Dencker boekhandel Broerstraat 24 in 1964 (J.F.M. Trum via F86305 RAN CCBYSA)
In 1952 ontwerpt architect Okhuijsen een winkel met bovenwoning, het tegenwoordige Broerstraat 22 en 24. Daarbij is opvallend dat op de bouwtekening D12.413452 J. van Steensel als opdrachtgever staat, terwijl de aanbesteding namens Dencker’s Boekhandel is.
In mei 1919 opent Boek-, Papier- en Kunsthandel Dencker’s haar winkel op de Korte Burchtstraat 17. In een artikel uit 2009 (NoviaNova) over de eigenaar op dat moment, Paul Dencker, staat: “twee zussen van zijn grootvader begonnen ooit de zaak in de tijd dat in het centrum op elke straat te vinden was.” Het lijkt daarbij te gaan om Paulina Petronella Dencker (21-12-1885 Nijmegen), die op de kaart van het Bevolkingsregister 1910 blijkt te zijn verhuist naar Korte Burchtstraat 17-19.
Naast “Mej. P.P.” komt ook “Mej. E.C.” en “Mej. J.C.” in het Adresboek van 1928 voor. Daarnaast woont E.A.M. Dencker op dit adres. Oftewel Emertentiana Cecilia (6-10-1892) en Juliana Cornelia (16-2-1888). Welk van de zussen samen met Petronella de winkel is begonnen, is nog niet bekend. Ook woont hun broer Everardus Augustinus Maria (8-12-1902) in 1928 op de Korte Burchtstraat.
In april/mei 1931 verhuist de winkel en de genoemde zussen en broer naar Kelfkensbosch 16. (Advertenties PGNC 9/4/1931 en PGNC 26/5/1931). In het Adresboek 1940 is het adres nummer 24.
Ook in 1940 wonen de drie “Mejuffrouwen” op het adres van de Boekhandel, samen met Everardus. Of Paul de afstammeling van deze broer is, of van een ander familielid, is nog niet bekend.
Dencker heropent na de oorlog haar nieuwe winkel in de Broerstraat.
In het midden is een portiek geplaatst met de ingang van de winkel en een zijdeur voor de opgang naar de bovenwoning. Voor deze opgang staat een van de etalages. Ook aan de linkerkant bevindt zich een etalage. De voorkant van de begane grond is de winkel, met daarachter een kantoor. Het magazijn bevindt zich in een deel van de kelder.
D12.413452 Plan tot de bouw van een winkel met bovenwoning aan de Broerstr. Te Nijmegen Opdr. G.: De heer J. V. Steensel, Architect J.D.A. Okuijsen, datum tekening 27-4-1952
Dencker zal zelf de bovenwoning Broerstraat 22 gaan bewonen (Adresboek 1955). Dencker heeft nog jarenlang haar boekhandel op dit adres gehad. Opvallend was de uitgebreide keuze aan tijdschriften.
Rechts boekhandel Dencker; Vanuit de Broerstraat in de richting van de Molenstraat 25 mei 1981 (Ber van Haren via KN13356-20 RAN CC0)
Momenteel (januari 2024) bevindt zich Paprika in het pand. Daarvoor zat van Lier in het pand, in ieder geval tussen mei 2016 en juli 2018 (bron: foto’s Google Streetview)
Broerstraat 24 in juli 2019, met sale bij Paprika (Google Streetview)
Bouw winkelpand a/d. Broerstraat te Nijmegen (Herbouw). Opdrachtg.: De Weled. Heer A.C. v. Ooijen, datum tekening juli 1955, H.G. v.d. Boogaard Arch. (D12.421141)
Eind juni/begin juli 1956 verhuist Bata van de Grote Markt naar Broerstraat 7. Even was er sprake geweest dat Bata naar het Centrumplein/Plein 1944 zou verhuizen. De architect was H.G. van den Boogaard.
Een mooie foto van Bata met omliggende panden is te vinden op ZN35238 RAN.
Advertentie opening Bata op de Broerstraat, Nijmeegsch dagblad, 29-06-1956
Architect H.G. van den Boogaard
H.G. van den Boogaard had samen met zijn broer J.A.J. van den Boogaard een architectenbureau in Beek. Zij waren betrokken bij wederopbouw van Beek en van het winkelcentrum in Nijmegen.
“Terwijl J.A.J. van den Boogaard gemeentearchitect en opzichter bij Bouw- en Woningtoezicht was, tekende zijn broer H.G. van den Boogaard veel wederopbouwplannen.”
Dit citaat is afkomstig uit een interessant artikel over het werk van H.G. van den Boogaard in Beek is te vinden op:
Broerstraat 7 gebouwd als Bata nu MacDonalds, juli 2019 I Google Streetview)
In 1974 vindt er een verbouwing van de voorgevel plaats voor rekening van de heer P.H.J. Huisman, Molenstraat 74. Daarbij wordt de winkel verbouwd tot restaurant. (Het is mij daarbij niet meer bekend of dit reeds de McDonald’s is of dat McDonald’s pas vanaf 1996 hier gevestigd is).
Qua uiterlijk betreft het vooral de voorkant: de ruimtes van de etalages worden verwijderd en vervangend door rechte beglazingen. De ingangspartij komt wat naar links, meer centraal, te liggen. Daarboven wordt een lichtbak geplaatst met ruimte voor lichtreclame. De fries op de eerste etage met een afwerking van hechthout lijkt gehandhaafd.
Van binnen wordt de verkoopruimte een restaurant, met rechts daarvan buffet, open keuken en spoelkeuken.
De kelder die bestemd was voor verkoop wordt een hal met toiletten, de personeelskamer de kleedruimte. De cv ruimte en het magazijn blijft bestaan. De verkoopruimte op de eerste verdieping wordt kantoor.
Daarnaast wordt aan de achterkant een aluminium afzuigkanaal aangebracht. De architect is Jan Reedyk uit Schiedam (D12.507437)
McDonald’s
In 1996 vindt de verbouwing tot McDonald’s plaats door Multiplan. Van buiten valt de nieuwe voorgevel op: de begane grond krijgt een nieuwe aluminium gevelpui. De eerste etage krijgt grotere ramen, met daaronder een nieuwe grijze gevelbeplating met “McDonald’s”.
Van binnen is de keuken van het restaurant vergroot.
Broerstraat 15-17 met ICI Paris in het pand gehuisvest, Juli 2019 (Google Streetview)
In 1955 komt Oostvogel weer terug in de Broerstraat, op de locatie waar ze zat tot het moment dat het pand in de Tweede Wereldoorlog verloren ging. In 1928 had ze hier haar winkel geopend. E.H. en H.M. Kraaijvanger van het Architectenbureau Kraaijvanger uit Rotterdam ontwierpen het gebouw in 1954.
Opvallend is, dat de Gelderlander de legendarische vogel in haar kop noemt, maar geen melding maakt van de tegeltableaus die het pand sieren: 6 vogels.
Een van tableaus van een vogel op voormalige pand van Oostvogel
“Oostvogel als Phoenix uit de asse glorieus in de Broerstraat verrezen.
“De Nijmeegse binnenstad is verrijkt met een fraai modern pand, dat in de Broerstraat op no. 15 is verrezen. Oostvogel, de bekende herenmodezaak, te Arnhem, Hengelo, Almelo, Enschede gevestigd, is thans in het hartje van de stad teruggekeerd. Sinds de verwoesting in de Septemberdagen van ’44 was ze daaruit verdwenen: de zaak werd toen voortgezet op de hoek van de van Welderenstraat, tegenover het Postkantoor, in afwachting van de dag waarop tot herbouw in de oude vertrouwde omgeving kon worden overgegaan. Deze herbouw is thans voltooid en zo ooit een vogel vol glorie uit de asse herrezen is, dan is het wel Oostvogel, die thans aanmerkelijk groter, fraaier en uitgebreider zijn vleugels uitslaat voor het publiek dat ongetwijfeld vol belangstelling zal toestromen. Want hier is veel moois te zien. Niet alleen het gebouw zelf, een schepping van het architecten-bureau Kraaijvanger uit Rotterdam, waarvan de uitvoering in handen lag van het Nijmeegse Aannemersbedrijf Berntsen en Braam, -maar ook de étalages die een grote aantrekkingskracht uitoefenen, nodigen tot stilstaan en bezichtigen uit.
Binnen- en buitenlandse collecties komen in de ruime, overzichtelijke vitrines volledig tot hun recht. De heer der schepping kan hier zijn keus doen. Maar ook de koningin van de mode, mevrouw zelf, wordt vanaf heden onmiddellijk bij Oostvogel betrokken. Er is een geheel aparte afdeling damesmantels, tailor-made en jersey-couture aan de zaak verbonden; deze afdeling vormt daarmede een sluitend geheel en ze verhoogt zelfs de intieme sfeer welke tot kopen noodt.
Vanmorgen om kwart voor twaalf vond de officiële opening van de nieuwe zaak plaats in aanwezigheid van mevr. Oostvogel, familieleden, wethouder Duives, Ir. B. Fokkinga, leden van het personeel uit het bedrijf in Nijmegen en de bedrijven op andere plaatsen.
Terug in Broerstraat
De heer F. Oostvogel, die de genodigden begroette, sprak het openingswoord mede namens zijn moeder. Hij uitte zijn vreugde over de gelukkige omstandigheid dat het bedrijf na een onderbreking van tienjaar weer op zijn oude plaats, in de Broerstraat is teruggekeerd. Spr. bracht dank ook aan allen die hiertoe hebben medegewerkt, aan het gemeentebestuur, aan de stedebouwkundigen Ir. Siebers en Ir. Fokkinga, die met veel élan en energie het opbouwplan hebben verwezenlijkt, met als een van de hoogtepunten een gezellig stadscentrum, waarin de Broerstraat de meest drukke winkelstraat is.
Spr. had veel waardering voor het architectenbureau Kraaijvanger, voor de aannemer Berntsen en Braam, voor uitvoerders en onderaannemers, weke zorg droegen voor een uitstekende bouw die tot in alle détails verzorgd is. Grote lof had spr. voor de verzorging van het interieur, met name voor dat van de afdeling voor dames-kleeding, welke door de Genneper Molen onder leiding van zijn directeur de heer Steinman tot stand kwam.
Felicitatie van gemeente
Na bijzondere dank gebracht te hebben aan zijn moeder voor het vertrouwen dat zij in hem had gesteld bij de voorbereiding van de bouw, gaf de heer F. Oostvogel het woord aan wethouder M. Duives.
De wethouder feliciteerde namens de burgemeester, die door uitstedigheid verhinderd was, namens het College van B. en W. en namens de burgerij van Nijmegen. Hij sprak er zijn vreugde over uit dat het pand van Oostvogel op de oude plaats is herbouwd en had veel respect voor de energie waarmede de heer F. Oostvogel dit alles heeft voorbereid en geleid. Spr. noemde het nieuwe pand een van de mooiste in de Broerstraat en een sieraad voor de stad. De heer Duives had lof voor de architect en voor de aannemers, die al veel mooie panden in Nijmegen hebben gebouwd. Wethouder Duives drukte daarna op een knop, waardoor de zo veelzijdige en zeer gevarieerde verlichting aanging en het pand was geopend, onder het applaus van de aanwezigen, die hierna de bouw en het interieur bezichtigden.” (De Gelderlander 14/9/1955)
Het pand
De beschrijving van de Gemeentelijke monumentenlijst noemt ontworpen in “in een sobere modernistische trant. Brede, lage gevel bestaande uit winkelpui en twee verdiepingen. In het midden geopend door een brede, in sierbeton uitgevoerde vensterlijst. De ramen hierin waren oorspronkelijk in staal uitgevoerd. De zijpenanten en fries zijn gestuct maar waren oorspronkelijk gemetseld in een donkere verglaasde verblendsteen. De sierbetonnen puien onder de bovenste ramen zijn voorzien van wandkunst: cirkelvormige tegeltableaus met geabstraheerde vogels waarvan de kunstenaar onbekend is. De pui is in 1997 in het midden verhoogd (1997) waarbij een stijl uit de vensterlijst is gewijzigd”.
Firma Oostvogel
De firma Oostvogel is het oudste herenkledingzaak van Nederland geweest: in 1795 begon Johannes Oostvogel zijn hoedenmakerij aan huis in Delden of Hengelo. Daarop opende hij een winkel in Hengelo, waar vanaf dat momnt/op een gegeven moment ook maatpakken en herenkleding werd verkocht. Later kwam daar dameskleding bij. Hengelo zoals het was Hengelo zoals het was
noemt dat Johannes ook al dameskraagjes maakte.
Jarenlang had Oostvogel haar winkels in Twente: Hengelo, Almelo en Enschede Daarnaast was ze gevestigd in Arnhem en Nijmegen. In 2020 staan artikelen dat de laatste winkel van Oostvogel zal sluiten bij gebrek aan een opvolger – de laatste winkel in Almelo is dan inmiddels verhuisd naar Ootmarsum.
Even lijkt in 2014 het einde te zijn van de familie Oostvogel: Frederique Oostvogel besluit het huurcontract voor het pand in Almelo niet nog eens voor 5 jaar te verlengen, ook vanwege haar gezondheid en dat er geen opvolger is. Uiteindelijk besluit zij samen met een goede vriend, Hans van der Maa, verder te gaan in Ootmarsum. Tijdens de verbouwing overlijdt zij. Hier is de winkel nog steeds actief. https://www.oostvogelootmarsum.nl/
In 1963 verkocht Oostvogel aan Meddens. Kledingzaak King kwam rond 1980 in het pand en in de jaren 90 vestigde zich hier miss Etam. Momenteel is het pand in gebruik door Ici Paris.
Het Bureau Kraaijvanger is afkomstig uit Rotterdam en is in 1027 opgericht door de broers Herman en Evert Kraaijvanger. Dit bureau heeft belangrijke ontwerpen voor de wederopbouw van Rotterdam aangeleverd. Omdat het bureau niet/nauwelijks actief in Nijmegen lijkt te zijn geweest, hierbij de verwijzing naar wikipedia. https://nl.wikipedia.org/wiki/Kraaijvanger_Architects
Wel kan een Nijmeegse connectie nog worden genoemd: hun vader Bernardus Theodorus Kraaijvanger (1969-1944) ontwierp in 1910 voor Edmund Meulenberg de Koninklijke Nijmeegse Paraplu en Parasolfabriek (Huidig adres Stikke Hezelstraat 2-4).
H.W Kraaijvanger, die met een dochter van Edmund Meulenberg was getrouwd, een bouwvergunning aan voor het pand op de foto dat rond 1901 gereed kwam. Bron: bijschrift F34035 RAN) Er is nog niet verder onderzocht of en welke familierelatie er tussen deze H.W. en de architecten is.
Gemeentelijk monument
Het pand is een gemeentelijk monument met als waardering:
“Broerstraat 15-17 maakt stedenbouwkundig onderdeel uit van het wederopbouwplan van de Nijmeegse binnenstad en is hier een expressie van. Ensemblewaarde met de buurpanden vanwege het breedte- en hoogteverschil met de belendende gevels. Ensemblewaarde tevens door de krachtige brede en hoge vensteromlijsting middenin het gevelvlak. Deze gevelcompositie contrasteert met de compositie van (gedeeltelijke) gelijkmatige vensterassen van de buurpanden. Hierdoor ontstaan ritme en levendigheid in het straatbeeld. Bureau Kraaijvanger had in Rotterdam en in Nederland een belangrijk aandeel in de wederopbouw.”
1953 Hoek Molenstraat – Plein 1944, gesloopt tijdens herinrichting Plein 1944 Centrum
In 1953 heeft architect Okhuijsen het nieuwe pand voor drogisterij Nickel en textielzaak Au bon marché ontworpen. Daarbij is opvallend, dat de panden op het kruispunt van Plein 1944/Broerstraat/Ziekerstaat/Molenstraat min of meer een eenheid lijkt te vormen door hun hoogte, indeling en licht overhangende daken, terwijl het 4 verschillende architecten betreft.
Nickel en Au Bon Marché, architect Okhuysen, 1953-1955 (JFM Trum via F42033 RAN CCBYSA)v
Vooraf
In de advertentie voor hout- en marmerschilders van De Gelderlander 9/3/1906 en het Adresboek 1940 heeft Firma Nickel het adres Molenstraat 16.
Bij de Opening
“Fraai pand op hoek Plein 1944 geopend
Onder grote belangstelling heeft hedenmorgen de officiële opening plaats gehad van de drogisterij-parfumerie firma F.W. Nickel en de textielzaak “Au bon marché”, twee bekende Nijmeegse zaken, die tezamen zijn ondergebracht in een pand op de hoek van de Molenstraat en het Plein 1944.
Het is zowel wat betref het uiterlijk als het interieur een zeer fraai pand geworden, zodat te begrijpen was, dat ook deze officiële opening een extra feestelijk karakter droeg. De firma Nickel is een oude Nijmeegse zaak, die reeds van 1840 af in de Molenstraat is gevestigd. Tijdens het fatale bombardement in 1944 ging de winkel in vlammen op, doch de eigenaar de heer C.H. Nicolaas, kreeg spoedig onderdak in “Au bon marché”. De kennismaking met deze zaak is blijkbaar goed bevallen, want sindsdien is er een zeer nauwe samenwerking gebleven, die zich manifesteert in het samen betrekken van een nieuw pand.
Tijdens de officiële opening heeft wethouder M.J. Duives hedenmorgen zijn vreugde uitgespoken over het gereedkomen van een zo fraaie zaak in het hart van de stad. De hoek van het Plein 1944 heeft hierdoor veel aan uiterlijk schoon gewonnen. Namens het gemeenstebestuur wenste de wethouder de Nicolaas zeer veel succes toe.
De architect, de heer J.D.A. Okhuysen, die hierna het woord voerde, prees de goede samenwerking tijdens het ontwerpen en de bouw van deze winkel. Ook hij bood zijn beste wensen toe.” (Nijmeegsch dagblad, 7-8-1953)
Vervolg
Er is niet precies nagegaan wat het vervolg van het pand is geweest. Bij het RAN is een foto uit 1975 waarbij de ramen van deze winkels zijn afgeschermd.
In ieder geval heeft hier jarenlang de Free Record Shop ingezeten.
Vergeleken met de foto uit 1954 zijn in ieder geval de onderste verdiepingen grondig verbouwd. Daarbij lijkt een deel van de bovenste verdieping donker te zijn geverfd -of had er geen schoonmaak plaats gevonden?- in ieder geval waren de bovenste 2 verdiepingen in 1954 licht gekleurd.
Op de 2e foto is het witte pleisterwerk(?) verwijderd. Let op het betonnen balkon aan de achterkant.
Hoek Broerstraat Plein 1944: Free Record Shop vlak voor sloop, 2010 (Nico van Hoorn via DF5461 RAN CCO)Voormalig pand waarin de Free Record Shop was gevestigd gezien vanaf Plein 1944, 2010 (Jan Eichelsheim via DF363 RAN CCBYSA)
De eerste 3 winkels links horen bij het ontwerp van Rodenburg voor Hinrichs: Cafétaria Centrum Expresse; de Schoenhandel Holland; Fotohandel Verwey; ook de Parfumeriezaak Albers is naar ontwerp van Rodenburg, en een gedeelte van Boekhandel Kloosterman, 1952 (Commissariaat van Politie, Afd. Fotografie via F31792 RAN)
In oktober 1951 vond de heropening van de nieuwe schoenenzaak van A. Holland op Plein 1944 plaats. Architect Rodenburg had 3 winkels met bovenwoningen ontworpen voor C. Hinrichs.
In de week dat A. Holland opende, openden in totaal vier zaken die week in Nijmegen. Zijn vrouw en drie kinderen, drie personeelsleden en klanten waren als gevolg van het bombardement van februari 1944 overleden. Daarnaast was er schade aan zijn zaak aangericht. Ook in september 1944 leed de zaak oorlogsschade, waardoor A. Holland zijn zaak op verschillende plaatsen tijdelijk moest onderbrengen. In oktober 1951 vond de heropening van de nieuwe zaak plaats, waar hij huurder blijkt te zijn.
Het ontwerp was van architect Rodenburg. Ter nagedachtenis aan het verlies werd een wandtekening van Joan Collette aangebracht, die tegenwoordig in de kelder te vinden is.
Het pand met de 2 pilaren in het midden is dat van Jacobs: Winkelpanden aan de noordzijde met v.l.n.r. Lunchroom annex Banketbakkerij Pleinzicht (van W.H.P.A. Cornelissen, nr. 135), Sigarenmagazijn H.W.R. Brans (nr. 136), Juwelier en Horloger A.J. Janssen (nr. 137), P. Jacobs Textiel en Tricotage (nr. 140), Cafetaria Centrum Expresse (van Albert en Piet Cloosterman, nr. 141), Schoenmagazijn A.J. Holland (nr. 143), Foto A.M. Verweij (nr. 145) en Parfumerie en Bijouterie J.E. Albers (nr. 146), 1952 (Foto Grijpink via F31841 RAN)
Ontwerp architect Rodenburg
Bouwplan 3 winkels met bovenwoningen aan het Centrumplein te Nijmegen, opdrachtgever: Hinrichs, datum tekening 14-12-1950 (D12.412447)
Rodenburg ontwerpt rond december 1950 3 winkels met bovenwoningen voor C. Hinrichs. De bouwtekening D12.41.412448 noemt “dhr Hinrichs en Albers“. Hinrichs laat deze winkels en woningen voor verhuur bouwen (De Gelderlander 20/1/1951).
Rodenburg zal ook het pand ernaast, parfumerie Albers ontwerpen, welk ontwerp aansluit op deze 3 winkels. (Bouwtekening D12.41.412448 noemt “dhr Hinrichs en Albers“).
Opening 1951
Bij de opening schrijft het Nijmeegsch Dagblad:
“A. Holland, gemakkelijke schoenen
Om vijf minute voor half twee opende gistermiddag de schoenwinkel A. Holland, huurder van een nieuw pand aan Plein 1944. Zeven jaar geleden werd op dat tijdstip op dezelfde plaats de zaak van de heer Holland gebombardeerd. Zeven personen, waarvan vier naaste familieleden en drie leden van het personeel, verloren hierbij het leven. Ter nagedachtenis aan dit verlies onthulde de heer Holland gisteren bij opening een wandtekening, van de hand van Joan Collette, die in de nieuwe winkel werd aangebracht.
Heel wat moeilijkheden heeft de heer Holland moeten overwinnen, voordat hij de nieuwe zaak binnen trok. Want ook in September ’44 werd door de oorlog schade aangericht, n.l. aan de reparatie-inrichting. Veel omzwervingen heeft de zaak gedaan, o.m. naar de v. Broeckhuysenstraat, de Zweerstraat en de Daalseweg. Vooral de laatste acht maanden, toen de bouw van het nieuwe pand stagnatie ondervond, moest de heer Holand onder zeer gebrekkig omstandigheden de verkoop leiden in kleine behuizingen aan de St. Annastraat en de Van Triëstweg.
Alle leed is gisteren echter geleden! Een zeer grote ruimte staat de heer Holland nu ter beschikking. Dames- en herenschoenen (specialiteit in steun- en gemakschoeisel) zijn te kuste en te keur uitgestald. Aan de zaak zijn een pedicure- en een manicure-salon verbonden, alsmede reparatie-inrichting voor schoenen en kousen (van dit laatste artikel tevens verkoop) en men zal speciale aandacht wijden aan de orthopaedie. Ook van deze zaak komt het architectonisch gedeelte -met ere- aan de heer J.R.G. Rodenburg toe, de Nijmeegse aannemer Molenaar was de uitvoerder. (Nijmeegsch dagblad, 6-10-1951)
Het pand met de 2 pilaren in het midden is dat van Jacobs: Winkelpanden aan de noordzijde met v.l.n.r. Lunchroom annex Banketbakkerij Pleinzicht (van W.H.P.A. Cornelissen, nr. 135), Sigarenmagazijn H.W.R. Brans (nr. 136), Juwelier en Horloger A.J. Janssen (nr. 137), P. Jacobs Textiel en Tricotage (nr. 140), Cafetaria Centrum Expresse (van Albert en Piet Cloosterman, nr. 141), Schoenmagazijn A.J. Holland (nr. 143), Foto A.M. Verweij (nr. 145) en Parfumerie en Bijouterie J.E. Albers (nr. 146), 1952 (Foto Grijpink via F31841 RAN)
Architect G.B. Treur ontwerpt de nieuwbouw voor de modezaak Jacobs. Daarbij is het (een van de) laatste gebouwen op de noordflank van Plein 1944. De zaak van Jacobs was tweemaal verloren gegaan in de oorlog. November 2023 zit Jacobs Mode nog steeds in het pand Plein 1944.
Bij de opening in november 1952 schrijft de Gelderlander:
“Aan de Houtstraatkant van het Centrumplein heeft de wethouder Duives vanmiddag de manufacturenzaak van de heer P. Jacobs geopend. Daarmee is voor de heer Jacobs een einde gekomen aan de jaren, waarin zijn bedrijf zich niet ontplooien kon. In Februauri ’44 vernielden bommen het pand in de Houtstraat, precies tegenover de plaats waar de nieuwe zaak nu staat. Bij Huting in de Van Welderenstraat werd een tijdelijk onderkomen gevonden en daarna een meer blijvend tehuis in het pandje aan de Korte Burchtstraat. In September ’44 vernielde het vuur de zaak opnieuw. Wie denken zou dat de energie van de heer Jacobs toen lamgeslagen was, vergist zich.
Plan tot herbouw van een winkel met 2 bovenwoningen a/h Plein 1944 te Nijmegen v/d heer P.E. Jacobs, G.B. Treur, datum tekening 29-12-1950 (D12.412427)
Anderhalf jaar later werd een noodwinkel op het Kelfkensbos betrokken en na zes en een half jaar noodwinkelen is nu het nieuwe pand, van 2000m3 gereed gekomen. Architect G.B. Treur heeft er iets bijonders van gemaakt dank zij de medewerking van aannemersbedrijf Verstegen en Zoon uit Montfoort. De winkelbetimmering werd door de eigenaar zelf ontworpen in samenwerking met de uitvoerders de firma Van Besselaar en Zonen uit Haps. Een fraaie, ruime winkel is het resultaat. Alle artikelen zijn overzichtelijk in vakken langs de wanden geplaatst terwijl toonbank- en wand-vitrines de aandacht op bepaalde artikelen vestigen. In het midden is ruimte gevonden voor het uitgebreide tricotvak, waarin een keurcollectie mantelpakken etc. Achter de winkel, Het Centrumplein is een flink magazijn. Een lift vergemakkelijkt het transporteren van goederen uit de kelders naar de winkel. Het Centrumplein is een mooi pand rijker en daarmee nadert de zuidgevel van het plein zoetjesaan de voltooing. Het ga de energieke heer Jacobs goed.” (De Gelderlander 20/11/1952)
Jacobs Mode is november 2023 nog steeds gevestigd op Plein 1944.
Het Hema gebouw aan de Grote Markt is een van de meest roemruchte gebouwen van Nijmegen. De een vindt het een teken van de moderniteit, de ander eenvoudigweg lelijk of stoort zich aan het grote contrast met de historische panden van de Grote Markt. De architect was Abraham Elzas, de huisarchitect van het Bijenkorf concern waar toendertijd ook de Hema onder viel. Zijn carriere als huisarchitect begon feitelijk eveneens in Nijmegen, met het ontwerp van de noodwinkel voor de Hema. Wie was deze Abraham Elzas? En: wat was er modern aan de nieuwe Hema (en wat was alweer achterhaald)?
Noodwinkel HEMA door een “free-lance architect zonder opdrachten”
Het noodpand van de HEMA; geheel links de Oostersche Winkel (Van Broeckhuysenstraat 16), gedateerd 1952 (Nol Roozeboom via F58612 RAN CC-BY-SA)
Het feitelijk onopvallende gebouw van de Hema noodwinkel neemt in de carrière van Elzas een bijzondere plaats in. Dit was zijn eerste opdracht voor het Bijenkorf concern, waar jarenlang ook de Hema heeft onder gevallen. Zijn naoorlogse werk bestaat vrijwel uit de werken die hij maakte als huisarchitect voor dit concern.
Na de Tweede Wereldoorlog moest Elzas zijn praktijk opnieuw opbouwen. Alfred Goudsmit, directeur van de Bijenkorf vroeg aan Elzas om een noodwinkel voor de Hema in Nijmegen te ontwerpen. (Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad 25-04-1987 en De Gelderlander 21/11/1947)
Vooroorlogse periode
Abraham Elzas (1907- 1995) is in 1907 te Alkmaar geboren. Zij vader had hier een meubelzaak. Na de handelsavondschool in Alkmaar schreef hij zich in op de kunstnijverheidsschool Verkruysen te Haarlem.
Hij ging naar Parijs, waar hij werkte in de ateliers van Le Corbusier, Auguste Peret en Van Doesburg. Daarna vestigde hij zich in Alkmaar. Hij werd lid van “Groep 8” en bouwde verschillende winkels en landhuizen. Daarnaast maakte hij studiereizen naar het buitenland.
Net als voor veel architecten, waren de beginjaren van de 30 zwaar geweest vanwege de crisis en deden veel architecten mee aan prijsvragen. In 1935 won hij de prijsvraag voor de bouw van een synagoge in de Lekstraat in Amsterdam. Daarvoor liet hij zich als Alkmaarder inschrijven in Amsterdam; dit gebouw staat tegenwoordig op de Monumentenlijst.
Oorlog
Met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog viel het werk stil: in 1939 was hij nog gevraagd om boerderijen te ontwerpen voor de Wieringermeerpolder. Deze werkzaamheden moest hij in 1940 staken vanwege de ariërparagraaf van de Duitse bezetter.
In 1941 werd Elzas directeur van Joodse Ambachtsschool aan de Rapenburgsestraat in Amsterdam. Elzas zelf was in 1942 gedwongen geweest om van Alkmaar naar Amsterdam te verhuizen. Steeds meer leerlingen verdwenen van deze school: ze waren gedeporteerd. In 1942 werd de school gesloten. Elzas zelf dook onder.
Goudsmit
Na de oorlog had hij geen projecten. Hij ontmoette echter directeur Goudsmit van de Bijenkorf. Zij kenden elkaar nog, omdat Elzas barakken van een joods werkdorp had ontworpen. “Goudsmit vroeg me: wat doe je nou, op het ogenblik? Ik zei: uitrusten van het jarenlange onderduiken. In feite was ik free-lance architect zonder opdrachten. Hij hielp me aan een opdracht voor een noodwinkel van de Hema.” (Het vrije volk 25-4-1987)
Noodwinkel HEMA
De bouwtekening van de noodwinkel dateert uit 1946 (Het Nieuwe Instituut). De Gelderlander 23/1/1946 noemt dat de noodwinkels in de Bisschop Hamerstraat, Mariënburg (waar o.a. de Hema komt) en het Kelfkenscbosch waarschijnlijk in mei van dat jaar gereed zullen zijn als er geen stagnatie intreedt. De opening van de Hema vond echter meer dan een jaar later plaats: in november 1947 ging deze open. Het pand zat aan de Van Broeckhuysenstraat 12. De bouwer was N.V. Aann. Bedrijf Fa. Tiemstra en Zonen.
Naast woorden van dank wordt bij de opening stil gestaan bij de gevallen slachtoffers.
“Hetzelfde aantal stands als in het voormalige gebouw op de Grote Markt, en bovendien een snelbuffet is in thans heropende Hema ondergebracht.” ( De Gelderlander 21/11/1947)
In augustus 1948 krijgt de Hema een vergunning voor het oprichting “van een inrichting tot het bereiden van gebak, vleeswaren, ijs, enz. in het perceel aan de v. Broeckhuysenstraat No 14.a, kadastraal bekend gemeente Nijmegen, Sectie C, No. 6861.” (De Gelderlander 27/8/1948)
In oktober 1958 ging de nieuwe HEMA open. Afgaande op onderstaande foto, is het noodgebouw rond 1959 afgebroken.
Noodpand HEMA vóór de afbraak. Geheel rechts Café Restaurant De Karseboom (Van Broeckhuysenstraat 12), gedateerd 1959 (Gelderse Fotohandel Nijmegen, Auteursrechthouder J.F.M. Trum via GN17007 RAN CC-BY-SA)
Huisarchitect de Bijenkorf
De samenwerking beviel zo goed, dat Elzas de huisarchitect van de Bijenkorf werd, waar ook de Hema onder viel. Hij ging echter niet bij het concern in dienst: “D’r was natuurlijk veel te doen na de oorlog, ik ben niet geschikt van negen tot vijf.. Ze namen er genoegen mee dat ik mijn eigen bureau aan de Amsterdamse Raadhuisstraat behield.” Elzas vond het fijn om een klant als de Bijenkorf te hebben, maar had dan ook niet verwacht dat hij daarvan zoveel werk zou krijgen. Tot 1972 “kwam het er gewoon op neer dat we niets anders meer deden dan Hema’s bouwen, verbouwen, Bijenkorf bouwen, Bijenkorven verbouwen.”
Als zodanig begon hij in 1947 aan zijn tweede opdracht: de nieuwbouw van de Hema in Rotterdam, dit was de eerste echte nieuwbouw van de Hema. Deze ging in 1953 open. In totaal zou hij 36 Hema’s ontwerpen: 20 nieuwbouw en 16 verbouwingen. De herkenbare stijl van de Hema vinden we ook terug in het historisch centrum van bijvoorbeeld Utrecht en Groningen.
Hij is vooral bekend om zijn ontwerp van de Bijenkorf in Rotterdam is samenwerking met de Hongaars-Amerikaanse architect Marcel Breuer, welke tussen 1954 en 1957 tot stand kwam.
Hema 1958
De Hema in aanbouw 1958 (J.F.M. Trum via GN42558 RAN CC-BY-SA)
Zie ook een foto van het pas voltooide gebouw bij het RAN.
Vooroorlogse Hema
De Hema; rechts de herenmodezaak van L.J.J. Boers (adres Stikke Hezelstraat 1), gedateerd 1935 (F67233 RAN)
De Hema; rechts de herenmodezaak van L.J.J. Boers (adres Stikke Hezelstraat 1), gedateerd 1935 (F67233 RAN)
De Hema opende op 20 juli 1927 een filiaal “aan de Grote Markt”, welke bij het bombardement van februari 1944 in vlammen op ging. Ze verhuisde daarop naar een pand in de Korte Burchtstraat. Dit gebouw werd tijdens Market Garden, op 18 september 1944, door brand verwoest. Daarna was ze tot 1947 in de Walstraat ondergebracht. In november 1947 betrok ze het noodgebouw aan de Van Broeckhuysenstraat.
Advertentie De Gelderlander 30/6/1945: Hema in 2e Walstraat
Advertentie De Gelderlander 30/6/1945: Hema in 2e Walstraat
Locatie
Door de oorlog was veel oude bebouwing verwoest. Behalve leed, gaf het tevens ruimte voor nieuwe, grootschalige projecten. Een daarvan was de nieuwbouw van de Grote Markt met de V&D en Hema. Net als veel andere ketens koos ook de Hema voor het bouwen van hun pand in Nijmegen voor hun “huisarchitect”: Abraham Elzas.
Het is opvallend dat juist op een van de oudste plekken van Nijmegen, de Grote Markt met haar Waag, er gekozen is voor op dat moment zeer moderne architectuur, zowel van de V&D als van de Hema. Tegenover de Raadhuis in de Burchtstraat is er bijvoorbeeld gekozen voor een wat traditioneler ontwerp.
Hema bij de opening
Hema ingang bij avond. Veel aluminium en glas. Het is zo open, dat je tot achter in de winkel kunt kijken. september 2023
De eerste gevonden vermelding dat de Hema definitief terugkomt is in februari 1950. Daarbij noemt de Gelderlander dat ze het overige deel van de Grote Markt zal krijgen (de V&D krijgt het andere deel) en dat ze een aanzienlijk stuk van de Augustijnenstraat krijgt, met inbegrip van het hoekpand. De Gelderlander is optimistisch: “Zijn de plannen voldoende uitgewerkt, dan kan zeer snel met de bouw van beide zaken worden gestart. Binnen enkele jaren, waarschijnlijk vóór 1952, mag men de voltooiing daarvan tegemoetzien en is de Markt weer volledig opgenomen in het economische verkeer.” (De Gelderlander 11/2/1950).
En maart 1950: “Gelijk we reeds eerder berichtten zal de wederopbouw van het definitieve pand van de N.V. Hema plaatsvinden gedeeltelijk op de Markt en gedeeltelijk op de Augustijnenstraat. Naar we thans vernemen zal de frontbreedte van het nieuwe pand aan de Markt ongeveer 12 meter bedragen, terwijl het front aan de Augstijnenstraat ongeveer de helft van deze straat in beslag zal nemen. De oppervlakte van het gehele pand zal een 1300 vierkante meter zijn.” Daarbij wordt de Augustijnenstraat 12 meter naar de Broerstraat verlegd. (De Gelderlander 10/3/1950).
“Donderdag was het zover, dat opnieuw aan de Grote Markt de deuren konden worden geopend van een gebouw vol moderne superlatieven. Het is een schepping van de Amsterdamse architect A. Elzas, bekleed met Romeins travertin. Voor de onderbouw zijn met aluminium beklede stalen kolommen gebezigd, waardoor het winkelpand een uiterst moderne aanblik heeft.”
De Gelderlander 11/3/1953: de N.V. heeft bij de Gemeenteraad het verzoek ingediend om ter betaling van de schadeloosstelling wegens onteigening het terrein aan de Grote Markt-Augustijnenstraat toe te wijzen, waarvan de totaalprijs is vastgesteld op f142.450. De onteigeningsvergoeding werd vastgesteld op f69.0082.
Waarschijnlijk duurt de bouw langer dan verwacht: De Gelderlander 4/12/1953 schrijft dat de bouw van de Hema “binnenkort” zal beginnen en dat deze naar verwachting eind 1954, gelijk met de V&D, gereed zal zijn. De Gelderlander 5/7/1954 meldt dat de Hema binnen twee of drie maanden gaat bouwen. En De Gelderlander 24/6/1955: “De plannen voor de bouw van de Hema op de Grote Markt zijn thans gereed. Naar verwachting zal de bouw binnen drie maanden kunnen beginnen. Het ligt in de bedoeling dat de Hema in het toekomstige nieuwe gebouw op de Markt-Augstijnenstraat volgend jaar voor de Vierdaagse zal kunnen openen.”
Het wordt oktober 1958, wanneer de Hema gereed is. Bij de opening is het een drukte van belang.
De totale oppervlakte van de vier verdiepingen bedraagt 5252 vierkante meter. Alleen de begane grond is in gebruik als winkelruimte, met een iets lager gedeelte voor de levensmiddelen. Nieuw is de vorm van de “back-to-back” toonbanken: de verkoopster staat niet achter, maar naast de toonbank.
Tussen de begane grond en eerste etage is een “hypermodern snelbuffet geïnstalleerd dat het modernste van Nederland heet te zijn.” Op de hoger gelegen verdiepingen worden gebruikt als kantoorruimte. De keuken en banketbakkerij zijn op de bovenste verdieping, “eveneens voorzien van de modernste, deels automatische outillage.” (De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad, 24-10-1958)
De aannemer bij de bouw was firma v.h. G.J. Tiemstra en Zn.
Wat was er modern aan de nieuwe Hema? En wat alweer achterhaald?
Hema, kant Augustijnenstraat, oktober 2023
“In 1958 werd het meest moderne gebouw van de wederopbouw in de Nijmeegse binnenstad opgeleverd. Een licht en laagdrempelig gebouw met veel glas, travertin, aluminium en beton. Geen daklijst, krullen en ornamenten. Heel open en transparant. Zo transparant dat de klanten van buitenaf een keur aan Hema-artikelen tot achterin konden zien liggen. Dat is nog steeds zo.”.
Eigenlijk is de hele winkel een soort etalage; waarbij de uitgestalde artikelen, symbool van de nieuwe welvaart, goed te zien waren. En: de winkel als een soort markt, waar bij daglicht alles goed te zien is in haar natuurlijke kleuren.
Elzas gebruikte ook voor die tijd vernieuwende materialen zoals glas, beton, staal en aluminium en dan vooral de mate en manier waarop deze materialen werden gebruikt. Een van de belangrijkste kenmerken zijn de zogenaamde vliesgevels: door te werken met een stalen skelet zijn de gevels geen dragende muren meer. Deze kunnen vervolgens worden ingevuld met lichtere materialen als aluminium en glas.
Andere kenmerken zijn de glazen deuren, die het gevoel van transparantie geven. En de “zwevende” etalagekasten aan de kant van de Augustijnenstraat, welke niet meer als zodanig worden gebruikt.
Praktisch
Etalage glazen bakken Hema bij avond, september 2023
Naast het ‘moderne’, zal ook de praktijk een rol hebben gespeeld. Bakstenen en hout waren schaars, met beton en glas kon snel en betaalbaar gebouwd worden.
…en toch alweer wat achterhaald?
Elke krant in Nijmegen schreef en schrijft nog steeds vaak over het ‘moderne’. Dat klopte en bovendien is het de naam van de architecturale stroming (Moderne of modernistische). Maar feitelijk was deze denkwijze ten aanzien van warenhuizen alweer wat achterhaald: de nieuwe mode was geen daglicht, maar kunstlicht; niet open, maar gesloten.
De Bijenkorf in Rotterdam, die Elzas samen met Breuer ontwierp, illustreert dit.
Hema Rotterdam: Warenhuis van de HEMA kort voor de opening aan het Beursplein, links de Korte Hoogstraat. Opname vanaf het Rodezand, architect Elzas, 1953
(M.A.J. Hanse via NL-RtSA_4122_2008-799-01 archief Rotterdam CC-BY-4.0)
De Bijenkorf in Rotterdam van de architecten Breuer en Elzas; De Bijenkorf aan de Coolsingel met rechts het sculptuur zonder titel (in de volksmond ‘Het Ding’) van kunstenaar Naum Gabo. Links het Beursplein, foto gedateerd
14-5-1957 (Fototechnische Dienst Rotterdam ( Gemeentewerken, Openbare Werken via
L-2733 Stadsarchief Gemeente Rotterdam CC by 4.0)
Daarvoor moeten we even terug naar de Hema in Rotterdam uit 1953 en hoe de Bijenkorf aldaar tot stand kwam. Over deze Hema vertelt Elzas in een interview in 1987: “Het was destijds geen wereldwonder, maar ze waren er heel blij mee. Ze koketteerden ermee, omdat het hun eerste naoorlogse warenhuis was.” Een verouderd concept, wist hij toen al… op basis van kennis die hij ook al in 1947 had opgedaan tijdens een reis door de VS op verzoek van de Bijenkorf.” (In 1994 is de Hema in Rotterdam gesloopt, omdat het niet meer voldeed.)
Na de oorlog wilde de Bijenkorf niet meer met Dudok, die het vooroorlogse pand had ontworpen, in zee. Daarop stelde Elzas met leden van de directie van de Bijenkorf de uitgangspunten van de architectuur voor herbouw van het nieuwe warenhuis op:
Een gesloten doos zonder ramen
Zorg overal voor gelijkmatig kunstlicht
Maak roltrappen
Zorg voor een parkeergarage
Het gebouw zou veel moderner worden, zowel in uiterlijk als functionaliteit. Aanvankelijk zou J.J.P. Oud de nieuwe Bijenkorf ontwerpen, samen met Elzas. Oud wilde echter niet samenwerken met Elzas, waarop de directie van de Bijenkorf de samenwerking met Oud op. Vervolgens werd de Hongaars-Amerikaanse architect Breuer aangezocht.
Op haar site vertelt de Bijenkorf over haar Rotterdamse winkel: “De discussie, wel of niet daglicht in de winkel stond in die tijd weer centraal. De ene stroming wilde het daglicht ruim baan geven en dus grote ramen zien, terwijl de andere stroming vond dat met de nieuwe lichttechnieken van die tijd het daglicht kon worden vermeden. Men had in de loop van de tijd vastgesteld dat het hebben van veel strekkende meters achterwand om de goederen te kunnen presenteren erg belangrijk was. De nieuwe stijl van de Amerikaanse warenhuizen die na de WOII werden gebouwd kenden geen raampartijen meer. Voor die goederen die nog daglicht nodig hadden maakte men lichtopening met daglicht plafonds. De ingangspartijen werden breed en voorzien van veel glas om zo een groot deel van de parterre van buitenaf te kunnen overzien.” (Bron: De Bijenkorf)
“Voor de nieuwbouw richtte de directie van het Bijenkorf-concern haar blik op Amerikaanse voorbeelden zoals Macy’s en Abraham Strauss in New York en Carson Pirie and Scott (ca. 1900) in Chicago. Werd in Europa nog vrij lang vastgehouden aan het klassieke warenhuistype, in de Verenigde Staten ontwikkelde zich al snel een meer zakelijke stijl die paste bij de opvatting “Much common sense and no nonsense, utility first”. De Amerikaanse warenhuizen hebben een zakelijk karakter met weinig verfraaiing en architectonische effecten, en zijn doelmatig ingericht. Bovendien zag de directie van de Bijenkorf dat de moderne warenhuizen in de VS gesloten buitenwanden hadden. Een gesloten doos biedt meer wandruimte voor verkooprekken en geeft ruimte voor een doelmatige inrichting. Bovendien maakte een gebouw met gesloten gevels een beheerst klimaat mogelijk.” (De Bijenkorf)
Lelijk, lelijk geworden, niet van belang, of…?
Er zijn mensen, die het gebouw juist zien als symbool van de nieuwe tijd en vooruitgang.
Aan de andere kant vinden veel mensen de Hema een van de lelijkste gebouwen van Nijmegen. Sommigen vinden dit, omdat dit gebouw met de nadruk op functionaliteit, zonder versieringen, het veelvuldig gebruik van glas en staal, er niet gezellig uitziet. Dit heeft ook te maken met de locatie, het grote contrast met de gebouwen van de Grote Markt.
Ook kan het te maken hebben met veranderingen binnen of bij het gebouw: bijvoorbeeld de fietsenrekken van de Augustijnenstraat en het feit dat de glazen bakken niet meer als etalage worden gebruikt.
In een gevonden interview met de Gelderlander vertelt Wim Bilo dat jongeren de wederopbouwpanden anders bekijken. Dit merkt hij bijvoorbeeld tijdens rondleidingen die hij voor ’t Gilde geeft. ,,Scholieren vinden op de Grote Markt de warenhuizen mooi en de historische gevels noemen ze ‘ouwe meuk’. Dat vind ik natuurlijk niet. Maar wat men mooi vindt, verschuift. Over twintig jaar waarderen we de wederopbouwarchitectuur.”
Tijd zal het leren?
De glazen bakken etalage aan de Augustijnenstraat, dichtgemaakt, september 2023
Of is “lelijkheid” voor de waardering van een gebouw niet van belang? Zoals Bilo al opmerkt, vinden scholieren de kant van de Hema vaak mooier dan de oude gebouwen.
In het centrum is de Hema het enige gebouw dat in de modernistische stijl gebouwd is. Daardoor wijkt het af van de andere panden, vooral in het gebruik van de hoeveelheid glas en aluminium. Dat maakt het pand uniek.
In een interview van de Gelderlander met Hettie Peterse, beleidsadviseur cultuurhistorie: ,,Lelijk is geen argument”, stelt de cultuurhistorica. ,,Want de smaak van mensen verandert. Vijftig jaar geleden vond men bijvoorbeeld jugendstil en de architectuur van de 19de eeuwse schil van Nijmegen maar niks. Nu wordt het weer gewaardeerd.” (de Stentor 4-3-2023)
,,Toen begin deze eeuw de Stadsschouwburg een gemeentelijk monument werd, waren veel mensen verontwaardigd. Inmiddels is het een rijksmonument en is de stad er trots op. Jonge mensen kijken met positievere blik naar de wederopbouwarchitectuur.
…Nijmegen heeft een groot aaneengesloten gebied met wederopbouwarchitectuur. Dat is uniek. De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed heeft het daarom tot landelijk wederopbouwgebied aangewezen.”
Elzas in 1987 over zijn Hema in Rotterdam: “Destijds hebben ze mijn Hema niet zo mooi gevonden omdat ik mooie blauwe ogen had, maar omdat het een functioneel warenhuis was. Daar zouden ze nu toch wel enig begrip voor kunnen opbrengen?” Het interview sluit af met: “Elzas berustend: “Merkwaardig dat veel van de dingen die ik heb gemaakt, ofwel alleen ofwel met een ander, zijn verdwenen of dreigen te worden aangepast.” (Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad, 25-04-1987). Het pand is in 1994 gesloopt, omdat het niet meer voldeed.
Het pand in Nijmegen is intussen onderdeel van het aangewezen gebied van wederopbouwarchitectuur. Zijn Hema in Arnhem is een gemeentelijk monument.
Kreymborg in november 1955 hoek Molenstraat Ziekerstraat met auto’s. Verkeersdrukte op het kruispunt Ziekerstraat – Molenstraat – Plein 1944 en de Korte Molenstraat, kort voordat het klapbord van de verkeersregelaar wordt vervangen door een draagbaar verkeerslicht, november 1955 (J.H.W. Schellinx via ZN36365 RAN CC-BY-SA)
In september 1953 opent Kreymborg haar nieuwe nieuwe winkel op de hoek van de Ziekerstraat en Molenstraat. Deze is herbouwd op de plek waar haar gebouw stond dat tijdens het bombardement van februari 1944 is verwoest. Dit is de laatst gevulde hoek van de 4 hoeken van de belangrijke kruising Molenstraat/Broerstaat en Ziekerstraat/Plein1944. Opvallend daarbij is, dat alle 4 ontwerpen een plat dak hebben.
Historie pand Kreymborg
Links op de foto met rond uithangbord de oude Kreymborg winkel (afb. RAN – GN5358)
Kreymborg zit sinds 1930 in Nijmegen.
Op de bovenstaande foto staat links op de hoek met rond uithangbord de oude Kreymborg winkel. Vergelijkend met de bovenste foto staat de nieuwe Kreymborg tevens op de plek van een kapper en ’t Jagershuis. Het portaaltje heeft het bombardement wel overleefd en is een restant van de verwoeste Petrus Canisiuskerk. Deze is gesloopt bij de bouw van de nieuwe Petrus Canisiuskerk oftewel Molenstraatkerk.
Nadat haar pand was verwoest, zat ze op tijdelijke plekken.
Naoorlogs gebouw door architect Kramer
Het nieuwe gebouw is ontworpen door F. Kramer van het Architectenbureau Kramer en Balabrega uit Haarlem. De aannemer was (de heer Konings van) Aann. Mij Nederland te Nijmegen.
Kreymborg is nog net juist op de voorgrond te zien. Het is mooi om te zien hoe de panden op elke hoek van de kruising verschillen, maar toch een soort uniformiteit hebben: De kruising Molenstraat , Plein 1944 , Broerstraat en Ziekerstraat (met rechts de Gebrs. Voss , in het midden Drogisterij Nickel en links de zelfbedieningswinkel van Jansen-Hendriks), 1954 (Foto Grijpink via F46491 RAN CC-BY-SA)
Bij de opening schrijft De Gelderlander 25/9/1953:
“Nadat de aanwezigen in de gelegenheid waren gesteld om de directie geluk te wensen sprak de wethouder M. Duives een woord van felicitatie namens de gemeente Nijmegen. Spr. uitte zijn grote voldoening over het resultaat hetwelk op dit punt van de Stad is bereikt. Vier jaar geleden toen de fa. Voss haar gebouw tot stand had gebracht vroegen we ons af: hoe lang zal het nog duren voordat de vier hoeken compleet zijn, aldus spr. Veel besprekingen zijn aan de bouw vooraf gegaan. Spr. was zeer verheugd dat dit mooie pand thans behoorlijk aansluit aan het entree van de nieuwe stad.
De architect, de heer Kramer sprak hierna een woord van gelukwens en bood de directie een raampje aan in een van de paskamers. Het stelt de Phoenix als symbool van eeuwige verjonging.”
Kreymborg is op een later tijdstip naar de Burchtstraat verhuisd. Momenteel zit ING in het pand.
Architect F. Kramer
voormalig Kreymborg Ziekerstraat 2 Molenstraat 5-7 Huidig ING (augustus 2023)
Zoals gezegd was F. Kramer de architect. Hij ontwierp voor Kreymborg meerdere panden: Over de architect Kramer is nog weinig te vinden, daarom wordt op deze plaats hier wat uitgebreider bij stil gestaan.
Leven
Frederik Marinus Kramer is geboren 18-5-1902 te Amsterdam en overleden na 1977. Kramer verhuisde na zijn huwelijk in 1928 naar Haarlem, Koninginneweg 46. Kramer was in de jaren 50 aanvankelijk geassocieerd met achtereenvolgens de architecten C. den Heyer en later met J.M. Balabrega. De bureau’s waren gevestigd op Kenaupark 1 en Nieuwe Gracht 76 in Haarlem.
Verbouwing met uitbreiding, Venlo, 1959 (Dagblad voor Noord-Limburg,19-03-1959)
Grote Markt 10 Den Haag, samen met C. den Heijer, 1965- 1966; Monumentenzorg Den Haag: “Op geraffineerde wijze markeert dit gebouw de hoek van twee winkelstraten in het centrum van Den Haag: de Grote Markt en de Boekhorststraat. In de behandeling van de gevels komt de hiërarchie tussen beide straten duidelijk tot uiting: open en transparant naar de belangrijkste straat, de Grote Markt en meer gesloten naar de zijstraat. Opvallend is het fraaie spel van de volumes waaruit het pand is opgebouwd: de insnijdingen en de verspringingen maken het zeer levendig waardoor het zich uitstekend voegt in de bonte rij van historische gebouwen. Het vormt een voorbode van de diversiteit van de jaren zeventig architectuur”. Tevens een afbeelding van het pand.
Schapenmarkt 9-15 Den Bosch, samen met C. den Heijer, 1968: “In de jaren na de Tweede Wereldoorlog werd steeds minder teruggegrepen op de historisch gegroeide waarden en kwam een vernieuwingsdrang in de architectuur tot uitdrukking. Op het eerste oog is bij dit pand sprake van grootschaligheid. Door de invulling van de gevel en de toegepaste kleuren en materialen is hier echter een storende massaliteit voorkomen. De zichtbare gevelhoogte sluit goed aan bij de naastgelegen gebouwen. Ook de wijze waarop het dak door haar verdraaiing ten opzichte van de gevel is gerealiseerd, maakt dat dit gebouw ondanks de forse omvang toch past in de omgeving.” Architectuurgids ‘s-Hertogenbosch
Amsterdam
winkelpui van banketbakkerij Holtkamp, Vijzelgracht 15, 1928
schoenenzaak van de firma Huf aan de Burgemeester De Vlugtlaan 143 (ontwerp: 1957)
schoenenzaak van de firma Hoogenbosch, Osdorpplein 41 (ontwerp ca. 1964)
Overig
Kleiweg 22 Gouda: bouw trap naar verkoopruimte op 2e verdieping. Opdrachtgever: J.C. Raming N.V. Kramer & Balabréga 1949/1950
In Archief van Architectenbureau G. Husslage zitten “Ontwerptekeningen in lichtdruk voor de filialen van de firma s Hoogenbosch, Kreymborg, Meyjes & Höweler, Modemagazijn Witteveen en Mundheim aan het Osdorpplein, in samenwerking met de architecten F.M. Kramer, C. den Heijer en C.J.G. van Gestel”, waarbij het op dit moment onduidelijk is (en niet verder uitgezocht) of het ontwerp van Kramer (en dan waarschijnlijk in samenwerking met den Heijer) alleen de firma Hoogenbosch betreft of ook de overige panden (waaronder een Kreymborg).
Bronnen
Cuypersbulletin: Nieuwsbrief van het Cuypersgenootschap, Vereniging en Stichting tot behoud van negentiende‐ en twintigste‐eeuws cultuurgoed in Nederland. jaargang 20 ‐ 2015 ‐ nummer 1 (Pdf)
Vanuit de Broerstraat in de richting van de Molenstraat, links op de voorgrond de Pauwelstraat; 1955 (GN3909 RAN)
In 1955 vond de herbouw plaats van juwelier en horloger van Baal, op de hoek van de Molenstraat en Pauwelstraat. Het gebouw is ontworpen door architect ten Have.
Bij de opening in 1955:
“Juwelierszaak van Eug. van Baal in Korte Molenstraat fraai herbouwd
In de Korte Molenstraat, op de hoek van de Pauwelstraat, is vanmorgen onder grote belangstelling de nieuwe zaak geopend van de juwelier en horloger Eugène van Baal, een bekend Nijmeegs bedrijf, dat in de Septemberdagen van ’44 in de Korte Molenstraat in vlammen opging en daarna jarenlang in een noodpand was gevestid, laatstelijk in de Bisschop Hamerstraat. Wethouder M. Duives verrichtte de opening en bood namens het gemeentebestuur aan de eigenaar, de heer Th. Van Baal en aan mevrouw van Baal zijn gelukwensen aan met dit fraaie pand, dat een juweel betekent voor de binnenstad.
Het welkomstwoord sprak de architect de heer J. ten Have uit Nijmegen, die de wethouder begroette en dank bracht aan allen, in het bijzonder aan Moolenaar’s Aann. bedrijf, aan de fa. B. Lommerse, die voor de betimmering zorgde en aan allen, technici en onderaannemers, die de bouw hebben tot stand gebracht. Op prettige wijze hadden zij aan deze bouw gewerkt en het resultaat stemde tot grote tevredenheid. Spreker wenste de heer en mevrouw van Baal geluk bij de opening van de nieuwe zaak.
Wethouder Duives herinnerde dan de lijdensweg, die ook de heer Th. van Baal, evenals alle getroffenen in de binnenstad, heeft moeten bewandelen, voordat hij zijn mooie nieuwe zaak kon openen. Het bombardement van Febr. En daarna nog eens een bombardement hadden hem getroffen, jarenlang noodwinkelen volgde en gedurende deze tijd werden de voorbereidingen getroffen voor de herbouw van de zaak in de oude vertrouwde omgeving. Spr. sprak er zijn voldoening over uit dat drie juweliers in de binnenstad elkaar weer hadden opgezocht, zodat de stadgenoot en de vreemdeling gelegenheid krijgen in kort bestek hun keuze te maken. Hij noemde het frappant hoe deze juweliers op zulk een voortreffelijke wijze, zowel extern als inwendig hun zaken hebben herbouwd. Ze toonden daarbij een breed inzicht te bezitten: ze lieten panden zetten die er zijn mogen. Nijmegen verheugt zich over het voorrecht middenstanders te bezitten, die kosten noch moeite sparen om hun zaken een eerste-rangs cachet te geven, zodat niet alleen de stadgenoot, maar ook de vreemdeling, die zijn eisen stelt, wordt aangetrokken. De stad moet iets te bieden hebben; door een zaak als die van de heer van Baal wordt de aantrekkelijkheid van de city verhoogd.
D12.421120 Plan voor de bouw van een winkelpand met bovenwoning aan de Korte Molenstraat hoek Pauwelstraat, datum tekening 27-3-1953, architecten Ch. V. Heelsbergen en J.H. ten Have
De wethouder had lof voor de heer van Baal, wiens naam een vertrouwde klank heeft in de juwelierswereld en bij de kopers.
Spr. had ook grote waardering voor de architect de heer J. ten Have, die dit pand op een interessante wijze heeft ontworpen en voor de aannemer die het op solide wijze heeft uitgevoerd. Hierna opende de wethouder de deur van het nieuwe pand, waarbij het alarm- en vreugdesein tegelijk, in werking trad. De heer Th. van Baal sprak een woord van herinnering aan de dag waarop de oude zaak werd verwoest, – een dag waarop de familie door de dood van zijn moeder in rouw werd gedompeld. Spr. herdacht ook zijn vader, die de grondslag had gelegd van het bedrijf. Hij wijdde waarderende woorden aan wethouder Duives en de gemeente-instanties, aan de architect en zijn assistent, aan de aannemer en zijn medewerkers en aan allen, die tot het welslagen van bouw en inrichting hun bijdrage hebben geleverd.” (De Gelderlander 30/6/1955)
Juwelier Eugene van Baal, hoek Molenstraat Pauwelstraat. Let op het prachtige metselwerk van de muur aan de Pauwelstraat architect ten Have
Vroeger Kofa , in augustus 2023 Nelson en Rituals Architect van Veen 1952 1954
Kofa-Miltenburg herbouwde ongeveer op dezelfde plaats in de Broerstraat, waar het oude bedrijf had gezeten welke tijdens het bombardement van 1944 was verwoest. Architect van Veen ontwierp het pand met een sobere voorgevel en diepe en lichte etalages.
De Gelderlanders schrijft bij de opening in november 1952:
“Bijna gouden Miltenburg terug in de Broerstraat
Toen Herman Miltenburg in 1903 de zaak van Altstadt in de Houtstraat kocht, heeft hij niet kunnen dromen, dat het door hem gestichte bedrijf een vlucht zou nemen als desondanks het geval is geweest. Morgen- bijna vijftig jaar later- openen zijn zonen, die intussen een familie-N.V. gesticht hebben, in de Broerstraat een winkelpand, dat een belangrijke aanwinst voor de stad genoemd mag worden. Kofa-Miltenburg herbouwde ongeveer op dezelfde plaats, waar het bedrijf op die zwarte 22e Februari 1944 des middags in een ruïne herschapen werd. Acht en half jaar nadien staat er de nieuwbouw, fors, modern, maar net niet té streng zakelijk.
N.V. Manufacturenhandel v/h H. Miltenburg Dir. H.H.S. Miltenburg, Borneostraat 22… Herbouw van een bedrijfsruimte aan de Broerstraat, project 444, April 1951, Achitectenbureau G. van Veen en W. Braam (D12.413512)
Architect van Veen ontwierp het pand, een sobere voorgevel, diepe en lichte etalages, een prachtige serie verkoopruimtes, kantoren en magazijnen en… expansiemogelijkheden. Berntsen en Braam realiseerden die plannen, en, voor zover ons lekenoog daarover oordelen kan, op de bedende degelijke manier. Voor de indeling van de verkoopruimtes werd advies gevraagd aan architect Vermolen en de Haagse firma Ratté droeg er zorg voor dat die adviezen werkelijkheid werden. Door al deze samenwerking werd Nijmegen een grootbedrijf rijker, dat er in alle opzichten zijn mag. In het royale souterrain werd de afdeling tapijten en zeilen ondergebracht, benevens de aanverwante artikelen. Alles is even overzichtelijk en dat vergemakkelijkt het kopen.
Kunstmatig daglicht zorgt er voor dat de koper zich niet in de kleur vergissen kan en datzelfde is ook het geval op de parterre, waar de manufacturen zijn ondergebracht. Toonbanken kent Miltenburg niet meer, slechts toontafels. Alle vakken zijn zo ingericht, dat de klant in een oogopslag zien kan wat er voor keus is en zij (of hij) het slechts voor het aanwijzen heeft. Heel de winkelinventaris is mobiel en kan dus geranschikt worden naar behoefte. Een speciale afdeling echter is ingericht voor corsetten en wat dies meer zij en voor het babygoed.
De heren-afdeling is (de praktijk ried dat aan) vlak bij de deur. Op de 1e etage zijn aan de achterzijde de kantoren- glazen wanden- en aan de straatkant is de zeer licht en ruime afdeling voor bedden en kleinmeubelen. Daarboven is dan nog een behoorlijke portie bedrijfsruimte.
Op de dag precies acht jaar na de ramp werd de eerste steen gemetseld in de funderingen. Aan de vooravond van het gouden feest begint Kofa-Miltenburg opnieuw. Opnieuw? Neen, het bedrijf bouwt voort op een traditie en een goodwill, waarvan wijlen Herman Miltenburg de grondlegger is geweest, een goodwill, die een halve eeuw gehandhaafd bleef. Het moge nog lang zo zijn.” (De Gelderlander 20/11/1952)
Vervolg
Een pagina grote advertentie kondigt de opening van de Gruyter aan, Nijmeegsch dagblad 13-11-1958
In 1958 “vermoedelijk in de zomer” wordt Kofa Miltenburg opgeheven. In mei is bekend dat de Gruyter, die op dat moment op nummer 62 haar winkel heeft, naar dit pand zal verhuizen (Nijmeegsch Dagblad, 3-5-1958). Op 14 november opent ze haar winkel.
De Gruyter verlaat op 29-3-1975 dit pand (zie het plakkaat op foto F15255 RAN)