Grote Markt 23 en 24

De Grote Markt 23 en 24 (huidige adres) maakten in de middeleeuwen onderdeel uit van de lakenhal. In de 16e eeuw werd deze hal opgedeeld in verschillende panden. In 1933 liet Pauw Witjes zijn twee horecapanden samenvoegen en deze -met veel bijval- restaureren naar 16e-17e eeuwse sfeer. Tegenwoordig zit alweer jarenlang Café Daen in het pand.
Vooraf

Wanneer de familie de café’s van Grote Markt 23 en 24 openen is nog niet onderzocht. Wel is al gevonden dat J.W. Angerhausen rond 31-3-1903 vergunning krijgt tot de verkoop van sterke drank in het klein (De Gelderlander 1/4/1903 oftewel: het schenken van sterke drank).
Vermeldenswaard zijn de zittingen die de broers L. & H. Stegeman houden, zonen van het Staphorster Boertje. Tegenwoordig is het Staphorster Boertje een “normaal” farmaceutisch bedrijf, het Staphorster Boertje en zijn zonen waren kruidendokters.

Koop Grote Markt 23 en 24 door Witjes

Verkoop Grote Markt 23
Op 30-9-1925 verkoopt Johanna Frederica Angerhausen (zonder beroep) “het winkelhuis met erf gelegen aan de Groote Markt nummer 23 te Nijmegen Kadastraal bekend in sectie C nummer 2608 groot vijf en veertig centiare” aan Casparus Bernardus de Kleijn (Monteur).
Wanneer Paulus (Pauw) Johannes Witjes Hotel de Koophandel (nummer 23) koopt is mij nog onbekend, in ieder geval opent hij zijn zaak begin1927: eind januari 1937 viert hij zijn 10-jarig bestaan (De Gelderlander 30/1/1937). Daarbij blijkt hij een bergplaats te hebben voor maar liefst 3.000 fietsen (zie advertentie hieronder).


Verkoop Grote Markt 24
Op 20-12-1930 koopt Paulus Johannes Witjes nummer 24: “Het café, plaatselijk gemerkt 24, met erf aan de Groote Markt te Nijmegen, kadastraal bekend Gemeente Nijmegen, sectie C, nommer 2607, groot vijf en veertig centiaren” van Jan Aart Peeman voor 7500 gulden.
Verbouwing naar 16e/17e eeuws uiterlijk

De bovenstaande foto geven de panden in 1928 weer. Het is ons nu te doen om de 2 rechter panden: Hotel de Koophandel van P.J. Witjes en daarnaast voor de helft zichtbaar De Kroon (en merk op dat het pand tussen de Kerkboog en de Koophandel intussen is verbouwd.
Nadat Witjes zowel de Koophandel als de Kroon had gekocht, liet hij de 2 panden weer samentrekken en deze verbouwen om het (weer) een 16e/17e eeuws uiterlijk te geven. Afgaande op het krantenartikel, heeft hij veel zelf gedaan. Daarbij kreeg hij adviezen van Oscar Leeuw en vooral J.L.A.A.M. van Rijckevorsel.

“In d’Oude Laeckenhal
Op de Markt
Nijmegen heeft geen Raadhuiskelder. In dit opzicht heeft onze stad andere plaatsen niet nagedaan.
Toch heeft zij een blijvende herinnering gekregen aan haar middeleeuwschen handel en verkeer, dat vroeger ook op de Markt samentrok.
Hedenavond wordt dan feestelijk geopend het Hotel-Café-Restaurant “In d’Oude Laeckenhal”, gelegen op de Groote Markt Nos. 23 en 24.
De eigenaar, de heer P.J. Witjes, met gezonde smaak voor het mooi en interessante, dat men bewonderen kan in de bouwwerken onzer vóórvaderen, had er een ruim offer voor over, om zijn beste panden, van ouds “De Koophandel” en de “De Kroon” te doen herstellen, in de stijl van de 16e en 17e eeuw, toen de fraaie lakenhal nog middelpunt was van Nijmeegschen handel en bedrijf.
“De Koophandel” en “De Kroon” waren vroeger twee ourderwetschen verkeers-koffiehuizen, welke zeer geëigend waren om te voldoen aan de eischen, welke de martkbezoekers reeds in de prille ochtenduren stellen, van zich wat te verfrisschen aan een kop koffie of iets anderszins.
Beide cafétjes waren voor eenige jaren in exploitatie bij de Dames Gez. Angerhausen en den heer Gerritsma.
De heer F.J. Witjes kocht “De Koophandel” en later “De Kroon” er bij. En eenmaal in het bezit van beide verlofhuizen, heeft hij ze tot één gemaakt.
Toen de verbouwing van het geheele pand op het tapijt kwam, stond de eigenaar voor de vraag: moet er een nieuw moderne gevel komen of zullen we de pui zoo restaureeren en het interieur zoo inrichten, dat het hier weer de herinnering oproept van vorige bestemming?
Het front van de Markt, van hoek Stikke Hezelstraat tot het hoekhuis Achter de Hoofdwacht, werd in de Middeleeuwen ingenomen door de Lakenhal der stad. De zaal der hal lag op de eerste verdieping en liep ook door de kamers, welke nu nog liggen boven de Kerkboog van St. Steven, welke indertijd als piѐce de milieu stond tusschen typische trapgevels der 16e eeuw, welke aan ons Marktplein zoo’n karakteristieke bekoring gaven.
Beide genoemde verkeerscafé’s, geheel ingericht op het gerief der Markthandelaren, droegen in den onderpui nog duidelijk de sporen van oude bestemming in de zware, hardstenen consoles, welke ’t geheel schragen.
Nu kan men er nog een hardsteenen buitenmuur zien van ongeveer een meter dikte.
In vroeger tijd waren onder de Lakenhal allerlei winkeltjes en taveerntjes ingericht met hun typische luifels.
En het tegenwoordige hotel-café-restaurant.
In de Oude Laeckenhal biedt in huidige gerestaureerde vorm een typisch beeld van hoe het er vroeger op de Markt moet hebben uitgezien.
De heer P. Witjes stond bij zijn restauratieplannen voor geen gemakkelijk werk, maar vond aangename aanmoediging bij het gemeentebestuur en de ambtenaren der gemeente, die hem bij de verbouwingen de ontheffing van gemeentelijke bouwverordeningen toestonden, als noodig waren om de Oude Laeckenhal weer in zijn historisch uiterlijk te kunnen restaureeren.
Dan kreeg de heer P.J. Witjes, die als bouwkundige met veel ambitie, veel zelf deed of liet doen, alle mogelijke voorlichting en medwerking van de heeren Oscar Leeuw en vooral ook van Jhr. Drs. J.L.A.A.M. van Rijckevorsel, lid der commissie tot verzekering eener goede bewaring van Gedenkstukken van Geschiedenis en kunst. Zelfs Dr. Kalff leider van de Ned. Ver. Van Monumentenzorg kwam eenige malen naar Nijmegen om van advies te dienen bij de restauratie van dezen historischen bouw.
Het hotel-café-restaurant in de Oude Laeckenhal is nu klaar.
De 16-eeuwsche trapgeveltjes, welke zich nu sierlijk aanpassen bij de restauratie naast de kerkboog, vormen met de Waag een artistiek historisch hoekje van stijl der Middeleeuwsche bouwmeesters.
Binnen ziet er het in de Oude Laeckenhal in al zijn eenvoud oud-Hollandsch gezellig uit. De oud-eikenhouten lambrizeeringen, de oude pullen en de kannen op de richels, de glas-in-lood ruitjes, de geschuurde tafels, de imitatie-olielampen, alles geven aan het binnenhuis de sfeer van het voor-eeuwsche.
In de Oude Laeckenhal heeft men dit voor op de Oude Raadskelders dat licht en lucht er voldoende kunnen binnendringen, ook al zijn de raampjes wat lager, de plafonds minder hoog dan in moderne zaken.
De heer P.J. Witjes heeft alles in den toon van soberheid en gastvrije gezelligheid gehouden.
De verdiepingen zijn eveneens gerestaureerd. Hier is het hotel voor de marktgasten ingericht en beschikt de waard over twintig kamers met vijftig bedden.
Vanavond is der feestelijke opening “In de Oude Laeckenhal” met zijn gezellig zitje onder de bogen en in de schilderachtige hoekjes.
Oud-Nijmegen herleeft hier, wat iedere rechtgeaarde Nijmegenaar, die nog aan traditie hecht, zal waardeeren.” (De Gelderlander 18/3/1932)
Opvallend genoeg staat iets meer dan een jaar later staat een advertentie dat de zaak te koop is, maar in de volgende jaren blijkt Pauw Witjes nog steeds de eigenaar te zijn (of mogelijk een familielid, dit is nog niet onderzocht).
In augustus van dat jaar is er een openlucht uitvoering van Mariken van Nieumeghen op de Grote Markt. De uitvoerenden gaan op de foto voor de ”Oude Laeckenhal van den heer Witjes” in De Gelderlander 18/8/1933. Een paar dagen later krijgt een figurant, Henk Kramer, een bloemenmand van de eigenaar van de “Oude Laeckenhal”, “wiens restaurant immers daadwerkelijk in het spel betrokken was.” (PGNC 21/8/1933). Eind december 1933 doet P. Witjes een nieuwsjaarsgroet (De Gelderlander 30/12/1933)

1934 Het Bierkelderke/d’Oude Raatskelder

“…In dit opzicht vindt Oud-Nijmegen oogenblikkelijk een bijzondere beschermer in Dr. van Rijckevorsel, die ook de hand heeft gehad in de reconstructie van den middeleeuwsche kelder van de “d’Oude Laekenhal” bij den renaissance Waaggebouw op de Markt.
Het Koffiehuis “d’Oude Laekenhal” van den heer Pauw Witjes op de Groote Markt is in den lande algemeen bekend.
Dat heeft nu een aantrekkelijkheid meer gekregen, n.l. in de d’Oude Raatskelder of liever Laeckenhaldkelder.
Deze kelder uit de veertiende eeuw is hersteld en bewoonbaar gemaakt en karakteristiek ingericht met oud-Hollandsche meubels.
De oude nissen, waarin vroeger de lampen brandden, zijn bewaard gebleven en beeldenstandjes geworden.
De vroegere stookplaats is nu omgebouwd tot tapkast, waar frisch en best bier geschonken wordt.
Uit een lichtval van zwaar blokglas dringt het licht van de straat binnen- en onder die lichtval vindt men in de kelder nog een vroeger graf.
Het geheele kelderinterieur bleef in stijl en is hoewel kleiner, veel intiemer dan de grootere Raadskelders in ’s-Bosch, Utrecht, Maastricht enz. enz.
Van B. en W., van Commissaris van Politie, van de Inspecteur der Volksgezondheid mocht de heer Pauw Witjes alle mogelijke medewerking ondervinden.
In den kelder blijft verlof.
…
Oud Nijmegen is op de Markt een oude aantrekkelijkheid rijker geworden. Gisterenavond was het er al druk bij de opening. V.V.V. Nijmegen Vooruit was vertegenwoordigd. Veel studenten vonden er met Nijmegenaars een gezellig zitje.”
(De Gelderlander 21/7/1934)
1952 Wijnhuis d’Aloude Laekenhal”
In 1952 verandert de Oude Laeckenhal in een wijnhuis. “Werkende Studenten zorgen voor de bediening en laten de gast de keus uit een grote verscheidenheid van wel tachtig wijnsoorten, waaruit hij een glas kan kiezen of waarvan hij meerdere flessen mee naar huis kan nemen. Ook andere dranken dan wijn worden er in het wijnhuis geschonken; de jenever wordt hier niet verkocht.” (De Gelderlander 2/5/1952)
1953 Taveerne In d’Oude Laeckenhal

Waarschijnlijk heeft het wijnhuis maar kort bestaan, want op 7 februari 1953 vindt de Heropening plaats van de “geheel verbouwde Hotel-Restaurant Taveerne In d’Oude Laeckenhal” met haar 15e eeuws bierkelderke. De specialiteit van het huis is kip aan ’t spit. (De Gelderlander 6/2/1953).
Waarschijnlijk opent zij in december van dat jaar op de eerste etage bovendien een Oud Hollands restaurant (De Gelderlander 18/12/1953)


Rijksmonument
Het is een Rijksmonument: “Pand, dat oudtijds deel uitmaakte van het Gewandhuis en de Lakenhal. Laat-middeleeuws pand met aan de voorzijde een trapgevel, waarvan het onderstuk in hardsteen uitgevoerd, met tracering, waarin wapenschild boven de deur. Het bovendeel dateert uit 1606. Zwaar gerestaureerd 1931-1932. Aan de achterzijde een puntgevel met vlechtingen.”
1995 Café Daen
Tegenwoordig (juni 2024) zit hier alweer jaren, sinds 1995, café Daen. Daarbij verwijst de “ae” naar de oorspronkelijke schrijfwijze van de Laeckenhal. Haar website geeft tevens de historie weer.
St. Stevenskerkhof: geschiedenis en bezienswaardigheden
Het St. Stevenskerkhof is een van de belangrijkste bezienswaardigheden van Nijmegen. Niet alleen vanwege de St Stevenskerk die er middenin…
Hollandsche Spoorweg, Kannenmarkt
Op 1 februari 1904 opent de Hollandsche Ijzeren Spoorweg-Maatschappij met een bestelkantoor en een reiskantoor op Kannenmarkt No. 6. Hiervoor…
Hema op de Grote Markt: Het Moderne Ontwerp van Elzas
Het Hema gebouw aan de Grote Markt is een van de meest roemruchte gebouwen van Nijmegen. De een vindt het…
Een gedachte over “Grote Markt 23 en 24: de jaren 30 restauratie naar 16e/17e eeuwse sfeer”