Groesbeeksedwarsweg 217, oorspronkelijk bakkerij A. van Merwijk (september 2024)
In mei 1936 opent A. van Merwijk zijn bakkerszaak aan de Groesbeeksedwarsweg op de hoek met de Bachstraat. De architecten zijn Meerman en van der Pijll. Daarbij valt vooral de ingang met de lamp op, welke onderdeel was van hun ontwerp.
Vooraf
In september 1935 keurt de gemeente de verkoop van een “perceel bouwterrein gelegen aan den Groesbeekschedwarsweg, kadastraal bekend gemeente Hatert, Sectie H, no. 891 (ged.) groot ongeveer 485 c.A.” aan A. van Merwijk goed. De prijs is f 10.50 per c.A. (De Gelderlander 18/9/1935)
Zoals het PCNC bij de opening in 1936 aangeeft, is het dan de derde verhuizing in korte tijd:
In april 1929 opent van Merwijk zijn winkel op Tooropstraat 79, hoek Mesdagstraat. Daarbij krijgt hij in augustus 1932 een hinderwetvergunning voor uitbreiding
In januari 1933 opent hij op de Burghardt v.d. Berghstraat 28, waar daarvoor tevens een bakkerij was gevestigd (PGNC 20/1/1933)
De bakkerij van Merwijk
Bouw van een winkelhuis met bakkerij en twee bovenwoningen aan de Groesbeekschedwarsweg hoek geprojecteerde straat te Nijmegen, voor den weled. Heer A. van Merwijk, Burgh. v.d. Berghstraat 28, Achitectenbureau B.J. Meerman J. van der Pijll, datum bij tekening 19-8-1935 (D12.401193)
Op de hoek bevindt zich een winkel, met de ingang schuin geplaatst. Aan beide kanten bevindt zich een grote raam/etalage over de volle breedte van de winkel (zie ook de foto hieronder(. Aan de kant van de Bachstraat zijn naast de winkel 2 opgangen naar de bovenwoningen. Daarnaast bevinden zich 3 slaapkamers van de benedenwoning. Achter de winkel en de opgangen bevindt zich de keuken en de hal. En daarachter 2 kamers.
Achter en naast de slaapkamers bevindt zich de feitelijke bakkerij (dit is het lage gedeelte). Naast de slaapkamer is de ruimte voor wagens. En vervolgens de grote ruimte van de bakkerij zelf. Een foto uit 1939 is te vinden als brievenhoofd op 1220 RAN.
Hoek Groesbeeksedwarsweg Bachstraat, augustus 2023 (Google Streetview)
Bij de opening
Het PGNC schrijft bij de opening van bakkerij in mei 1936:
“Opening Nieuwe Bakkerij.
Het is thans voor de derde maal, dat de heer Antoon van Merwijk zijn bakkersbedrijf heeft moeten verplaatsen in verband met de gestadigen groei van zijn omzet, hetgeen een gevolg is van zijn goede vakmanschap op brood- en banketbakkersgebied. Bakker van Merwijk weet zijn bedrijf aan te passen aan de eischen van hygiëne en bereiding.
Groesbeeksedwarsweg 217, gebouwd als bakkerij A. van Merwijk, architecten Meerman en van der Pijll, 1935 (september 2024)
De heeren B.J. Meerman en J. v.d. Pijll, architecten N.I.V.A., Driehuizerweg 80, hebben een voor zijn bedrijf doelmatig complex ontworpen aan den Groesbeekschedwarsweg 217 hoek Bachstraat, welk bouwwerk dezer dagen door de aannemersfirma J.D. Dekkers, Tooropstraat 212, gereed werd opgeleverd en morgen, Zaterdag, in bedrijf zal worden gesteld. Dat de architectuur in onzen tijd nog niet geheel aan vervlakking lijdt bewijst hier de geestige zandsteenen winkelingang, waarbij de sierlijke gesmeed-ijzeren hoeklantaarn onze gedachten terug brengt naar den van het bakkersgilde. Een architectuuropvatting, welke zeer geslaagd is.
In de verschillende werkruimten zijn de nieuwste machines opgesteld en voorts een dubbele heetwater- en schuimoven volgens geheel nieuw systeem van de fa. v.d. Kamp uit Ravenstein. Een juweel van een winkelinventaris leverde de fa. Tiethof en Co. uit Amsterdam. Het keurige verfwerk werd verzorgd door den heer Reuters, Gelderschelaan terwijl de heer Wijking de electrische installatie en de fa. Peters de natuursteenwerken hebben geleverd.
Het geheel is een aanwinst voor dit nieuwe stadgedeelte en het zal den heer van Merwijk ook hier niet aan succes ontbreken.” (PGNC 29/5/1936)
Vervolg
Groesbeeksedwarsweg 217 (september 2024)
Er is nog niet uitvoerig onderzocht wat het vervolg is geweest. In ieder geval komt bakkerij van Merwijk nog voor in juli 1947 (De Gelderlander 12/7/1947) en komt hij voor in het Adresboek 1948.
In het Adresboek 1955 komt J.Th.S. Lutjenshuis, brood- en banketbakker op dit adres voor.
Bij de aankondiging van hun trouwen is het toekomstig adres van Jan Nieuwenhuis en Door van Raaij de Groesbeeksedwarsweg 217 (De Gelderlander 12/10/1955). In het Adresboek 1966 en 1968 komt J.A. Nieuwenhuis voor als brood- en banketbakker. Een foto uit 1976 wanneer het de bakkerij en winkel van Jan Nieuwenhuis is, is te vinden op F14872 RAN.
Vierdaagsmonument vriendschap Nederland Japan, maart 2024
Het Japans wandelmomument is een sculptuur dat aangeboden is door de Japan Walking Association. De sculptuur bestaat uit 2 opstaande marmeren platen welke de verbondenheid tussen Japanners en Nijmegenaren in de wandelsport symboliseert. Het staat in de buurt van de Wedren, begin- en eindpunt tijdens de Vierdaagse.
Het marmer is afkomstig uit een steengroeve van Tokushima. Met op de ene steen de Nederlandse en op de andere de Japanse vlag. Ze staan op een liggende steen met als opschrift:
“Dit monument is opgericht als een symbool van vriendschap tussen wandelaars in Nederland en Japan” en daaronder de tekst in het Engels en daarboven (waarschijnlijk) in het Japans.
Het beeld is gemaakt in 1989. Het monument is aangeboden door de Japan Walking Association. De maker van het kunstwerk, waarschijnlijk een Japanse kunstenaar, is onbekend. In de film wordt gesproken dat de leden van deze Association ook onder andere het vervoer betaald hebben, ondersteunt deze gedachte.
De sculptuur staat in de buurt van de Wedren, tijdens de Vierdaagse begin- en eindpunt van de dagelijkse afstand. Een prachtig filmpje over de onthulling is te vinden op 03-2055 RAN.
Achtergrond: Japanners lopen mee met Vierdaagse
Door het succes van de Vierdaagse liepen ook steeds meer buitenlanders mee. Daarop begon de KNBLO in de jaren 60 en 70 buitenlandse organisaties te helpen met het opzetten van meerdaagse wandelevenementen.
Bij de onthulling noemt voorzitter Kaneko van de Japanse Walking Association in zijn speech dat Japanners sinds 12 jaar meelopen met de Vierdaagse. De tweede ambassadeur van Japan in Nederland Akazawa feliciteert in zijn speech de Japanse Walking Association met haar 25-jarig bestaan later in dat jaar.
De 3-daagse van Higashimatsuama begon in 1978. Het is mij nog onduidelijk of en in hoeverre de KNBLO heeft meegeholpen met het oprichten van deze 3-daagse. In ieder geval was dit evenement het eerste lange afstandswandelevenement buiten Europa. Naast de KNBLO was de Japanese Walking Association een van de mede-oprichters van het International Marching League (tegenwoordig IML Walking Association) in 1987.
Uiteindelijk resulteerde de verbondendheid in het wandelen in een vriendschapsband tussen de gemeente en de stad Higashimatsuama in 1996.
De 3-daage van Higashimatsuama
De 3-daagse vindt begin november plaats. Tegenwoordig is het 1 na grootste wandelevenement ter wereld, haar website noemt 100.000 mensen. Bij de 3-daagse is het echter mogelijk om ervoor te kiezen om 1 of 2 dagen mee te lopen (waarbij ik niet weet of bij deze 100.000 mensen dus dubbel of eventueel driedubbel worden meegeteld). De afstanden zijn 5, 10, 30 en 50 kilometer.
Degenen die alle 3 dagen hebben meegelopen en hun afstand hebben volbracht krijgen een badge en een diploma. Wandelaars die 1 of 2 dagen hebben meegedaan, krijgen een diploma. Hoe de 3-daagse er uit ziet is te zien op de foto’s op haar site.
Waarom 3 dagen?
Een aantal bronnen noemt dat Higashimatsuama voor 3 dagen gekozen heeft, omdat 4 als een ongeluksgetal wordt gezien.
De 4 wordt namelijk soms uitgesproken als “shi”, wat “dood/doodgaan” betekent. Zoals bijvoorbeeld in Nederland soms de 13e verdieping niet bestaat, is hetzelfde het geval in Japan voor nummer 4.
Vierdaagsemonument, de bos gladiolen en het kaartje is ter ere van de 100ste geboortedag van Vera van Hasselt (juli 2024)
Vanwege de 50e Vierdaagse werd een beeld geplaatst naar ontwerp van Vera Tummers-van Hasselt. Het stelt een jongen (de start) en meisje (de finish) voor, waarbij het meisje bloemen in haar handen heeft.
De locatie is (natuurlijk) bij de Wedren: het start- en eindpunt van de wandeling.
Het beeld was een geschenk van de gemeenten waardoor de Vierdaagse doorheen komt en de wandelaars zelf. Bovendien werd de “Breunense bank” aangeboden, vernoemd naar de marsleider.
Start en Finish
“Het beeld zal voorstellen een jongen en een meisje die de start en de finish van de wandeltocht symboliseren. De groep wordt iets meer dan levensgroot uitgevoerd.” (Limburgsch dagblad 18-3-1966)
Bij het RAN zijn schetsen te zien van 2 ontwerpen: F41891 en F41890.
Daarbij lijken de lopers op de eerste tekening jonger te zijn en wat harder te lopen. Het huidige beeld is meer gestyleerd dan de tweede tekening. En heeft de vrouw nog geen bosje bloemen in handen.
Sokkel?
In beide tekeningen is het beeld op een sokkel geplaatst. Afgaande op de foto’s van de uiteindelijke plaatsing is daar geen sprake van: waarschijnlijk om aan te geven dat de wandelaars “1 van ons” zijn.
Bij het ontwerp was het idee dat het beeld op een sokkel zou komen te staan, “waarvan de zijden in vier richtingen verlengd worden. Dit als symbool van de vier dagen en dan praktisch te benutten als zitbank. Tevens zal de mogelijkheid bestaan om vlaggemasten te plaatsen in de sokkel.” (Algemeen Handelsblad 17-3-1966)
Vierdaagsemonument Vera Tummers-van Hasselt 1966
Gips of brons
Het was nog spannend of het beeld de maandag vóór de Vierdaagse onthuld zou kunnen worden in brons, of dat “Bij de onthulling zal de KNBvLO het moeten doen met het gipsen ontwerp. Na het feest zal dit zonder verdere aankondiging worden omgeruild in het bronzen afgietsel.” (Algemeen Handelsblad 17-3-1966). Doordat de bronsgieter naar Heerlen kwam, kon alsnog het bronzen beeld direct worden onthuld. (De Nieuwe Limburger, 11-5-1966).
Vera Tummers – van Hasselt
Vera Louise Maria Tummers-van Hasselt (Ubbergen, 5 juli 1924 – Heerlen, 5 oktober 2014)
Plaatsing wandelaarsmonument in het Julianapark t.g.v. de 50e Vierdaagse. Vlnr: mevrouw Vera Tummers-van Hasselt, de heer Van Hasselt en gemeentevoorlichter Ab Uijen, 7/1966 (Fotopersbureau de Gelderlander auteursrechthouder J.F.M. Trum via F50885 RAN CCBYSA)
Vera werd op 5-7-1924 geboren te Beek. Tijdens haar gymnasium leerde ze het beeldhouwen kennen in het atelier van de familie Meertens. Na 1 jaar kunstgeschiedenis in Amsterdam ging zij beeldhouwen studeren in Maastricht. In 1954 trouwde ze met Nic. Tummers. Tummers was geboren in Heerlen en had zich gevestigd als zelfstandig kunstenaar.
Het meisje van het Vierdaagsemonument bij de 100ste geboortedag van Vera van Hasselt (juli 2024)
Kaartje 100ste geboortedag Vera van Hasselt op Vierdaagsemonument (juli 2024)
Het bekendste werk van Tummers-van Hasselt is het beeld van Mariken van Niemeghen op de Grote Markt uit 1957. Volgens het Limburgsch dagblad 18-3-1966 had zij de opdracht voor het vierdaagsemonument gekregen omdat Mariken “veel waardering in gevonden in Nijmegen”.
Een ander beeld van haar is de Fluitspeler (1963 in Beek bij het Höfke, Verbindingsweg/Waterstraat). In 2009 onthulde zij het borstbeeld van haar vader, dokter Piet van Hasselt, in de toen nieuwe wijk Sprengenbeek.
1910 Berg en Dalseweg 33 (Café Trianon), Rijksmonument
Cafe Buitenlust J.A. Cornelissen Berg en Dalseweg 33, gedateerd 1925 1930 (F27911 RAN)
1910-1910 Nijmegen: Berg en Dalseweg 33 (Café Trianon), Rijksmonument
Tegenwoordig heet het café Buskens: de huidige eigenaren van het panden vonden het een goed idee om hun zaak te vernoemen naar haar architect.
Bieling en Buskens ontwierpen dit van oudsher bekende café in 1910, waarbij zij tevens het naastgelegen pand nummer 31 verbouwden en waar J.A. Cornelissen reeds zijn tapperij had en aan de kant van Sloetstraat reeds een depot van de Phoenix Brouwerij aanwezig was. Het café is bekender als Buitenlust, waarschijnlijk zo genoemd vanaf het moment dat de zaal rond 1924 werd gebouwd.
Nog bekender is deze zaak onder de Trianon. Deze naam duikt voor het eerst op in 1955 en wordt tot 2001 zo genoemd, ondanks een aantal verschillende eigenaren. De bekendste zijn Van Weel, die het pand rond 1962 koopt en het moment waarop De Cantine in 2004 de zaak vanaf 2004 tot haar sluiting in 2021 overneemt. In al die jaren is het café vrijwel onveranderd. Na een verbouwing opent hier vervolgen Gastrobar Buskens.
Vooraf: Van depot Phoenix Brouwerij naar café Cornelissen
Ontwerp v/d verbouwing v/m Depot der Brouwerij de Phoenix a/d Berg en Dalsche weg en Ten Hoetstraat, datum tekening augustus 1910 (D12.381044)
Oorspronkelijk had de Phoenix brouwerij een depot aan de Ten Hoetstraat 2: dit pakhuis is op de bouwtekening (zie hieronder) te zien achter Berg en Dalseweg 31. Daarbij had het pand van het pakhuis tevens een kantoortje aan de Ten Hoetstraat en achterin het pand waren 3 stallen. Onder dit pakhuis zat een bierkelder. In het plan lijkt de voorgevel van dit pakhuis iets aan de ten Hoetstraat uitgebouwd te worden. En vervolgens wordt/is het pakhuis met een plak dak afgedekt dat als overkapping doorloopt. Op de tekening is niet geheel duidelijk in hoeverre deze overkapping reeds aanwezig was en of ook de doorrit overkapt is.
Het café wordt 55M² met daarachter een Bottelarij. Rechts van het pand is een doorrit.
Ook het huis nummer 31 wordt verbouwd: het krijgt een andere voorgevel en een 2e verdieping. Wanneer het huis nummer 31 gebouwd is, is mij (nog) niet bekend. In ieder geval zit aan de voorkant de winkel. Waarschijnlijk is en blijft het tweede gedeelte in gebruik als woonkamer, terwijl er een keuken en een open plaats bij aan wordt gebouwd.
Ontwerp v/d verbouwing v/m Depot der Brouwerij de Phoenix a/d Berg en Dalsche weg en Ten Hoetstraat, links is de Berg en Dalseweg, rechts de Ten Hoetstraat, datum tekening augustus 1910 (D12.381044)
Depot Phoenix Brouwerij
De Gelderlander 15/11/1905
Hoewel het Phoenix bier al in Nijmegen verkrijgbaar was -getuige de advertentie Phoenix-brouwerij Echt Dortmunder bier bij Paul Müller, Grootestraat 5 in PGNC 6/11/1894- lijkt het eerste hoofdagentschap van de Phoenix Brouwerij voor Nijmegen A.W.E. Otte te zijn, Waalkade 68 (De Gelderlander 1/1/1895) en in De Gelderlander 1/1/1895 Berg en Dalsche Weg 401. In de Adresboeken 1896 en 1898 komt Otte voor op Berg en Dalsche Weg 9.
(In het Adresboek 1899 is F. Jacobs, bierbottelaar, op nummer 9 gehuisvest. Het is nog onduidelijk of hij een relatie heeft met de Phoenix brouwerij/de Ten Hoetstraat).
In ieder geval is ten Hoetstraat rond 1899 reeds een depot van de Phoenix brouwerij gevestigd: In het Adresboek 1899 wordt A. Varenbrink genoemd als hoofdagent in de Ten Hoetstraat. Ook in het Adresboek 1901 is Varenbrink hoofdagent, in het Adresboek 1902 J.P. Ingebleek. Ingebleek heeft dan als adres Ten Hoetstraat 8.
De eerstgevonden advertentie waarbij ook Cornelissen wordt genoemd is uit De Gelderlander 15/11/1905: dan is het zoo gunstig bekende Phoenix-Bokbier onder andere te verkrijgen bij het depot op ten Hoetstraat 2 en tevens onder andere bij “J.A. Cornelissen, Berg-en-Dalsche weg”.
Phoenix Brouwerij
De Phoenix brouwerij was in 1873 in Amersfoort opgericht als “Amersfoortsche Beiersch-Bier-Brouwerij”. Bij de overname door Jan Coets de Bosson werd het in 1891 “Phoenix Brouwerij Coets de Bosson”. Phoenix was de naam van een suikerfabriek van de familie Coets de Bosson in Zevenbergen. In 1894 nam de familie Meursing de brouwerij over en noemde deze “Phoenix Brouwerij H. Meursing & Co.” In 1904 werd de naam “Phoenix Brouwerij en IJsfabriek N.V”, nadat de brouwerij een N.V. was geworden. https://nl.wikipedia.org/wiki/Phoenix_Brouwerij_Amersfoort
In 1960 nam Oranjeboom de brouwerij over. Nadat Oranjeboom in 1967 onderdeel was geworden van Allied Breweries, werd de brouwerij in 1970 gesloopt. Het merk Phoenix bier bleef op dat moment nog bestaan.
Sinds 2007 zijn brouwers in Amersfoort weer begonnen met het brouwen van “Phoenix” bier. Vanaf 2016 is Rock City Brewery in Amersfoort de brouwer.
Kiosk en tramhalte
PGNC 21/8/1910
Op het terrein waar het uiteindelijke café komt, staat aanvankelijk vanaf 1898 een kiosk (Noviomagus). Hoewel de bouwaanvraag (nog) niet is ingezien, zal deze in 1898 aangevraagd zijn met als adres Berg en Dalseweg 9 (beschrijving RAN).
Het artikel in Wijkkrant Nijmegen-Oost 1/2/2004 noemt echter dat de kiosk in 1873 is begonnen. Een ander artikel in de Wijkkrant Wijkkrant Nijmegen-Oost 1/5/2001 noemt het jaar 1879.
Waarschijnlijk is het deze kiosk die in augustus 1910 te koop wordt gezet, zie de advertentie hierboven. Het adres Molenstraat 97 is dat van het architectenbureau van Bieling en Buskens, die het nieuwe café hebben ontworpen, waarvan de aanbesteding 17 augustus 1910 plaats vindt.
De Wijkkrant Nijmegen-Oost 1/2/2004 noemt tevens dat het café een halte van de stoomtram was. Het artikel uit 2001 noemt dat het een halte was voor de paardentram, waarbij het verwijst naar een foto die op dat moment in het café hangt.
Cornelissen, Berg en Dalseweg 31 en 33
Wanneer Berg en Dalseweg (dan Berg en Dalsche weg) 31 gebouwd is, is mij nog niet bekend. In ieder geval komt S.A. Lutz, gepensioneerd kolonel in het Adresboek van 1896 op dit adres voor. (Het is mogelijk dat er een hernummering in de straat heeft plaats gevonden. Echter:) J.A. Cornelsissen komt in 1905 voor het eerst in het Adresboek 1905 voor op dit adres. Hij is dan “tapper”.
Wat in de jaren daarna precies de verhouding is geweest tussen de adressen Sloetstraat en Berg en Dalseweg 31/Depot van Bierbrouwer Phoenix en Cornelissen zelf, is nog niet bekend. Te meer daar in januari 1910 een advertentie verschijnt:
PGNC 9/1/1910 en De Gelderlander 9/1/1910
Biedt de brouwerij nu het huis Berg-en-Dalseweg 31 en het depot Sloetstraat 2 aan? In ieder geval blijft Cornelissen op Berg-en-Dalseweg 31 wonen en blijft hij depothouder van Phoenix.
Café
Rechts het café dat jarenlang oa Buitenlust en Trianon is geweest, foto gedateerd 1930-1944 (Ch. Kellerman via F12651 RAN)
Op 17 augustus 1910 vindt aanbesteding plaats van wat het bekende café zal worden: “het verbouwen van het Depôt aan den Berg-en-dalschen weg en Ten Hoetstraat” plaats namens de “Phoenix Brouwerij”, Amersfoort” door P.G. Buskens, architect en J.P.W. Bieling, Chef de Bureau (PGNC 7/8/1910).
Opvallend is dat Cornelissen zich in de nieuwjaarswens- advertenties van PGNC 1/1/1915 en PGNC 31/12/1916 “Sigarenmagazijn” noemt.
In ieder geval is Cornelissen in zijn advertentie van PGNC 31/12/1930 nog “Hoofd-Depôt Phoenix Brouwerij Bierhandel en Limonadefabriek”
Phoenix-Garage Ten Hoetstraat 2
In 1922 opent F.J. Smit de Phoenix-Garage aan de Ten Hoetstraat 2. Het is mij onbekend of het een tijdelijke garage was of als een volwaardige garage bedoelt. Het krantenartikel PGNC 7/1/1922 noemt daarbij dat het kantoor gevestigd is op Pontanusstraat 23. Ook in het Adresboek van 1924 komt de Phoenix-Garage voor op de Pontanusstraat. In ieder geval is deze garage van korte duur: in 1924 verbouwt Cornelissen het perceel tot danszaal.
Buitenlust en Uitbreiding met Danszaal
De Gelderlander 13/6/1925
In september 1924 dient Cornelissen een aanvraag in voor een vergunning tot het schenken van alcoholhoudende dranken in perceel Ten Hoetstraat 2a. Rond begin oktober 1924 gaat de nieuwe danszaal open. In het onderstaande krantenartikel uit 1924 is het tevens de eerste keer dat ik de naam “Buitenlust” heb gevonden. (In een advertentie PGNC 22/12/1924 is het nog “Café-restaurant Cornelissen op Berg-en-Dalsche weg 33”).
De ingang tot de danszaal aan de Ten Hoetstraat 2a (advertentie PGNC 2/10/1926)
“Een nieuwe Danszaal.
De ondernemende eigenaar van het Café “Buitenlust”, 33 Berg-en-Dalsche weg, de heer J. Cornelissen, heeft aan zijn zaak uitbreiding gegeven door het inrichten van een Danszaal, waarvoor de voormalige garage van de Phoenix-brouwerij, uitkomende aan de Ten Hoetstraat, geheel omgebouwd werd. In dezen tijd van algemeene liefde voor den dans, zal het uitgaande publiek zich daarin zeker verheugen. De zaal ziet er met sierlijke beschildering en schitterende electrische verlichting, vooral des avonds, zeer gezellig uit, waarvan men zich in de kermisdagen kan overtuigen.
Het werk werd in korten tijd uitgevoerd door den aannemer, den heer G.J.H. Roelofsen, Elandstraat 26; het schilderwerk is van den heer H. Gerrits, Willemsweg en de verlichting van den heer J. Cornelissen Jr. Zij leggen alle eer in met hun werk.” (PGNC 4/10/1924)
In 1926 vraagt Cornelissen vergunning aan tot het schenken van sterke drank (PGNC 28/5/1926)
In PGNC 2/10/1930 staat een advertentie voor Cabaret Dancing Modern “vanaf zondag 5 october 1930, geopend”. Waarschijnlijk betreft het een advertentie van Cornelissen zelf voor zijn (waarschijnlijk) kermisactiviteiten.
Wanneer Walhalla in 1932 opent (zie hieronder), refereert PGNC naar Buitenlust en niet Dancing Modern.
Walhalla
PGNC 2/4/1932
In 1932 opent J. Rutten Dancing “Walhalla” in het pand, Berg en Dalscheweg 33. Hij zal er echter niet lang zitten: in juni 1933 wordt café “Wertha” op dit adres geopend.
“Dancing Walhalla.
Sinds eenigen tijd is het café Buitenlust aan den Berg en Dalscheweg overgegaan in handen van een nieuwen eigenaar, den heer Rutten, die tevens de achter het café gelegen dancing exploiteeren zal: dancing “Walhalla” werd zij thans genoemd. Het zaaltje werd geheel gerestaureerd, is van een frissche moderne beschildering voorzien, terwijl de fraaie meubelen, afkomstig van de firma Eppink in de van Oldenbarneveldtstraat het interieur vervolmaken. Een spiegelgladde vloer zal voorts het dansen in “Walhalla” een genot doen zijn.” (PGNC 2/4/1932)
Wertha
De Gelderlander 27/4/1935
In mei 1933 vraagt H. Derks voor het perceel Berg en Dalscheweg 33 een verlof A aan (PGNC 26/5/1933). In juni 1933 opent café Wertha haar deuren. Het PGNC:
“Opening café “Wertha”.
Hedenmiddag wordt, blijkens achterstaande advertentie, aan den Berg en Dalscheweg 33 geopend café “Wertha”, genoemd naar het Wertha-bier, uit Weert afkomstig, van een Hollandsche brouwerij, dus Nederlandsch fabricaat. Een geheel nieuwe bier-installatie is aangebracht door J. v.d. Stonden. Lambriseering en vloerbedekking zijn keurig vernieuwd, zoodat alles er frisch en gezellig uitziet. Vóór op het terras is een aardig zitje aangebracht, waar met de komende warme dagen wel van geprofiteerd zal worden. Achter het café is de dancing “Wertha” gelegen. De zaal is verfraaid en naar de laatste eischen des tijds ingericht.” (PGNC 3/6/1933).
In 1955 zal café Wertha worden opgevolgd door Trianon: een mededeling van een kanarietentoonstelling De Gelderlander 7/11/1956 die plaats vindt in de achterzaal van café Trianon (voorheen Wertha).
Trianon
Advertentie Trianon De Gelderlander 16/7/1955
De naam Trianon is afkomstig uit 1955, wanneer Piet Brok op 14-7-1955 zijn café opent (Nijmeegsch Dagblad 13-07-1955). De naam Trianon zal verwijzen naar het lustpaviljoen in de kasteeltuin van Versailles.
Joop van Weel
Café Trianon, gedateerd 1963 1970 (gemeente Nijmegen afdeling Bouwvergunningen via F86335 RAN CC0)
In 1962 kocht de universiteit de Commanderie van Sint Jan. Van Weel had dit pand in 1952 gekocht en na restauratie ging de Commanderie als stadwijnhuis open. Nadat de universiteit de Commanderie had gekocht, ging van Weel verder in café Trianon (bijschrift foto RAN)
In ieder geval bleef van Weel tot in de jaren 80 eigenaar.
In de Wijkkrant Nijmegen-Oost 1/1/1984 staat een advertentie dat “Sinds kort hebben wij ’n nieuwe feestzaal ter beschikking. Deze biedt ruimte aan ±200 personen. Voor kleine feestjes en vergaderingen hebben wij een aparte ruimte”. Het is mij niet bekend of de zaal vóór 1984 niet meer werd gebruikt en vanaf welk moment dat is geweest.
Het café komt voor in het boek Vallende Ouders van A.F.Th. van der Heijden uit 1983. Op woensdag 19 maart 1986 was in dit café overigens een interview met hem (NRC Handelsblad 11-03-1986)
Ijf van Lieshout
In het artikel in de Wijkkrant van 2001 is Ijf van Lieshout 1,5 jaar eigenaar. Hetzelfde artikel noemt dat de muren sinds 1963 niet meer beschilderd waren: “Nicotione heeft hier zijn louterende werk gedaan en is daarmee sfeermaker”. Deze sfeer zal blijven tot het einde van café Trianon in 2021.
Van de Cantine naar Trianon
In 2004 neemt de Cantine, die aan het Mariaplein zit (het huidige Lodewijk) Trianon over. Een leuk artikel, tevens bron van dit stuk, is te vinden in de Wijkkrant Nijmegen Oost. In deze tijd zijn er onder andere dansavonden en optredens van bandjes.
Een mooi interview met André Overbeek naar aanleiding van de sluiting is te vinden bij de Gelderlander
Buskens
Na een verbouwing opent Wijnbar Buskens haar deuren. Eigenaren zijn horecaondernemer Michiel Houkes van Café Eten & Drinken samen met Danny van Hal en Mels van Bilderbeek.
Bij de verbouwing zijn de gebruikte kleuren samengesteld op basis van de verschillende kleuren die sinds 1910 op de muren zijn gebruikt. De zaal is bij het restaurant getrokken.
Het café is een Rijksmonument (de zaal niet). Als waardering:
“-Van architectuurhistorische waarde als goed en gaaf voorbeeld van een café in een stijl, die Art Nouveau-invloeden vertoont met esthetische kwaliteiten in het ontwerp zoals goede verhoudingen en een bijzondere detaillering.
-Van stedenbouwkundige waarde als voorbeeld van een vroeg 20ste-eeuwse uitspanning of café aan een uitvalsweg met laat 19de-eeuwse en vroeg 20ste-eeuwse bebouwing, die deel uit maakt van het laat 19de-eeuwse uitbreidingsplan van Bert Brouwer.
-Van cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een culturele ontwikkeling nl. het bouwen van café’s en uitspanningen met een veranda, rond 1900 een kenmerkende vorm voor een rustplaats langs een uitvalsweg”
Het pand is in 1905-1906 gebouwd als openbare school voor Uitgebreid Lager Onderwijs (U.L.O.) door stadsarchitect Weve. Rijksmonumenten omschrijft het…
Het pand is in 1905-1906 gebouwd als openbare school voor Uitgebreid Lager Onderwijs (U.L.O.) door stadsarchitect Weve. Rijksmonumenten omschrijft het gebouw als “de stijl van het rationalisme met invloeden van de Art Nouveau in de ornamentering.” Een van deze ornamenten is het opschrift “OPENBARE-SCHOOL / No2 / VOOR – 1906 – U.L.O.” Het is een van de laatste van de 17 scholen die Weve heeft gebouwd.
(M.) U.L.O.
De U.L.O of M.U.L.O. betekent (Meer) uitgebreid lager onderwijs. Dit schooltype was in 1857 ontstaan en was een vervolg op de lagere school. Sinds 1920 werd dit schooltype bij wet U.L.O. genoemd, maar veel scholen bleven zichzelf M.U.L.O. noemen. Dit schooltype heeft bestaan tot de invoering van de Mammoetwet in 1968, waarbij de M.U.L.O een van de schooltypes was dat werd omgezet naar de mavo, wat weer later het vmbo is geworden.
Bij de opening
U.L.O. Tegeltableau Prins Hendrikstraat 7 Augustus 2021 (Google Streetview)
Het PGNC schrijft bij de opening in 1906:
“De school aan den Bijleveldsingel.
Zorg voor het kind! Dat is het wachtwoord geworden. En niet het minst spiegelt zich dat af in de scholen en het onderwijs.
“Schoolpaleizen” heeft men spottend gezegd. Zeker si, dat de tegenwoordige scholen, ook die waarbij de eenvoud op den voorgrond stond, paleizen mochten heeten in vergelijking met de meer dan een voudige ruimten, waarin in vroeger jaren een aantal kinderen werden opgeborgen en waar “meester” oud werd door of ondanks de beruchte “onschuldige asempjes” der even onschuldige kinderen. Hokken waren het in vroeger dagen, waar de ventilatie ontbrak of hoogst onvolkomen was; waar de verwarming alles te wenschen overliet; waar de lucht verpest werd onder de vereenigde werking van de menschelijke ademhaling en de uitwaseming der vaak natte kleeren, die in het kleerlokaal werden opgehangen en die bezwangerd waren met allerlei kwalijk riekende geuren.
“Schoolpaleizen”, zei men spottend; maar was degene, die het woord op de lippen nam, wel overtuigd van de waarheid: “Voor het kind is het beste nog niet goed genoeg”. Zet het kind in een vriendelijke omgeving en ge voedt op zonder schijnbaar op de opvoeding in te werken. Leer het kind respect voor het gebouw, dat hij binnentreedt en ge leert het eerbied te hebben voor eigen huis of althans te trachten ook dat vriendelijk te helpen maken. Het leeren gaat in een aangename omgeving gemakkelijker dan in een lokaliteit, die neerdrukt. Licht, lucht en schoone vormen zijn de eerste voorwaarden voor opgewektheid en zucht naar orde.
Het doet den bezoeker weldadig aan eene inrichting binnen te treden, als aan de Bijleveldsingel is verrezen. “Je zou zelf weer lust krijgen om school te gaan,” zei een der werklieden, die er bezig was.
Reeds meermalen hadden we met welgevallen een blik geslagen op het uitwendige. Het geheel is een monumentaal gebouw, goed gedacht door den kundigen directeur van gemeentewerken, den heer Weve, flink uitgevoerd door den aannemer, den heer H. Bartels, opgegroeid onder toezicht van den opzichter, den heer Th.A. Middendorp. “Goed gedacht” zeiden we: een flink gebouw zich aanpassende aan de eerste-klasse omgeving, waarin het werd gesticht, met een front, een gevel aan twee straten, die uit architectonisch oogpunt schoon mag heeten, een kunstwerk.
Den heer Weve zal het misschien weinig treffen, dat een leek deze lofspraak uit, welnu, deskundigen, vakmannen, spraken evenzeer met lof over de inrichting als bouwwerk en dat zal hem niet onververschillig zijn.
Hoog verheft zich het gebouw aan de grens van wat nu nog de groote vlakte van ’t exercitieveld is, trotsch zal ’t er staan, als eenmaal de omgeving bebouwd is, en de breede wegen en straten in de naaste omgeving zijn een waarborg, dat het schoone geheel niet weggemoffeld zal worden.
Wij waren in de gelegenheid ook het inwendige te bezien. Twaalf ruime, frissche, lichte leerlokalen, zes beneden, zes boven; elk tweetal door een flinke ruimte gescheiden van een ander paar vertrekken en deze twee onderling verbonden of gescheiden door schuifdeuren; vier dezer lokalen telkens langs den Daalschen weg, twee langs den Bijleveldsingel. Tusschen de twee en de vier bevinden zich flinke ruimten, ter plaatse van de half torenvormige uitbouwsels, voor de berging van kleedingstukken. Het viertal aan den Daalschen weg wordt beneden door een gang, boven door de kamer voor het Hoofd der school in twee tweetallen verdeeld.
Een breede gemakkelijke steenen trap leidt van de beneden- naar de bovenverdieping, en er is gezorgd, dat de leuningen niet in een onbewaakt oogenblik gebruikt kunnen worden om er langs af te glijden. Aan den achterkant beneden is een groot ruim lokaal voor gymnastiek (vrije- en ordeoefeningen) met een keurig net geschilderd plafond in zachte tinten. Verder heeft het Hoofd der School in den toegang tot zijn lokaal drie groote ruime kasten en aan het einde der bovengang is een ruimte, bestemd tot magazijn van leer- en hulpmiddelen.
Urinoirs en bestekamers zijn in groot aantal aanwezig, eenvoudig maar netjes en praktisch ingericht, zoodat ook daar de kinderen niet aan toezicht behoeven onttrokken te zijn; hier een daar zijn fonteintjes en waterleidingkranen aangebracht.
De speelplaats ziet er op dit oogenblik nog wat onooglijk uit; ’t kan niet anders; maar één zaak is nu al te constateeren: de flinke overdekte speelplaats naar de zijde van de daarnaast gelegen bewaarschool. Bijzonder groot, dunkt ons evenwel de overige ruimte op de speelplaats niet, vooral niet, als daarvan nog hier of daar een plekje werd afgenomen om als schooltuintje dienst te doen, iets, dat bij zulk een modern ingerichte school eigenlijk niet mocht ontbreken. Maar- er blijft altijd iets te wenschen over.
Alles ziet er degelijk uit, overal dringt de frissche lucht door. “Geen raam, dat niet open kan”, zei de werkman van zooeven. Of het nu wel zoo erg is, durven wij niet zeggen. Maar frisch is het er en ruim en helder en licht. Bovendien zijn overal nog luchtkokers aangebracht.
De verwarming zal geschieden door kachels, welker warmte tevens voor den rechtstreekschen toevoer van zuivere lucht zal zorgen, die door de kachel verwarmd in de lokalen zal stroomen: m.a.w. in elk lokaal een pompstation voor frissche lucht, ook in den kouden wintertijd.
Wij noemden den school een monumentaal gebouw; een monument zal zij ook zijn voor ontwerper en bouwmeester. Moge zij de plaats worden, waar een goed deel van ’t toekomstig Nijmeegsch geslacht, meer bepaaldelijk de Middenstand, die zoo zeer verdient gesteund te worden, de kracht en de kennis zal opdoen, die hem in staat zal stellen het hoofd te bieden aan den steeds moeilijker wordenden strijd om ’t bestaan en den bloei van onze stad te bevorderen. Dan zullen de kosten aan de school besteed een kapitaal blijken, dat hooge rente opbrengt”. ( PGNC 11/5/1906)
Rijksmonument
Zowel het schoolgebouw als hek zijn Rijksmonument. Waardering”
– Van architectuurhistorische waarde als typologisch goed voorbeeld van een schoolgebouw uit het begin van de twintigste eeuw van het gangtype. Het object is gaaf bewaard gebleven qua gevelindeling, detaillering en in iets minder mate wat betreft de interieurindeling (sommige hoekjes zijn dichtgezet om extra kamers te verkrijgen) en hoofdvorm (kleine wijzigingen, toevoegingen aan de achterzijde). Het object is, als een voorbeeld van een schoolgebouw in de stijl van het rationalisme met invloeden van de Art Nouveau, van belang voor het oeuvre van de Nijmeegse stadsarchitect J.J. Weve. Na de sloop van meerdere belangrijke schoolgebouwen van zijn hand, is dit object van groot belang voor diens oeuvre. – Van stedenbouwkundige waarde als onderdeel van de als stadsgezicht beschermde 19de eeuwse gordel van Nijmegen, waarin het schoolgebouw als markant hoekpand een beeldbepalende rol speelt.
– Van cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een sociaal-culturele ontwikkeling, in casu het op peil brengen van de openbare onderwijsvoorzieningen in Nijmegen èn de in deze tijd gangbare pedagogische opvatting dat het schoolgebouw een aansprekende omgeving moest vormen voor de leerlingen.”
Voormalige U.L.O. Prins Hendrikstraat 7 als PH 7, Augustus 2021 (Google Streetview)
In 1907 is de gymzaal verhoogd. Daarnaast hebben tussen 1917 en 1968 meerdere vergrotingen van het gebouw plaatsgevonden.
Tot en met 2005 is het gebouw in gebruik geweest als school:
1906 – 1946: Uitgebreid Lager Onderwijs.
1941 – 1944: Duitse School.
1946 – 1975: Maarten Trompschool.
1975 – 1981: in gebruik als MAVO.
1981 – 2005: Sint Jorisschool
In 1946 werd de ‘Openbare school voor Gewoon Lager Onderwijs nr. 2’ gesticht. Deze school was bedoeld voor moeilijk lerende kinderen. Aan het eind van de jaren 50 besluit de gemeente af te stappen van nummering van scholen. Vanaf het schooljaar 1958-1959 is het Maarten Trompschool. Vanaf ongeveer 1970 zet een daling van het leerlingaantal in en daarop wordt de school op 1 augustus 1975 opgeheven.
In 2007 is het gebouw een bedrijfsverzamelgebouw geworden, welke in ieder geval in 2014 PH 7 heette en waarop op dat moment 10 organisaties gehuisvest waren, onder andere: de Circusschool, Theater Grote Broer, Colourfull City en Music Meeting.
Vanaf ongeveer september 2022 werd het plan voor de verbouwing van het gebouw opgesteld, zodat het kan dienen als noodopvang voor 130 Oekraïense vluchtingen, waarvoor 32 worden gebouwd.
In 1947 ontwerpt architect B. Benning de herbouw van de hoek van Heutszstraat – Groesbeeksedwarsweg. Dit pand was bij de bevrijding vernietigd. De bouwtekening heeft hij samen met zijn broer P. Benning ondertekent. Het oorspronkelijke gebouw dateerde uit 1938 .
Voor de verwoesting (D12.407241)
In het Bouwarchief komen 2 ontwerpen voor, die afwijken wat betreft het grote raam. Momenteel is nog onbekend welk ontwerp het uiteindelijk geworden is:
Daalseweg 238 hoek Mozartstraat, gebouwd naar ontwerp architect Arntz in 1921; met muurschildering zes componisten (september 2024)
Dit pand is gebouwd als middenstandswoning naar ontwerp architect G.J. Arntz in 1921. In 1931 vond de verbouwing naar winkelhuis plaats. Het ontwerp van architect van der Kloot. In 1948 vond verbouwing plaats, waarbij de winkel werd vergroot. Hier leverde architectenbureau Hub. A.M. v.d. Velden te Oss het ontwerp.
Het pand van Daalseweg 238 (Kad. Hatert Sectie A no 4230) is oorspronkelijk gebouwd als woonhuis, een middenstandswoning voor den heer J.G. Dekkers. Architect daarbij was G.J. Arntz.
middenstandswoning voor den heer J.G. Dekkers, architect G.J. Arntz, Dossier 03-06-1921. (detail D12.386488)
Winkelhuis Groentenhandel H. Toussaint, architect van der Kloot
Daalscheweg 238, 1931
De verandering van een woonhuis en winkelhuis betekent qua indeling vooral dat het voorste deel van het gebouw een winkel wordt. Het achterste gedeelte blijft woning. Daarnaast wordt de voorgevel aangepast.
Op de tekening van van der Kloot zijn de pijpen verdwenen. Echter: bij de oude toestand heeft hij de pijpen alleen bij de achtergevel getekend, terwijl Arntz ze zowel bij de voor- als achtergevel heeft getekend.
Nieuwe toestand:Plan verbouwen v Woonhuis Daalscheweg 238 tot Winkelhuis, architect van de Kloot, Dossier 05-05-1931 (D12.396754 detail)
Het PGNC schrijft bij de opening:
“Groentenhandel H. Toussaint.
Morgen, Zaterdag, vindt aan den Daalscheweg No. 238 de opening plaats van een nieuwen winkel, n.l. van een handel in groenten, aardappelen, fruit en comestibles, eigenaar de heer H. Toussaint. De nieuwe winkel, gebouwd onder architectuur van den heer v.d. Kloot is zeer doelmatig ingericht, voldoet aan alle eischen van hygiëne, terwijl het inwendige een keurigen, helderen indruk maakt. Aannemer was de heer Sütmuller, het glas in lood werd geleverd door de firma Bilderbeek, de firma M. Brans verzorgde het schilderwerk en de firma Van Veen de electrische installatie. Het behoeft wel geen twijfel te lijden of de nieuwe zaak zal zich in dit zich steeds uitbreidende stadsgedeelte wel spoedig een vaste cliëntèle verworven hebben.” (PGNC 19/6/1931)
Abonneren
Voer je e-mailadres hieronder in om updates te ontvangen.
1948, bouwkundig medew H.E. Teering, dossier oktober 1948
Oude toestand
Nieuwe toestand
Verbouwing Winkelpand (incl herstel oorlogsschade), tekening maart 1948 (D12.408008 detail).
De uitwendige verbouwing in 1948 lijkt vooral het plaatsen van een aantal ramen in de zijgevel te zijn. Inwendig vooral dat de woonkamer bij de winkel wordt getrokken. De woonkamer daarbij verplaatst naar de 1e verdieping.
Tot slot zijn er verbouwingen uitgevoerd in 1979 en 2007.
Om de overlast van graffiti op de blinde muur van de Mozartstraat tegen te gaan, nam de buurtvereniging, samen met de eigenaresse van het pand en met subsidie van de gemeente het initiatief voor een muurschildering van zes componisten. Remco Visser is de maker van deze schildering, die veel enthousiaste reacties krijgt.
De voormalige aula van de Katholieke Universiteit ontworpen door de Haarlemse architect M.H.W.J. van Ooijen. Het ontwerp leverde een storm van kritiek op en daarom werd het gebouw zonder enige feestelijkheden in oktober 1931 in gebruik genomen., foto 1935, GN12200 RAN
De Aula van de Universiteit aan de Wilhelminasingel is ontworpen door de architect Van Ooijen in 1931. Bij oplevering is de kritiek niet mals: “Ramp van Nijmegen”, “Pisbak”
De Gelderlander 1/7/1930 schrijft dat op 10 juli een advertentie voor de aanbesteding zal verschijnen voor een nieuw universiteitsgebouw, op de hoek va de Wilheminasingel en Bijleveldsingel: “Het nieuwe universiteitsgebouw zal op den beganen grond bevatten een groote hal met trappenhuis, een aula, een receptiezaal, een kamer voor de heeren professoren, een wachtkamer en vestiaire met toiletafdeeling.
Op de bovenverdieping komen drie collegezalen”.
Beelden en portretten geven een katholiek karakter. Overigens ontbrak in de beginjaren centrale verwarming. Men dacht dat het gebouw toch niet vaak in gebruik zou zijn. Na de TweedeWereldoorlog werden de gaskachels vervangen.
Het ontwerp
Bouwtekening aula universiteit (De Gelderlander 5/7/1930)
De Gelderlander 5/7/1930 plaatst de tekening “Het gebouw zal dwars op en hoek eenigzins naar achteren gebouwd worden, zoodat op het voorterrein een plantsoentje kan worden aangebracht.”
Het ontwerp is van den architect Van Ooyen van het bureau Robbers en van Ooyen te Haarlem. De aula heeft plaats voor 300 personen, daarnaast kunnen mensen op de galerij plaats nemen.
De Gelderlander 3/7/1930 “Dit gebouw is niet het begin van een groot nieuw universiteitsgebouw en evenmin zullen hierin instituten of een gedeelte der bibliotheek worden ondergebracht”. Het al bestaande Senaatsgebouw, de bibliotheek en de instituten blijven hun eigen gebruik behouden.
Van Ooyen had meer eisen te maken: die van de gemeente en die van de universiteit.
De gemeente had de grond geschonken en wilde een op zich zelf staand gebouw, dus geen gebouw dat in etappes werd gebouwd. Vanuit de Radboud-stichting waren er budget beperkingen. Daarnaast voldeed de studieruimte in het gebouw aan het Keizer Karelplein nog, zo lang er geen nieuwe faculteiten werden opgericht.
Het eerste ontwerp van van Ooyen had een brede poortgevel op het Julianaplantsoen gericht, “eenigzins aansluitend aan de vis a vis gelegen Meisjes-H.B.S. De universiteit vreesde naast bovengenoemde redenen dat veel ruimte ongebruikt zou blijven.
Daarom voorzag de eerste bouw allereerst in een aula met daarbij behorende receptiezaal. In oktober 1930 wordt verwacht dat het pand in juni of juli 1931 klaar voltooid zijn.
(De Gelderlander 7/10/1930)
Kritiek: Ramp, Pisbak, Onbewoonbaar verklaard
De voormalige aula van de Katholieke Universiteit, 1935, (GN12201 RAN)
Wanneer het ontwerp van de nieuwe aula in kranten verschijnt, komt er van meerdere kanten kritiek die lang niet mals is: “Ramp van Nijmegen”, “pisbak”, in september 1931 hangen studenten in september voor de grap een plakkaat “onbewoonbaar verklaard” op.
Inwijding
Er vindt geen grootse opening plaats, alleen een inwijding: Door den rector magnificus prof. Dr. R. Jansen C.P. is gisteren het nieuwe aula-gebouw der R.K. Universiteit ingewijd. De plechtigheid droeg een zeer eenvoudig karakter en het gebouw zal zonder meer in gebruik worden genomen.” (PGNC 5/10/1931)
Tot de Tweede Wereldoorlog werd de aula alleen gebruikt voor speciale gelegenheden als de Dies Natalis, promoties en andere plechtigheden.
Gebruik na de Tweede Wereldoorlog
Vanwege geldgebrek en de Tweede Wereldoorlog zijn er nooit meer gebouwen van de universiteit op deze locatie gebouwd. Doordat door de oorlog gebouwen waren verwoest, werd na de oorlog ook colleges in de Aula gegeven. De curatoren, senaat en het beeld van Thomas van Aquino kwamen tevens naar de hoek Wilhelminasingel/Bijleveldsingel.Vanaf de jaren 50 begon het vroegere Heyendaal de locatie voor uitbreidingen te worden. In de jaren 60 was de aula een aantal maal centrum van de studentenprotesten.
De aula bleef tot 1988 in gebruik. In dit jaar opende de nieuwe aula op de Comeniuslaan.
In het gebouw is nu een deel van het Keizer Karel College
Voormalige aula universiteit hoek Bijleveldsingel Wilhelminasingel april 2023