Voormalige Rotterdamsche Bankvereeniging en Cinemarienburg, tegenwoordig Humphrey's (november 2025)
#Nijmegen, Centrum, Gebouw van de dag, Marienburg

Rotterdamsche Bankvereeniging architect Deur

1930 Mariënburg

Voormalige Rotterdamsche Bankvereeniging en Cinemarienburg, tegenwoordig Humphrey's (november 2025)
Voormalige Rotterdamsche Bankvereeniging en Cinemarienburg, tegenwoordig Humphrey’s (november 2025)

Rond het begin van de 20ste eeuw ontstond bij de Mariënburg het financiële centrum van Nijmegen. Een van de banken die zich er vestigden was de Rotterdamsche Bankvereening. Het huidige beeld van de voorgevel van het gebouw is voornamelijk afkomstig van de verbouwing tot bank van de Rotterdamsche Bankvereeniging door architect Deur.

W. E. P. Monhemius en Co.’s Bank

Ontwerp voor het maken van een huisriool voor een perceel aan het Marienburgplein te Nijmegen. Dorlas en Semmelink, architecten en aannemers, Datum Bouwdossier 8-8-1911  (D12.382055)
Ontwerp voor het maken van een huisriool voor een perceel aan het Marienburgplein te Nijmegen. Dorlas en Semmelink, architecten en aannemers, Datum Bouwdossier 8-8-1911 (D12.382055)

De eerstgevonden bouwtekening is uit 1911 voor de aanleg van het riool (“perceel aan het Marienburgplein D12.382055). Het gebouw bestaat dan uit 2 verdiepingen. Met op de begane grond elk 1 kantoor, met daarboven een bovenwoning. En dan heeft pand als bank natuurlijk een kelder met de zeer belangrijke kluis.

W. E. P. Monhemius en Co.’s Bank.

Het Mariënburg wordt meer en meer een der centra van ’t Nijmeegsch handelsverkeer. De Nederlandsche Bank deed er haar nieuwe gebouw optrekken, de kantoren van „de Nederlanden van 1845” naderen hun voltooiing en thans kunnen wij eenige bijzonderheden mededeelen aangaande het nieuwe gebouw der W. E. P. Monhemius en Co.’s Bank, dat naast eerstgenoemd pand verrezen is en met den in dezelfde kleur gehouden gevel daarbij goed aanpast.

De W. E. P. Monhemius en Co.’s Bank, welke onder directie van de heeren W. E. P. Monhemius en J. N. Krudop verscheidene jaren gevestigd was in het perceel Oude Stadsgracht 12, heeft de uitbreiding harer zaken op hoogst gelukkige wijze bekroond door het betrekken van dit nieuwe gebouw, dat aan alle eischen van het moderne handelswezen voldoet. De voorgevel is opgetrokken in Romaanschen stijl, vooral tot uiting komend in den monumentalen hoofdingang en de loggia’s met massieve pilasters aan de boven-verdieping. Is men het gebouw binnengedreden, dan geeft de eerste deur rechts toegang tot het vertrek voor het publiek bestemd.

Een keurig, stijlvol interieur doet hier het oogen aangenaam aan. Door de gedeeltelijk matgelazen ruiten stroomt het daglicht naar binnen en des avonds neemt de lichtbron der electrische centrale hier de taak van de natuur over. Een portière leidt naar het bureau der directie, dat ook een keurig­­en indruk maakt. Hier sieren o.a. groote foto’s van de kluis en de bij de vervaardiging daarvan gebezigde pantserstangen de muren.

Achter in den corridor, waar toiletgelegenheden niet ontbreken, bevindt zich de trap welke naar den kluis­kelder voert. Ook hier heeft men het zeer comfortabel weten te maken. In de hoeken zijn kleine kamertjes aangebracht voor hen die zich met het hoogst aangename werk van coupon­knippen plegen te occupeeren. Electrische schellen verbinden deze kamertjes met de kantoren boven. Het voornaamste van den kelder is evenwel de kluis, waarbij de nieuwste vindingen op dit gebied in toepassing zijn gebracht.

De kluis zelf is gebouwd met dikke betonmuren, dus een op zichzelf reeds zeer hard materiaal. Ter meerdere beveiliging is in het beton nog een netwerk van zware compound panterstangen opgesteld en wel in drie rijen, zoodat bij inbraakpogingen de werktuigen steeds stuiten op dit speciaal voor dit doel gefabriceerd materiaal en een doorbreken van den kluismuur wel tot de onmogelijkheden gerekend kan worden. Zoowel de vloer en zolder alsook de staande wander der kluis zijn van deze bescherming voorzien. Met deze reeds zeer groote zekerheid stelde de directie zich nog niet tevreden. Zij wilde zich dagelijks van den onbeschadigden toestand van de kluiswanden kunnen overtuigen en daartoe werd rondom de kluis een z.g. controlegang ontworpen. De kluis staat dus langs alle wanden vrij en de minste beschadiging der kluiswanden door inbrekers wordt bij de dagelijksche inspectie direct opgemerkt.

Natuurlijk mogen ook de ingangen tot de kluis geen zwak punt vormen, daar deze nu als het ware de aangewezen punten zijn voor inbrekers om hunne krachten te beproeven. Een zware kluisdeur en een kleinere nooddeur in dezelfde massieve constructie zorgen hier, dat alle gevaar is afgewend. De blanke kanten van deur en raam sluiten zuiver in elkander, terwijl zware massieve rondstaalschoten de deur gesloten houden. Dit sluitwerk wordt weder vastgezet door een prima kwaliteit sleutelslot alsmede door een geheimslot, dat alleen geopend kan worden indien men met de gestelde combinatie bekend is. Daar deze combinatie elk oogenblik veranderd kan worden en een verscheidenheid van 100 milioen combinaties bereikt is, kan deze afsluiting ook alleszins voldoende geacht worden.

Ter bescherming ten aanvullen met den acetyleen- en zuurstofbrander zijn in deze zwaar gepantserde legeeringen aangebracht, welke de eigenschap bezitten bij bewerking met den brander giftige gassen te ontwikkelen, ontploffingen te veroorzaken, waardoor de branders defect raken en meer dergelijke zaken, die den inbreker minder aangenaam zullen zijn, daar zij gewoonlijk van rust en stilte houden. Zou de inbreker evenwel niettegenstaande deze verrassingen toch verder willen „werken”, dan zouden de zware giftige gassen hem alras noodzaken het veld te ruimen indien hij prijs op zijn leven stelt. De deur heeft dus niet alleen een defensief maar ook een offensief karakter.

Na opening der massieve kluisdeur treden we den burcht van pantserstaal binnen en zien tegen den achterwand der kluis een safeblok opgesteld, waarin de klanten der Bank tegen billijke vergoeding hunne waarden kunnen bergen. Een dergelijk safeblok bevat verschillende loketten in diverse afmetingen. Elk loket is afgesloten met een stalen deurtje, welk laatste door een speciaal slot, dat onder controle van den huurder en de Bank geopend moet worden, tegen opening door onbevoegden is voorzien. Een gedeelte der loketten is voorzien van sloten, welke verwisselbaar zijn met de andere sloten der installatie, waardoor fraude met sleutels voorkomen is, terwijl een ander gedeelte voorzien is van combinatiesluitingen, die door den huurder op een willekeurig woord ingesteld kunnen worden.

De directie der W. E. P. Monhemius en Co.’s Bank biedt met deze nieuwe kluis haar cliënteele een zekerheid, die gewaarborgd wordt door de jongste toepassingen der wetenschap en vindingen der techniek. Beter waarborgen zullen bezwaarlijk gevonden kunnen worden. Deze kluisinrichting doet dan ook haar, zoowel als de N. V. Lips’ brandkasten- en slotenfabrieken te Dordrecht alle eer aan.

In een gedeelte van het gebouw zijn de kantoren gevestigd der Hollandsche Sociëteit van Levensverzekeringen 1807. Boven de kantoren zijn twee woningen gebouwd, zeer comfortabel ingerichte bovenhuizen, welke reeds verhuurd zijn.

Architecten van het gebouw zijn de heeren Dorlas en Semmelink alhier, onder wier leiding der plannen tevens zijn uitgevoerd. In beide opzichten, zonwel wat het ontwerp als de uitvoering betreft, hebben zij alle eer met hun werk ingelegd.

Blijkens eene advertentie in dit nummer clientèle en verdere belangstellenden uitgenodigd het nieuwe bankgebouw met kluis te bezichtigen.” (PGNC 23/2/1912)

Verbouwing 1918/1919 voor Nationale Bankvereeniging

Vanuit de Van Broeckhuysenstraat via het Mariënburg, in de richting van de Mariënburgsestraat, rechts de Nationale Bankvereeniging en Hotel Café "De Karseboom" met kegelbaan, 1926 (F29714 RAN)
Vanuit de Van Broeckhuysenstraat via het Mariënburg, in de richting van de Mariënburgsestraat, rechts de Nationale Bankvereeniging en Hotel Café “De Karseboom” met kegelbaan, 1926 (F29714 RAN)

1 juli 1918 (“heden”, dus mogelijk de dag ervoor) opent de Nationale Bankvereeniging in het pand. Dan is het haar 65tste vestiging sinds haar oprichting in 1916. Deze bank was opgezet door Rotterdamsche Bankvereeniging die tevens grootaandeelhouder van deze bank was. In 1929 werd de Nationale Bankvereeniging geintegreerd in de Rotterdamsche Bankvereeniging. (wikipedia)

Bijzonder is, dat vanaf dat moment een aantal verbouwingen zullen plaatsvinden, terwijl de bank geopend blijft. (PGNC 1/7/1918)

Nationale Bankvereeniging Bestaande Toestand in februari 1929 (D12.393768)
Nationale Bankvereeniging Bestaande Toestand in februari 1929 (D12.393768)

In januari 1919 is de verbouwing voltooid, waarbij de kantoren zijn samengevoegd. Opvallend is vooral de grote uitbreiding van het kantoor voor 20 beambten in de voormalige tuin, de ruime entrée en de effectenhal. De architect is de “huis-architect” H.F. Mertens:

Verbouwing Perceel Marienburg 64-65-66 te Nijmegen tot Kantoor der Nationale Bankvereeniging , datum Bouwdossier 25-6-1918 (D12.385395)
Verbouwing Perceel Marienburg 64-65-66 te Nijmegen tot Kantoor der Nationale Bankvereeniging , datum Bouwdossier 25-6-1918 (D12.385395)

Architect H.F. Mertens

Hermann Friedrich Mertens (Batavia, 15 augustus 1885 – Loosdrecht, 27 januari 1960) was een Nederlandse architect. Hij studeerde aan de Technische Hogeschool Delft. Hij werkte aanvankelijk onder andere als meubelontwerper en een korte tijd in Nederlands-Indië. Hij was adjunct-directeur gemeentewerken in Arnhem. Daarnaast was hij in dienst voor het ontwerpen van bankgebouwen voor de Nationale Bankvereniging. Uiteindelijk vestigt hij zich in 1922 als zelfstandig architect in Bilthoven.

Belangrijke ontwerpen van hem zijn:

  • Betondorp, Amsterdam
  • Toenmalige Unilever hoofdkantoor, Rotterdam
  • Sanatorium Zonnegloren, Soestduinen
  • Watertorens Soest, Stadskanaal, Oude-Pekela en Bilthoven.

Na de Tweede Wereldoorlog werd Mertens aangesteld als supervisor van de wederopbouw van de Rotterdamse binnenstad (Wikipedia).

Advertentie van de Nationale Bankvereeniging (PGNC 20/7/1918)
Advertentie van de Nationale Bankvereeniging (PGNC 20/7/1918)

Rotterdamsche Bankvereeniging

Gebouw van de vroegere Rotterdamsche Bankvereeniging, Mariënburg 60, 1979 (Fotopersbureau Gelderland via F29589 RAN CCBYSA Auteursrechthouder J.F.M. Trum)
Gebouw van de vroegere Rotterdamsche Bankvereeniging, Mariënburg 60, 1979 (Fotopersbureau Gelderland via F29589 RAN CCBYSA Auteursrechthouder J.F.M. Trum)

De Rotterdamsche Bankvereeniging (Rova) was de benaming van de Rotterdamsche Bank tussen 1911 en 1947. Het was een van de voorlopers van de AMRO Bank, welke een fusie was van de Rotterdamsche met de Amsterdamsche Bank. En daarmee een voorloper van de ABN AMRO.

In 1929 vroeg de Rotterdamsche Bankvereeniging aan architect Deur om een ontwerp te maken. Daarbij zijn er in het Digitaal Archief 2 ontwerpen: waarschijnlijk is het eerste plan nooit uitgevoerd en het “Gewijzigd ontwerp” wel. Uit de plattegrond van de bouwtekening (zie hieronder) wordt duidelijk dat het pand met ongeveer 1/3 is vergroot: het linkergedeelte met onder andere het portiek.

Bij de Opening

Het nieuwe gebouw van de Rotterdamsche Bankvereeniging.

De nieuwe kantoren en de kluisinrichting der Rotterdamsche Bankvereeniging aan het Mariënburgplein te Nijmegen, met den bouw waarvan eenigen tijd gemoeid was, zijn thans gereed.

Hoewel de voorgevel van de vroegere Nationale Bankvereeniging nog in zeer goeden toestand verkeerde, heeft de directie niet geschroomd tot slooping van dien gevel over te gaan ten einde een behoorlijk bouwkunstig geheel te verkrijgen.

De nieuwe gevel, met de heldere kleur van den daarin verwerkten metselsteen en de hooge met donker geglasuurde Deester pannen gedekte kap, vormt een goeden achtergrond voor de, het plein overheerschende kapel.

Gewijzigd plan Rotterdamsche Bankvereening architect Deur (D12.395205)
Gewijzigd plan Rotterdamsche Bankvereening architect Deur (D12.395205)

De architect ir. J.G. Deur, te Nijmegen, zag zich voor de moeilijkheid geplaatst de vroeger zeer verbrokkeld aandoende pleinwand te sluiten. Hij vond een zeer goede oplossing door het aanbrengen van een gootlijst juist midden tusschen de op zeer verschillende hoogten liggende kroonlijsten der belendende perceelen, waardoor een trapsgewijs omhoog springen van de bouwdeelen van den pleinwand werd verkregen.

De raamvorm, de betrekkelijke geslotenheid van den gevel en het ontbreken van alle overbodige versiering helpen tenslotte een massieven, degelijken indruk vestigen.

Gewijzigd plan Uitbreidingsplan aan het Mariënburg, december 1929 IRr. J. George Deur (D12.395204)
Gewijzigd plan Uitbreidingsplan aan het Mariënburg, december 1929 IRr. J. George Deur (D12.395204)

Het inwendige van het gebouw voldoet aan de eischen die men aan een modern bankgebouw kan stellen.

Aan de bestaande kluisinrichting, die in verband met de expansie van het bedrijf dringend om uitbreiding vroeg, werd een andere bestemming gegeven. Onder het nieuwe gedeelte werd een geheel naar de eischen des tijds ingerichte Lips kluisinrichting ingebouwd, met de noodige accommodatie-ruimten en annexen ten gerieve van het beleggend publiek.

Ten dienste van het bankbedrijf werd een ruime, fraai ingerichte en overzichtelijke kassahal geprojecteerd, waarvan een doelmatig afgescheiden gedeelte voor de effectencliëntèle is gereserveerd. Een rustig gehouden leeskamer, flinke spreek- en wachtkamer met telefoon, benevens rijwielbergplaats zijn voor de relaties beschikbaar.

Aannemer van het werk was de firma H. van Gemert en Zonen te Nijmegen; de stalen ramen werden geleverd door de firma de Vries en Robbé te Gorinchem; het kunstsmeedwerk werd vervaardigd door den heer H. Winkelman b.i. te Amsterdam en het glas in lood door de firma Bilderbeek te Nijmegen.

De natuursteenwerken waren van de Rotterdamsche Steenhouwerij te Rotterdam en van de firma Rengers te Nijmegen; de gewapend betonwerken van de N.V. Nederland te Nijmegen.

De schilderwerken werden verzorgd door de Gebr. Koning, de stoffeering en meubileering door de firma’s Draper van den Broek en M. Jansen, de parketvloeren door de firma M. Drukker en de electrische installatie door de firma Jean Jacobs, allen te Nijmegen, terwijl een geheel in staal uitgevoerd archief werd geleverd door de N.V. Martens Brandkastenfabriek te Doetinchem.

Opzichter was de heer W. van der Waart alhier.” (PGNC 15/2/1930)

Zie ook het verhaal van het oorlogsdagboek:

https://www.huisvandenijmeegsegeschiedenis.nl/info/Dagboek_Rotterdamsche_Bankvereeniging_N.V.,_kantoor_Nijmegen

Vervolg

Vooraanzicht van Café De Foyer en bioscoop Cinemariënburg, Mariënburg, 27/4/1995 (Ger Loeffen via F36781 RAN CCBYSA)
Vooraanzicht van Café De Foyer en bioscoop Cinemariënburg, Mariënburg, 27/4/1995 (Ger Loeffen via F36781 RAN CCBYSA)

Het vervolg is nog niet geheel onderzocht.

Vanaf 1984 zat filmhuis Cinemariënburg hier in het pand: zoals op de foto uit 1995 hierboven te zien is deze in 1974 begonnen en vierde het in 1994 haar 20-jarig jubileum. De achterbouw is gesloopt en vervangen door nieuwbouw. In ieder zit in 2023 Humphrey’s in het pand.

Voormalige Rotterdamsche Bankvereeniging en Cinemarienburg, in november 2025 Humphrey's; de achterbouw is vervangen door nieuwbouw (november 2025)
Voormalige Rotterdamsche Bankvereeniging en Cinemarienburg, in november 2025 Humphrey’s; de achterbouw is vervangen door nieuwbouw (november 2025)

Gemeentelijk Monument

Het gebouw is een gemeentelijk monument met als tekst bij aanwijzing (tevens is hier een uitgebreide beschrijving te vinden:

“WAARDERING
Architectuurhistorische waarde
Mariënburg 59-60-61 is een goed voorbeeld van een bankgebouw in de expressieve architectuur van rond 1930, die gezien kan worden als een de regionale variant op de Amsterdamse Schoolstijl. Het gebouw is van architectuurhistorisch belang vanwege zijn de expressief vormgegeven voorgevel en kap met de bijzondere en gaaf bewaard gebleven detaillering in de trant van de Amsterdamse School. In het interieur zijn onder meer van belang de centrale bankhal met het pseudo-gewelf en de monumentale keldertrap alsmede de sierbetegeling en de smeedijzeren hekwerken en in iets mindere mate de betegelde keldervloeren en de Lipskluizen.
Het object heeft architectuurhistorische waarde als onderdeel van het oeuvre van de Nijmeegse architect J.G. Deur (1892-1964), landelijk bekend als restauratiearchitect en ontwerper van vele kloosters en kerken. Na aanvankelijk gewerkt te hebben in de trant van de regionale Amsterdamse School werd Deur, zoals veel van zijn collega’s, in de loop van de dertiger jaren van de 20ste eeuw een fervent aanhanger van de ideologie van Delftse School. Mariënburg 59-60-61 is vergelijkbaar met zijn ontwerp voor het Jozefklooster aan de uit 1930.


Stedenbouwkundige waarde
Het pand heeft een situationele waarde vanwege de ligging in een markante reeks historische
gebouwen die in de oorspronkelijke rooilijn aan de oostzijde van het Mariënburg liggen. Het pand vormt binnen deze monumentale gebogen gevelwand door zijn expressief vormgegeven bouwmassa en verschijningsvorm een sterk beeldbepalend element.


Cultuurhistorische waarde
Het object heeft cultuurhistorische waarde vanwege de verschijningsvorm en de voormalige functie, die een uitdrukking vormen van een maatschappelijke ontwikkeling namelijk de concentratie van bankgebouwen rondom het Mariënburg in het begin van de 20ste eeuw, waardoor dit plein het financiële hart van Nijmegen werd.”

Typerende tegelwand (november 2025)
Typerende tegelwand (november 2025)

Mariënburg

Met een slingerende straat én tevens een soort van plein is de Mariënburg misschien wel een van de straten met…

Bijbank Nederlandsche Bank

De bijbank van de Nederlandsche bank aan de Mariënburg, welke later de spaarbank werd. Architect Salm ontwierp het gebouw in…

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.