Het Arsenaal, de Mariënburgkapel, de Israëlische begraafplaats en het kruitmagazijn, Mariënburg 95 (huidig),1880 (Gerard Korfmacher via F46123 RAN)
#Nijmegen, Centrum, Kunstwerken, Marienburg

Het Arsenaal en de sluitsteen herinnering aan Willem I

Het Arsenaal, de Mariënburgkapel, de Israëlische begraafplaats en het kruitmagazijn, Mariënburg 95 (huidig),1880 (Gerard Korfmacher via F46123 RAN)
Het Arsenaal, de Mariënburgkapel, de Israëlische begraafplaats en het kruitmagazijn, Mariënburg 95 (huidig),1880 (Gerard Korfmacher via F46123 RAN)

Het Arsenaal op de Mariënburg is gebouwd tussen 1820 en 1824 als artillerie- of tuighuis. Daarna heeft het meerdere functies gehad, waaronder het gemeentearchief van Nijmegen. Tegenwoordig heeft een functie voor horeca en cultuur. Opvallend is de sluitsteen: een herinnering aan het bezoek van Willem I.

Mariënburgklooster en bouw

Het staat op de plek van het voormalige kloostercomplex Mariënburg, waar ook de nog bestaande Mariënburgkapel deel van uitmaakte. Nadat het klooster in 1591 was opgeheven nadat Maurits Nijmegen had ingenomen, werd het kloostergedeelte verbouwd tot woonruimtes. Vanaf 1683 was het Munthuis hier gevestigd. In 1778 verkocht de staat het gebouw voor particuliere bewoning. In 1808 kocht de staat echter het gebouw weer terug, zodat deze gedeeltelijk gesloopt kon worden. Vervolgens werd een artillerie- of tuighuis gebouwd. Dit gebouw kwam in 1824 gereed. Het arsenaal was tot 1908 onderdeel van de Mariënburgkazerne.

Archief en andere functies

Op 10 maart 1909 werd het gebouw eigendom van de gemeente Nijmegen, die het gebruikte voor een stadwerkplaats. In 1938 verhuisde deze werkplaats. Vervolgens was het bedoeling om hier het gemeentearchief in te vestigen. Door de Tweede Oorlog ging dit plan niet door. Na de oorlog kwam de stadswerkplaats weer terug: haar pand aan de Dominicanenstraat was zwaar beschadigd geraakt. Ook werk het een werkplaats voor het politiebureau, die tegenover het Arsenaal lag. Vanaf 1968 zat hier tevens het bureau gevonden voorwerpen en rijwielen. In 1978 werd het Arsenaal na een verbouwing in gebruik genomen als gemeentearchief, welke op dat moment in de Mariënburgkapel had gezeten.

Horeca en Cultuur

Doorbraak Arsenaal met zicht op Moenenstraat (november 2025)
Doorbraak Arsenaal met zicht op Moenenstraat (november 2025)

Het archief verhuisde in 2001 echter naar de nieuwbouw aan de Mariënburg, de huidige locatie. Daar maakt het met de naastgelegen bibliotheek en de Lux onderdeel uit van het “cultureel kwartier”. De gemeente had in 1999 al besloten dat het Arsenaal een gedeeltelijk commerciële en een gedeeltelijk culturele bestemming moest krijgen.

In 2003 vestigde zich aan de ene kant het horecabedrijf het Vlaams Arsenaal. Aan de andere kant kwamen een aantal culturele instellingen, verenigd in vereniging Het Arsenaal. In het midden van het pand werd een grote doorgang gemaakt als verbinding met de Moenenstraat met de Marikenstraat.

Zie ook: https://web.archive.org/web/20130820212821/http:/www.ivens.nl/hetarsenaal/

In het Arsenaal is tegenwoordig (november 2025) Arsenaal 1824 gevestigd.

Het Arsenaal is een Rijksmonument.

Sluitsteen: herinnering bezoek Koning Willem I

Sluitsteen bij Arsenaal: herinnering aan Willem I  (mei 2024)
Sluitsteen bij Arsenaal: herinnering aan Willem I (mei 2024)

Deze sluitsteen hangt boven de (doorgebroken) toegangspoort tot het Arsenaal en is een herinnering aan Koning Willem I, die het gebouw in 1824 bezocht. Het Arsenaal is rond 1820 gebouwd en is een Rijksmonument.

Van Schevichaven over dit bezoek: “Op 11 October kwam Z.M. Willem I hier nogmaals, bezichtigde het nog niet voltooide fort aan de Waal, waaraan hij ter eere van den ontwerper den naam van Kraijenhoff gaf, inspecteerde weder de wallen en de Sterreschans op den Hunnerberg, alsook het nieuw arsenaal op Mariënburg. Z.M. logeerde ten huize van luit.-generaal baron Van Kraijenhoff, de tegenwoordige St. Josefsschool aan het Bosch; gaf audiëntie en vertrok den volgenden dag naar Maastricht.” (PGNC 15/5/1895)

Bezoek Frederik der Nederlanden in juli 1824

Het krantenartikel over het bezoek van Willem I is nog niet gevonden, wel dat van Prins Frederik der Nederlander, de tweede zoon van Koning Willem I (en de broer van de latere koning Willem II). “Door zijn vader, koning Willem I, werd hij daarna benoemd tot ‘grand-maître de l’artillerie’ en bezocht in die functie jaarlijks de vestingen in het Nederland en België.” (wikipedia)

Bezoek Prins Frederik der Nederlanden aan Nijmegen (PGNC 27/7/1824)
Bezoek Prins Frederik der Nederlanden aan Nijmegen (PGNC 27/7/1824)

Een krantenartikel over een bezoek in 1818 is te lezen in PGNC 21/8/1818.

(Overige) Bronnen en verder lezen

https://nl.wikipedia.org/wiki/Arsenaal_(Nijmegen)

https://www.huisvandenijmeegsegeschiedenis.nl/info/Arsenaal

https://www.noviomagus.nl/h1.php?p=Stadswandeling/noviowandeling2.htm

Mariënburg

Met een slingerende straat én tevens een soort van plein is de Mariënburg misschien wel een van de straten met…

Voormalige Rotterdamsche Bankvereeniging en Cinemarienburg, tegenwoordig Humphrey's (november 2025)
#Nijmegen, Centrum, Gebouw van de dag, Marienburg

Rotterdamsche Bankvereeniging architect Deur

1930 Mariënburg

Voormalige Rotterdamsche Bankvereeniging en Cinemarienburg, tegenwoordig Humphrey's (november 2025)
Voormalige Rotterdamsche Bankvereeniging en Cinemarienburg, tegenwoordig Humphrey’s (november 2025)

Rond het begin van de 20ste eeuw ontstond bij de Mariënburg het financiële centrum van Nijmegen. Een van de banken die zich er vestigden was de Rotterdamsche Bankvereening. Het huidige beeld van de voorgevel van het gebouw is voornamelijk afkomstig van de verbouwing tot bank van de Rotterdamsche Bankvereeniging door architect Deur.

W. E. P. Monhemius en Co.’s Bank

Ontwerp voor het maken van een huisriool voor een perceel aan het Marienburgplein te Nijmegen. Dorlas en Semmelink, architecten en aannemers, Datum Bouwdossier 8-8-1911  (D12.382055)
Ontwerp voor het maken van een huisriool voor een perceel aan het Marienburgplein te Nijmegen. Dorlas en Semmelink, architecten en aannemers, Datum Bouwdossier 8-8-1911 (D12.382055)

De eerstgevonden bouwtekening is uit 1911 voor de aanleg van het riool (“perceel aan het Marienburgplein D12.382055). Het gebouw bestaat dan uit 2 verdiepingen. Met op de begane grond elk 1 kantoor, met daarboven een bovenwoning. En dan heeft pand als bank natuurlijk een kelder met de zeer belangrijke kluis.

W. E. P. Monhemius en Co.’s Bank.

Het Mariënburg wordt meer en meer een der centra van ’t Nijmeegsch handelsverkeer. De Nederlandsche Bank deed er haar nieuwe gebouw optrekken, de kantoren van „de Nederlanden van 1845” naderen hun voltooiing en thans kunnen wij eenige bijzonderheden mededeelen aangaande het nieuwe gebouw der W. E. P. Monhemius en Co.’s Bank, dat naast eerstgenoemd pand verrezen is en met den in dezelfde kleur gehouden gevel daarbij goed aanpast.

De W. E. P. Monhemius en Co.’s Bank, welke onder directie van de heeren W. E. P. Monhemius en J. N. Krudop verscheidene jaren gevestigd was in het perceel Oude Stadsgracht 12, heeft de uitbreiding harer zaken op hoogst gelukkige wijze bekroond door het betrekken van dit nieuwe gebouw, dat aan alle eischen van het moderne handelswezen voldoet. De voorgevel is opgetrokken in Romaanschen stijl, vooral tot uiting komend in den monumentalen hoofdingang en de loggia’s met massieve pilasters aan de boven-verdieping. Is men het gebouw binnengedreden, dan geeft de eerste deur rechts toegang tot het vertrek voor het publiek bestemd.

Een keurig, stijlvol interieur doet hier het oogen aangenaam aan. Door de gedeeltelijk matgelazen ruiten stroomt het daglicht naar binnen en des avonds neemt de lichtbron der electrische centrale hier de taak van de natuur over. Een portière leidt naar het bureau der directie, dat ook een keurig­­en indruk maakt. Hier sieren o.a. groote foto’s van de kluis en de bij de vervaardiging daarvan gebezigde pantserstangen de muren.

Achter in den corridor, waar toiletgelegenheden niet ontbreken, bevindt zich de trap welke naar den kluis­kelder voert. Ook hier heeft men het zeer comfortabel weten te maken. In de hoeken zijn kleine kamertjes aangebracht voor hen die zich met het hoogst aangename werk van coupon­knippen plegen te occupeeren. Electrische schellen verbinden deze kamertjes met de kantoren boven. Het voornaamste van den kelder is evenwel de kluis, waarbij de nieuwste vindingen op dit gebied in toepassing zijn gebracht.

De kluis zelf is gebouwd met dikke betonmuren, dus een op zichzelf reeds zeer hard materiaal. Ter meerdere beveiliging is in het beton nog een netwerk van zware compound panterstangen opgesteld en wel in drie rijen, zoodat bij inbraakpogingen de werktuigen steeds stuiten op dit speciaal voor dit doel gefabriceerd materiaal en een doorbreken van den kluismuur wel tot de onmogelijkheden gerekend kan worden. Zoowel de vloer en zolder alsook de staande wander der kluis zijn van deze bescherming voorzien. Met deze reeds zeer groote zekerheid stelde de directie zich nog niet tevreden. Zij wilde zich dagelijks van den onbeschadigden toestand van de kluiswanden kunnen overtuigen en daartoe werd rondom de kluis een z.g. controlegang ontworpen. De kluis staat dus langs alle wanden vrij en de minste beschadiging der kluiswanden door inbrekers wordt bij de dagelijksche inspectie direct opgemerkt.

Natuurlijk mogen ook de ingangen tot de kluis geen zwak punt vormen, daar deze nu als het ware de aangewezen punten zijn voor inbrekers om hunne krachten te beproeven. Een zware kluisdeur en een kleinere nooddeur in dezelfde massieve constructie zorgen hier, dat alle gevaar is afgewend. De blanke kanten van deur en raam sluiten zuiver in elkander, terwijl zware massieve rondstaalschoten de deur gesloten houden. Dit sluitwerk wordt weder vastgezet door een prima kwaliteit sleutelslot alsmede door een geheimslot, dat alleen geopend kan worden indien men met de gestelde combinatie bekend is. Daar deze combinatie elk oogenblik veranderd kan worden en een verscheidenheid van 100 milioen combinaties bereikt is, kan deze afsluiting ook alleszins voldoende geacht worden.

Ter bescherming ten aanvullen met den acetyleen- en zuurstofbrander zijn in deze zwaar gepantserde legeeringen aangebracht, welke de eigenschap bezitten bij bewerking met den brander giftige gassen te ontwikkelen, ontploffingen te veroorzaken, waardoor de branders defect raken en meer dergelijke zaken, die den inbreker minder aangenaam zullen zijn, daar zij gewoonlijk van rust en stilte houden. Zou de inbreker evenwel niettegenstaande deze verrassingen toch verder willen „werken”, dan zouden de zware giftige gassen hem alras noodzaken het veld te ruimen indien hij prijs op zijn leven stelt. De deur heeft dus niet alleen een defensief maar ook een offensief karakter.

Na opening der massieve kluisdeur treden we den burcht van pantserstaal binnen en zien tegen den achterwand der kluis een safeblok opgesteld, waarin de klanten der Bank tegen billijke vergoeding hunne waarden kunnen bergen. Een dergelijk safeblok bevat verschillende loketten in diverse afmetingen. Elk loket is afgesloten met een stalen deurtje, welk laatste door een speciaal slot, dat onder controle van den huurder en de Bank geopend moet worden, tegen opening door onbevoegden is voorzien. Een gedeelte der loketten is voorzien van sloten, welke verwisselbaar zijn met de andere sloten der installatie, waardoor fraude met sleutels voorkomen is, terwijl een ander gedeelte voorzien is van combinatiesluitingen, die door den huurder op een willekeurig woord ingesteld kunnen worden.

De directie der W. E. P. Monhemius en Co.’s Bank biedt met deze nieuwe kluis haar cliënteele een zekerheid, die gewaarborgd wordt door de jongste toepassingen der wetenschap en vindingen der techniek. Beter waarborgen zullen bezwaarlijk gevonden kunnen worden. Deze kluisinrichting doet dan ook haar, zoowel als de N. V. Lips’ brandkasten- en slotenfabrieken te Dordrecht alle eer aan.

In een gedeelte van het gebouw zijn de kantoren gevestigd der Hollandsche Sociëteit van Levensverzekeringen 1807. Boven de kantoren zijn twee woningen gebouwd, zeer comfortabel ingerichte bovenhuizen, welke reeds verhuurd zijn.

Architecten van het gebouw zijn de heeren Dorlas en Semmelink alhier, onder wier leiding der plannen tevens zijn uitgevoerd. In beide opzichten, zonwel wat het ontwerp als de uitvoering betreft, hebben zij alle eer met hun werk ingelegd.

Blijkens eene advertentie in dit nummer clientèle en verdere belangstellenden uitgenodigd het nieuwe bankgebouw met kluis te bezichtigen.” (PGNC 23/2/1912)

Verbouwing 1918/1919 voor Nationale Bankvereeniging

Vanuit de Van Broeckhuysenstraat via het Mariënburg, in de richting van de Mariënburgsestraat, rechts de Nationale Bankvereeniging en Hotel Café "De Karseboom" met kegelbaan, 1926 (F29714 RAN)
Vanuit de Van Broeckhuysenstraat via het Mariënburg, in de richting van de Mariënburgsestraat, rechts de Nationale Bankvereeniging en Hotel Café “De Karseboom” met kegelbaan, 1926 (F29714 RAN)

1 juli 1918 (“heden”, dus mogelijk de dag ervoor) opent de Nationale Bankvereeniging in het pand. Dan is het haar 65tste vestiging sinds haar oprichting in 1916. Deze bank was opgezet door Rotterdamsche Bankvereeniging die tevens grootaandeelhouder van deze bank was. In 1929 werd de Nationale Bankvereeniging geintegreerd in de Rotterdamsche Bankvereeniging. (wikipedia)

Bijzonder is, dat vanaf dat moment een aantal verbouwingen zullen plaatsvinden, terwijl de bank geopend blijft. (PGNC 1/7/1918)

Nationale Bankvereeniging Bestaande Toestand in februari 1929 (D12.393768)
Nationale Bankvereeniging Bestaande Toestand in februari 1929 (D12.393768)

In januari 1919 is de verbouwing voltooid, waarbij de kantoren zijn samengevoegd. Opvallend is vooral de grote uitbreiding van het kantoor voor 20 beambten in de voormalige tuin, de ruime entrée en de effectenhal. De architect is de “huis-architect” H.F. Mertens:

Verbouwing Perceel Marienburg 64-65-66 te Nijmegen tot Kantoor der Nationale Bankvereeniging , datum Bouwdossier 25-6-1918 (D12.385395)
Verbouwing Perceel Marienburg 64-65-66 te Nijmegen tot Kantoor der Nationale Bankvereeniging , datum Bouwdossier 25-6-1918 (D12.385395)

Architect H.F. Mertens

Hermann Friedrich Mertens (Batavia, 15 augustus 1885 – Loosdrecht, 27 januari 1960) was een Nederlandse architect. Hij studeerde aan de Technische Hogeschool Delft. Hij werkte aanvankelijk onder andere als meubelontwerper en een korte tijd in Nederlands-Indië. Hij was adjunct-directeur gemeentewerken in Arnhem. Daarnaast was hij in dienst voor het ontwerpen van bankgebouwen voor de Nationale Bankvereniging. Uiteindelijk vestigt hij zich in 1922 als zelfstandig architect in Bilthoven.

Belangrijke ontwerpen van hem zijn:

  • Betondorp, Amsterdam
  • Toenmalige Unilever hoofdkantoor, Rotterdam
  • Sanatorium Zonnegloren, Soestduinen
  • Watertorens Soest, Stadskanaal, Oude-Pekela en Bilthoven.

Na de Tweede Wereldoorlog werd Mertens aangesteld als supervisor van de wederopbouw van de Rotterdamse binnenstad (Wikipedia).

Advertentie van de Nationale Bankvereeniging (PGNC 20/7/1918)
Advertentie van de Nationale Bankvereeniging (PGNC 20/7/1918)

Rotterdamsche Bankvereeniging

Gebouw van de vroegere Rotterdamsche Bankvereeniging, Mariënburg 60, 1979 (Fotopersbureau Gelderland via F29589 RAN CCBYSA Auteursrechthouder J.F.M. Trum)
Gebouw van de vroegere Rotterdamsche Bankvereeniging, Mariënburg 60, 1979 (Fotopersbureau Gelderland via F29589 RAN CCBYSA Auteursrechthouder J.F.M. Trum)

De Rotterdamsche Bankvereeniging (Rova) was de benaming van de Rotterdamsche Bank tussen 1911 en 1947. Het was een van de voorlopers van de AMRO Bank, welke een fusie was van de Rotterdamsche met de Amsterdamsche Bank. En daarmee een voorloper van de ABN AMRO.

In 1929 vroeg de Rotterdamsche Bankvereeniging aan architect Deur om een ontwerp te maken. Daarbij zijn er in het Digitaal Archief 2 ontwerpen: waarschijnlijk is het eerste plan nooit uitgevoerd en het “Gewijzigd ontwerp” wel. Uit de plattegrond van de bouwtekening (zie hieronder) wordt duidelijk dat het pand met ongeveer 1/3 is vergroot: het linkergedeelte met onder andere het portiek.

Bij de Opening

Het nieuwe gebouw van de Rotterdamsche Bankvereeniging.

De nieuwe kantoren en de kluisinrichting der Rotterdamsche Bankvereeniging aan het Mariënburgplein te Nijmegen, met den bouw waarvan eenigen tijd gemoeid was, zijn thans gereed.

Hoewel de voorgevel van de vroegere Nationale Bankvereeniging nog in zeer goeden toestand verkeerde, heeft de directie niet geschroomd tot slooping van dien gevel over te gaan ten einde een behoorlijk bouwkunstig geheel te verkrijgen.

De nieuwe gevel, met de heldere kleur van den daarin verwerkten metselsteen en de hooge met donker geglasuurde Deester pannen gedekte kap, vormt een goeden achtergrond voor de, het plein overheerschende kapel.

Gewijzigd plan Rotterdamsche Bankvereening architect Deur (D12.395205)
Gewijzigd plan Rotterdamsche Bankvereening architect Deur (D12.395205)

De architect ir. J.G. Deur, te Nijmegen, zag zich voor de moeilijkheid geplaatst de vroeger zeer verbrokkeld aandoende pleinwand te sluiten. Hij vond een zeer goede oplossing door het aanbrengen van een gootlijst juist midden tusschen de op zeer verschillende hoogten liggende kroonlijsten der belendende perceelen, waardoor een trapsgewijs omhoog springen van de bouwdeelen van den pleinwand werd verkregen.

De raamvorm, de betrekkelijke geslotenheid van den gevel en het ontbreken van alle overbodige versiering helpen tenslotte een massieven, degelijken indruk vestigen.

Gewijzigd plan Uitbreidingsplan aan het Mariënburg, december 1929 IRr. J. George Deur (D12.395204)
Gewijzigd plan Uitbreidingsplan aan het Mariënburg, december 1929 IRr. J. George Deur (D12.395204)

Het inwendige van het gebouw voldoet aan de eischen die men aan een modern bankgebouw kan stellen.

Aan de bestaande kluisinrichting, die in verband met de expansie van het bedrijf dringend om uitbreiding vroeg, werd een andere bestemming gegeven. Onder het nieuwe gedeelte werd een geheel naar de eischen des tijds ingerichte Lips kluisinrichting ingebouwd, met de noodige accommodatie-ruimten en annexen ten gerieve van het beleggend publiek.

Ten dienste van het bankbedrijf werd een ruime, fraai ingerichte en overzichtelijke kassahal geprojecteerd, waarvan een doelmatig afgescheiden gedeelte voor de effectencliëntèle is gereserveerd. Een rustig gehouden leeskamer, flinke spreek- en wachtkamer met telefoon, benevens rijwielbergplaats zijn voor de relaties beschikbaar.

Aannemer van het werk was de firma H. van Gemert en Zonen te Nijmegen; de stalen ramen werden geleverd door de firma de Vries en Robbé te Gorinchem; het kunstsmeedwerk werd vervaardigd door den heer H. Winkelman b.i. te Amsterdam en het glas in lood door de firma Bilderbeek te Nijmegen.

De natuursteenwerken waren van de Rotterdamsche Steenhouwerij te Rotterdam en van de firma Rengers te Nijmegen; de gewapend betonwerken van de N.V. Nederland te Nijmegen.

De schilderwerken werden verzorgd door de Gebr. Koning, de stoffeering en meubileering door de firma’s Draper van den Broek en M. Jansen, de parketvloeren door de firma M. Drukker en de electrische installatie door de firma Jean Jacobs, allen te Nijmegen, terwijl een geheel in staal uitgevoerd archief werd geleverd door de N.V. Martens Brandkastenfabriek te Doetinchem.

Opzichter was de heer W. van der Waart alhier.” (PGNC 15/2/1930)

Zie ook het verhaal van het oorlogsdagboek:

https://www.huisvandenijmeegsegeschiedenis.nl/info/Dagboek_Rotterdamsche_Bankvereeniging_N.V.,_kantoor_Nijmegen

Vervolg

Vooraanzicht van Café De Foyer en bioscoop Cinemariënburg, Mariënburg, 27/4/1995 (Ger Loeffen via F36781 RAN CCBYSA)
Vooraanzicht van Café De Foyer en bioscoop Cinemariënburg, Mariënburg, 27/4/1995 (Ger Loeffen via F36781 RAN CCBYSA)

Het vervolg is nog niet geheel onderzocht.

Vanaf 1984 zat filmhuis Cinemariënburg hier in het pand: zoals op de foto uit 1995 hierboven te zien is deze in 1974 begonnen en vierde het in 1994 haar 20-jarig jubileum. De achterbouw is gesloopt en vervangen door nieuwbouw. In ieder zit in 2023 Humphrey’s in het pand.

Voormalige Rotterdamsche Bankvereeniging en Cinemarienburg, in november 2025 Humphrey's; de achterbouw is vervangen door nieuwbouw (november 2025)
Voormalige Rotterdamsche Bankvereeniging en Cinemarienburg, in november 2025 Humphrey’s; de achterbouw is vervangen door nieuwbouw (november 2025)

Gemeentelijk Monument

Het gebouw is een gemeentelijk monument met als tekst bij aanwijzing (tevens is hier een uitgebreide beschrijving te vinden:

“WAARDERING
Architectuurhistorische waarde
Mariënburg 59-60-61 is een goed voorbeeld van een bankgebouw in de expressieve architectuur van rond 1930, die gezien kan worden als een de regionale variant op de Amsterdamse Schoolstijl. Het gebouw is van architectuurhistorisch belang vanwege zijn de expressief vormgegeven voorgevel en kap met de bijzondere en gaaf bewaard gebleven detaillering in de trant van de Amsterdamse School. In het interieur zijn onder meer van belang de centrale bankhal met het pseudo-gewelf en de monumentale keldertrap alsmede de sierbetegeling en de smeedijzeren hekwerken en in iets mindere mate de betegelde keldervloeren en de Lipskluizen.
Het object heeft architectuurhistorische waarde als onderdeel van het oeuvre van de Nijmeegse architect J.G. Deur (1892-1964), landelijk bekend als restauratiearchitect en ontwerper van vele kloosters en kerken. Na aanvankelijk gewerkt te hebben in de trant van de regionale Amsterdamse School werd Deur, zoals veel van zijn collega’s, in de loop van de dertiger jaren van de 20ste eeuw een fervent aanhanger van de ideologie van Delftse School. Mariënburg 59-60-61 is vergelijkbaar met zijn ontwerp voor het Jozefklooster aan de uit 1930.


Stedenbouwkundige waarde
Het pand heeft een situationele waarde vanwege de ligging in een markante reeks historische
gebouwen die in de oorspronkelijke rooilijn aan de oostzijde van het Mariënburg liggen. Het pand vormt binnen deze monumentale gebogen gevelwand door zijn expressief vormgegeven bouwmassa en verschijningsvorm een sterk beeldbepalend element.


Cultuurhistorische waarde
Het object heeft cultuurhistorische waarde vanwege de verschijningsvorm en de voormalige functie, die een uitdrukking vormen van een maatschappelijke ontwikkeling namelijk de concentratie van bankgebouwen rondom het Mariënburg in het begin van de 20ste eeuw, waardoor dit plein het financiële hart van Nijmegen werd.”

Typerende tegelwand (november 2025)
Typerende tegelwand (november 2025)

Mariënburg

Met een slingerende straat én tevens een soort van plein is de Mariënburg misschien wel een van de straten met…

Bijbank Nederlandsche Bank

De bijbank van de Nederlandsche bank aan de Mariënburg, welke later de spaarbank werd. Architect Salm ontwierp het gebouw in…

De Mariënburgkapel gezien vanuit de Mariënburgsestraat, in de richting van de Houtmarkt; links het bankgebouw van de Geldersche Credietvereeniging en op de achtergrond het Arsenaal, 1926-1930 (F29583 RAN)
#Nijmegen, Centrum, Marienburg

Mariënburg

Marienburgkapel en begin Marikenstraat (november 2025)
Marienburgkapel en begin Marikenstraat (november 2025)

Met een slingerende straat én tevens een soort van plein is de Mariënburg misschien wel een van de straten met de meeste grillige loop. Grofweg zijn er vijf ontwikkelingen geweest, die nu nog zijn terug te vinden

  • Klooster Mariënburg, met de Mariënburgkapel
  • Tussenliggende eeuwen, onder andere in gebruik als opslagplaats, kazerne en ruimte voor opvoeringen. Het Arsenaal herinnert aan de kazernetijd
  • De Mariënburg als het “bankenkwartier” van Nijmegen
  • De naoorlogse periode met politiebureau en Dienst Sociale Zaken
  • Mariënburg als locatie voor diensten en horeca

Deze verzamelt de reeds verzamelde berichten over de Mariënburg.

Mariënburg en de Mariënburgkapel

Middelpunt van het Mariënburg is de Mariënburgkapel, tevens een Rijksmonument.

De kapel is rond 1431 gebouwd als onderdeel van het klooster Mons Mariae. Oftewel Mariaberg, de heuvel waarnaar het klooster is vernoemd.

Dit klooster lag op dat moment nog buiten de stadsmuren. Op dat moment was er op die plaats sinds ongeveer 1412 al een begijnhuis van de zusters van het Gemene Leven en de beweging van de Moderne Devotie. De kloosterorde sloot zich in 1453 aan bij het kapittel van Windeshim. Het klooster bestond verder uit een kerkhof, een boomgaard, een moestuin en een bleekveld.

Door uitbreiding van de stad kwam het klooster in 1467 binnen de stadsmuren. Nadat Maurits in 1591 de stad had ingenomen, werd het katholieke geloof verboden. Het klooster werd een kazerne en militair ziekenhuis. De laatste zuster overleed in 1626.

In 1618 werd de klooster als kazerne gesloten. Daarna kwam het in gebruik als opslagplaats en voor opvoeringen. Tussen ongeveer 1655 en 1781 was het een opslagplaats voor turf. Tijdens de Franse bezetting (1672 – 1678) was het echter een militaire gevangenis. Bij de Vrede van Nijmegen werd het gebruikt voor opvoeringen als Franse Comédie. Daarbij was intussen het gebouw verbouwd en in 3 verdiepingen verdeeld. In 1781 werd het pand het stedelijk concertgebouw.

Ook wanneer de Fransen Nijmegen voor de tweede keer bezetten (van 1774 tot ongeveer 1813), wordt de kapel gebruikt als kazerne en militair ziekenhuis. Daarna kwam er tot 1843 een garen- en katoenspinnerij in.

Intussen bouwde het Rijk een kazerne rondom de kapel, met onder andere het Arsenaal. Ook de kapel ging onderdeel uitmaken van de Mariënburgkazerne, welke tot 1905 in gebruik was.

Vanwege de vervallen toestand van de kapel had de gemeente het plan om haar te slopen. Dit werd echter door Pierre Cuypers, rijksbouwmeester, voorkomen. Jan Jacob Weve voerde vervolgens onder zijn toezicht een restauratie uit. Daarna werd het gebouw in gebruik genomen als gemeentemuseum en in 1941 kwam ook het gemeentearchief hier in.

Bij het bombardement van 1944 bleef het gebouw ongeschonden. Het gebouw was weer tijdelijk in gebruik als kapel voor de Waalse en Hervormde gemeente. In 1974 verhuisde het museum naar de Commanderie van Sint-Jan. En in 1975 werd het archief gevestigd in het arsenaal. Daarop werd tijdelijk de gemeentelijke drukkerij gevestigd, totdat het weer door het archief in 1983 in gebruik kwam als hulpdepot.

Vernieuwing Mariënburg

Tussen 1998 en 2000 kwamen er grote veranderingen voor de Mariënburg in het kader van het Centrum2000 plan. Het politiebureau en de Dienst Sociale Zaken verdwenen. Het eerste werd drastisch verbouwd, het tweede pand gesloopt. De Marikenstraat werd aangelegd en op de Mariënburg verscheen de Lux en de bibliotheek.

Soeters en van Eldonk maakten een masterplan voor de Marikenstraat en haar omgeving. (https://molenaarenco.nl/projecten/101/marienburg-nijmegen/)

“De gemeente Nijmegen besloot het gebied rond de Mariënburgkapel een nieuwe impuls te geven nadat begin jaren negentig de sociale en economische positie van de binnenstad sterk was achteruitgegaan. Mariënburg was een gebied waar amper mensen kwamen. Het fijnmazige weefsel van de binnenstad veranderde hier in een structuur van losse blokken, waardoor het leek alsof de binnenstad op deze plek ophield.

Er is in het gebied opnieuw een fijnmazige structuur van gebogen straten gecreëerd, met besloten ruimtes en pleinen in plaats van grote gebouwen die verloren in de open ruimte staan. De nieuwe winkelroute die rondom de Mariënburgkapel is ontstaan, sluit harmonisch aan op de bestaande historische stad.” (Website PP HP) https://pphp.nl/project/marienburg-nijmegen/

De Marikenstraat werd op twee niveau’s aangelegd, gebruik makend van het natuurlijk hoogteverschil. Daarbij kwam de kapel in een opgehoogd plein te liggen, waarbij het gebouw wat werd verzonken.

Aanvankelijk kreeg de kapel de functie als tijdelijke expositieruimte, maar vanaf 2020 zit hier het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis.

(Overige) Bronnen en verder lezen

https://www.huisvandenijmeegsegeschiedenis.nl/info/Mari%C3%ABnburgkapel

https://nl.wikipedia.org/wiki/Mari%C3%ABnburgkapel

https://www.openmonumentendag.nl/monument/marienburgkapel-huis-van-de-nijmeegse-geschiedenis

Reeds verschenen artikelen over de Mariënburg

Het Arsenaal en de sluitsteen herinnering aan Willem I

Het Arsenaal op de Mariënburg is gebouwd tussen 1820 en 1824 als artillerie- of tuighuis. Daarna heeft het meerdere functies gehad, waaronder het gemeentearchief van Nijmegen. Tegenwoordig heeft een functie voor horeca en cultuur. Opvallend is de sluitsteen: een herinnering aan het bezoek van Willem I.

Lees verder

Bijkantoor Nederlandsche Bank architect Zwiers

Nadat het kantoor tijdens de gevechten van september 1944 was afgebrand en Gelderse Spaarbank het pand wilde kopen, besloot de Nederlandsche Bank een nieuw pand voor haar agentschap te laten bouwen aan de Mariënburg. Architect Zwiers ontwierp een sober, solide gebouw, waarbij Hammes met een aantal kunstwerken zorgde voor de nodige frivoliteit.

Lees verder

Vereniging Eigen Hulp Marienburg architect Verburgh

In 1908 liet de Vereeniging Eigen Hulp een pand bouwen aan de Staringstraat, tegenwoordig Mariënburg en op de hoeken van de Van Broeckhuysenstraat en Tweede Walstraat. De architect was Coenraad Verburgh. Het bestond uit winkels, 3 bovenwoningen, kantoor en bestuurskamer en in de kelder een drank- en bierbottelarij met flessen- en pottenspoeler. Wat was deze…

Lees verder

Postgiro

Het gebouw van de Postgiro, Marienburg, 26/3/1975 (Fotopersbureau Gelderland via F21023 RAN CCBYSA Auteursrechthouder J.F.M. Trum)
Het gebouw van de Postgiro, Marienburg, 26/3/1975 (Fotopersbureau Gelderland via F21023 RAN CCBYSA Auteursrechthouder J.F.M. Trum)
Het gezicht vanuit het zuid-oosten op de oostelijke gevel van de Mariënburgkapel, vóór de verbouwing in 1910; de originele foto in chamois, 1885 (F30147 RAN)
Het gezicht vanuit het zuid-oosten op de oostelijke gevel van de Mariënburgkapel, vóór de verbouwing in 1910; de originele foto in chamois, 1885 (F30147 RAN)
Het gezicht vanuit het zuid-westen, op de westelijke gevel van de Mariënburgkapel, en het later verdwenen zuidelijk gedeelte van het Gemeente Archief, voor de verbouwing in 1910; de originele foto in chamois, 1885 (F30148 RAN)
Het gezicht vanuit het zuid-westen, op de westelijke gevel van de Mariënburgkapel, en het later verdwenen zuidelijk gedeelte van het Gemeente Archief, voor de verbouwing in 1910; de originele foto in chamois, 1885 (F30148 RAN)
De Mariënburgkapel gezien vanuit de Mariënburgsestraat, in de richting van de Houtmarkt; links het bankgebouw van de Geldersche Credietvereeniging en op de achtergrond het Arsenaal, 1926-1930 (F29583 RAN)
#Nijmegen, Centrum, Marienburg

Mariënburg: Geldersche Credietvereeniging en een eeuw bank-locatie

1918 Mariënburg

De Mariënburgkapel gezien vanuit de Mariënburgsestraat, in de richting van de Houtmarkt; links het bankgebouw van de Geldersche Credietvereeniging en op de achtergrond het Arsenaal, 1926-1930 (F29583 RAN)
De Mariënburgkapel gezien vanuit de Mariënburgsestraat, in de richting van de Houtmarkt; links het bankgebouw van de Geldersche Credietvereeniging en op de achtergrond het Arsenaal, 1926-1930 (F29583 RAN)

Jarenlang zat op de Mariënburg de NMB/ING Bank. Op deze locatie zat een eeuw lang een bank, te beginnen met de Geldersche Credietvereeniging. Het gebouw was een ontwerp van architect Jo Limburg.

In 1904 had architect Knoops het pand voor de Geldersche Credietvereeniging ontworpen in de Paulstraat no. 35. In 1918 verhuisde de bank naar de nieuwbouw op de Mariënburg. Vanaf dat moment zal er een eeuwlang een financiële instelling zitten, zij het met verbouwingen en nieuwbouw.

Of het de Eerste Wereldoorlogsschaarste is, waardoor Jo Limburg zijn ontwerp moet aanpassen, of dat PGNC moet wennen aan de rationele stijl op het moment dat zij over de opening in 1918 schrijft, is mij nog niet bekend. In ieder geval beschrijft zij de bank daarbij als volgt:

De Geldersche Credietvereeniging.

Het Agentschap van de Geldersche Credietvereeniging alhier is heden overgebracht naar het nieuwe gebouw aan Marienburg 83. Het is een monumentale bouw, die ontworpen werd door den heer J. Limburg, architect-ingenieur te ’s Gravenhage.

De gevel, opgetrokken in handvorm baksteen, bewerkt naar ouden aard, heeft- wij kunnen het niet verzwijgen- bij de Nijmegenaars voortdurend critiek uitgelokt. Hij wijkt in menig opzicht af van wat men gewend is te zien Laten wij aanstonds opmerken, dat de bouwmeester in deze geheel abnormale tijden niet heeft kunnen beschikken over de materialen die hij zich daarvoor gedacht en gewenscht had willen verwerken, door baksteen vervangen worden, waardoor in het bijzonder de balcons der eerste etage een ander aanzien hebben gekregen, dan in het oorspronkelijke ontwerp het geval was. De daaraan uitkomende openslaande deuren blijven nu voor de helft voor het oog van den voorbijganger verborgen, wat een eigenaardigen indruk maakt. Ook de terugspringende tweede etage, die schuil schijnt te gaan achter zwaar verguld hekwerk en gedrukt wordt door een massief geprofileerden dakrand, kan onze bewondering niet wekken. Intusschen, de bekenden bouwmeester zal er wel reden voor hebben gehad om ’t zóó te doen en niet anders, en wij leeken hebben ons daarbij neer te leggen. Er bestaat een steeds toenemend streven in de bouwwereld, om te breken met het conventioneele, om andere vormen te scheppen en nieuwe banen te betreden. Dit gebouw draagt daar ongetwijfeld de sporen van. Wat wij heden niet begrijpen, zal misschien door een na ons komend geslacht moogelijk worden gewaardeerd.

Bovenstaande is dan ook niet te beschouwen als een afbreekende critiek- veel meer als uiting van den indruk dien deze gevel reeds lang op ons en velen met ons heeft gemaakt.

Geldersche Crediet Vereeniging, architect J. Limburg, Marienburg, 1925-1930 (F29728 RAN)
Geldersche Crediet Vereeniging, architect J. Limburg, Marienburg, 1925-1930 (F29728 RAN)

Treedt men door de eikenhouten hoofddeur het gebouw binnen, dan bereikt men door een met vooruitstekende hoeken smaller toeloopende entrée, geheel in ingevoegden baksteen met versiering van zwart marmer bewerkt, langs eenige trappen het binnengedeelte van het Bankgebouw. Een draaideur van moderne constructie wentelt op de meest aangename wijze den bezoeker naar binnen en dadelijk wordt het nog aangenaam getroffen door de groote in lichte kleur gehouden lokaliteit, die behalve van de zijramen aan het plein een profusie van licht ontvangt door in de zoldering aangebrachte galstegels, en werkelijk een imposanten indruk maakt.

De zoldering wordt gedragen door oordeelkundig aangebrachte pilasters van rechthoekigen vorm, welker juiste verdeeling over de ruimte opvalt en die op natuurlijke wijze tot de verschillende afscheidingen meewerken.

Aan de zijde van het plein bevindt zich over de geheele lengte van het gebouw de afdeeling voor het personeel, eindigende in een procuratiehouderskamer, welke afdeeling is gescheiden van de voor het publiek bestemde ruimten door een teakhouten balustrade op zwart marmeren voet, waarop sierlijk gesmeed ijzeren hekwerk is aangebracht, waarin de loketopeningen zijn gespaard. Met schilden zijn boven die openingen de verschillende afdeelingen aangegeven.

Aan de zijde van het plein bevindt zich over de geheele lengte van het gebouw de afdeeling voor het personeel, eindigende in een procuratiehouderskamer, welke afdeeling is gescheiden van de voor het publiek bestemde ruimten door een teakhouten balustrade op zwart marmeren voet, waarop sierlijk gesmeed ijzeren hekwerk is aangebracht, waarin de loketopstellingen zijn gespaard. Met schilden zijn boven die openingen de verschillende afbeeldingen aangegeven.

Na de drie eerste loketten- wij zouden zeggen “de loketten bestemd voor den gaanden en komenden man”- komt men door een in denzelfden trant behandelde en met spiegelglas gevulde afscheiding, die zich verderop nog een herhaalt, in eene voor het publiek bestemde ruimte, een soort hall, die naar rechts, waar de trap zich bevindt, uitspringt en als wachtkamer dient. Zij grenst weder aan loketten en is deftig gemeubeld. Van hieruit bereikt men het smaakvol ingerichte vertrek van de directie met annex een wachtkamer en de ruime vergaderzaal, welker vensters aan de zuidzijde van het gebouw uitkomen.

Aan die zijde van de hall voert een gemakkelijke, in marmer uitgevoerde, trap naar het benedenhuis, waarin de Safe, het archief en verschillende andere dienstvertrekken gevestigd zijn. De Safe is van zeer ruime afmetingen en staat geheel vrij in het gebouw; de zware kluisdeur, die natuurlijk afkomstig is van de bekende Lips-fabriek te Dordrecht, is van de allernieuwste constructie en biedt de meest volkomen afsluiting. Naast de Safe heeft men nog een speciale brandkelder voor de Bank zelf, waarin eene inrichting is aangebracht, die ’t mogelijk maakt in de Safe te komen, als de kluisdeur door omstandigheden eens niet geopend zou kunnen worden. Dat alles blijkt zóó massief en tevens zóó vertrouwenwekkend, dat ’t een gevoel van rust moet geven aan hen, die hier hun bezit ter bewaring zullen deponeeren. In het sousterrain is ook eene ruime fietsbergplaats, die door een afzonderlijken toegang naast den hoofdingang te bereiken is en tevens- zij het zonder speciale garantie- ten dienste van het publiek is. De concierge kan van uit zijn vertrek hierop het oog houden.

Dat het gebouw tevens voorzien is van alles, wat in een modern kantoor thuis behoort, behoeft zeker niet speciaal te worden gereveleerd. Centrale verwarming, gecombineerd met ventilatie; sierlijke electrische verlichting; telefooncellen en een telefoon-centrale; ingebouwde brandkluizen voor den dagdienst; een lift waarmee de boeken en geldswaarden, na afloop van den kantoortijd, naar de veilige bewaarplaats beneden worden getransporteerd en vice versa; in den muur aangebrachte en door een deurtje afgesloten waschgelegenheden in de kantoorlokalen; practische kleedingbergplaatsen voor ’t personeel, kortom, alles wordt hier gevonden wat den arbeid kan vergemakkelijken en veraangenamen.

De meubileering van het geheele gebouw is stijlvol en rustig en de kleuren van verf en behang in privékantoor en vergaderzaal getuigen van gekuischten smaak. Ook het teakhout, dat overal verwerkt is, wekt tot een rustig-voornamen indruk van het geheele gebouw mede.

Aan alle vrienden van de Geldersche Credietvereeniging zal morgen, Zondag, de gelegenheid worden gegeven het gebouw, dat Maandagmorgen in gebruik genomen wordt, te bezichtigen. Wij zijn er van overtuigd, dat zij ons waardeerend oordeel zullen onderschrijven en ’t met ons eens zullen zijn, dat Nijmegen er een gebouw bij kreeg, dat gezien mag worden en waarin, naar wij hopen, de zaken van deze krachtige en in den lande hoog aangeschreven Bankinstelling bij voortduring mogen prospereeren.

Den algemeen geachten Agent der Geldersche Credietvereeniging alhier, den heer C.P. Nap, naast wien thans bij de uitbreiding der zaken de heer Mr. A.Tj. Reitsma als sub-agent zal optreden, wenschen wij gaarne geluk met zijn prachtige nieuwe kantoren.

Met den bouw werd in Januari 1917 een aanvang gemaakt. Vele waren de teleurstellingen, die tengevolge van den huidigen toestand werden ondervonden, doch met steeds nieuwen moed werden ze overwonnen. Allen, die er aan meêwerkten, leggen eer in met hun werk, dat onder leiding van den bekwamen opzichter, den heer H. Kool, allengs werd tot het grootsche geheel, dat nu gereed staat om betrokken te worden.

Wij laten hier de namen der medewerkers volgen:

Aannemer de heer M.C. Konings te Nijmegen; Uitvoerder de heer P. Bollweg, alhier; Lood- en Zinkwerk de heer Aug. Arts, alhier; Stucadoorwerk de heer Chr.J. Clemens; Gas, Waterleiding en Sanitaire Artikelen Firma J. Jacobs & Zn., alhier; Hardsteen en Marmerwerk de heer H. Tourney, alhier; Centrale Verwarming Firma W.J. Stokvis, Kon. Fabriek van Metaalwerken, Arnhem; Electrische Installatie, Bellen en Huistelefoon Firma L.A. Moll, alhier; Kluisdeuren en Safe-inrichting Firma Lips te Dordrecht; Kunstsmeedwerk en Verlichtingsornamenten Firma Winkelman en v.d. Bijl, Amsterdam; Schilderwerk de heer W.A. Teeuwissen alhier; Meubileering, Gordijnen en Tapijten Firma Wed. W.J. Stemker Köster, alhier; Kantoormeubelen N.V. Blikman en Sartorius, Amsterdam.” (PGNC 21/9/1918)

Vervolg

Er is nog niet volledig onderzocht wat het vervolg is geweest.

1936 Fusie/Overname Nederlandsche Handel-Maatschappij

In de jaren 30 is de rentabiliteit voor de Geldersche Credietvereeniging als geheel (dus niet specifiek voor de Nijmeegse vestiging) sterk verslechterd. 1935 is vooral niet gunstig geweest vanwege van de vermindering van provisie, vooral op effecten; en daarnaast op koersverlies. Desondanks wordt overigens besloten om vrijwel de gehele winst uit te keren (PGNC 12/3/1936); er is sprake van f 406.000 winst op een kapitaal van f 14 miljoen.

Deze marge wordt onvoldoende geacht. Enerzijds om de nodige afschrijvingen op gebouwen en andere vaste activa te doen. Wel heeft de bank de jaren daarvoor afgeschreven, maar nog onvoldoende om de huidige waarde daadwerkelijk te weerspiegelen.

Maar vooral omdat er intussen sprake van concentratievorming bij banken. De Geldersche Crediet Vereeniging is, maar zal ook in de toekomst niet krachtig genoeg zijn om daadwerkelijk te kunnen concurreren met de grote banken. Daardoor staat niet alleen de winstgevendheid onder druk. Maar ook de mogelijkheid om voldoende kapitaal op te bouwen, om klanten de zekerheid van een stabiele bank te kunnen bieden.

De Nederlandsche Handel-Maatschappij (NHM) heeft interesse in een fusie/overname: aandeelhouders van de Geldersche Credietvereeniging kunnen hun aandelen inwisselen: f 1500,- voor f 1000,- aandelen Nederlandsche Handel-Maatschappij. Daarop wordt in 1936 besloten tot deze fusie/overname.

Voor de NHM was de Geldersche Credietvereeniging het eerste kantoor voor de opbouw van haar kantorennet. Tot dan toe was er slechts een hoofdkantoor in Amsterdam geweest met bijkantoren in Rotterdam en Den Haag. Sowieso hadden haar activiteiten vóór de jaren 20 vooral bestaan uit handel en transport, voornamelijk met Nederlands-Indië en Suriname.

September 1944: Forse beschadiging

Gezicht op het pand van de Kamer van Koophandel (rechts) , het verwoeste pand van de Assurantiemaatschappij De Nederlanden van 1845 (links) en het bankgebouw van de Geldersche Credietvereeniging (midden), 9/1944-12/1944 (F14518)
Gezicht op het pand van de Kamer van Koophandel (rechts) , het verwoeste pand van de Assurantiemaatschappij De Nederlanden van 1845 (links) en het bankgebouw van de Geldersche Credietvereeniging (midden), 9/1944-12/1944 (F14518)

Op 23 september 1944 treft een Duitse granaat een Brits munitietransport, waarop een explosie volgde. Het pand De Nederlanden werd verwoest en dat van de Nederlandsche Handel-Maatschappij raakte zwaar beschadigd: let ook op de stutpalen op de foto.

Advertentie Nederlandsche Handelsmaatschappij: opgave inhoud kluizen (De Gelderlander 4/12/1944)
Advertentie Nederlandsche Handelsmaatschappij: opgave inhoud kluizen (De Gelderlander 4/12/1944)

Na de oorlog

De Algemene Bank Nederland aan het Mariënburg, 3/12/1966 (Fotopersbureau Gelderland via F21368 RAN Auteursrechthouder J.F.M Trum)
De Algemene Bank Nederland aan het Mariënburg, 3/12/1966 (Fotopersbureau Gelderland via F21368 RAN Auteursrechthouder J.F.M Trum)

Na de oorlog zou de NHM haar kantorennet fors uitbreiden.

Advertentie Nederlandsche Handel-Maatschappij: weer dagelijks open (De Gelderlander 27/2/1945)
Advertentie Nederlandsche Handel-Maatschappij: weer dagelijks open (De Gelderlander 27/2/1945)

In ieder geval is de NHM in februari 1945 weer “dagelijks geopend”. Zie ook de foto GN6761 RAN uit 1957, waar boven de marktkraam de NHM te zien is. Afgaande op de deze foto’s, heeft de bank haar tweede verdieping verloren.

In 1964 fuseert NHM nationaal met de Twentsche Bank tot de Algemene Bank Nederland (ABN).

NMB/ING

ING bank, Mariënburg, mei 2016 (Google Streetview)
ING bank, Mariënburg, mei 2016 (Google Streetview)

In 1970 is de bank verbouwd tot NMB (F29837 RAN). Deze bank was afkomstig van de Van Welderenstraat.

Vanaf dat moment zal de NMB en de opvolger ING hier jarenlang zitten.

In 2006 vindt nieuwbouw plaats in het kader van het project Nova Marien plaats: de voormalige Kamer van Koophandel blijft behouden, de rest wordt gesloopt en vervangen door nieuwbouw.

Afgaande op Google Streetview zit ING hier in ieder geval nog tot juli 2019, in september 2022 echter niet meer. Dan zit Harbor Gym er, die er momenteel (december 2024) nog steeds zit.

Architect Joseph Limburg

Joseph (Jo) Limburg (Den Haag, 2 december 1864 – aldaar, 3 maart 1945) was een Nederlandse ingenieur en architect. Limburg was een zoon van de joodse winkelier in manufacturen Levy Joseph Limburg (1825-1907) en Hester van Raalte (1831-1911). Hij trouwde in 1903 met de kunstenares Marie Constance Antoinette Clant van der Mijll (1864-1945).

Limburg volgde de opleiding aan de Polytechnische School in Delft, waar hij in 1888 afstudeerde.

Bouwstijl

“Zijn ontwerpen waren aanvankelijk neoclassicistisch van aard. In zijn latere werk zijn invloeden van onder meer Hendrik Petrus Berlage en Rudolf Steiner zichtbaar. Hij kan als architect worden gerekend tot de Nieuwe Haagse School.” (wikipedia) Merk overigens op dat het pand dat Limburg ontwerpt voor de Geldersche Crediet Vereeniging naast een pand komt te staan, dat door Berlage in 1912 was ontworpen:

Geldersche Credietvereniging

In 1905 krijgt hij de eerste opdracht van de Geldersche Credietvereeniging: een bank in Maastricht (Rijksmonument). Dit gebouw is nu bekend als Huis met de Pelikaan. Ook ontwierp hij filialen in Groningen en Heerlen.

Prins Hendrikkazerne

In Nijmegen had hij in 1909-1912 als de Prins Hendrikkazerne voor de Koloniale Reserve ontworpen. Deze kazerne is gebouwd in de stijl van het rationalisme en is een Rijksmonument. Wanneer Limburg in 1939 75 jaar is geworden, besteedt De Gelderlander 1/12/1939 een klein artikel over hem. In dat artikel wordt “een bankgebouw te Nijmegen” en “het ziekenhuis der koloniale reserve te Nijmegen” genoemd. Wikipedia noemt de Prins Hendrikkazerne: het is mij tot nu toe onbekend of Limburg de hele kazerne heeft ontworpen inclusief ziekenhuis, of alleen het ziekenhuis daarvan.

Overige functies

Limburg had een aantal nevenfuncties, onder andere:

  • Lid van Puchri Studio
  • Lid van de Commissie tot behartiging der vakbelangen van den architect van de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst
  • Lid van de Commissie Regelen en Tabel voor de Volkswoningbouw

Overlijden

In 1939 woonde Limburg in Den Haag.

Als Joden moesten Jo Limburg en zijn vrouw tijdens de oorlog onderduiken. Waarschijnlijk zijn ze omgekomen bij een bombardement in 1945, waarbij ook hun onderduikadres in Haagse wijk Bezuidenhout getroffen werd.

Bouwwerken van Jo Limburg

Hieronder wordt het werk van Jo Limburg verzameld:

  • 1899 Villa Anna, Den Haag
  • 1905 Bankgebouw Geldersche Credietvereniging, Maastricht
  • 1909-1912 Prins Hendrikkazerne voor de Koloniale Reserve in Nijmegen
  • 1910 Villa Iep en Duin, tegenwoordig ambassade van Egypte, Badhuisweg 92, Den Haag
  • 1911 Kantoor uitgeverij Martinus Nijhoff, Lange Voorhout 9, Den Haag
  • 1912 Villa Van den Bergh (tegenwoordig Japanse Ambassade), Tobias Asserlaan 2 in Den Haag
  • 1915 Villa Schalder, Den Haag
  • 1918 Bankgebouw Geldersche Credietvereniging, Heerlen
  • 1918-1920 Volkswoningbouw voor de Vereeniging De Volkswoning op de Musschenberg (Vogelwijk) in Arnhem
  • 1924 Tweede Gymnasium, Den Haag
  • 1930 Plein 26: Uitbreiding Sociëteit De Witte, Den Haag

(Overige) Bronnen en verder lezen

https://www.noviomagus.nl/Ansichtkaarten/Oorlog/cwdata/oorlog020.html

https://nl.wikipedia.org/wiki/Jo_Limburg

Voormalig Bijkantoor Nederlandse Bank, Klein Marienburg 22-24
#Nijmegen, Centrum, Kunstwerken, Marienburg

Bijkantoor Nederlandsche Bank architect Zwiers

1954 Klein Mariënburg 22-24 Centrum Gemeentelijk Monument

Voormalig Bijkantoor Nederlandse Bank, Klein Marienburg 22-24
Voormalig Bijkantoor Nederlandse Bank, Klein Marienburg 22-24

Nadat het kantoor tijdens de gevechten van september 1944 was afgebrand en Gelderse Spaarbank het pand wilde kopen, besloot de Nederlandsche Bank een nieuw pand voor haar agentschap te laten bouwen aan de Mariënburg. Architect Zwiers ontwierp een sober, solide gebouw, waarbij Hammes met een aantal kunstwerken zorgde voor de nodige frivoliteit.

Vooraf

Op 21 september 1944 was het vroegere bankgebouw afgebrand door een ontploffing van een munitiewagen, welke door een Duits projectiel was geraakt. Een andere bank wilde het gebouw graag kopen: zij had niet zo veel ruimte nodig als de Nederlandsche Bank en bovendien kon zij gebruik maken van de kluizen, die intact waren gebleven. Daarop besloot de Directie van de Nederlandsche Bank tot verkoop en een nieuw, ruimer gebouw te laten bouwen.

De bouw begon op 12-1—1951. De locatie was gekozen vanwege:

  • De representatieve plaats, waarbij tegelijk ongeveer de plaats van het vroegere gebouw kon worden benaderd
  • De mogelijkheid van een rondom vrije ligging, vanwege de veiligheid

Feitelijk had de Nederlandsche Bank voldoende aan de ruimte op deze plek met slechts 1 verdieping voor haar agentschap. Vanuit stedebouwkundig oogpunt en vanwege het representatieve karakter, besloot de Bank een verdieping extra te laten bouwen. Deze verdieping kon daarbij verhuurd worden en, mocht daar op een gegeven moment behoefte aan zijn, dienen tot uitbreiding van het agentschap.

Stijl

Het voormalig kantoor van het agentschap van de Nederlandsche Bank N.V., gelegen op de hoek met de Mariënburgsestraat. Het werd gebouwd in 1949/1950 en werd ontworpen door architect door H.T. Zwiers, 27/4/1995 (Ger Loeffen via F38310 RAN CCBYSA) Klein Marienburg 22-24 Nijmegen
Het voormalig kantoor van het agentschap van de Nederlandsche Bank N.V., gelegen op de hoek met de Mariënburgsestraat. Het werd gebouwd in 1949/1950 en werd ontworpen door architect door H.T. Zwiers, 27/4/1995 (Ger Loeffen via F38310 RAN CCBYSA)

Het Nieuwe Instituut: “Het bankgebouw is uitgevoerd in de traditionalistische stijl van de Delftse School. Kenmerkend is de sobere, solide uitstraling van het gebouw dat paste bij het imago van het bankwezen. De hoofdvorm is van een monumentale eenvoud. Het karakter wordt bepaald door de geslotenheid van de baksteen gevels en de accentuering van ramen en ingangen door natuurstenen omlijstingen”

Indeling

Op de begane grond ligt de publieke hal, “die groot is genomen, omdat het op topdagen zeer druk kan zijn en een op elkaar gepakte menigte een hoogst onveilig gevoel geeft, aldus spr.

Aan die hal grens het kantoor voor kas, rekening-courant, enz. Voorts liggen hier twee spreekkamers (waarvan één voor de Agent) en de portiersloge.

De kamer van de Agent ligt verder naar achteren en staat in rechtstreeks contact met de Kas-afdeling en met de toegang tot de kluizen.

Op de eerste verdieping ligt een publieke ruimte met aangrenzende kantoorruimte voor belening, bewaarneming en deviezen. Daar is ook een vergaderkamer en een reserve-kantoor.” (De Gelderlander 6/5/1954)

Het achterterrein is bereikbaar via de poort aan de zijde van Klein Mariënburg. Deze is bestemd voor het transport van waarden. Daardoor moest de terrein zo veilig mogelijk van de straat en de aanliggende erven worden gescheiden. Dit gebeurd door hoge muren aan de Spaarpotsteeg en langs de oostkant van het achterterrein.

Bijzonder is dat in de kelder gebouwd is als brandkluis, maar dat zich hier tevens een atoomkelder bevindt. In een aantal bijruimtes zijn nog installaties te vinden, die er onder ander voor moesten zorgen dat atoomdeeltjes uit de lucht werden gefilterd. De Gemeentelijke Monumentenlijst  geeft een uitvoerige beschrijving van het gebouw. Hierbij zijn tevens veel foto’s opgenomen.

Kunstwerken voor representatie én humor

Spaarvarkens, beelden van Hammes (september 2024)
Spaarvarkens, beelden van Hammes (september 2024)

“Voor het sterker aanzetten van het representatieve karakter van de toegang tot de Spaarpotsteeg èn van de hoofdingang zocht Zwiers naar een beeldhouwer, “die zijn suggesties kon volgen” (De Gelderlander 6/5/1954). 

De beeldhouwer Hammes maakte op de stenen pylonen bij de toegang tot de Spaarpotsteeg 2 spaarvarkens. De één tevreden met een geldstuk in zijn gleuf, de ander sip, zonder muntstuk. “bij zoveel ernst immers past wel een glimlach, vooral als die buiten de deur blijft, aldus spr.” (De Gelderlander 6/5/1954)

In de hoofdingangspartij kwamen vogelmotieven, aanvliegend op een centraal geplaatst wapenschild. Zij staan symbool voor de Agentschappen, als boodschappers van de centrale Amsterdamse Hoofdbank.

Het Geldverkeer, beeld van Hammes (september 2024)
Het Geldverkeer, beeld van Hammes (september 2024)

Boven de ingang is een plastiek van metaal geplaatst, “Het Geldverkeer”. Hierbij werpen twee zittende figuren elkaar geldschijven toe, welke de geldcirculatie rond de wereldbol voorstelt.

Het Nieuwe Instituut noemt binnen de wanden van geglazuurde gebakken steen. Aan een van deze wanden is een voorstelling van keramiek aangebracht, welke verwijst naar de ondergang en de belofte van de herrijzenis van de stadskern van Nijmegen. Daarbij zijn de jaartallen 1944 en 1954 aangebracht. Het kunstwerk, eveneens een werk van Hammmes, is te zien op F30036 RAN.

Ook ontwierp hij een houtreliëf van 4 figuren: 2 middenfiguren houden zakken met geld vast die de 2 buitenfiguren proberen te stelen, te zien op F85260.

Architect Zwiers

Henry Timo Zwiers (Amsterdam, 10 februari 1900 – Haarlem, 2 juni 1992) was een Nederlandse architect. Hij ontwierp de nieuwe Bijbank van de Nederlandse Bank aan de Boompjes in Rotterdam, welke van 1950-1955 gebouwd werd. Ook deed hij mee aan een prijsvraag voor het ontwerp van het kantoor van de Nederlandse Bank in 1954. Zijn ontwerp werd echter niet gekozen en uiteindelijk zouden geen van de ontwerpen die architecten voor de prijsvraag hadden aangeleverd, worden gerealiseerd. Ook ontwierp hij voor andere banken -in andere plaatsen dan Nijmegen-. onder andere voor de Twentsche Bank. Het Nieuwe Instituut heeft een uitgebreid overzicht van de ontwerpen van Zwiers.

In Arnhem ontwierp hij de Grote Enk, het kantoorgebouw van de AKU/Akzo.

Ook ontwierp hij woningbouw. Daarbij is het belangrijk dat hij een de 3 architecten was, die vrijwel alle airey-woningen (een type systeembouw) in Nederland heeft ontworpen. Daarvan is Sloterhof in Amsterdam zijn belangrijkste werk.

Gemeentelijk Monument

Het gebouw is een Gemeentelijk Monument met als waardering:

“Het voormalige agentschap van de Nederlandse Bank heeft cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van degelijke soberheid tijdens de wederopbouwperiode in het algemeen en als betrouwbare en solide uitstraling van de Nederlandse Bank in het bijzonder. Een veilige geldafhandeling en gedegen voorbereiding op een mogelijke atoomaanval gedurende de Koude Oorlog zijn in het gebouw nog duidelijk afleesbaar.


Architectuurhistorische waarde als goed en gaaf voorbeeld van traditionalistische
wederopbouwarchitectuur van H.T. Zwiers. Zwiers was een bekende architect die tegelijkertijd de nieuwe Bijbank van de Nederlandse Bank in Rotterdam ontwierp (1949-1955) en later de uitbreiding van de Amsterdamsche Bank (1966-1972). Ook ontwierp hij woningbouw. In het voormalige agentschap van de Nederlandse Bank heeft Zwiers op geslaagde wijze monumentale strengheid gecombineerd met frivole decoratie.
Wat betreft het interieur zijn de volgende bewaard gebleven onderdelen van waarde: de kluiskelder met sluis en kluisdeuren, de atoomkelder met bijruimten waarin oorspronkelijke technische installaties, het trappenhuis aan de zuidzijde met de met travertin beklede traptreden en stalen balustrades met houten relingen. Voor het overige zijn er in het interieur op de begane grond en de verdiepingen geen onderdelen van waarde meer.


Stedenbouwkundige waarde als onderdeel van een reeks (voormalige) bankgebouwen rond het Mariënburg en vanwege de hoekoriëntatie die verbonden is met de nieuwe doorbraak tussen Mariënburg en Hertogplein.
Het plastiek Het Geldverkeer boven de entree is van hoge waarde. De licht abstracte en figuratieve voorstelling is speels en tegelijk gewichtig door de symmetrie en de uitvoering in koper. Deze combinatie maakt het bijzonder. Het past uitstekend bij de architectuur en is daar vanwege de frivoliteit een waardevolle aanvulling op. De twee varkentjes hebben de betekenis van humoristische relativering van de waarde van geld. Beeldend gezien vormen de varkens een op maat gemaakt, frivool accent
tegen de functionele en strenge achtergrond van de architectuur. Daarom vormen ze een toegevoegde waarde op de architectuur.”

Bronnen

De Gelderlander 6/5/1954

Gemeentelijke Monumentenlijst

https://zoeken.nieuweinstituut.nl/nl/projecten/detail/0ceee780-cae6-51c5-a5a1-67aed3749933

Henry Zwiers, wikipedia

http://www.architectuurgids.nl/project/list_projects_of_typeofbuilding/typ_id/16/prj_id/1496

https://www.architectuur.org/bouwwerk/658/De_Nederlandsche_Bank.html

Bijbank Nederlandsche Bank

De bijbank van de Nederlandsche bank aan de Mariënburg, welke later de spaarbank werd. Architect Salm ontwierp het gebouw in…

Middenstandsbank

In 1938 betrekt de Nederlandsche Middenstandsbank haar kantoor op de van Welderenstraat. Daarvoor laat ze het Effectenkantoor van Leeuwenberg samen…

Vereniging Eigen Hulp Marienburg Verburgh april 2024
#Nijmegen, Centrum, Marienburg

Vereniging Eigen Hulp Marienburg architect Verburgh

Vereniging Eigen Hulp Marienburg Verburgh april 2024
Gebouw Vereniging Eigen Hulp, hoek Marienburg- Tweede Walstraat, architect Verburgh (april 2024)

In 1908 liet de Vereeniging Eigen Hulp een pand bouwen aan de Staringstraat, tegenwoordig Mariënburg en op de hoeken van de Van Broeckhuysenstraat en Tweede Walstraat. De architect was Coenraad Verburgh. Het bestond uit winkels, 3 bovenwoningen, kantoor en bestuurskamer en in de kelder een drank- en bierbottelarij met flessen- en pottenspoeler. Wat was deze Vereeniging Eigen Hulp?

De hoge kosten van levensonderhoud: oprichting Eigen Hulp in Den Haag

Het voornemen om de vereniging “Eigen Hulp” op te richten, lijkt rond 1877 te zijn genomen in Den Haag. Dan bespreekt het Dagblad van Zuid-Holland en ‘s Gravenhage de circulaire van “Eigen Hulp”, waarbij het PGNC 23/5/1877 vervolgens  dit artikel bespreekt.

Vaste beloning en de kosten van levensonderhoud

Verlicht magazijn van de Winkelvereniging "Eigen Hulp" bij avond (Installatie Alewijnse & Co.). Reproductie uit: Gebruikt Electriciteit! Reclame uitgave der Gemeente-Electriciteitswerken te Nijmegen, eerste serie no. 3 'Onze Winkels', Nijmegen, 1910 (P.H. Kouw via F47591 RAN)
Verlicht magazijn van de Winkelvereniging “Eigen Hulp” bij avond (Installatie Alewijnse & Co.). Reproductie uit: Gebruikt Electriciteit! Reclame uitgave der Gemeente-Electriciteitswerken te Nijmegen, eerste serie no. 3 ‘Onze Winkels’, Nijmegen, 1910 (P.H. Kouw via F47591 RAN)

“Wij leven in een tijd, die aan zeer velen zorg en kommer baart, in de eerste plaats aan hen, die door arbeid met de pen of anderen persoonlijken arbeid een vaste belooning genieten, – bedienden van handelshuizen, bankiers en fabrikanten, de geëmploijeerden van spoorwegmaatschappijen en reederijen, de militairen, godsdienstleeraren, onderwijzers, letterkundigen en ambtenaren in dienst van Staat, provincie, gemeente of waterschap, actieven zoowel als gepensionneerden”. Oftewel: ambtenaren en beambten, de niet-arbeiders.

De aanleiding was de kosten van alle levensbehoeften, waarbij loonsverhogingen voor degenen die een vaste beloning krijgen geen gelijke tred hield met de gestegen kosten. Bovendien een verhoging van beloningen niet te verwachten. “Het eenige middel daartegen is, zich zooveel mogelijk zelf hulp te verschaffen en dat kan alleen geschieden door de handen inéén te slaan”. Dit naar het voorbeeld van Oostenrijk, waar inmiddels 47.000 ambtenaren en beambten waren verenigd.

“Eigen Hulp”: Vereniging met districten en 1 hoofdbestuur

Voor Nederland zouden verschillende districten moeten worden opgericht met 1 hoofdbestuur. Aangezien het districtsbestuur het beste op de hoogte is van lokale behoeftes en belangen, zit “Eigen Hulp” een belangrijke rol voor deze districtsbesturen, met een beperkte rol voor het hoofdbestuur.

De districtsbesturen moeten het initiatief nemen tot coöperatieve:

  • Coöperatieve spaar- een voorschotkassen en winkelverenigingen
  • Zieken- en begrafenisbussen

Oostenrijk als voorbeeld

Het artikel noemt Oostenrijk als voorbeeld. Het zal dan (vooral) gaan om de “Erster Wiener Consum-Verein” die zich vooral richtte op de hogerbetaalde ambtenaren en de hogere middenklasse. Dit in tegenstelling tot de verenigingen die zich richtten op de arbeiders, waarvan Erster Niederösterreichischer Arbeiter-Konsumverein de belangrijkste was. Beide waren opgericht in de jaren 60. En zeker in tegenstelling tot het sterk gepolitiseerde, socialistische Konsumverein Vorwärts

De “Erster Wiener Consum-Verein”  was niet-politiek, had de zogenaamde “Rochdale-Neutralität” hadden. Want op haar beurt was zij geïnspireerd op de Engelse voorbeelden, waarbij Rochdale, opgericht in 1844, de belangrijkste was.

District Nijmegen

Gewijzigde geveltekening Aanzicht Eigen Hulp gevel Staringstraat (tegenwoordig Mariënburg) (D12.379775)
Gewijzigde geveltekening Aanzicht Eigen Hulp gevel Staringstraat (tegenwoordig Mariënburg) (D12.379775)

De eerst gevonden melding in Nijmegen is het PGNC 22/6/1877, waarbij op zaterdag 23 juni een bijeenkomst wordt georganiseerd in de van ’t Nut van het Algemeen voor leden en degenen die alsnog wensen toe te treden. (PGNC 22/6/1877)

Op deze vergadering wordt besloten tot de oprichting van een districtsvereniging “Nijmegen en Omstreken”. Op deze avond waren er “een honderdtal leden en belangstellenden, terwijl door het op dien avond nog later toetreden van nieuwe leden het getal tot ongeveer 200 gestegen is.” Het nieuwe  voorlopige bestuur zal daarbij contact opnemen met Den Haag. (PGNC 27/6/1877)

In het PGNC 10/6/1877 blijkt dat de Vereniging over statuten beschikt.

In het artikel van PGNC 13/1/1878 blijkt dat District Nijmegen inmiddels (“reeds vroeger”) contracten heeft gesloten voor het goedkoper leveren van steenkool en brandstoffen. “Thans” is er een reglement vastgesteld, dat door het Hoofdbestuur in Den Haag is bekrachtigd. Het district heeft volgens dat reglement de zorg voor:

  1. Het oprichten van spaar- en voorschotbanken
  2. Bevordering van onderwijs door oprichting van scholen ondersteuning van bestaande inrichtingen of vereeniging van belanghebbenden tot dat doel;
  3. Bevordering van winkelvereeniging en contracten tot aankoop
  4. Vereenigingen en contracten tot het verkrijgen van geneeskundige hulp en zieken- en begrafenisgelden;
  5. Geschikte woningen zoo de middelen en omstandigheden dit wenschelijk en mogelijk maken.

Daarbij zal het district worden opgeheven als ze minder dan 25 leden zal tellen. (PGNC 13/1/1878)

Bij het artikel over de opening staat echter “De Coöperatieve Winkelvereeniging dateert van 1881, zijnde bij acte opgenomen in het Staatsblad van 16 Aug. 1881 hare statuten vastgesteld.”

Hetzelfde artikel noemt haar voorgeschiedenis: “Zeer kleintjes begonnen in een lokaal van een huis aan de Nieuwe Markt, werd er dra verhuisd naar een huisje op den Ganzenheuvel, dat spoedig ook bleek te klein te wezen, waarom weer verhuisd werd, toen naar een grooter pand, er zoowat tegenover.

In 1893 was het ledental zoo gestegen, dat men het pand aan de Platenmakerstraat kocht.

En sedert steeg het weer zoo- tot ’n kleine 500- dat men wel verplicht was het gebouw, dat nu daargesteld is, te bouwen.” Het genoemde pand aan de Platenmakerstraat was nummer 7 (wanneer de Gebr. Frank in 1911 hier hun meubelmagazijn hebben).

Het gebouw aan de Mariënburg

Op 17-9-1908 besteedt architect K. Verburgh “het bouwen van een complex Winkelhuizen enz. op een terrein, gelegen hoek Van Broekhuijzen-, Staring- en Walstraat” aan namens der Coöperatieve Winkelvereeniging van het District Nijmegen van “Eigen Hulp”. (De Gelderlander 6/9/1908).

De laagste inschrijver was M.C. Konings met f48.970. In het artikel over de opening blijkt dat niet hij, maar W.J. Knoops de bouwer is geweest. Opvallend, aangezien Knoops met f52.790 de 6 na laagste inschrijver was (De Gelderlander 19/9/1908).

Aankondiging opening Eigen Hulp (PGNC 29/9/1909) Mariënburg 71-72-74 en Tweede Walstraat 1-3
Aankondiging opening Eigen Hulp (PGNC 29/9/1909)

In het Ingezonden artikel in het PGNC:

Het nieuwe gebouw van de Coöperatieve Winkelvereeniging “Eigen Hulp” te Nijmegen.

Aan de uitnoodiging van het Bestuur tot de leden van de Coöperatieve Winkelvereeniging van “Eigen Hulp” alhier gericht, om op 30 deze hun nieuwe winkelgebouw in oogenschouw te nemen, is ruimschoots gevolg gegeven.

Geen, die daartoe opging, die niet hoogst tevreden was, die zich niet dankbaar gestemd voelde jegens het Bestuur, wegens zijne groote toewijding, waardoor het mogelijk is geweest zoo’n degelijk, tevens smaakvol en in alle opzichten aan de behoeften beantwoordend gebouw daar te stellen.

Door zijn ligging aan Staringstraat- met zijn front daar naartoe gekeerd- Van Broekchuijsen- en 2de Walstraat, trekt z’n monumentaal uiterlijk dadelijk de aandacht, komt ’t door die ligging zoo geheel tot zijn recht.

Ontworpen door den architect C. Verburgh, werd de bouw aangenomen door den heer W.J. Knoops en beiden hebben zij dus alle eer van hun werk.

Een gedetailleerde beschrijving van het gebouw te geven, zou te wijdloopig zijn, daarom wordt maar met het volgende volstaan.

Plan Begane Grond (D12.379777) Eigen Hulp Marienburg
Plan Begane Grond (D12.379777)

Op den beganen grond bevinden zich de bureaux en zes van elkander afgescheiden vertrekken voor de verschillende winkelneringen (huishoudelijke artikelen, garen en band, sigaren, kruidenierswaren, boter en kaas, sterke-dranken). De 1ste en 2de verdieping bevatten twee uitmuntende bovenhuizen, die dadelijk goed verhuurd werden, één bovenhuis voor het hoofd van het winkelpersoneel en magazijnen. De kelders loopen door onder al de vertrekken, zijn kurkdroog, en bieden de gelegenheid tot het aftappen van dranken. Voor het personeel bestaat een schaft- en een waschlokaal.

	Verlichte toonbanken in de Winkelvereniging "Eigen Hulp" bij avond, met behulp van zijwaarts aangebrachte wandarmen (Installatie Alewijnse & Co.). Reproductie uit: Gebruikt Electriciteit! Reclame uitgave der Gemeente-Electriciteitswerken te Nijmegen, eerste serie no. 3 'Onze Winkels', Nijmegen, 1910 (P.H. Kouw via F47590 RAN)
Verlichte toonbanken in de Winkelvereniging “Eigen Hulp” bij avond, met behulp van zijwaarts aangebrachte wandarmen (Installatie Alewijnse & Co.). Reproductie uit: Gebruikt Electriciteit! Reclame uitgave der Gemeente-Electriciteitswerken te Nijmegen, eerste serie no. 3 ‘Onze Winkels’, Nijmegen, 1910 (P.H. Kouw via F47590 RAN)

De Coöperatieve Winkelvereeniging dateert van 1881, zijnde bij acte opgenomen in het Staatsblad van 16 Aug. 1881 hare statuten vastgesteld.

Zeer kleintjes begonnen in een lokaal van een huis aan de Nieuwe Markt, werd er dra verhuisd naar een huisje op den Ganzenheuvel, dat spoedig ook bleek te klein te wezen, waarom weer verhuisd werd, toen naar een grooter pand, er zoowat tegenover.

In 1893 was het ledental zoo gestegen, dat men het pand aan de Platenmakerstraat kocht.

En sedert steeg het weer zoo- tot ’n kleine 500- dat men wel verplicht was het gebouw, dat nu daargesteld is, te bouwen.

Dat dit alles niet gegaan is zonder “Sturm und Drang” daarvan weten te getuigen de Bestuursleden ’s Graeuwen en Stollé en het naar elders verhuisd oud-Bestuurslid A.J. Cochius.

Dank zij hun energie, natuurlijk ook gesteund door de trouwgebleven leden- de ratten waren toch al druk bezig om het zinkende schip te verlaten- ging de winkel “niet verloren”.

Konden hunne namen in gulden letters, voor een ieder zichtbaar, in den winkel aan de vergetelheid onttrokken worden!

Maar……

Es wär’zu schön gewesen!

……

Es hat nicht sollen sein!

                                K.F. Caspersz.

                                Een der medeoprichters van den Winkel in 1881.”

(PGNC 1/10/1909)

De architect Verburgh

C(K)oenraad Verburgh (11-12-1844 Nijmegen – 09-08-1919 Zutphen)

Coenraad (Koenraad) Verburgh was aannemer en architect. Een uitgebreide omschrijving geeft Rob Essers op Noviomagus.

Verburgh heeft naast het pand op de Mariënburg ook een pand in de Gorisstraat (38-42) voor Eigen Hulp ontworpen. Dit zal, afgaande op de advertentie PGNC 9/11/1912 voor de Afdeeling Brandstoffen zijn geweest, dan met huisnummers 40-42.

Vervolg

De Univé op de hoek Mariënburg en de 2e Walstraat 2013 (Henk van Gaal via Df3568 RAN CC0)
De Univé op de hoek Mariënburg en de 2e Walstraat 2013 (Henk van Gaal via Df3568 RAN CC0)

Er is nog niet onderzocht wat het vervolg van Eigen Hulp is geweest, nog wat precies het vervolg is geweest.

In 1964 en 1966 liet Fa. H. Hoogenboom en Zn. de winkel en de pui op nummers 72-73 verbouwen. Het ontwerp was van F.B. Tromp. In 1985 werden Mariënburg 74 en Van Broeckhuijsenstraat 18 verbouwd naar ontwerp van architectenburo Veugelers BV.

Jarenlang zat op de hoek de Van Broeckhuijsenstraat en Mariënburg de Kunstuitleen, waarbij een foto rond 1990 is te zien op F90743. Op de hoek van Mariënburg en Tweede Walstraat zat jarenlang de Lundia. Ook de Univé heeft er gezeten, in ieder geval in 2013 (zie bovenstaande foto).

Gemeentelijke Monument

Het pand is een gemeentelijk monument. In haar besluit tot aanwijzing staat een uitvoerige omschrijving.

Als waardering:

Architectuurhistorische waarde

Mariënburg 71-74 / Van Broeckhuijsenstraat 16-18-20-22-24 / Tweede Walstraat 1-3 is een bijzonder complex van winkels en woningen dat in zijn uiterlijke verschijningsvorm redelijk gaaf bewaard is gebleven sinds de vroege 20ste eeuw. Het pand is in de gevels met zorg ontworpen, met zowel duidelijk traditionele 19de-eeuwse elementen, als vooruitstrevende invloeden van het rationalisme. Het is hiermee een vertegenwoordiger van de zogenaamde ‘overgangsarchitectuur’.

Het is in zijn detaillering en ornamentatie (o.a. het gebruik van Bricorna-stenen) een typisch voorbeeld van vroeg 20ste-eeuwse architectuur met invloeden van het 19de-eeuwse eclecticisme, jugendstil en rationalisme. Omdat het om een heel complex gaat, dat oorspronkelijk voor verschillende functies binnen het “Eigen Hulp” programma is ontworpen heeft het gebouw typologische betekenis. Binnen de Nijmeegse binnenstad is het een uniek voorbeeld van een dergelijk complex.

Het interieur bevat nog enige waardevolle details, die ook typisch zijn voor de periode waarin het gebouw is ontworpen.

Over K. Verburg, de architect van het gebouw, is niets bekend.

Stedenbouwkundige waarde

De zuid-westelijke rooilijn van het Mariënburg, dat hier de vorm van een plein aanneemt, wordt bepaald door het complex, dat daarmee dus dit plein domineert. Met zijn waardevolle historische architectuur en markante omvang vormt het pand een sterk beeldbepalend element, dat van stedenbouwkundig belang is voor zowel het Mariënburg, de Tweede Walstraat, als voor de aaneengesloten historische gevelwand van de Van Broeckhuijsenstraat. Op beide hoeken springt vooral de hoekoplossing sterk in het oog.”

(Overige) Bronnen en verder lezen

Coöperatieve Winkelvereeniging “Eigen Hulp”, Noviomagus

Eigen Hulp, Amsterdam op de Kaart

Bijschrift DF3568

wikipedia:

Erster Wiener Consum-Verein

Erster Niederösterreichischer Arbeiter-Konsumverein

Rochdale-Neutralität

Rochdale Society of Equitable Pioneers