant van het R.K. Vereenigingsgebouw Unitas, de vroegere sociëteit Burgerlust.
Leden van de R.K. Werkliedenvereeniging (RKWV) St. Stephanus, bijeengekomen om het Demonstratief Congres op 17 juni 1927 voor te bereiden. De foto is genomen aan de achterkant van het R.K. Vereenigingsgebouw Unitas, de vroegere sociëteit Burgerlust. ( inv.nr. 241 / Stichting Vakbondshistorisch Archief Nijmegen en omstreken (SVAN), Cen/NKV/Nijm/1927/2 via f85493 RAN)

Het gebouw was in gebruik als café-restaurant, maar ook voor het houden van bijeenkomsten als congressen en feestavonden. Vanuit het gehele land kwamen mensen -vooral werknemers met hun familieleden- naar deze ontspanningsgelegenheid om te kunnen genieten van het uitzicht vanaf het terras.

Oorlog en Sloop

Het gebouw Unitas (voormalige sociëteit Burgerlust) zwaar gebarricadeerd door de Duitsers als verdediging van Valkhof en Waalbrug, 1944 (F24100 RAN)
Het gebouw Unitas (voormalige sociëteit Burgerlust) zwaar gebarricadeerd door de Duitsers als verdediging van Valkhof en Waalbrug, 1944 (F24100 RAN)

Toch werd er in 1926 al gesproken over afbraak en in 1934 viel het besluit tot sloop van het oude pand. De crisis van de jaren 30 en de oorlog in de jaren 40 voorkwam de uitvoering daarvan. De Duitsers hadden tijdens de Tweede Wereldoorlog de inrichting totaal vernield en het pand omgevormd tot zware bunker. Het Nijmeegsch Dagblad eindigt haar artikel, geschreven in 1955 vanwege de aangekondigde sloop van het pand met: “Voor het oude trotse Burgerlust bestaat geen toekomst meer. De bezetters maakten van de schouwburg een vesting, en ontnamen het daarmee de kans nog ooit iets goeds te worden, het rijke verleden waardig.”

Afgaande op de gevonden foto’s is Unitas/Burgerlust in 1956 gesloopt.

De sloop van het R.K. Verenigingsgebouw Unitas (voorheen Sociëteit Burgerlust), 4/1956 (Fotopersbureau Gelderland via GN17115 RAN CCBYSA Auteursrechthouder J.F.M. Trum)
De sloop van het R.K. Verenigingsgebouw Unitas (voorheen Sociëteit Burgerlust), 4/1956 (Fotopersbureau Gelderland via GN17115 RAN CCBYSA Auteursrechthouder J.F.M. Trum)

(Overige) Bronnen en verder lezen

Kans op betere toekomst door Duitsers ontnomen, Nijmeegsch dagblad, 6-12-1955

https://www.noviomagus.nl/h1.php?p=Ansichtkaarten/Parken/Valkhofpark/cwdata/avalkhof010.html

Oud-Nijmegen’s straten, markten, pleinen, open ruimten en wandelplaatsen, van Schevichaven, 1896

Het hoofdgebouw en de klokkentoren van het Kasteel Bat-Ouwe-Zate (Kasteel Hallo), 1859-1861 (Julius Schaarwächter via F47511 RAN)
#Nijmegen, Benedenstad, Centrum, Gebouw van de dag

Bat-Ouwe-Zate/Kasteel Hallo

Het hoofdgebouw en de klokkentoren van het Kasteel Bat-Ouwe-Zate (Kasteel Hallo), 1859-1861 (Julius Schaarwächter via F47511 RAN)
Het hoofdgebouw en de klokkentoren van het Kasteel Bat-Ouwe-Zate (Kasteel Hallo), 1859-1861 (Julius Schaarwächter via F47511 RAN)

In 1858/1859 laat Franciscus Johannes (Frans) Hallo Bat-Ouwe-Zate bouwen, welke al binnen 7 maanden gereed is. In de volksmond krijgt het al gauw de naam “Kasteel Hallo”. Hij zal er zelf maar een korte periode wonen. Het kasteel werd vervolgens vooral bekend door de geliefde “Zusters van Hallo”.

Jeugd en opleiding

Franciscus Johannes (Frans) Hallo werd geboren op 23-1-1808 in Amsterdam. Zijn ouders waren Johannes Hallo en Johanna Peelman. Johannes was in 1898 op 20-jarige leeftijd vanuit Burgsteinfurt bij Bentheim naar Amsterdam gekomen. Aanvankelijk als kleermakersknecht. Waarschijnlijk is hij al vrij snel zijn eigen bedrijf als hoedenmaker begonnen. Daarbij zou hij de uitvinder zijn geweest voor een soort valhoedjes voor kinderen. Uiteindelijk was hij zo welgesteld, dat hij twee huizen aan de Singel kon kopen. “Uit later door hem gemaakte aantekeningen blijkt, dat het hoedenmakersbedrijf van zijn vader de zoon niet erg gelegen heeft. De ouderlijke omgeving is hem te klein, te nauw.” (Amstelodamum)

Hij studeerde letterkunde; als 22-/23-jarige schrijft hij naar aanleiding van de Belgsiche Opstand een en aantal publicaties. Pamfletten in dichtvorm, maar ook een aantal andere werken. Het Biographisch woordenboek der der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde (1888-1891) noemt:

  • Bijdragen tot de gesch. der Nederlanden, aanvang nemende 25 Augustus 1830, 4 dln., Amst. 1831; Aant. en bijlagen voor de bijdragen, ib. 1831;
  • Aanhangsel voor de bijdragen, ib. 1831;
  • Staat- en geschiedk. overzicht van de Belgische omwenteling in 1830-’31, ’s Hage 1831;
  • Staatk. handelingen van de Londensche conferentie in de zaken van Holland en België, Amst. 1832,
  • en enkele brochures.

In 1834 kreeg hij in Den Haag een baan als letterkundige op het Departement van Oorlog. Daar zou hij tot 1841 blijven werken als letterkundige, waarbij zijn werk onder andere bestond uit tekstcorrecties.

In 1834 trouwt hij voor de eerste keer, met Catharina van Maarsseveen uit Rotterdam.

Loopgas

In 1834 kreeg hij in Den Haag een baan als letterkundige op het Departement van Oorlog. Daar zou hij tot 1841 blijven werken als letterkundige, waarbij zijn werk onder andere bestond uit tekstcorrecties. Het zittende, regelmatige leven bevalt hem weinig.

Inmiddels begint hij belangstelling voor techniek en chemie te tonen, mogelijk als gevolg van een studiereis naar Noord-Frankrijk in 1838. Enerzijds over de aanleg van waterleiding voor Amsterdam. En vooral het experiment met aardappels: in 1842 vindt hij een vloeistof uit, welke bij verhitting een lichtgas vormt.  In 1843 heeft hij gas gereed dat hij “nu genoegzaam gereed (is) met den Bouw zijner Fabrijken van Gasstof en Toestellen”. Hij noemt het “Hallo-gas”. Aanvankelijk gaan de zaken goed. Hij associeert zich met G.J. Koopman J. Scholting Jr. De aardappeloogst van 1847 mislukt echter, waardoor de productie stil valt. Op 29-3-31848 wordt de Nederlandsche Hallo-Gas-Maatschappij ontbonden.

Erfrecht

Rond de jaren 1840 begon Hallo als speculant in erfrechten. Uit historische-genealogische belangstelling en het zoeken naar financiële mogelijkheden kwam hij op de mogelijkheden die kennis van de zogenaamde Wees-en-Momboir Kamers boden. Deze kamers hielden zich bezig met het voogdijschap van minderjarigen. In 1835 kwam het Koninklijk Besluit dat vanaf dat de Kamer zou worden ontbonden en vanaf dat moment alleen lopende zaken zouden afhandelen.

Hallo voerde historisch-genealogisch onderzoek uit om mogelijke rechten op boedels te ontdekken, die nog niet waren verdeeld. Wanneer hij dan verre verwanten ontdekt die (mogelijk) in aanmerking voor de erfenis komen, spoort hij deze op. Daarna bood hij tegen betaling zijn kennis aan mogelijke erfgenamen aan. Of Hallo kocht de mogelijke rechten van de erfgenaam. Deze verkochten ze aan hem de mogelijke rechten om verschillende redenen. Een voorbeeld dat wordt genoemd is dat de men de kans klein achtte dat ze de erfenis zouden verkrijgen. Of dat men eenvoudigweg te weinig kennis had; of dat men het financiële risico/de moeite niet wilde nemen om te gaan procederen om de erfenis daadwerkelijk binnen te halen.

In ieder geval verdient Hallo een groot fortuin, hoewel hij juist ook grote sommen geld verliest. Zijn firma noemt hij de Nederlandsche Kapitaal-Vereeniging ter Liquidatie van Successies. Waarschijnlijk is hij minstens een keer failliet gegaan, doordat afgekochte erfenissen uiteindelijk niets opleverden. Maar hij heeft ook succes: een van de grote successen is de erfenis uit 1602 van Joost Marcellus Verwer, welke hij na 9 jaar procederen met de gemeente Amsterdam in 1852 verkrijgt. Samen met een ander succes in 1853 levert “De twee laatstgenoemde zaken bedroegen tonnen gouds”.

De bekendste klapper zal het kasteel de Cannenburgh/Cannenurgh in Vaassen zijn. Deze verkrijgt hij met de inboedel in 1868, waarmee hij uiteindelijk een half miljoen gulden verdient.

“Geniaal was hij ontegenzeglijk. Maar hij heeft sterk „les défauts de ses qualités”. Zowel toen, als later toont hij zijn ijdelheid. Worden er nieuwe huizen te Amsterdam gebouwd, hij zal het hoogste huis laten bouwen ! De gelegenheid daartoe kreeg hij op de Heerengracht, vlakbij het Koningsplein. Daar laat hij een smal huis zetten, dat in die dagen verre boven alle andere woningen uitstak! Hij duldt niet, dat iemand meer zou kunnen doen, dan hij. Wanneer hij het overigens niet te Amsterdam beleven moet, dat een baron met vier paarden voor zijn koets rijdt, rijdt F. J. Hallo de dag daarop met een eigen koets met …. zes paarden !” (Amstelodamum)

De bouw van Bat-Ouwe-Zate

Eerste steen van kasteel Bat-Ouwe-Zate (kasteel Hallo), van F.J. Hallo, gelegd op de dertiende verjaardag van zijn zoon, 28/8/1858 (Bureau Archeologie en Monumenten DF355 RAN CC0 tevens Auteursrechthouder)
Eerste steen van kasteel Bat-Ouwe-Zate (kasteel Hallo), van F.J. Hallo, gelegd op de dertiende verjaardag van zijn zoon, 28/8/1858 (Bureau Archeologie en Monumenten DF355 RAN CC0 tevens Auteursrechthouder)\

De bouw van Bat-Ouwe-Zate

Met de verdiensten kon Hallo zijn droom verwezenlijken: het bouwen van een “kasteel”.

Hallo verkreeg een deel van de Stikstraat en een aantal andere gronden van de gemeente. Om Bat-Ouwe-Zate te bouwen werden 24 huizen en aantal schuren en andere gebouwtjes gesloopt. Ook werden de laatste 8 linden gerooid, de bomen waar de Lindenberg zijn naam aan te danken had. Op 28-8-1858 legt de zoon van Hallo de eerste steen.

Bij de bouw zijn 300 arbeiders betrokken. Al binnen 7 maanden, op 15-3-1859 is de bouw gereed. Daarbij had de bouw 2 weken stilgelegen vanwege vorst. Hallo zelf plaatst daarbij de laatste steen. Hij schenkt daarbij 500 gulden aan de armen in de stad. Onder andere uit dankbaarheid dat de bouw zo snel gereed was gekomen, zonder ongelukken.

De bouwkosten bedroegen in totaal 200.655 gulden. Op 1 oktober 1859 ging het gezin van Hallo er wonen.

Hallo in Nijmegen

De binnenplaats van het Kasteel Bat-Ouwe-Zate (kasteel Hallo), vermoedelijk met de bouwheer F.J. Hallo en zijn gezin, 1859 (Commissariaat van Politie Nijmegen, Afd. Fotografie via F27535 RAN) De Lindenberg
De binnenplaats van het Kasteel Bat-Ouwe-Zate (kasteel Hallo), vermoedelijk met de bouwheer F.J. Hallo en zijn gezin, 1859 (Commissariaat van Politie Nijmegen, Afd. Fotografie via F27535 RAN)

Hallo zal nog geen 2 jaar in Nijmegen blijven wonen. Soms sloot hij zich maandenlang op (HvdNG). Hij was lid van de vrijmetselaarsloge St. Lodewijk en van Sociëteit de Harmonie. Hij stelde zich twee keer kandidaat als gemeenteraadslid, om zich op het laatste moment terug te trekken. Ook schenkte hij geld aan de armen.

Verhuizing en verdere leven van Hallo

Kasteel Bat-Ouwe-Zate, (Kasteel Hallo), gezien vanuit de tuin van Burgerlust, op het Valkhofplein, 1859-1860 (Commissariaat van Politie Nijmegen, Afd. fotografie via GN1986 - A RAN)
Kasteel Bat-Ouwe-Zate, (Kasteel Hallo), gezien vanuit de tuin van Burgerlust, op het Valkhofplein, 1859-1860 (Commissariaat van Politie Nijmegen, Afd. fotografie via GN1986 – A RAN)

Het gezin Hallo verhuist in 1860 naar Donsbrüggen, bij Kleef. In oktober 1861 schrijft Hallo zich definitief uit als inwoner van Nijmegen. Sowieso verblijft Hallo slechts overal tijdelijk: hij vertrekt juist vóór het moment dat hij gemeentelijke belastingen zou moeten gaan betalen.

Hij verhuurt zijn kasteel aan de sociëteit “Concordia” om het uiteindelijk in 1871 te verkopen. In deze tijd was hij nog wel betrokken bij een mislukte poging om een concessie te verkrijgen voor de aanleg van de spoorlijn Nijmegen-Kleef.

De vrouw van Hallo stierf in 1869, zijn tweede vrouw in 1876.

In 1876 werd Hallo veroordeeld vanwege het oplichten van zijn verzekeringsmaatschappij tot een boete en celstraf: zijn huisknecht had gloeiende kolen op het kleed laten vallen. En vervolgens geprobeerd om met verf deze vlek voor Hallo te maskeren. Hallo wordt woedend vanwege de poging om de vlekken weg te werken. Hallo stuurt zijn personeel naar buiten en schroeit de plekken opnieuw in het kleed, om de schade alsnog op de brandverzekering te kunnen verhalen. Dit feit was echter uitgekomen. Daarop vluchtte hij in 1877 naar Coburg (Beieren), met een fortuin van meer dan een miljoen.

Op 18-5-1879 overlijdt Hallo in deze plaats.

Het gebouw

Het kasteel is gebouwd in de stijl van de neogotiek; Hallo vond de gotiek het hoogtepunt van de bouwkunst.

Naam

“De naam is mogelijk een verbastering van “Betuwe-Zate”. Zelf beweerde de oorspronkelijke bouwer dat de naam “Op goede grond gelegen woonlocatie” betekende“. (wikipedia) Batouwe is een oudtijdse naam van de Betuwe; waarbij een de verklaringen van deze naam inderdaad “goede grond” zou betekenen. (wikipedia).

In de volksmond kreeg het echter al gauw de naam “Kasteel van Hallo”.

Het “kasteel”

In totaal had complex 85 kamers. Ook had het 3 ommuurde tuinen.  Daarbij het een oranjerie en een klokkentoren met negen verdiepingen, die hoog boven het complex uittorende. De klok woog 700 pond. Het uurwerk was ontworpen door H.G.P. Romberg. Bijzonder was, dat het tevens de minuten aangaf. ’S Nacht gaf het licht door gaspijpen. Op de 4e verdieping stond een verrekijker, waar Hallo mensen op de Rijnkade in Arnhem kon zien lopen. Vanuit een theekoepeltje konden zijn dochters uitkijken op het langslopend publiek. Daarnaast had het veel uitkijktorens.

Het kasteel bleek echter slecht te zijn gebouwd.

Commentaar op het gebouw

Bij de oplevering noemt De Gelderlander het een ‘waarlijk groots en schoon gebouw’. Er was echter ook kritiek: het zou een “suikerkasteel” zijn, vanwege de (te) vele torens, kantelen en ornamenten. Hallo zelf maakt een speciaal boek voor familie en vrienden over de bouw van het kasteel. Bovendien zou later blijken dat de kwaliteit van de bouw slecht was.

Vervolg

Binnenplaats van Pensionaat 'Mariënburg' van de Duitse Zusters Ursulinen van de Romeinse Unie, oorspronkelijk gebouwd als Kasteel 'Bat-Ouwe-Zate' (Kasteel Hallo), 1898-1902 (J.H. Schaefer via F89944 RAN)
Binnenplaats van Pensionaat ‘Mariënburg’ van de Duitse Zusters Ursulinen van de Romeinse Unie, oorspronkelijk gebouwd als Kasteel ‘Bat-Ouwe-Zate’ (Kasteel Hallo), 1898-1902 (J.H. Schaefer via F89944 RAN)

Zoals gezegd verkoopt Hallo het complex in 1871: aan Abraham Emanuel Cohen, een zakenman uit Arnhem. Tot 1875 is het een meisjesinternaat.

Dan kopen de zusters Ursulinen het complex, om het als meisjespensionaat in te richten onder de naam Mariënburg. Ze betalen hiervoor 40.000 gulden, een fractie van de oorspronkelijke bouwsom. De klokkentoren (met het uurwerk) werd gesloopt. De oranjerie werd verbouwd tot een kloosterkapel.

Van 1903-1913 was het daarna gebruik door de Franse Zusters van Sacré-Coeur, die er een pensionaat hadden.

Zusters van Hallo

Zusters Auxiliatricen van het Vagevuur (ook wel genoemd de Zusters van Hallo) in de tuin van het Kasteel Bat-Ouwe-Zate (kasteel Hallo), waar ze woonden van 1914 tot 1954, 1950 (GN5195 RAN)
Zusters Auxiliatricen van het Vagevuur (ook wel genoemd de Zusters van Hallo) in de tuin van het Kasteel Bat-Ouwe-Zate (kasteel Hallo), waar ze woonden van 1914 tot 1954, 1950 (GN5195 RAN)

Vervolgens kwamen op 1-8-914 de Auxiliatricen van de Zielen in het Vagevuur. Vanwege de Eerste Wereldoorlog hadden deze zusters hun klooster moeten verlaten: in 1914 vorderde de Franse legerleiding hun verpleeghuis in Versailles als oorlogshospitaal. Daarop kwam de zusters in Luik terecht, maar ook daar moesten ze vertrekken vanwege de Duitse inval in België. Daarop kwamen de zusters in Nijmegen terecht.

Ze werden ook wel de “Franse zusters” genoemd: vanwege hun herkomst, maar ook omdat ze in het begin geen woord Nederlands konden. Ook bleven ze (in ieder geval aanvankelijk) onder elkaar veelal Frans praten.

Zij kregen als bijnaam de “zusters van Hallo”. De Benedenstad begon steeds verder te verpauperen en de armoede onder haar bewoners werd steeds groter. De zusters verleenden aan hen geestelijke en sociale zorg. Zoals: godsdienstonderwijs, gaven eten aan de allerarmsten en verzorgden zieken en ouderen. En zij hadden een kinderopvang: elke zater- en zondagmiddag kwamen honderden kinderen hier voor spelletijes, zang en handwerken. Daardoor waren ze zeer geliefd onder de bevolking.

1954 Vertrek en 40-jarig jubileum

Wanneer het complex in 1954 wordt gesloopt, vertrekken de zusters naar de Canisiussingel. Daar zullen ze tot 1982 blijven.

De Gelderlander schrijft over hun vertrek en het veertigjarig jubileum:

Zusters van Hallo zetten haar werk op andere plaats in Nijmegen voort

De gemeenteraad heeft Woensdag l.l. het besluit genomen om het klooster Hallo van de Zusters Auxiliatricen aan te kopen. Dit is een zeer belangrijk besluit, niet alleen voor onze gemeente, maar ook voor de zusters zelf. De gemeente wordt hierrdoor in staat gesteld om het oude stadsdeel geheel te saneren en om het groene balconplan zo uit te voerendat het zijn afsluiting vindt op het Valkhof, zonder dat daarbij de afschuwelijke bouw van het allang in verval geraakte klooster in de weg staat. Deze aankoop van Hallo mogen we dus als een besluit beschouwen, waarvoor de bevolking van Nijmegen het College van B. en W. en de Raad dankbaar kan zijn. Bij monde van een raadslid is in de vergadering van Woensdag l.l. aan B. en W. dank gebracht voor hun beleid in deze, waardoor de oude stad een belangrijke stap verder wordt gebracht tot krachtige herleving. Binnen drie jaar zal Hallo aan de Lindenberg niet meer dan een herinnering zijn; het gebouw waarin de Zusters haar opofferend werk doen, zal dan geheel zijn gesloopt. Voorlopig zal alleen het benedenstuk van Hallo tegen de grond gaan, omdat dit nodig is in verband met het doortrekken van de keermuur; het bovenstuk van Hallo en de kapel worden voorlopig niet afgebroken.”

Oproep voor feestgeschenk bij het veertigjarig jubilé in Augustus

Naast he belang van de gemeente was ook het belang van de Zusters met deze oplossing gemoeid. Voor hen werd het hoogste tijd dat zij uit het nagenoeg onbewoonbaar geworden Hallo wegkwamen. Toen de Zusters veertig jaar geleden zich in Hallo vestigden- een waanzinnige bouw op last van een Franse textielfabrikant tot stand gekomen- zag het gebouw er binnenin heel anders uit dan thans het geval is. In de loop der jaren is evenwel ook de aard van het werk der Zusters grondig veranderd. Haar arbeidsterrein bleef niet in de benedenstad of tot zorg voor allerarmsten beperkt, maar breidde zich uit tot geestelijk werk van meest verscheiden aard onder de bevolking van Nijmegen en kwam ook vooral ten nutte van de meisjes, die van buiten de stad uit de verre omgeving in Nijmegen kwamen werken. De recollecties welke voor dames uit Nijmegen, maar ook voor die uit de wijde omtrek in Hallo worden gehouden, zijn een zegen voor velen. En zo heeft Hallo een groote betekenis gekregen voor het leven in de stad en in het land rondom.

Dit werk van de Zusters zit echter allerminst aan het ompractische gebouw vast waarin zij wonen. Integendeel, het is zo dat deze tijd heel andere eisen aan de Zusters stelt dan een veertig jaar geleden. Andere eisen worden ook gesteld door de jonge Zusters, die roeping voelen om tot de Congregatie van de Zusters Auxiliatricen toe te treden. Hoe hoog haar idealisme ook moge zijn, -van het klooster aan de Lindenberg gaat niet direct grote aantrekkingskracht op haar uit.

En wanneer zich geen jonge novicen aanmelden, sterft het klooster uit. Zouden de Zusters ten eeuwigen dage aan het Hallo van vandaag zitten vastgekluisterd, -dan zou al veel eerder dan de meesten van ons vermoeden het moment zijn aangebroken, waarop zij onze stad zouden hebben moeten verlaten. Bronnen van inkomsten hebben de Zusters niet; zij leven de liefdadigheid en zijn geheel afhankelijk van de liefdevolle gaven, die jammer genoeg, wel eens juist niet voldoende zijn.

Velen hebben zich terecht afgevraagd: wat moet er nu met de Zusters gebeuren, nu Hallo tot grote aanwinst van de stad tegen de grond gaat?

In het bedrag dat de Raad unaniem, met volledige instemming van de raadsleden van elke fractie, aan de Zusters toewees, lag een aanwijzing dat zij een ander gebouw zouden kunnen aankopen om zich daarin te vestigen. De bouw van een nieuw klooster zou tonnen kosten. Bruikbare grotere panden zijn in Nijmegen uitermate schaars. Voor de Zusters zelf en voor velen met haar bleef het daarom vooralsnog een puzzle hoe zij aan een nieuw verblijf, geschikt voor hun werk, zouden komen.

Voor allen, die met de Zusters sympathiseeren- en dat zijn er velen zowel in als ver buiten Nijmegen- zal het daarom een genoegen zijn te vernemen dat voor de Zusters de panden Canisiussingel 8 en 10 zijn aangekocht.

De aankoop kwam tot stand door bemiddeling van de N.V. Makelaarskantoor Hestia te Nijmegen. In verband met de plannen, onder andere de vestiging van een noviciaat, en de bouw van een kapel op het aangrenzend terrein, mag deze oplossing als een zeer geschikte worden beschouwd. Hierdoor worden de Zusters niet alleen voor Nijmegen, maar ook voor de stadskern, waarin zij haar werk in de loop der jaren geleidelijk hebben opgebouwd, behouden.

Wij hebben boven al het aantal jaren genoemd dat zij in Nijmegen haar zegenrijke arbeid uitoefenen: in Augeustus zijn het er veertig. Katholiek Nijmegen heeft grote verplichtingen aan de Zusters vanwege haar zorg welk zich over het geestelijk leven van de bevolking van deze gebieden uitstrekt. Zou het niet passend zijn om de Zusters een huldeblijk aan te bieden? Gedacht wordt aan de bouw van de kapel, welke bij het nieuwe kloostercomplex op de Canisius Singel moet komen. Het bedrag hiervoor nodig is: vijftigduizend gulden. Wij hopen dat binnenkort een voor dit doel samen te stellen comité een beroep zal doen op de stad- en streekgenoten om er aan mede te willen werken dat aan de “Zusters van Hallo” bij haar veertigjarig jubilé van haar vestiging in Nijmegen het bedrag, dat nodig is voor de bouw van een kapel, kan worden aangeboden.” (De Gelderlander 15/1/1954)

Een mooie beschrijving van Wim Janssen en daarnaast herinneringen over deze periode is te vinden op Noviomagus.

Sloop

De gemeente begon in de jaren 30 de verpauperde buurten die direct rond het klooster lagen af te breken.

In 1954 kocht de gemeente het klooster voor 135.000. Intussen was het complex steeds meers vervallen geraakt en bovendien in de Tweede Oorlog beschadigd. Daarop volgde sloop, om het plan van het Groene Balkon te kunnen realiseren. Op de plek van Hallo kwam begin jaren 70 cultureel centrum de Lindenberg.

De eerste steen bleef behouden. Aanvankelijk in het bezit van de familie Hallo, maar in 2010 werd deze overgedragen aan de gemeente.

In 1989 werd de rechtstreekse verbinding met de Waalkade, die door de bouw van Hallo verloren was gegaan, hersteld door de aanleg van de Veerpoorttrappen.

(Overige) Bronnen en verder lezen

https://nl.wikipedia.org/wiki/Bat-Ouwe-Zate

https://www.huisvandenijmeegsegeschiedenis.nl/info/Hallo,_Franciscus_Johannes

https://www.huisvandenijmeegsegeschiedenis.nl/info/Bat-Ouwe-Zate_of_kasteel_Hallo#De_bouwheer

http://www.amstelodamum.nl/archieven/?mivast=2601&mizig=412&miadt=2601&miview=ldt&milang=nl&mizk_alle=Hallo%20gas

https://mijngelderland.nl/inhoud/verhalen/zusters-van-hallo

https://www.brugnijmegen.nl/nieuws/algemeen/128268/documentaires-over-kasteel-klooster-hallo

https://www.ensie.nl/oosthoek1916/wees-en-momboirkamers

https://www.dbnl.org/tekst/lint011gesc03_01/lint011gesc03_01_0007.php

Brouwershuis, Steenstraat 2 (oktober 2024) Benedenstad
#Nijmegen, Benedenstad, Geen categorie

Brouwershuis Steenstraat

Steenstraat 2 (huidig adres) Benedenstad, Rijksmonument

Brouwershuis, Steenstraat 2 (oktober 2024) Benedenstad
Brouwershuis, Steenstraat 2 (oktober 2024)

Het huis aan Steenstraat 2 staat bekend als het “Brouwershuis”. Hoewel op de voorgevel het jaar 1621 staat, is het gebouw ouder. In ieder geval bestaat uit het pand al in de 16e eeuw en mogelijk is het zelfs ouder: mogelijk stammen resten van de kelder uit de 14e eeuw. Waarschijnlijk is het jaartal 1621 aangebracht naar aanleiding van een restauratie, die de brouwer Hendrik Alberts/ Aelberts heeft laten aanbrengen. In deze tijd kreeg het huis zijn vorm, met natuursteen en veel glas. De begane grond diende daarbij als woonhuis, het bovenste gedeelte als pakhuis.

Opschriften Brouwershuis Steenstraat: Wie in den Heer neemt sinen lust, Die leeft in sinen staet gerust, Anno 1621 en merktekens (oktober 2024)
Opschriften Brouwershuis, Steenstraat: Wie in den Heer neemt sinen lust, Die leeft in sinen staet gerust, Anno 1621 en merktekens (oktober 2024)

Bovendien staan er zijn huismerken op, links en rechts boven de voordeur. Bovendien is het opschrift “‘Wie in den Heer neemt sinen lust, Die leeft in sinen staet gerust” aangebracht.

Aan de buitenkant vallen daarnaast de trapgevel, de kruiskozijnen en de muurankers op.

Ingangspartij Brouwershuis met merktekens (oktober 2024)
Ingangspartij Brouwershuis met merktekens (oktober 2024)

Na de Tweede Wereldoorlog

Steenstraat gezien vanuit de Grotestraat in oostelijke richting. Het pand met de trapgevel rechts vooraan is het Brouwershuis, 1930-1935 (dr. Jan Brinkhoff via D635 RAN)
Steenstraat gezien vanuit de Grotestraat in oostelijke richting. Het pand met de trapgevel rechts vooraan is het Brouwershuis, 1930-1935 (dr. Jan Brinkhoff via D635 RAN)
Het Brouwershuis, 1945 (F39778 RAN)
Het Brouwershuis, 1945 (F39778 RAN)
Het Brouwershuis tijdens de restauratie, 5/12/1961 (Fotopersbureau Gelderland via F20056 RAN CCBYSA Auteursrechthouder J.F.M. Trum)
Het Brouwershuis tijdens de restauratie, 5/12/1961 (Fotopersbureau Gelderland via F20056 RAN CCBYSA Auteursrechthouder J.F.M. Trum)

Er is nog niet uitgebreid onderzocht wat het vervolg is geweest. Het heeft de Tweede Wereldoorlog doorstaan en daarna was het een van de panden die de sloopactiviteiten van de Benedenstad heeft overleefd. De restauratie van het pand duurde 4 jaar.

Afgaande op het RAN vond de renovatie in 1961 plaats; Noviomagus noemt 1969 als jaar. “Het dak en de vensters werden vervangen en de witte pleisterlaag, die het pand bedekte, werd verwijderd.” Na de restauratie was het in gebruik als brouwerij (Noviomagus; in mijn eigen herinnering heeft bovendien(?) Brouwerij de Hemel enige tijd in het gebouw gezeten, voordat ze naar de Commanderie is verhuisd). Bij het schrijven van haar artikel noemt Noviomagus dat het “sinds kort” (waarschijnlijk rond 2005) een architectenbureau in het gebouw zit.

Tot 1 september 2024 zat Bureau Wijland in het pand, welke is verhuisd naar Prins Hendrikstraat 7.

Rijksmonument

Het gebouw is een Rijksmonument met als waardering:

“Brouwershuis”. Pand onder zadeldak en met trapgevel, voorzien van geprofileerde dekplaten op de trappen, ontlastingsbogen met blokken en sierankers, tweede helft 16e eeuw. Onderpui met geprofileerde, natuurstenen waterlijst, vensters met oude roedenverdeling en natuurstenen poortje met gebeeldhouwde latei met opschrift, wapen en jaartal 1621, gedragen door consoles. In restauratie 1966.

(Overige) Bronnen en verder lezen

https://www.huisvandenijmeegsegeschiedenis.nl/info/Brouwershuis

https://www.noviomagus.nl/h1.php?p=Vrij/Brouwershuis/BrouwershuisCat.html, met foto’s

Voormalige Gereformeerde kerk (februari 2023)
#Nijmegen, Benedenstad, Gebouw van de dag

Voormalige Gereformeerde Kerk Begijnenstraat 20: Van Amandelfabriek tot Woning

Voormalige Gereformeerde kerk (februari 2023)
Voormalige Gereformeerde kerk (februari 2023)

Op Begijnenstraat 20 staat de voormalig gereformeerde kerk van Nijmegen. Daarna was het jarenlang een bedrijfsruimte: als amandelfabriek, fietsverhuur, timmerfabriek en snookercentrum. Vanaf 1999 is het een woning. Het gebouw is een gemeentelijk monument.

Korte geschiedenis Gereformeerde kerk Nijmegen

Bij de “Afscheiding van 1834” hadden in Nederland verschillende groepen de Hervomde Kerk verlaten. In 1869 verenigden deze groepen zich tot 1 kerkverband: de Christelijke Gereformeerde Kerk. Meer hierover is te lezen op wikipedia: Christelijke Gereformeerde Kerken en Gereformeerde kerken in Nederland

In mei 1885 was de Christelijke Gereformeerde Gemeente in Nijmegen geïnstitueerd (oftewel: opgericht). Daarop wilde de gemeente graag een eigen kerk krijgen. Tot dan hoe had de gemeente gebruik gemaakt van een gehuurde zaal.

Financiële steun

Aangezien de gemeente zelf weinig financiële mogelijkheden had, verzocht ze de landelijke Synodale Commissie (het dagelijks bestuur van de kerk op dat moment) om toestemming om bij de kerken in het land om een bijdrage te vragen. Deze gaat akkoord, na aanvankelijk huiverig te zijn geweest: was Nijmegen niet te onbekend om brede steun te krijgen voor hun bouw? Uiteindelijk kwam bij de Synodale Commissie en bij de kerkenraad van Nijmegen zelf samen f 2.426,38 binnen, waardoor in 1887 met de bouw kon worden begonnen.

Kenmerken van de kerk

Een tekening van de Gereformeerde kerk, Begijnenstraat, 1885 (F61116 RAN)
Een tekening van de Gereformeerde kerk, Begijnenstraat, 1885 (F61116 RAN)

De kerk was ontworpen door B. Bouman uit Pernis, waarbij H.L. Esmeijer de aannemer was.

“In zeer korten tijd is in de Bagijnenstraat alhier een nieuw kerkgebouw verrezen van de Christelijke gereformeerde Gemeente, dat Donderdag e.kl. zal worden in gebruik genomen. Naar de plannen van den heer B. Bouman te Pernis is deze kerk door den heer H.L. Esmeijer te Nijmegen gebouwd. Zij is 11 meter hoog en 8 meter breed en kan beneden op de galerijen ruim 400 personen bevatten. Bij dag ontvangt het gebouw flink licht door de drie groote in den gevel aangebrachte ramen, terwijl het des avonds door Wanham lampen zal verlicht worden. Het geheel is zeer doelmatig ingericht.” (PGNC 5/9/1888)

Gereformeerde Kerken: “De kerk staat er trouwens nog steeds en is als kerkgebouw aan de grote vensters in de voor- en de achtergevel nog duidelijk te herkennen. Het was een eenvoudige zaalkerk, niet al te groots en protserig, maar het gebouw sloot goed aan bij de overige huizen in de straat. Het had een sobere neo-renaissancegevel. De kleine torenspits die bovenop de voorgevel stond, verdween nog vóór de Tweede Wereldoorlog.” De kerk bood plaats aan 250 gelovigen (waarom het PGNC 400 personen noemt en Gereformeerde kerken 250 is mij niet bekend). De eerste predikant in deze kerk was Ds. Gezelle Meerburg van 1888 – 1890.

Een mooi en uitgebreid verhaal staat op Gereformeeerde kerken, welke tevens een belangrijke bron was voor de bovenstaande paragrafen.

Abonneren

Voer je e-mailadres hieronder in om updates te ontvangen.

1918: Eerste Nederlandsche Amandelfabriek

Eerste Ned. Amandelproductenfabr. “E.N.A.” Chreijghton en Seveke, plan voor het inrichten van een perceel aan de Begijnenstraat 20 tot fabriek, datum tekening december 1918 (D12.385369)
Eerste Ned. Amandelproductenfabr. “E.N.A.” Chreijghton en Seveke, plan voor het inrichten van een perceel aan de Begijnenstraat 20 tot fabriek, datum tekening december 1918 (D12.385369)

Op 5-11-1918 verkoopt de “Hersteld Apostolische Zendingsgemeente in de de Eenheid der Apostelen in Nederland en Koloniën” te Enkhuizen “het kerkgebouw met daaraan grenzend blok woningen aan de Bagijnenstraat op de hoek der Lompenkramersgas te Nijmegen, kadestraal aldaar bekend in sectie C nummers 2099 en 5022 samen groot vier are dertien centiare” voor 17.000 gulden. De koper is de Vennootschap onder firma “Eerste Nederlandsche Amandelproductenfabriek E.N.A. Creighton & Seveke” (Inventarisnr 46, Archiefnr 560, Aktenr 1966).

De firmanten daarvan zijn Nicolaas Jacobus Creighton en Johannes Josephus Maria Seveke, beiden “fabrikant” te Nijmegen.

Zij laat de voormalige kerk verbouwen. Opvallend daarbij is dat de toren op de bouwtekening D12.385369 een andere spits heeft dan op de bouwtekening van 1885.

Op de begane grond komt het paklokaal en het machinelokaal. Daarnaast krijgt het gebouw een ingang vanuit de Lompenkramersgas en kantoorruimte.

Onder het machinelokaal komt een kelder. Boven het Paklokaal komt een tussenverdieping met een balustrade, zoals de foto uit 1935 hieronder goed te zien is.

Op 4-2-1919 krijgt de Eerste Nederlandsche Amandelproductenfabriek E.N.A. een hinderwetvergunning voor “het oprichten van een inrichting voor het bereiden van amandelproducten in het perceel Bagijnenstraat no. 20, kad. Bekend gemeente Nijmegen, sectie C. nos. 5022 en 2000.” (PGNC 5/2/1919)

In 1920 staan de gebouwen echter weer te koop (PGNC 18/9/1920): zij zullen op 30 september en 14 oktober geveild worden. Of deze gebouwen daadwerkelijk verkocht zijn en wie de koper is, is mij nog niet bekend.

TW rijwielen van Rijwielhandel Quick

TW Rijwielen gevestigd op Begijnenstraat 20 (PGNC 15/4/1924)
TW Rijwielen gevestigd op Begijnenstraat 20 (PGNC 15/4/1924)

In ieder geval wordt in 1924 een volgende gebruiker gevonden: Rijwielhandel “Quick” op de Korte Burchtstraat 11. Zij verplaatst haar “transport-afdeeling” van de Daalsche dwarsweg 4 naar de Bagijnenstraat. Haar belangrijkste activiteit lijkt gezien de advertenties de verhuur van T.W. rijwielen te zijn, waarbij rijwielen via een abonnement worden verhuurd. De T.W. rijwielen zijn “gemakkelijk te herkennen, niet alleen aan de massieve bagagedrager, en de bekende driehoek op het achterspatbord, doch ook vooral aan het feit, dat ze er steeds zoo goed onderhouden uitzien” (advertentie De Gelderlander 4/6/1924)

Eind 1926 staat het gebouw weer te koop. Op 6 en 20 januari 1927 vindt de veiling plaats van “Het fabrieksgebouw met erf te Nijmegen a.d. Bagijnenstraat 20, kad. Sectie C No. 50122, groot 1.73 A. aangesloten a.d. rioleering en voorzien van gas- en waterleiding en electrisch licht, verhuurd tot 1 Mei 1927 voor f 1000,- p.j.” (PGNC 24/12/1926)

Of het gebouw daadwerkelijk is verkocht, is nog niet bekend. In ieder geval zal Quick pas een jaar later zijn rijwielhandel op dit adres opheffen. In De Gelderlander 18/4/1928 verschijnen advertenties voor de verkoop van de invantaris:

  • “Te koop wegens opheffing der zaak: een Werkbank, Bankschroef en diverse Gereedschappen, Standaard, Haken enz….”
  • “Te koop tegen elk aanneemlijk bod een partij zeer sterke gebruikte Transportrijwielen en Frames…”

Houtbewerking Verburg

Het interieur van de Gereformeerde kerk, 1935 (F12446 RAN CC0)
Het interieur van de Gereformeerde kerk, 1935 (F12446 RAN CC0)

In augustus 1928 wordt het pand weer(?) verkocht. 30 augustus 1928 vindt de veiling plaats van “het flink en solied gebouwde pand met groote droge kelders, zeer geschikt voor Fabriek, Werkplaats of Pakhuis gelegen aan de Bagijnenstraat No. 20 te Nijmegen, kad. C No. 5022….” (PGNC 18/8/1928)

De koper is G.A.L. v. Gemert, voor het bedrag van f 5000. (PGNC 31/8/1928)

Vervolgens krijgt J.A.A. Verburg een hinderwetvergunning voor “het oprichten van eene door elektriciteit gedreven inrichting voor het machinaal bewerken van hout” op 9-11-1928 (PGNC 15/11/1928). Vervolgens lijkt hij/de familie Verburg hier jarenlang haar timmerfabriek te hebben.

Een foto uit 1955 waarbij het gebouw in gebruik is door J.J.A. Verburg Machinale Houtbewerking is te vinden op F12505.

1988 Chapel Snooker Centre

Het snooker-centrum, voorheen de timmerwerkplaats van J. Verburg, aan de Begijnenstraat., 7/1987 (Ber van Haren via KN14117-23 RAN CC0)
Het snooker-centrum, voorheen de timmerwerkplaats van J. Verburg, aan de Begijnenstraat., 7/1987 (Ber van Haren via KN14117-23 RAN CC0)

In 1988 is de voormalige kerk verbouwd tot snookercentrum “Chapel Snooker Centre”.

Afgaande op de “begane grond bestaand” tekening uit 1988 (Bestektekening 19—11-1987, D12.566474) lijkt het gebouw nog een verbouwing gehad te hebben vóór die van 1988: aan de voorkant zit een hal en daarnaast een aparte kamer, welke bij de verbouwing in 1988 tot keuken wordt bestemd. De hal krijgt dan een opgang naar boven; het luik van de kelder wordt afgesloten. Daarnaast komt de eerste verdieping over het gehele gebouw, welke 1 grote ruimte is.

Het NRC constateert dat de snookersport steeds populairder wordt en bezoekt in september 1992 een aantal bijzondere locaties, waaronder het Chapel Snooker Centre: “. Om van het centrum twee verdiepingen te maken, is een staalconstructiebedrijf ingeschakeld, dat het berekend heeft op een bedrijfsvloer. Geen overbodige luxe als we weten dat vier tafels bijna 5.000 kilo wegen. Omdat alle warmte naar de bovenste verdieping trok, is er in zes schachten in het plafond een luchtverversingssysteem aangebracht. Een druk op de knop zorgt er nu voor dat koele lucht vanuit de kelders naar boven komt. Eén wand bestaat geheel uit fraaie authentieke kerkramen.”

1999 Verbouwing tot woonhuis

In 1999 vindt de verbouwing tot een woonhuis plaats, wat het tegenwoordig (september 2024) nog steeds is.

Duurste koophuis in oktober 2022

In oktober 2022 was deze woning het duurste koophuis dat te koop stond. “De vraagprijs van dit bijzondere pand bedraagt maar liefst € 2.200.000. Maar je hebt dan een zeer bijzonder historisch gebouw met een woonoppervlak van 388 m² op een perceel van 174 m². De kerk is omgebouwd tot een woning met een grote woon- en eetkamer, een open keuken, vijf slaapkamers, drie badkamers en een dakterras.” (Gereformeerdekerken)

Gemeentelijk Monument

De voormalige Gereformeerde Kerk is sinds 1988 een gemeentelijk monument:

“Voormalig Gereformeerde Kerk.” Rechthoekig bakstenen pand met pannengedekt zadeldak loodrecht op de straat. De gevel, onderbroken door een middenrisaliet, bestaat uit drie etages: gestucte, van natuursteenblokkenversiering voorziene benedenetage waarin secundair twee vensters aangebracht zijn; bovenetage met twee hoge rondboogvensters met eveneens rondbogige roedenindeling; topgevel met gestuct rondboogbries onder de gootlijst, gedragen door overhoeks geplaatste vierkante zuiltjes aan weerszijden uitlopend in achthoekig arkeltorentje. De middenrisaliet als toren uitgewerkt: gestucte ingangspartij met rondbogige dubbele deur met lunetvormig bovenlicht; raametage met venster gelijk aan de zijvensters, reikend tot in de topgevel; bovenetage die de voorzijde van het verdwenen torentje vormt, geheel gestuct met verdiept middengedeelte waarin medaillon voor een verdwenen wijzerplaat, met daaronder een fries van tegels met polychrome ornamenten. Interieur met houten tongewelf.
Binnenindeling geheel gewijzigd. Onder het gebouw overwelfde kelders behorend tot een laatmiddeleeuwse of vroeg-17de eeuwse voorgangerbouw.
Bouwjaar: 1888.
Architect: Bouman (Pernis) en aannemer H.L. Esmeijer (Nijmegen).
Enig overgebleven, afgezien van de torenbekroningen nog betrekkelijk gaaf voorbeeld van in de straatbebouwing opgenomen kleine 19de eeuwse kerkjes.”

(Overige) Bronnen en verder lezen

Gereformeerde kerken: een mooi artikel over de geschiedenis van de gereformeerde kerk in Nijmegen

Afsluitpaal Oscar Goedhart

De gemeente Nijmegen gaf in 1973 een aantal kunstenaars de opdracht om een verkeerspaaltje te ontwerpen. Oscar Goedhart was met…

Binnentuin Begijnengas

Je loopt er zo aan voorbij en het is klein. Dit is echter een leuk plekje, om even bij een…

Afsluitpaal Habakuk, beeld Klaus van de Locht (september 2024)
Benedenstad, Geen categorie

Afsluitpaal Habakuk beeldhouwer Klaus van de Locht

Afsluitpaal Habakuk, beeld Klaus van de Locht (september 2024)
Afsluitpaal Habakuk, beeld Klaus van de Locht (september 2024)

In 1987 maakte de beeldhouwer Klaus van de Locht de afsluitpaal “Habakuk” als grenswachter die is opgesteld tussen de sacrale ruimte van het hooggelegen kerkhof en de profane wereld daaronder.

In de jaren 70 had de gemeente Nijmegen in navolging van Maastricht een aantal kunstenaars gevraagd om een afsluitpaal te maken: een kunstvoorwerp is immers mooier dan een standaard, kale betonpaal. In die jaren werden er 5 afsluitpalen geplaatst. In 1987, 10 jaar later, volgden 3 andere. Habakuk van Klaus van de Locht was daar een van.

Grenswachter

Kunst op Straat: “Habakuk is een bijbels geschrift dat onderdeel uitmaakt van het Oude Testament. De betekenis van Habakuks naam is niet met zekerheid te zeggen. Misschien betekent zijn naam ‘de zeer geliefde’. Anderen denken dat zijn naam ‘omarmer’ of ‘omhelzer’ betekent. Het boek is waarschijnlijk geschreven door Habakuk rond 650-627 (of enkele jaren later) voor de gangbare jaartelling. De kunstenaar ziet in de vorm van Habakuk een grenswachter die is opgesteld tussen de sacrale ruimte van het hooggelegen kerkhof en de profane wereld daaronder. Voor de vormgeving van het beeld is hij geïnspireerd door de beelden op Paaseiland.”

Noorderkerktrappen

Zoals Dorsoduro al opmerkt: “Habakuk staat onder aan de Noorderkerktrappen, enigszins verdekt opgesteld en eigenlijk ook zinloos. Geen automobilist zou het ooit in zijn hersens halen dit smaller wordende steegje met zijn steile trap in te rijden.”

Abonneren

Voer je e-mailadres hieronder in om updates te ontvangen.

De profeet Habakuk

Een mooie uitleg over de profeet en het boek Habakuk is te vinden bij het Nederlands Bijbel Genootschap en de KRO-NRCV. Om kort te gaan: Habakuk ziet de dreigingg van de Chaldeeën of Babyloniërs met hun wreedheden als een straf van God voor Juda. Habakuk heeft zijn twijfels: Juda verdient bestraft te worden, maar waarom heeft God, die goed is, voor zo’n wreed instrument gekozen? Habakuk wacht op antwoord.

Dat antwoord komt er twee maal: God zal de rechtvaardigen niet in de steek laten. Daarna volgt een loflief van Habakuk op God.

In (vrijwel) alle gevallen richten profeten zich tot andere mensen. Opvallend aan Habakuk is, dat hij zich tot God richt en het grootste deel een dialoog is tussen hem en God.

Hoewel ik geen theoloog of kunsthistoricus ben, valt mij in het licht van bovenstaande, de (bekende) eerste regels uit het tweede boek op:

“Ik ga staan op mijn wachttoren

betrek mijn post op het bolwerk,

kijk uit om te zien wat de Heer mij zal zeggen,

wat Hij mij antwoordt op mijn verwijt”. (vertaling volgens NBG)

Overigens: voordat Klaus van de Locht net als zijn broer Peter voor de kunst koos, was hij drie jaar lang student theologie geweest (wikipedia).

Labyrint en zadelhoofd

Labyrint op Habakuk (september 2024)
Labyrint op Habakuk (september 2024)

Zoals hierboven staat weergegeven, is het beeld geïnspireerd op de beelden van Paaseiland.

Opvallend zijn bovendien dat het hoofd bovenop eindigt als een soort zadel.

En onderaan Habakuk is een labyrint gebeeldhouwd; Van de Locht is ook de maker van het grote labyrint op de Waalkade.

Afsluitpaal Oscar Goedhart

De gemeente Nijmegen gaf in 1973 een aantal kunstenaars de opdracht om een verkeerspaaltje te ontwerpen. Oscar Goedhart was met…

fotos Kaaisjouwers Kloosterstraat (september 2024)
#Nijmegen, Benedenstad, Kunstwerken

Foto’s Kaaisjouwers Kloosterstraat

fotos Kaaisjouwers Kloosterstraat (september 2024)
fotos Kaaisjouwers Kloosterstraat (september 2024)

In de Kloosterstraat hangt een mini-museum over de kaaisjouwers. Gerrit Pijman (Die in 2023 77 jaar is) hangt elke ochtend deze foto’s op en haalt ze ’s avonds er weer af. Zijn grootvader was een van de kaaisjouwers. Een mooi artikel over deze foto’s en de kaaisjouwers in het algemeen staat in de Mariken van 2023 vanaf bladzijde 4.

fotos Kaaisjouwers Kloosterstraat (september 2024)
fotos Kaaisjouwers Kloosterstraat (september 2024)
Foto's Kaaisjouwers Kloosterstraat (september 2024)
Foto’s Kaaisjouwers Kloosterstraat (september 2024)
Blik op het Cellenbroederenhuis de Ellendige en Gevoegde Broederschappen, één van de oudste panden van de stad. In de vleugel met de trapgevel ligt de regentenkamer waar de regenten van deze in 1591 door Prins Maurits gefundeerde instelling van Weldadigheid maandelijks vergaderen, 1900-1925 (dr. Jan Brinkhoff via D17 RAN CC0)
#Nijmegen, Benedenstad

St. Anthoniusplaats

Dit prachtige stukje Nijmegen ligt wat verscholen, met de Ridderstraat als de enige ingang. Met de Ottengas is het een oud stuk Nijmegen, dat de Tweede Wereldoorlog heeft overleefd, vol van gemeentelijke en rijksmonumenten. Toch zullen veel Nijmegenaren het ook kennen van de (vroegere) uitgaangsgelegenheden.

Deze pagina verzamelt artikelen over de historie en bezienswaardigheden van de St. Antoniusplaats en zal in de loop der tijd worden aangevuld.

De St. Anthoniusplaats is in de loop der tijd op verschillende manieren geschreven. Voor de leesbaarheid is de huidige naam, St. Anthoniusplaats, aangehouden.

Belangrijkste Bezienswaardigheden van de St. Anthoniusplaats:

Eigenlijk het plein als geheel als oud stukje van Nijmegen, in het bijzonder:

  • Het huidige Huize Bethlehem, naar ontwerp van Charles Estourgie
  • Cellenbroedershuis

St. Anthoniusplaats 1

St Anthoniusplaats 1, 1935 (F1220 RAN)
St Anthoniusplaats 1, 1935 (F1220 RAN)

Het RAN noemt in het bijschrift: “Woonpand uit eind 18e eeuw. In 1866 werd het na gedeeltelijke afbraak herbouwd in eclectische stijl; het pleisterwerk is typerend voor die tijd. Het merendeel van de tijd werd het pand inderdaad gebruikt om in te wonen”.

Rijksmonument

Het pand op de hoek van de Ridderstraat en is een Rijksmonument: ”Pand, waarin natuurstenen deuromlijsting, eind 18e eeuw met Ionische pilasters en guirlande-reliëf, afkomstig van het huis Ridderstraat 4. Gesneden dubbele deur. “

(Tot nu toe) gevonden gebruikers

Van Clarenbeek

Het PGNC 17/8/1897 noemt de heer van Clarenbeek als de bewoner van het pand. Uit het Adresboek van 1898 en 1899 staat R.H.A.B. v. Clarenbeek er als bewoner. in september 1908 vertrekt de familie van Clarenbeek naar België (PGNC 13/9/1908).

Aannemer en grinthandelaar G.W. van Hezewijk

In 1909 woont aannemer en grinthandelaar G.W. van Hezewijk er (Adresboek 1909). De op dit moment laatst gevonden vermelding is het Adresboek 1934.

Op hetzelfde adres komt in de Adresboeken 1926, 1928, 1932 het bedrijf Fa. van Hezewijk en Swets, baggerondern., grint- en zandh. voor. Dit bedrijf is in het Adresboek van 1934 niet meer gevonden.

In 1932 komt ook eenmalig Grindhandel “Noviomagum”, dir. G.B.A. Dols voor.

Verschillende bewoners rond 1940

Dan lijkt het gebouw een aantal jaren gebruikt te worden door verschillende (tijdelijke?) bewoners. Zo komen in 1940 een aantal vermeldingen in het Adresboek voor:

  • A.J. Terburg, fabrieksarbeider;
  • J. Coppes;
  • J.B. de Graaf, timmerman;
  • G. Kolenbrander;
  • Mevr. B.M. Meeuwsen;
  • P.H. Romans
  • A. Gerrits

In het Adresboek 1948 staat Th.C. van de Velde, kleermaker, op dit adres.

In 1955 is het J.M. van Krevel en in 1959 J.J. van Dommelen, typograaf en de weduwe van A.J. Terburg, geboren G. van der Lienden.

In 1963 is het een “Bedrijfsruimte Confectiefabriek”.

Documentatiecentrum De Feeks

In 1986 betrok het documentatiecentrum De Feeks het pand tot 2011 (Bijschrift F1220).

Roze Huis

In 2012 ging de benedenverdieping over op de Stichting Roze Huis. Zij kocht in 2019 het pand. (Bijschrift F1220). Momenteel (juli 202) is het pand nog steeds in gebruik als Roze Huis: “Het Roze Huis is de vaste thuisbasis van COC Regio Nijmegen, Dito! en enkele andere partijen. Het betreft het voormalige pand van vrouwendocumentatiecentrum De Feeks, waarin de emancipatoire traditie onverminderd wordt doorgezet. 

Het pand is te vinden op St. Anthoniusplaats 1, in het centrum van Nijmegen. In het pand bevindt zich een grote zaal (max 80 mensen), alsmede een vergaderruimte en een kantoor. De activiteiten van COC Regio Nijmegen en Dito! vinden met name in dit pand plaats. Ook zullen er kleinere culturele activiteiten en ontmoetingsactiviteiten voor allerlei groepen, kwetsbaar en minder kwetsbaar, hier gehouden worden.”

St. Anthoniusplaats 2, 3 en 4

De panden op St. Anthoniusplaats 2, 3 en 4 is een gemeentelijk monument: “Geheel gepleisterd en van blokkenindeling voorzien bakstenen pand in twee bouwlagen met pannengedekt schilddak. Op de begane grond afwisseling van drie deuren (d) en vier raamkozijnen (r): d, r, r, d, d, r, r. Op de etage vijf raamkozijnen. Alle omlijstingen geprofileerd en van afgeronde bovenhoeken voorzien. Kroonlijst ontbreekt. Karakteristiek voorbeeld van zeer eenvoudige negentiende-eeuwse volkswoningen, van belang voor het pleintje. Bouwjaar: ca. 1865.”

St. Anthoniusplaats 5-6

Het is sinds 1988 een gemeentelijk monument. Met als aanwijzing: “Bedrijfswoning met bovenwoning. Bakstenen pand in twee bouwlagen met plat dak. Op de begane grond links is een toegangsdeur voor de woning; rechts gekoppeld de toegangsdeur voor het bedrijf en een brede werkplaatsdeur. Kozijnen rechtgesloten met bovenlichten; in het metselwerk erboven terugliggende segmentbogen met gestucte sluitstenen; de bogen zijn verbonden door een gestucte band. Op de etage bevinden zich twee vensters van overeenkomstige vorm met de openingen beneden. Vlakke kroonlijst. Bouwjaar: ca. 1895. Een van de weinige nog aanwezige panden die verbinding wonen en bedrijf tot uitdrukking brengen. Van groot belang voor het pleintje.”

In PGNC 15/12/1889 is een advertentie gevonden waarin namens de familie Herold onder andere de “stalling” op St. Anthoniusplaats No. 5 in de verkoop staat.

Gevonden bewoners St. Anthoniusplaats 5

NaamBeroepAdresboekOpmerking
B. v.d. WildenbergModiste1893Wed. v.d. Wildenberg, geb. H. de Croon, zond ber woont op nummer 3 in 1893
A.H. d. GrootTimmerman1895, 1896, 1898 
Wed C.H.L. WernerGeb. H. Lagee, landbouwster1901 
B. v. SettenArbeider1902, 1903, 1905 
G. v. KouwenKoopman1908, 1909, 1910, 1912, 1913-1914, 1914-1915, 1915-1916, 1916, in 1932 “magazijnbediende”  In oktober 1931 vertekt G. v. Kouwen env r. naar Sambeek, St. Ludovicusgest (PGNC 31/10/1931). Op dit moment is nog onduidelijk of zij tussen 1916 en 1931 steeds op Anthoniusplaats 5 gewoond hebben  
P.J. WijnenSmid1908 
P.J. OrthTimmerman1924 
C.C. HartmanBankwerker1926 
C.W. van Kouwen en C.B. Turken De Gelderlander 7/4/1932  Geboorte Wouter Waltherus; vertrokken met G. v. Kouwen?
A.Th. GerritsVoerman1934, 1936, 1938, 1940, 1963, 1968 
W.W. Gerrits 1971 

Gevonden bewoners St. Anthoniusplaats 6

NaamBeroepBronOpmerkingen
J. Hannessenschoenmaker1892 
Wed. A.J. KoopmanGeb Aa. Ma. Keemink, zond. ber1892, 1893   
Wed. J. HannessenGeb. C.Th. Janssen, z. ber1893   
G. DiesveldSjouwer1899 
Wed RozenboomGeb. G. Heemink, naaister1901, 1902 
Wed. G. DiesveldGeb. G. Verheul1901, 1903, 1905 
Wed. G. LamersGeb. J. Leenders1905 
Wed. A. HellerGeb. C.H. Teelen1907, 1909, 1910, 1912, 1913-1914, 1914-1915, 1915-1916       
A.C. Hellernaaister1907 
J.C. ScherpsPakhuisknecht, vanaf 1922 “Kapitein op een stoomboot” (indien dezelfde)1912, 1913-1914, 1914-1915, 1916, 1922, 1924, 1926   
J. Scherpsvanaf 1924 “arbeider”, vanaf 1934 staat er geen beroep vermeld1913-1914, 1914-1915, 1916, 1922, 1924, 1926, 1928, 1932, 1934, 1936 
G.A. ScherpsGemeente-reiniger1922 
C.J. ScherpsSigarenmaker1916, 1922, 1924, 1926, 1928, 1932, 1934, 1936, 1938, 1940 
C.J. Scherps Jr.Fabrieksarbeider; in 1934 geen “Jr.” meer.1924, 1926, 1928, 1932, 1934In 1926 staat J.C., waarschijnlijk zetfout
K.P. Scherps 1924, 1928, 1932 

St. Anthoniusplaats 7, 7a en 8

Kleermaker Robbers op Antoniusplein 14 (PGNC 16/1/1918)
Kleermaker Robbers op Antoniusplein 14 (PGNC 16/1/1918)

Het is sinds 1987 een Gemeentelijk Monument. Met als aanwijzing: “Bakstenen pand in twee bouwlagen met pannengedekt schild aan de voorzijde van het platte dak. Onregelmatig in gedeelde benedenetage met links een doorgang; rechts daarvan een raamkozijn. Op de etage vier rechthoekige vensters. Stucbanden in de gevel; segmentboognissen boven deur- en raamopeningen. Bouwjaar: 1898.  Eenvoudige panden, van belang voor het plein.”

Th.J. van Asten

Theodorus Johannes van Asten laat eind jaren 90 van de 19e eeuw zijn woning verbouwen. Dat heeft eerst nogal wat voeten in de aarde, zie het artikel op Noviomagus. Een eerste steen “1898” met daarboven een onleesbare tekst herinnert aan de verbouwing.

Verkoop woningen nav overlijden van Asten (De Gelderlander 22/5/1910)
Verkoop woningen nav overlijden van Asten (De Gelderlander 22/5/1910)

In 1910 vindt de veiling plaats van de panden waarvan Th. J. van Asten eigenaar was. Naast het winkelhuis in de Kroonstraat blijkt hij het Benedenhuis met 2 bovenhuizen 7a en 7b te bezitten; daarbij heeft hij zelf op nummer 7b gewoond.

Daarnaast was hij eigenaar van 6 woningen, naast St. Anthoniusplaats 6 Ottengas Nos. 17, 17a en 19.

St. Anthoniusplaats 9: Cellenbroedershuis

Blik op het Cellenbroederenhuis de Ellendige en Gevoegde Broederschappen, één van de oudste panden van de stad. In de vleugel met de trapgevel ligt de regentenkamer waar de regenten van deze in 1591 door Prins Maurits gefundeerde instelling van Weldadigheid maandelijks vergaderen, 1900-1925 (dr. Jan Brinkhoff via D17 RAN CC0)
Blik op het Cellenbroederenhuis de Ellendige en Gevoegde Broederschappen, één van de oudste panden van de stad. In de vleugel met de trapgevel ligt de regentenkamer waar de regenten van deze in 1591 door Prins Maurits gefundeerde instelling van Weldadigheid maandelijks vergaderen, 1900-1925 (dr. Jan Brinkhoff via D17 RAN CC0)

Een aantal sites over de historie van het pand en aanverwante zaken:

http://www.alexianbrothers.org/aboutus/congregation-of-alexian-brothers-history/: de eigen (engelstalige, internationale) site van de Alexianen, oftewel Cellenbroeders

https://nl.wikipedia.org/wiki/Alexianen

St. Anthoniusplaats 10: Huize Bethlehem

De ingang van het klooster Bethlehem van de zusters Dominicanessen van het Allerheiligste Sacrament. De zusters verleenden kraamzorg aan arme gezinnen in de Benedenstad. Nadat de zusters het pand verlieten werd er een hospice in gevestigd, 1936 (GN10792 RAN)
De ingang van het klooster Bethlehem van de zusters Dominicanessen van het Allerheiligste Sacrament. De zusters verleenden kraamzorg aan arme gezinnen in de Benedenstad. Nadat de zusters het pand verlieten werd er een hospice in gevestigd, 1936 (GN10792 RAN)

In de jaren 20 kochten de Dominicanessen van het Allerheiligst Sacrement de villa op deze plek aan. Deze was onder andere bewoond geweest door Dirk Reinhard Johan baron van Lynden, tussen 1820 en 1837 burgemeester van Nijmegen. Ook was het van 1865 tot (ongeveer) 1899 de Hogere Burgerschool, totdat deze verhuisde naar nieuwbouw aan de Kronenburgersingel.

Zij lieten het gebouw vervolgens verbouwen en vergroten door architect Charles Estourgie. Daarbij kreeg het klooster de naam Huize Bethlehem. De zusters verleenden kraamzorg aan arme gezinnen in de Benedenstad. Ook dit klooster had te maken met het gebrek aan aanwas van nieuwe kloosterlingen en vergrijzing: In 2001 verliet de laatste zuster het klooster.

Daarop werd het huis ingericht als een hospice. Daarbij is de kapel een stiltecentrum geworden. In 2012 schenken de Paters Dominicanen Huize Bethlehem aan de de stichting Vrienden van hospice Bethlehem, met als voorwaarde dat het gebouw nog minimaal 10 jaar in gebruik blijft als hospice (De Gelderlander 23-12-2012).

Sluiting?

Kalorama heeft besloten om op 1 januari 2025 te stoppen met het verlenen van zorg van mensen in hun laatste levensfase bij hospice Bethlehem. De financiële situatie van Kalorama is al langere tijd niet goed. Daarbij is de huur van Bethlehem hoog en is er veel onderhoud aan het pand nodig. Bovendien zijn volgens Kalorama de tarieven te laag voor deze vorm van zorg.

In augustus 2024 is een petitie gestart door de Cliëntenraad om ervoor te zorgen dat Kalorama meer tijd geeft om een nieuwe zorgaanbieder voor het hospice te vinden.

(Overige) Bronnen en verder lezen

https://reliwiki.nl/index.php/Nijmegen,Sint_Anthoniusplaats_10-_Kapel_Huize_Bethlehem

Zie voor een gedicht van Victor Vroomkoning: https://straatpoezie.nl/gedicht/bethlehem/

https://www.rn7.nl/nieuws/artikel/petitie-voortbestaan-hospice-bethlehem-al-6100-keer-ondertekend

Petitie Cliëntenraad

De tuin van het klooster Bethlehem van de zusters Dominicanessen van het Allerheiligst Sacrament gefotografeerd in de richting van de Waal. De zusters verleenden kraamzorg aan arme gezinnen in de Benedenstad. Nadat de zusters het pand verlieten werd er een hospice in gevestigd, 1936 (GN10794 RAN)
De tuin van het klooster Bethlehem van de zusters Dominicanessen van het Allerheiligst Sacrament gefotografeerd in de richting van de Waal. De zusters verleenden kraamzorg aan arme gezinnen in de Benedenstad. Nadat de zusters het pand verlieten werd er een hospice in gevestigd, 1936 (GN10794 RAN)

Appartementen Bezembindersgas

De appartementen zijn groepswoningen van Talis. Voorheen stond hier een magazijn en garage van Teeseling. Een foto uit 1970 is te vinden op F66597

St. Anthoniusplaats 12-14 en Duivengas 11

De letters “Bordeaux”  aan de top van de gevel maakt al duidelijk wat het pand ooit geweest is: een wijnpakhuis.

Let op de gevelsteen “Man rolt ton” uit 1947 van Ed van Teeseling. Op de gevelsteen staat het jaar 1859. Ook een advertentie uit 1948 noemt dit jaar. De sluitsteen boven de deur noemt echter het jaar 1871.

Over dit gebouw is al veel te vinden op Gemeentelijke Monumentenlijst en Noviomagus (tevens bronnen van deze paragraaf).

Vennootschap Roos & Hütschler

Eerstgevonden vermelding van Hutschler op St. Antonius (PGNC 3/5/1854)
Eerstgevonden vermelding van Hutschler op St. Antonius (PGNC 3/5/1854)

In het artikel van Noviomagus (tevens RAN F52317, waarin het jaar 1910 staat als jaar van vervaardiging) staat een advertentie van Roos & Hütschler weergegeven waarin “anno 1821” wordt genoemd.

In een gevonden advertentie van 1854 staat de Ridderstraat vermeld; het is mij nog onduidelijk of de St. Anthoniusplaats 12 vóór 1902 in gebruik is genomen.

Roos & Hütschler

Op 1 januari 1902 richten Johan Zeno Hütschler en Elias Roos Jr. de Vennootschap onder Koophandel Roos & Hütschler op, met het doel het drijven van handel in wijn.  Zij laten daarbij hun afzonderlijke zaken “E. Roos & Zoon” en “firma J.Z. Hütschler & Co.” samengaan. “Waar elk voor zichzelf sinds tal van jaren den smaak wist te treffen eener talrijke clientѐle, zal dit met vereende krachten zeker nog beter gaan.”  (PGNC 3/1/1902)

Wijnhandel Roos & Hütschler, St. Antoniusplein 14 (De Gelderlander 3/1/1902)
Wijnhandel Roos & Hütschler, St. Antoniusplein 14 (De Gelderlander 3/1/1902)
Er verschijnen ook advertenties van Wijnhandel Roos & Hütschler met naast Nijmegen adressen in Bergen op Zoom en Traben a/d Mosel (PGNC 6/9/1910)
Er verschijnen ook advertenties van Wijnhandel Roos & Hütschler met naast Nijmegen adressen in Bergen op Zoom en Traben a/d Mosel (PGNC 6/9/1910)

In PGNC 10/9/1912 wordt nummer 12 als adres genoemd. In ieder geval is er nog een advertentie gevonden in PGNC 12/1/1925.

In januari 1929 viert de firma dat de kelderknecht H. Visscher 50 jaar in dienst is (PGNC 2/1/1929). Hij krijgt later dat jaar tevens een koninklijke onderscheiding Orde van Oranje Nassau in Brons (De Gelderlander 30/8/1929).

Elias Roos overlijdt in mei 1929. Hij blijkt naast firmant van Roos & Hutschler ook lid te zijn geweest van het College van Regenten van het Oud-Burgeren-Gasthuis en bestuurslid van de Hulpbank. Een van de sprekers tijdens de begrafenis is de oudste knecht de heer Visscher. (PGNC 17/5/1929)

Roos & Hütschler in Arnhem (PGNC 9/2/1931)
Roos & Hütschler in Arnhem (PGNC 9/2/1931)

Wanneer Roos & Hutschler uit Nijmegen exact is vertrokken, is nog niet achterhaald. Uit de advertentie hiernaast blijkt, dat ze rond 1931 niet meer aanwezig te zijn in Nijmegen, maar in ieder geval nog wel in Arnhem. Roos & Hutschler komt nog wel voor in het adresboek van 1932: waarschijnlijk is ze eind 1931 vertrokken, zodat de wijziging niet meer kon worden opgenomen in het Adresboek.

Waarschijnlijk de wijnkelder op St. Anthoniusplaats 13: het RAN noemt dit "Het interieur in de kelder van Elias Broekkamps' Wijnhandel" uit 1926. Op dat moment zat Roos & Hütschler nog op dit adres (F12189)
Waarschijnlijk de wijnkelder op St. Anthoniusplaats 13: het RAN noemt dit “Het interieur in de kelder van Elias Broekkamps’ Wijnhandel” uit 1926. Op dat moment zat Roos & Hütschler nog op dit adres (F12189)

Broekkamp’s Wijnhandel

Wijnhandel Broekkamp St. Anthoniusplaats (PGNC 15/11/1941)
Wijnhandel Broekkamp St. Anthoniusplaats (PGNC 15/11/1941)

In november 1941 brengt Broekkamp’s Wijnhandel haar bedrijf over naar St. Anthoniusplaats 11-12-13. Voorheen zat deze wijnhandel op de Graafseweg 243, waarbij deze Wijnhandel-Kelderbedrijf Trianon werd genoemd. Waarschijnlijk was Constant Mathijs Loui(s) Broekkamp op dat moment nog de eigenaar (oa Adresboek 1940 en De Gelderlander 23/5/1940).

In 1948 blijkt Elias H. Broekkamp in de tussenliggende jaren de zaak over te hebben genomen: hij is in het Adresboek 1948 de enige wijnhandelaar Broekkamp (hij woont zelf op St. Annastraat 57).

Een foto uit 1951 met de wijnhandel van Elias Broekkamp is te vinden op GN3131 RAN.

Jo’s Kelder

St. Anthoniusplaats 12-13 in 1971: woonhuizen en Bar Dancing Jo's Kelders ; boven de ingang het relief "Man, die een ton rolt ", gemaakt in 1951 door Ed van Teeseling i.o.v. wijnhandelaar Elias Broekkamp, 1971 (Prof. dr. E.F. van der Grinten via F26237 RAN CCBYSA)
St. Anthoniusplaats 12-13 in 1971: woonhuizen en Bar Dancing Jo’s Kelders ; boven de ingang het relief “Man, die een ton rolt “, gemaakt in 1951 door Ed van Teeseling i.o.v. wijnhandelaar Elias Broekkamp, 1971 (Prof. dr. E.F. van der Grinten via F26237 RAN CCBYSA)

Op een later tijdstip komen hier de bekende uitgaangsgelegendheden Jo’s Kelders en later Old Cave.

Zie ook Noviomagus

De nauwe ingang van de Sint Anthoniusplaats met een vrachtwagen van drankengroothandel van Teeseling, die daar opslagplaats had in de kelders waar in 1967 de discotheek Jo's Kelders het levenslicht zag; op de achtergrond de Eiermarkt , 1958-1967 (Gemeentepolitie Nijmegen via F18563 RAN CC0)
De nauwe ingang van de Sint Anthoniusplaats met een vrachtwagen van drankengroothandel van Teeseling, die daar opslagplaats had in de kelders waar in 1967 de discotheek Jo’s Kelders het levenslicht zag; op de achtergrond de Eiermarkt , 1958-1967 (Gemeentepolitie Nijmegen via F18563 RAN CC0)

St. Anthoniusplaats 15-16

Het huis aan de St. Anthoniusplaats 15-16 is oorspronkelijk gebouwd in het tweede kwart van de 16e eeuw. Rond 1985 is het echter vrijwel volledig herbouwd. Kenmerkend is de gepleisterde trapgevel

Bron: https://www.dbnl.org/tekst/sten009monu05_01/sten009monu05_01_0157.php

Het gebouw is een Rijksmonument: “Belangrijk, waarschijnlijk 15e eeuws pand met aan voor- en achterzijde trapgevels, alsmede een brandgevel met trappen op het midden van het pand. De achterste twee trapgevels hebben hun gotische ezelsrugafdekkingen behouden.”

Op St. Anthoniusplaats 15 bevond zich een openbare schuilkelder (PGNC 8/11/1940).

Hollandsche Spoorweg Maatschappij
#Nijmegen, Benedenstad, Centrum, Gebouw van de dag

Hollandsche Spoorweg, Kannenmarkt

Hollandsche Spoorweg Maatschappij
Hollandsche Spoorweg Maatschappij (juni 2024)

Op 1 februari 1904 opent de Hollandsche Ijzeren Spoorweg-Maatschappij met een bestelkantoor en een reiskantoor op Kannenmarkt No. 6. Hiervoor had de verbouwing plaats gevonden, (waarschijnlijk) door aannemer/architect Grandjean (oa in de beschrijving op Rijksmonumenten; ik heb de bouwtekening nog niet ingezien). Vanaf januari 1903 heeft het aanneemkantoor van goederen tijdelijk op Kannenmarkt no. 11 gezeten (PGNC 22/1/1903).

Advertentie Opening Bestelkantoor Hollandsche Ijzeren Spoorweg Maatschappij Kannenmarkt PGNC 21/10/1890
Advertentie Opening Bestelkantoor Hollandsche Ijzeren Spoorweg Maatschappij Kannenmarkt PGNC 21/10/1890

In een advertentie van PGNC 21/10/1890 wordt echter Kannenmarkt No. 12 genoemd (zie hierboven): “Hollandsche Ijzeren Spoorweg-Maatschappij vervoer van goederen: De Maatschappij belast zich van af 15 October e.k. met het vervoer van Bestelgoederen, Geld en Geldswaren naar alle plaatsen in Nederland, gelegen aan de lijnen der Hollandsche Ijzeren Spoorweg-Maatschappij”.

Advertentie Opening Bestelkantoor Hollandsche Ijzeren Spoorweg Maatschappij (PGNC 27/1/1904)
Advertentie Opening Bestelkantoor Hollandsche Ijzeren Spoorweg Maatschappij (PGNC 27/1/1904)
Advertentie Reisbureau Hollandsche Ijzeren Spoorweg Maatschappij (PGNC 27/1/1904)
Advertentie Reisbureau Hollandsche Ijzeren Spoorweg Maatschappij (PGNC 27/1/1904)

Hollandsche Ijzeren Spoorweg-Maatschappij

De Hollandsche Ijzeren Spoorweg-Maatschappij (ook geschreven als HIJSM of HSM) was op 8 augustus 1837 in Amsterdam opgericht. Het was de eerste in Nederland opgerichte spoorwegmaatschappij. De eerste lijn, van Amsterdam naar Haarlem was op 20 september 1839 opengesteld.

Nijmegen-Kleve

Ten aanzien van Nijmegen had zij op 1 juli 1886 de exploitatie van de lijn Nijmegen-Kleve overgenomen. Deze lijn was opgericht door de Nijmeegsche Spoorwegmaatschappij (NSM) in 1863, wat de eerste treinverbinding van Nijmegen was. De exploitatie daarvan was in handen van Rheinische Eisenbahn-Gesellschaft (en in 1886 kort door Preußische Staatseisenbahnen en in eigen handen).

Wikipedia: “De HIJSM kwam gaandeweg in het bezit van een meerderheidsaandeel in de NSM en bij overeenkomst van 25 maart 1907 kreeg de HIJSM het recht om het Nederlandse gedeelte van de lijn te kopen, waarvan zij in 1923 gebruik maakte. Hierop had Nijmeegsche Spoorwegmaatschappij geen bestaansrecht meer en zij ging op 1 juli 1923 in liquidatie.”

Verbouwing 1913/1914?

Reisbureau en Beslelkantoor Kannemarkt No  te Nijmegen, H Y S M, De ondertekening van D12.384121 is op 28-11-1913 (D12.384122)
Reisbureau en Beslelkantoor Kannemarkt No  te Nijmegen, H Y S M, De ondertekening van D12.384121 is op 28-11-1913 (D12.384122)
Reisbureau en Beslelkantoor Kannemarkt No  te Nijmegen, H Y S M, (D12.384122)
Reisbureau en Beslelkantoor Kannemarkt No te Nijmegen, H Y S M, (D12.384122)

In het bouwdossier is een bouwtekening van november 1913 gevonden. Het is onduidelijk of deze verbouwing daadwerkelijk heeft plaats gevonden. Let op de loketten, de “etalage” in het midden, wat in ieder geval tegenwoordig een groot raam is.

Opheffing 1917

Advertentie opheffing kantoor Hollansche Ijzeren Spoorweg Maatschappij (PGNC 27/10/1917)
Advertentie opheffing kantoor Hollansche Ijzeren Spoorweg Maatschappij (PGNC 27/10/1917)

Op 1 november 1917 wordt het reisbureau en bestelkantoor opgeheven als gevolg van de “fusie”. In 1917 richtte de Hollandsche Ijzeren Spoorweg-Maatschappij samen met de Maatschappij tot Exploitatie van de Staatsspoorwegen de belangenmaatschap Nederlandse Spoorwegen (NS) op. Dit zou uiteindelijk leiden tot een fusie tot de Nederlandse Spoorwegen (NS).

Als gevolg van de sluiting brengt R.T. Slagtman & Zn. haar kantoor over naar Kannenmarkt No. 11: “Het afhalen, verzenden en bezorgen van alle soorten Goederen wordt op denzelfden voet voortgezet, zoowel voor Spoor als Boot- Douane-formaliteiten- Verhuizingen”. (artikel en advertentie in PGNC 27/10/1917).

Ook Van Gend & Loos adverteert naar aanleiding van de sluiting. Ook daar is het mogelijk goederen af te halen: “orders voor het, van wege de Spoorweg-Maatschappijen ambtshalve, afhalen van Bestel, Ijl- en Vrachtgoederen”. Daarbij schrijft zij over het aannemen van goederen: “behalve door het station, slechts worden aangenomen door de Factorij Van Gend & Loos, H. Colignon & Cie., Kannenmarkt No. 9”.  (PGNC 3/11/1917)

Vervolg Slagtman

Er is niet uitgebreid gezocht naar het vervolg van Slagtman.

Op 15-7-1931 verhuist het bedrijf naar Mariënburg 23-24 (PGNC 10/7/1931).

Op 2-6-1933 staat een advertentie dat op 8 juni een Buitengewone Algemeene Vergadering van Aandeelhouders wordt gehouden. (De Gelderlander 2/6/1933). Heeft het faillissement van H.R.J. Slagtman, koopman er iets mee te maken? (De Gelderlander 8/8/1933) In ieder geval staat in De Gelderlander 26/1/1934 een advertentie: “Voor verhuizingen Slagtman & Co. N.V. Onder Directie van J. Hunink” Waarbij het adres nog adres Marienburg 23-24 is.

Vervolg Kannenmarkt 6

De H.IJ.M.S is tot 1929 eigenaar geweest van het pand, welke zij waarschijnlijk heeft verhuurd.

In 1918 is er waarschijnlijk een bouwvergunning afgegeven (archiefnummer 1335, inventarisnummer 15877).

Rijwielreparatie Kersten

Rijwielen Kersten Kannenmarkt (De Gelderlander 19/4/1919)
Rijwielen Kersten Kannenmarkt (De Gelderlander 19/4/1919)

De eerste nieuwe gebruiker van het pand lijkt rijwielwinkel Jan Kersten te zijn. De tot nu toe eerst gevonden advertentie is van De Gelderlander 19/4/1919.

Aurora

Rijwielen Aurora Kannenmarkt 6 (De Gelderlander 16/4/1921)
Rijwielen Aurora Kannenmarkt 6 (De Gelderlander 16/4/1921)

In De Gelderlander 14/7/1920 is er nog een advertentie van Kersten gevonden. Daarna is de eerstgevonden advertentie die van Ind. Handelsonderneming “Auroro”, eveneens in rijwielen. Of dit een andere naam voor de zaak van Kersten is of een nieuwe onderneming, is nog niet duidelijk. In ieder geval op De Gelderlander 27/5/1922 nog een advertentie van Aurora.

W. Janssen & Zn.

W. Janssen Groenten en Fruit (De Gelderlander 3/5/1924)
W. Janssen Groenten en Fruit (De Gelderlander 3/5/1924)

De volgende gebruiker die bekend is, is W. Janssen & Zn., een groente en fruithandel. De eerstgevonden advertentie is uit De Gelderlander 3/5/1924.

J. Groenen

Advertentie J. Groenen voor klei aardappelen, Kannenmarkt 6 (De Gelderlander 3/11/1928)
Advertentie J. Groenen voor klei aardappelen, Kannenmarkt 6 (De Gelderlander 3/11/1928)

 Op 20-10-1928 opent J.P. Groenen zijn groentezaak: “een keurig ingerichte zaak in groenten, aardappelen, comestibles, binnen- en buitenlandsch fruit enz.” Daarvoor heeft Groenen zijn winkel van binnen en buiten laten schilderen (De Gelderlander 20/10/1928).

Hij koopt hij het pand van de N.V. Hollandsche Ijzeren Spoorweg Maatschappij op 2-5-1929 (verwijzing actenummer 425, archiefnummer 1202, inventarisnummer 23 met dank aan het RAN voor het scannen van de acte).

“J.P. Groenen, Groente- en fruith.” komt op dit adres voor in de Adresboeken van  1934, 1936, 1938, 1940. In 1948, 1951 is het “grossier levensmiddelen”.

Ready Puddingfabriek

Onder andere in De Gelderlander 31/12/1940 en De Gelderlander 1/12/1941 verschijnen er tevens advertenties van de “Ready Puddingfabriek” op dit adres. De eerstgevonden advertentie van Ready is van De Gelderlander 20/7/1938, maar het is onbekend of de Karrenmarkt 6 toen al de locatie was.

Verkoop aan gemeente?

In November 1956 blijkt J.P. Groenen overeenstemming te hebben bereikt over de verkoop een winkel met twee bovenwoningen, gelegen aan de Kannenmarkt 6 aan de gemeente. De gemeente heeft plannen tot uitbreiding van het Waaggebouw, “met het oog waarop ook de drie belendende panden reeds zijn aangekocht.” De heer Groenen wil dit perceel verkopen voor f11.500,-. (De Gelderlander 14/11/1956)

Of de verkoop is daadwerkelijk heeft plaatsgevonden is niet bekend. In ieder geval is er geen sprake van een uitbreiding van het Waaggebouw geweest en bestaat het pand nog steeds.

Keurentjes

Advertentie Keurentjes in Adresboek 1968
Advertentie Keurentjes in Adresboek 1968

De eerstgevonden vermelding van Keurentjes is in het Adresboek van 1959. Dan komen “E.T., rijw.m.” (rijwielmonteur) en “M. rijw. handelaar” op dit adres voor. In ieder geval komt er in het Adresboek 1971 nog een E.T. Keurentjes en elders “Keurentjes en Zn. M.” voor op Kannenmarkt 6.

Vervolg

Er is nog niet uitputtende onderzocht wat het vervolg is geweest.

Kunstcentrum

In ieder geval zat in de loop van de jaren 80 een kunstcentrum, onder andere is bij het RAN een affiche te vinden voor de aankondiging van de tentoonstelling van de gouaches van Anton Coppens, van 10 tot 18 november 1984.

Ook heeft het Architectuur Centrum Nijmegen een tijdlang gebruik gemaakt van het pand.

Bairro Alto

Inmiddels zit al weer jarenlang Koffiebar Bairro Alto op deze locatie.

Korenmarkt

Waar vroeger parkeerplaatsen waren, is het tegenwoordig in de zomermaanden gezellig picknicken op de Korenmarkt. Het was een van de…

(Overige) Bronnen

https://nl.wikipedia.org/wiki/Maatschappij_tot_Exploitatie_van_Staatsspoorwegen

https://nl.wikipedia.org/wiki/Nijmeegsche_Spoorwegmaatschappij

https://nl.wikipedia.org/wiki/Hollandsche_IJzeren_Spoorweg-Maatschappij

Smederij Pepergas met een beeldje van Mariken (juni 2024)
#Nijmegen, Benedenstad, Gebouw van de dag

Geschiedenis van Smederij in de Pepergas

Smederij Pepergas met een beeldje van Mariken (juni 2024)
Smederij Pepergas met een beeldje van Mariken (juni 2024)

Al jarenlang hangt in de Pepergas een bordje met foto en onderschrift dat in Pepergas 22 een smederij was gevestigd. Ik was benieuwd wat er over deze smederij was te vinden.

L.J. Brinkman

Sinds wanneer er een smid was op Pepergas 22-24 is mij nog niet bekend. In ieder geval was L.J. Brinkman (als persoon of als firma) de gehele 2e helft van de 19e eeuw smid.

De eerstgevonden vermelding is uit 1838: Verbetering van de smederij, Aanvrager: L. Brinkman, Pepergas (inventarisnummer 23045).

De eerstgevonden advertentie is van L.J. Brinkman, Meester Smid in de Pepergas van september 1851 (PGNC 27/9/1851): “dat hij thans ruim voorzien is van een fraai assortiment der nieuwmodische haarden en kagchels, tegen zeer billijke en vaste prijzen”.

Wanneer hij telefoon krijgt (nummer 250), dan is hij In 1909 nog steeds smid op Pepergas 22. J.L. Brinkman en Zoon woont dan als particulier adres Groote straat 45. (PGNC 4/4/1909)

wed. A. Peters-Seegers

22-7 en 5-8-1915 zal de veiling plaats vinden van een “Huis waarin Smeederij en twee Bovenwoningen met Erf aan de Pepergas te Nijmegen gelegen, plaatselijk gemerkt nos. 22 en 24, groot 44 centiaren”. (De Gelderlander 11/7/1915). Dit pand zal voor f885 worden verkocht aan de wed. A. Peters-Seegers, sleepersbedrijf hier te stede uitoefenend (De Gelderlander 7/8/1915)

In juni 1929 biedt wed. A. Peters-Seegers het pand, “smederij met pakhuis en bovenwoning, gelegen aan de Peperstraat Nos. 22-24, groot 44 cA., verhuurd voor f5,50 per week” weer ter veiling aan, samen met een aantal andere gebouwen. De veiling zal op 27 juni en 11 juli gehouden worden (PGNC 15/6/1929).

Smederij(?)

De laatste huizen in de Pepergas even zijde, wachtend op afbraak, voordat de gas eindigt in de Grotestraat, 20/12/1949 (Commissariaat van Politie Nijmegen Afd. Fotografie via F31771 CC0)
De laatste huizen in de Pepergas even zijde, wachtend op afbraak, voordat de gas eindigt in de Grotestraat, 20/12/1949 (Commissariaat van Politie Nijmegen Afd. Fotografie via F31771 CC0)
Links is de smederij te zien: Schilderachtige "stikke" verbindingsstraat tussen de Grotestraat en de Korenmarkt, hier gezien in de richting van de Korenmarkt. Vermoedelijk werd er voornamelijk peper verkocht. Stond ongunstig bekend vanwege de vele daar woonachtige publieke vrouwen, 1930 (dr. Jan Brinkhoff via D5291 RAN)
Links is de smederij te zien: Schilderachtige “stikke” verbindingsstraat tussen de Grotestraat en de Korenmarkt, hier gezien in de richting van de Korenmarkt. Vermoedelijk werd er voornamelijk peper verkocht. Stond ongunstig bekend vanwege de vele daar woonachtige publieke vrouwen, 1930 (dr. Jan Brinkhoff via D5291 RAN)

Opvallend is dat in alle tot nu gevonden adresboeken vanaf 1922 (mogelijk eerder, 1922, 1924, 1926,1932, 1934, 1936, 1938, 1940, 1948 en 1951) Pepergas 22 “werkplaats” wordt genoemd. In 1955 komt het voor als “smederij”. In hoeverre het pand doorlopend een smederij is geweest – in 1929 wordt het bij de verkoop nog zo genoemd- is nog niet bekend. Wel beschrijven de foto’s rond de jaren 50 het pand als “Smederij” en hangt er ook een bordje.

Bij het RAN zijn een aantal mooie foto’s te vinden van het “Verhaal van de smid”, waaronder F53866.

Johannes Vijghstraat 41

Op 15 september 1921 wordt Johannes Vijghstraat 41 verkocht aan F. van Dam, Nijmegen (PGNC 16/9/1921) “De heer Jos. van…

Korenmarkt

Waar vroeger parkeerplaatsen waren, is het tegenwoordig in de zomermaanden gezellig picknicken op de Korenmarkt. Het was een van de…

Korenmarkt, en tekening van Koster, op de achtergrond de St.-Stevenskerk, 1770 (Evert F. van der Grinten via F78336 RAN CCBYSA tevens Auteursrechthouder)
#Nijmegen, Benedenstad, Groen in Nijmegen, GroenInNijmegen

Korenmarkt

Korenmarkt, en tekening van Koster, op de achtergrond de St.-Stevenskerk, 1770 (Evert F. van der Grinten via 	F78336 RAN CCBYSA tevens Auteursrechthouder)
Korenmarkt, en tekening van Koster, op de achtergrond de St.-Stevenskerk, 1770 (Evert F. van der Grinten via F78336 RAN CCBYSA tevens Auteursrechthouder)

Waar vroeger parkeerplaatsen waren, is het tegenwoordig in de zomermaanden gezellig picknicken op de Korenmarkt. Al dan niet met een kleedje en picknick mand van Barrio Alto.

Daarbij is bij opgravingen de Sint Janskapel weer gevonden met daarbij 2 graven. Deze zijn opgenomen in het park, afgedekt met een glasplaat. Daarnaast zijn 2 13e eeuwse kelders gevonden aan de Smidstraat, deze zijn niet zichtbaar gemaakt.

Korenmarkt (juni 2024)
Korenmarkt (juni 2024)

Johannieterorde

De kapel maakte onderdeel uit van het complex waar ook de Commanderie bij hoorde. Deze was einde 12e eeuw gesticht door Graaf Alardus en vrouwe Uda als hospitaal voor kloosteringen en pelgrims. In 1214 verkregen de Johannieters het pand (de Johannieterorde heette oorspronkelijk de Orde van Sint Jan). De commanderie en kapel was tijdens de 80-jarige oorlog afwisselend in handen van Spaanse en Staatse troepen/katholieken en protestanten. In 1636 overleed de laatste commandeur. In 1650 besluit het stadsbestuur om de inmiddels vervallen St. Janskapel te slopen. Een deel daarvan is inmiddels ingestort. Deze had inmiddels ook al gediend als vleeshal.

Korenmarkt

Historie Korenmarkt inzichtelijk 202406
Historie Korenmarkt inzichtelijk gemaakt (juni 2024)

Daarbij wordt de vrijgekomen plaats aangewezen als marktplaats: de korenmarkt die tot dan toe op de Lagemarkt werd gehouden, wordt in 1653 hiernaar toe verplaatst. Vanaf dat moment is het de Korenmarkt. Een uitgebreid verhaal is te lezen op Huis van de Nijmeegse Geschiedenis https://www.huisvandenijmeegsegeschiedenis.nl/info/St._Janskapel.

Hof van Brabant

Gezicht op hotel Hof van Brabant, Korenmarkt, 1906-1912 (F2890)

Hof van Brabant

Op de Korenmarkt zaten de nodige horecagelegenheden, waarvan het Hof van Brabant mogelijk de bekendste was. Na verloop van tijd was er een terras, met een prachtig uitzicht op de Waal. En er waren kegelwedstrijden, rond 1900 zeer populair.

Sloop

De Korenmarkt: het gedeelte tussen de Pepergas links, en de Vijfringengas rechts, met visvrouw Anneke Nas op de voorgrond, 1939 (J.G. Deur via F29204 RAN CCBYSA)
De Korenmarkt: het gedeelte tussen de Pepergas links, en de Vijfringengas rechts, met visvrouw Anneke Nas op de voorgrond, 1939 (J.G. Deur via F29204 RAN CCBYSA)

Rond 1880 kende de handel op de Korenmarkt een slechte tijd, onder andere vanwege de gebrekkige toegankelijkheid. In 13 maart 1882 ging de Korenbeurs op de Nieuwe Markt open.

De Korenmarkt kwam vrij ongeschonden de Tweede Wereldoorlog door. Vanaf 1950 tot 1980 vond echter “krotopruiming” plaats. Vanaf 1980 vond rondom deze locatie nieuwbouw plaats, waarbij de Korenmarkt een parkeerplaats werd.

Afsluitpaal

Afsluitpaal Korenmarkt Peter van de Locht 202406
Afsluitpaal Korenmarkt, Peter van de Locht (juni 2024)
Detail Afsluitpaal Korenmarkt, Peter van de Locht (mei 2025)
Detail Afsluitpaal Korenmarkt, Peter van de Locht (mei 2025)

Een herinnering aan de periode dat het een parkeerplaats was, is de afsluitpaal van Peter van de Locht uit 1975.

Groen

Graf Korenmarkt met glazen plaat als afdekking. Er wordt druk gemaakt van het grasveld. Op de achtergrond de St Stevenskerk, waarbij het dan mogelijk is over de daken te lopen  (mei 2025)
Graf Korenmarkt met glazen plaat als afdekking. Er wordt druk gemaakt van het grasveld. Op de achtergrond de St Stevenskerk, waarbij het dan mogelijk is over de daken te lopen (mei 2025)

Het park was een van de projecten voor Groene Allure Binnenstad, welke in 2007 is gestart. Dit project heeft als doel de kwaliteit van het groen in de binnenstad te verbeteren en ze aan te leggen waar mogelijk. Meer groen is goed voor een beter leefklimaat en draagt bij tot klimaataanpassing. Daarop zijn verschillende locaties in de binnenstad aangewezen die mogelijk geschikt waren voor vergroening of een parkje. De Korenmarkt was daar een van. S Roemburg leverde het ontwerp voor het park. Op 5-4-2012 vond de officiële opening van het park plaats.

Naast een grasveld heeft het op het hoogste gedeelte een siertuin met een fontein. Van daaruit loopt water door een goot, waar het de bron van een fontein is.

Daarbij is het gevonden graf zichtbaar gemaakt door een glazen afdekking.

Informatiebord Korenmarkt 202406
Informatiebord Korenmarkt (juni 2024)
Commanderie van St. Jan (mei 2025)
Commanderie van St. Jan (mei 2025)

(Overige) Bronnen en verder lezen:

https://www.gelderlander.nl/nijmegen/grafkelders-op-korenmarkt-nijmegen-blijven-zichtbaar~a3820e24/: tevens met foto’s van de opgegraven graven

https://nl.wikipedia.org/wiki/Orde_van_Sint-Jan

https://nl.wikipedia.org/wiki/Commanderie_van_Sint_Jan_(Nijmegen)

https://www.marikenmagazine.nl/wp-content/uploads/2018/05/2015_3_juni.pdf: een mooi artikel over de geschiedenis en een gesprek met buurtbewoners

https://vanvenrooij.nl/projecten/korenmarkt-nijmegen/: over de herinrichting

https://jeroenmajoor.wordpress.com/2011/09/25/grafkelders-gevonden-op-de-korenmarkt-te-nijmegen/: een mooie foto van de keldershttps://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_beelden_in_Nijmegen

Graf Korenmarkt (juni 2024)
Graf Korenmarkt met glazen plaat als afdekking (juni 2024)