De voorgevels van de beide panden van Bahlmann & Co., Manufactuur & Modeartikelen aan de Grote Markt, 1915-1920 (F13420 RAN)
#Nijmegen, Centrum, Gebouw van de dag, Grote Markt

Bahlmann Grote Markt

De voorgevels van de beide panden van Bahlmann & Co., Manufactuur & Modeartikelen aan de Grote Markt, 1915-1920 (F13420 RAN)
De voorgevels van de beide panden van Bahlmann & Co., Manufactuur & Modeartikelen aan de Grote Markt, 1915-1920 (F13420 RAN)

Vestiging Bahlmann op de Grote Markt in 1838

Openingsadvertentie Bahlmann (PGNC 29/5/1838)
Openingsadvertentie Bahlmann (PGNC 29/5/1838)

In 1838/1839 opent Bahlmann & Co. haar filiaal in manufacturen in Nijmegen aan de Grote Markt (“in de Burgstraat, Lett. A, No.4). Voorheen zat hier Manufacturenhandel Auwerda. (PGNC 29/5/1838)

Het pand gaat als “Roode Hert” in ieder geval terug in de tijd van Alva. In 1908 heeft C.A. Neyboer de geschiedenis gepubliceerd  (De Gelderlander 4/7/1908) en De Gelderlander 10/7/1908).

Advertentie Magazijn van Modes en Manufacturen (PGNC 26/10/1839) De jaren daarna zullen nog veel advertenties volgen dat de nieuwe collectie is ontvangen, uit Parijs natuurlijk
Advertentie Magazijn van Modes en Manufacturen (PGNC 26/10/1839) De jaren daarna zullen nog veel advertenties volgen dat de nieuwe collectie is ontvangen, uit Parijs natuurlijk

In 1860 volgt een uitbreiding en in 1864 eveneens: eerst door het pand van Amweg in 1860 en vervolgens vier jaar later de boekdrukkerswinkel van Haspels bij te trekken. Ook hier heeft Neyboer de uitgebreide voorgeschiedenis van geschreven.

Op 1 januari 1843 was de firma Bahlmann en Co opgericht tussen Bernardus Johannes Josephus Franciscus Bahlmann te Amsterdam en zijn zwager, Johannes Bernardus Ignatius Bunker (meestal als Ignatius geschreven) te Arnhem, Kooplieden en Winkeliers in Manufacturen.  Deze firma werd op 31 december 1862 ontbonden door Bahlmann en M.C.E.R. Bahlmann, de weduwe van J. Bunker (PGNC 31/12/1862). Bahlmann zal alleen verder gaan; een uitzondering is de winkel van Arnhem die door de weduwe zal worden voortgezet (PGNC 31/12/1862).

Bernardus Bahlmann

Portret van de familie Bahlmann door de Rotterdamse schilder Johannes Antonius Canta (1816-1888), gemaakt voor hun woning 'Het Geldersch Hof'. Afgebeeld zijn rechts zittend: Bernardus Johannes Josephus Franciscus Bahlmann (12-9-1800 - 28-4-1882) en zijn vrouw Maria Agnes Elizabeth Bahlmann - Biederlack (2-12-1811 - 1869) en o.a. hun zeven kinderen (drie dochters en vier zonen). In 1954 schonk mevrouw Sträter uit Tilburg dit grote familieportret aan de gemeente Nijmegen. Het heeft achtereenvolgens in het stadhuis en in het Arsenaal gehangen; tegenwoordig is het te bezichtigen in museum 'Het Valkhof', 1861 (F22063 RAN)
Portret van de familie Bahlmann door de Rotterdamse schilder Johannes Antonius Canta (1816-1888), gemaakt voor hun woning ‘Het Geldersch Hof’. Afgebeeld zijn rechts zittend: Bernardus Johannes Josephus Franciscus Bahlmann (12-9-1800 – 28-4-1882) en zijn vrouw Maria Agnes Elizabeth Bahlmann – Biederlack (2-12-1811 – 1869) en o.a. hun zeven kinderen (drie dochters en vier zonen). In 1954 schonk mevrouw Sträter uit Tilburg dit grote familieportret aan de gemeente Nijmegen. Het heeft achtereenvolgens in het stadhuis en in het Arsenaal gehangen; tegenwoordig is het te bezichtigen in museum ‘Het Valkhof’, 1861 (F22063 RAN)

Bernardus Johannes Josephus Franciscus Bahlmann (1800-1882) is geboren in rooms-katholiek gezin in Dinklage, tussen Oldenburg en Osnabrück (Bevolkingsregister Amsterdam. Hij komt in 1821 vanuit Dinklage naar Amsterdam, waar hij een stoffenwinkel aan de Nieuwendijk begint.

Aan dezelfde Nieuwendijk opent Anton Sinkel -die in 1820 naar Amsterdam was gekomen- op 22 april 1822 aan de Nieuwendijk een winkel in wol en katoenen- en zijden manufacturen. Bahlmann entte zijn winkel onder andere op dat van de Winkel van Sinkel, vooral bekend geworden van haar pand in Utrecht. Beide winkels worden gezien als welke het warenhuis naar Nederland hebben gebracht.

Winkel van Sinkel, het eerste warenhuis van Nederland

De winkel van Sinkel had voor Nederland een totaal nieuwe winkelformule. Hij stalde zijn koopwaar achter grote ramen – de eerste moderne etalages. Daarbij hadden artikelen een vaste prijs, waardoor het niet meer mogelijk was af te dingen. Er waren verschillende afdelingen voor verschillende producten. De zaak breidde daarbij steeds meer uit, ook op andere locaties in Amsterdam: kleermakerij, uitzetten, reisartikelen, confectie en manufacturen, meubels, snoepgoed en zalfjes. Hierdoor ontwikkelde zijn aanvankelijke manufacturenzaak tot het eerste warenhuis van Nederland.

Duitse marskramers

Zowel Bahlmann als Sinkel waren begonnen als marskramers, net als veel andere (rooms-katholieke) Duitse migranten die belangrijke winkelketens in Nederland zouden vormen: Dreesmann (Vroom was afkomstig uit Veendam), Voss, Lampe, Kreymborg, Brenninkmeijer). Velen waren ze afkomstig uit de aan Nederland grenzende deelstaten van Noordwest-Duitsland. Met de mand – de kiep- op hun rug trokken ze door Noord-Nederland, vooral door Groningen. Vanwege deze mand werden ze ook wel kiepkerels genoemd. Een aantal marskramers gingen zich in Noord-Nederland te vestigen.

Amsterdam was als hoofdstad voor velen echter het lichtend einddoel.

Het warenhuis

Sinkel en Bahlmann worden gezien als de voorlopers in de ontwikkeling van het Nederlandse warenhuis. Deze warenhuizen waren begonnen in Frankrijk (en de Verenigde Staten). Ook in België en Duitsland kwamen vervolgens warenhuizen op. Met vaste prijzen, afdingen en op de pof kopen was niet meer mogelijk. In grote etalages konden bezoekers de waren bekijken. Door groot in te kopen was het mogelijk meer luxe artikelen te verkopen tegen lagere prijzen.

Sinkel en Bahlmann lijken zich vooral gericht te hebben op het Kaufhaus (het feitelijke verschil met een Warenhaus is dat een Warenhaus ook etenswaren verkoopt; deze begrippen worden vaak door elkaar gebruikt). Een van de typische kenmerken van een Kaufhaus is een galerij met etalages voor een winkel, waar bezoekers precies kunnen zien wat er in de winkel te koop is.

Winkel Bahlmann in Amsterdam

Op 14 mei 1821 opent Bahlmann een winkel met ‘alle soorten van katoenen, wollen en zijde-manufacturen tot vaste prijzen’. Voor de opening heeft hij  in meerdere dagbladen geadverteerd met ‘civiele prijzen’, ‘exelleerende goederen’ en ‘bijzonder goede en prompte bediening’. In 1826 koopt 2 panden aan het Rokin. Samen met zijn zwager Ignaz Brückner opent hij in Nijmegen, Groningen en Dordrecht nieuwe winkels.

In maart 1851 werd B.J.J.F. Bahlmann te Amsterdam tot Nederlander genaturaliseerd (PGNC 19/3/1851).

Op de foto, gedatateerd 1910, is rechts nog een deel van de winkel van Bahlmann te zien: Magazijn de Zon van Vroom & Dreesmann (Grote Markt 12) ; links Drukkerij C.A. Vieweg & Zn. (Grote Markt 11) en rechts de winkel van Bahlmann (Grote Markt 13), 1910 (F14224 RAN)
Op de foto, gedatateerd 1910, is rechts nog een deel van de winkel van Bahlmann te zien: Magazijn de Zon van Vroom & Dreesmann (Grote Markt 12) ; links Drukkerij C.A. Vieweg & Zn. (Grote Markt 11) en rechts de winkel van Bahlmann (Grote Markt 13), 1910 (F14224 RAN)

1891 Hoek Broerstraat Burchtstraat

Naast het pand op de Grote Markt had Bahlmann ook een pand op de hoek Burchtstraat/Broerstraat. Wanneer deze geopend is, is mij nog niet geheel duidelijk. De gevonden adressen van beide panden zijn:

Bahlmann en Co.Heerenkleederen-MagazijnBurgstr. A 11868, 1878
Bahlmann en Co.in Manufacturen, Modes en TapijtenMarkt, B 141868
Bahlmann en Co.in Manufacturen, Modes en TapijtenMarkt, B 14, 15 en 161878
J. WostmannChef in den winkel van Bahlmann & Co.Broerstraat, B 11878
Bahlmann en Co.HeerenmagazijnKorte Burchtstraat 101887
Bahlmann en Co.Firma in ManufacturenGroote Markt 26 en 26a1887
I.F.G. HolthausChef der firma Bahlmann & CoGroote Markt 261887

In augustus 1891 opent het Herenmagazijn na een verbouwing op de hoek van de Broerstraat en Burchtstraat. Zie hiervoor het artikel bij architect Semmelink:

1892 Grote Markt 15 Tapijtmagazijn

In 1891 werd de firma eigenares van het pand van mevrouw de wed. Scheers, Groote Markt nummer 15. Na een verbouwing brengt Bahlmann hier haar tapijtwinkel onder.

Daarbij is dit adres tevens het woonadres van de “chef” van Bahlmann. In de Adresboeken zijn achtereenvolgens gevonden:  J.J. Wöstman (Adresboeken 1895 t/tm 1902), J.J.A. Entken (1903 t/m 1915; in 1916, 1922: St. Annastraat 63), H.B.A. Athmer (1926, 1928; in 1932 Javastraat 18).

Het PGNC schrijft bij de opening:

“Door de firma Bahlmann & Co., die nog kort geleden haar prachtig Heeren-magazijn in de Burchtstraat, hoek Broerstraat opende, is thans haar magazijn van tapijten overgebracht naar de Markt in het geheel verbouwde huis naast hare groote winkels in manufacturen. Gisterenavond werd die magazijn, dat zeer de aandacht trekt door de kolossale spiegelruiten en groote ruimte, geopend. Het mag terecht een nieuw sieraad voor de Markt genoemd worden, die vooral ’s avonds bij het gaslicht der vele winkels hoe langer hoe meer, in verbinding met de Burchtstraat en Broerstraat, de gelegenheid tot eene aangename wandeling aanbiedt.

Den bouwmeester J.F. Lijn komt een woord van lof toe voor de flinke wijze, waarop hij deze verbouwing heeft uitgevoerd.” (PGNC 7/4/1892)

Woning van de “chef”

Daarbij lijkt dit adres tevens het woonadres te zijn van de “chef” van Bahlmann. In de Adresboeken zijn achtereenvolgens gevonden:  J.J. Wöstman (Adresboeken 1895 t/tm 1902), J.J.A. Entken (1903 t/m 1915; in 1916, 1922: St. Annastraat 63), H.B.A. Athmer (1926, 1928; in 1932 Javastraat 18).

Verbouwing Bahlmann 1907/1908 architect Oscar Leeuw

In 1908 verkrijgt de winkel een groot deel van haar uiterlijk, naar ontwerp van Oscar Leeuw. Vooral de behoefte om haar beddenafdeling te vergroten was aanleiding voor “de magazijnen maar weer te vergrooten” door de achtergelegen tuin te bebouwen. Om eenheid te behouden, voelde Bahlmann de behoefte om 1 grote voorgevel aan te brengen “die, volkomen in overeenstemming met den modernen smaak, naar buiten een waardigen indruk zou geven van de waarlijk grootsteedsche inrichting, die zich daarachter in machtigen omvang ontplooit.”

Op 1 juni 1907 vindt de aanbesteding plaats “voor het afbreken van den bestaanden, het weder opbouwen van een nieuwen voorgevel en eenige bijkomende werkzaamheden aan de perceelen der firma Bahlmann en Co., Groote Markt alhier” door architect Oscar Geerts. W. van der Waght verkrijgt de aanbesteding, aangezien hij met f27.372 de laagste inschrijving heeft.  (PGNC 2/6/1907)

“De nieuwe magazijnen van Bahlmann & Co.

Als iets in staat is ons een denkbeeld te geven van den vooruitgang onzer stad sinds een menschenleeftijd, dan is het wel de kolossale uitbreiding van het magazijn der firma Bahlmann & Co. aan de Groote Markt, dat in zijn tegenwoordigen omvang met de belangrijkste inrichtingen van dien aard in binnen- en buitenland kan wedijveren.

Oude Nijmegenaars, die zich de achtereenvolgende vergrootingen van dit sinds mensenheugenis bij groot en klein, bij burger en boer bekende magazijn herinneren, weten dat het in zijn gestadige ontwikkeling gelijken tred heeft gehouden met den aanwas van Nijmegen.

Opgericht in 1839 door wijlen den heer B. Bahlmann, besloeg het toenmaals maar de ruimte van een gewoon winkelhuis en onderging een eerste uitbreiding in 1860 door aantrekking van aangrenzend perceel van den heer Amweg, vier jaar later gevolgd door een tweede uitbreiding, waartoe de boekdrukkerswinkel van den heer Haspels werd aangekocht. In 1891 werd de firma eigenares van het pand van mevrouw de wed. Scheers, waarin sedert het volgende jaar de tapijtwinkel is gevestigd. Van het jaar 1891 ook dagteekent de heerenwinkel, waartoe een kolossaal perceel op den hoek der Broerstraat werd aangekocht en prachtig verbouwd.

De verbeteringen en vernieuwingen der laatste jaren kwamen tot stand onder de leiding van den heer J.W. Bahlmann, die na het overlijden van zijn vader den heer B. Bahlmann, dezen als bestuurder der firma hier te lande was gevolgd.

Maar moet aan de energie en den ondernemingsgeest van dezen bekwamen handelsman rechtmatige hulde gebracht, niet minder verdienen hier ook gemeld de wakkere chefs, die achtereenvolgens aan het hoofd der Nijmeegsche zaak stonden en onder wier zaakkundige leiding zij gestadig een hooger vlucht nam.

Het zijn vooreerst de heer Ign. Holthaus, wiens nagedachtenis niet alleen bij de firma nog steeds in dankbare herinnering voortleeft, maar ook bij de oude Nijmegenaar nog niet vergeten is, en die in Februari 1894 stierf. Dan zijn sympathieke opvolger, de heer Wöstmann, die reeds in Januari 1908 aan de firma ontviel; en sedert dat jaar de heer J.J.A. Entken, bij heel Nijmegen bekend als de ziel van de tegenwoordige zaak, die onder zijn beheer een uitbreiding ontving, waardoor de kroon werd gezet op jarenlangen, voortvarenden arbeid.

Sinds lang waren de toch al zoo uitgestrekte winkelruimten en voorraadmagazijnen te klein geworden voor de steeds groeiende cliëntèle, gewoon hier steeds in de rijkste verscheidenheid alles te vinden wat tot het uitgebreide gebied van manufacturen, modes, tapijten, gordijnen en aanverwante artikelen behoort. Vooral de beddenzaak met haar veel ruimte vereischende ledekanten en slaapkamermeubelen kwam ruimte te kort. Er dus niets anders op, dan de magazijnen maar weer te vergrooten en hiertoe bood de achtergelegen tuin een geschikt terrein. En nu toch de gezamenlijke gebouwen, wilde men niet dat het nieuwe te veel zou afsteken bij het bestaande, een geheele vernieuwing moesten ondergaan, werd besloten den bouw van één doorloopenden monumentalen gevel, die, volkomen in overeenstemming met den modernen smaak, naar buiten een waardigen indruk zou geven van de waarlijk grootsteedsche inrichting, die zich daarachter in machtigen omvang ontplooit.

Maar onder die reusachtige verbouwing mocht de zaak- en welk een zaak- natuurlijk niet stil staan. Hier stond men dus voor een ingewikkeld probleem. Maar in onzen begaafden stadgenoot, den bekwamen bouwmeester Oscar Leeuw vond en den man, om dit vraagstuk op de doelmatigste en gelukkigste wijze op te lossen.

Wat hij van den 27 meter breeden gevel gemaakt heeft, daarover kan al sinds weken heel Nijmegen oordeelen. Inderdaad stond hij voor geen gemakkelijke taak. Hij had een gebouw te ontwerpen van grootsch monumentaal karakter, dat zich waardig zou aansluiten bij de historische bouwwerken van ons schilderachtig Marktplein, maar dat toch tevens beantwoorden moest aan de eischen van een modern modepaleis. Beneden moest het een aaneenschakeling zijn van breede vitrines, waar de wisselende nieuwigheden van het seizoen zich op het voordeeligst moeten voordoen, en boven die glazen onderpui moest trotsch de hardsteenen gevel omhoogrijsen.

Een tegenstrijdigheid om een architect wanhopig te maken. Maar onze bouwmeester wist door de gelukkige toepassing van een soliede en toch sierlijke ijzerconstructie zijn glazen onderpui zoodanig te versterken en den zwaren hardsteenen bovenbouw door geestige aanwending van rococo-motieven, door sober maar juist aangebracht beeldwerk en door rijke versiering met verguldsel zoodanig te verlichten, dat tusschen onder- en bovenbouw de aangenaamste harmonie werd verkregen.

Daarbij wist hij nog een andere klip te vermijden, namelijk de eentonigheid, welke bij een lange rij eenvormige vitrines en dienovereenkomstigen bovenbouw allicht kon ontstaan. Hierbij trok hij partij van het hellend terrein en de daaruit volgende ongelijke hoogte van den gevel, en wist zoodoende een afwisseling te verkrijgen, die te behaaglijker aandoet, naarmate ze meer ongezocht is.

Maar heeft de bouwkunstenaar aldus eer ingelegd met den voor elken voorbijganger zichtbaren gevel, als technicus toonde hij zijn groote practische bekwaamheden bij de inwendige inrichting, waar niet alleen voor groote, ineenloopende, liefst niet door kolommen onderbroken ruimten moest gezorgd worden, maar ook overal voldoende licht moest toestroomen. Gaat men na dat de winkels alleen 44 meter diep zijn en de heele diepte der perceelen 77 meter bedraagt; dat daarbij boven die open winkelruimten nog twee verdiepingen moesten verrijzen, dan is het duidelijk, dat het vraagstuk van voldoende belichting hier, heel moeilijk op te lossen was.

Welnu, wanneer men de vijf uitgestrekte winkellokalen doorwandelt, dan is het een lust om te zien hoe frisch en kleurig overal de duizenden artikelen van het modieuze damestoilet zich voordoen onder het heldere, van boven door breede lantarens invallende licht, evenals in den tapijtwinkel de rijksgetinte stoffen van tapijten, gordijnen, draperieën, tafelkleeden enz.

Men kan zich haast niet voorstellen, dat op dezen schijnbaar zoo lichten onderbouw nog twee zware verdiepingen rusten. Door de toepassing van gewapend beton is deze gelukkige constructie mogelijk geworden.

Een bijzonder sierlijk effect maakt op den achtergrond van den tapijtwinkel een ranke galerij, over welker balustrade antieke Perzische tapijten afhangen, wier kleurenrijkdom in het heldere licht tot zijn volle recht komt. Tot zelfs in een uitgestrekt, met terrazzo bevloerd kelderlokaal, waar ontzaglijke voorraden tapijten, linoleums enz. voorhanden zijn, heerscht nog voldoende licht.

Als a.s Maandag de nieuwe magazijnen voor het publiek zijn opengesteld, neme men maar eens een kijkje en men zal, evenals wij, in bewondering staan niet alleen over de doelmatige en fraaie inrichting, maar ook over de rijke keuze der nieuwste nieuwigheden van het seizoen, om maar iets te noemen, niet minder dan 2500 stuks voorjaarsmantels! Waarlijk een paradis des dames, die zich hier op haar gemak iets naar haar smaak kunnen uitzoeken en in drie paskamers, met wanden van spiegelglas, dadelijk gelegenheid vinden om te zien hoe het haar staat.

De schitterende uitstallingen in de vitrines, die van avond in den gloed der prachtige koperen gaskronen zullen baden en daarbij door de zorgen van de heeren Gerretsen-Valeton en G. Jansen-Miggels in fleurigen feesttooi van groen en bloemen prijken, geven maar een klein proefje van het onnoemelijk vele, wat de eindelooze kasten daarbinnen bergen.

De bovenlokalen zijn geheel ingenomen door de uitgebreide sorteering van bedden, dekens, ledekanten en verdere slaapkamermeubelen, waarvan de bovenvitrines de mooiste specimens voor de voorbijgangers uitstallen.

Ons was ook vergund een kijkje te nemen in de uitgestrekte kelderruimten, onder de gebouwen, waar ontzaglijke voorraden liggen opgepakt, en het reusachtige en-gros magazijn te doorwandelen, dat zich, vijf verdiepingen hoog, tot de Rozenkransgas en de Scheidemakersgas uitstrekt; verder de werkplaatsen te bezichtigen voor de behangerij, de gordijnmakerij en de beddenmakerij; eindelijk, wat niet het minst interessant is, ook het woonhuis te doorloopen waar 48 interne, zoo mannelijke als vrouwelijke bedienden zij gehuisvest, (terwijl er nog 22 externen in de magazijnen en werkplaatsen werkzaam zijn), die daar hun eet- en recreatiezalen hebben, hun afzonderlijke slaapkamers als in een groot hotel, waartoe natuurlijk ook een keuken behoort, waar dagelijks voor een vijftig man wordt gekookt!

Toen wij heel dit labyrinth van lokalen en kamers en gangen en trappen doorlopen hadden, dat niet minder dan 1800 vierkante meter bebouwden grond beslaat, hadden wij zoowat anderhalf uur wegs afgelegd!

Geen wonder dat we eens in het gezellig kantoor van den heer Entken moesten uitblazen. Maar de moeite beklaagden we ons niet: we hadden kennis gemaakt met een inrichting, waarvan men zoo in het buiten- als het binnenland niet licht de wedergade aantreft, een magazijn zooals menige grootere stad Nijmegen kan benijden.

Stippen wij ten slotte aan de namen der verschillende leveranciers, die tot dezen kolossalen bouw hebben meegewerkt:

Aannemer achterbouw: H. Seegers.

Aannemer voorbouw: W. v.d. Wagt, uitvoering geheel in handen van v.d. Wagt jr.

Hardsteen geleverd door H.P. Euwens van de Carrieère Math. Van Roggen Sprimont.

St.-Joiresteen: Tourney & Co.

Beeldhouwwerk in St. Joiresteen: v.d. Bossche en Crevels, Amsterdam.

Gewapend beton: Kon. Rotterdamsche Cementsteenfabriek.

Ijzeren kapconstructie: M.B. Wolff.

Kunstsmeedwerk: L. Ringlever, Rotterdam.

Terrazzo-afdekking en vloeren: Joh.Th. van der Waarden.

Winkelbetimmering (achter): Gebrs. van Houtum, Hilversum.

Etalage-betimmering: L.H. van Benthem.

Schilderwerk (achter): B. Westenberg.

Schilderwerk (voor): W.A. v.d. Wagt jr. & J.W. Korbeek.

Stukadoorwerk (achter): J.M.H. Rief.

Stukadoorwerk (voor): Is. van Haaren.

Centrale Verwarming: W.J. Stokvis, Arnhem.

Gasleiding en ornamenten: J.A. Payens.

Spiegelruiten en geëtst glas: J.J.B.J. Bouvy, Dordrecht.

Schelleidingen: L.A. Moll.

Cementmastiek-bedekking: Wed. W.H. Smits.” (De Gelderlander 5/4/1908)

Advertentie Bahlmann & Co: heropening onzer nieuw ingericht magzijnen (De Gelderlander 10/10/1922)
Advertentie Bahlmann & Co: heropening onzer nieuw ingericht magzijnen (De Gelderlander 10/10/1922)

Verbouwing Heerenmagazijn Bahlmann en Co. architect Zinsmeister

1925/1926 Hoek Korte Burchtstraat en Broerstraat

J.l. Woensdag werd het nieuwe herenmagazijn van de firma Bahlmann en Co. op den hoek van de Korte Burchtstraat en Broerstraat geopend. De opening geschiedde op feestelijke wijze. De nieuwe winkel zag er met de vele bloemstukken recht vroolijk uit. De directeur der firma uit Amsterdam was overgekomen om de opening te verrichten. Hij wees op het feit, dat in het leven der zaak een nieuw stadium ingetreden was, nu een algemeene reorganisatie en vernieuwing, geboden door den modernen tijd, tot stand gekomen was. Wij hebben heden het nieuwe pand bezichtigd en werden op vriendelijke wijze door den directeur dezer afdeeling over een en ander ingelicht. Aanstonds treft het vroolijk, prettig lichte karakter van den gerestaureerden winkel, waarin men komt door een portiek aan weerszijden, waarvan glazen etalagekasten zijn aangebracht. De winkel zelf is ruim en biedt aan vele koopers ruim gelegenheid het hun aangebodene onder het goed licht te bezien. Wij achten het een afdoende verbetering, dat de hoogte door den balustrade (evenals de betimmering van den winkel licht-bruine tint), achter welke balustrade men de kantoren enz. vindt. Op de eerste verdieping, waarheen men niet alleen langs een breede trap, maar ook met een lift komen kan, is de maat- en confectie-afdeeling met een drietal flinke paskamers. Ook hier is door het lichte hout alles vroolijk geworden. Op de tweede verdieping vindt men de ateliers en de voorraadkamers. Men zegt wel eens, dat alle verandering geen verbetering is; maar deze verandering is besliste een verbetering.

De firma Bahlmann heeft ook op dit gebied een reputatie van de beste soort. Zij zal die, evenals tot dusverre, door ruime keuze uit voortreffelijke kwaliteiten weten te handhaven.

Vermelden we nog, dat de architect de heer Zizmeister uit Amsterdam, de heeren van der Wagt, die de verbouwing en het schilderwerk verrichtten; de heer Jos. Kwakkernaat die voor de verlichting zorgde evenals de firma Huygen en Wessels, die de lift maakte en de firma Merx en Boerboom, die voor de centrale verwarming zorgde, alle eer van hun werk hebben.

Doordat j.l Donderdag al onze kracht vereischt werd om den lezers omtrent den watersnood in te lichten, waren wij zeer tot onzen spijt verhinder in ons nummer van j.l. Donderdag van deze opening verslag te geven.” (PGNC 2/1/1926)

Verbouwing Bahlmann Grote Markt architect Zinsmeister

1931 Grote Markt

In 1931 vindt een grote modernisering plaats, vooral inwendig. De architect daarvan is Zinsmeister, die dan al winkels voor Bahlmann in Den Haag, Rotterdam, Gouda, Gorinchem, Tilburg en Nijmegen zelf heeft (ver)bouwd.

De verbouwing heeft vooral de vergroting van de etalage- en winkelruimte tot doel: na de uitvoering zal er 8 keer zoveel etalage ruimte zijn en 3 maal zoveel verkoopruimte. Voor de etalageruimte worden de etalagekasten vervangen door moderne vitrines, met 1 hoofdingang in het midden van de 26,5 meter brede gevel.

Behalve de begane grond is de gevel niet aangepast: “Bahlmann heeft de hoofdschen, arduinen geveltooi van waardig grauwblauwen hardsteen in ere gehouden -deze geeft aan deze flink gemoderniseerde magazijnen iets voornaams. Boven de begane grond loopt een band van glas.

Wel is de voormalige tapijtwinkel binnen en buiten op dezelfde hoogte gebracht als de hoofdgevel. Daarbij wordt de feitelijke tapijtwinkel (op het “oude” nummer 15) naar achteren verplaatst. Zo ontstaat een meterslange galerij aan etalages.

Tot dan toe heeft de winkel uit veel vertrekken bestaan. Dit komt waarschijnlijk door de manier waarop Bahlmann heeft uitgebreid door een aanpalend pand te kopen. En daarbij heeft zij waarschijnlijk de inrichting niet al te veel veranderd. Op dat moment wordt alleen de begane grond en een kwart van de eerste etage als winkel gebruikt.

Na de verbouwing zullen de begane grond en 2 verdiepingen geheel als winkelruimte dienen. De binnenruimtes zijn nu grote ruimtes geworden, ondersteund door enkele pilaren. “Binnen verliest men zich op ‘t eerste oogenblik in de ruimte.

Het went gauw – aldra ontdekt men systeem- alle afdeelingen zijn logisch ingericht. Ieder ook heeft zijn eigen verkoopster, die de modieuze artikelen, de huishoudelijke goederen en fijnere stoffen in practische vakafdeelingen vlak in haar bereik heeft. Ieder vak is een volledig winkeltje op zich zelf en geeft door den toch soberen opzet een gezelligen toon, welke de donkere tinten er op legden, iets gezelligs.”

Het trappenhuis bleef in stijl van de winkel.

De eerste verdieping is ingedeeld voor dameskleding en confectie. De tweede verdieping is de meubelafdeling, waarbij vooral de modelkamers opvallen.

“Niet alleen dus dat zij de firma Bahmann in staat zal stellen haar winkel geheel en al te moderniseeren, zij zal ook, in dezertijd van malaise en werkloosheid, ten zeerste bijdragen aan verruiming van werkgelegenheid.” (PGNC 17/4/1931 en De Gelderlander 10/10/1931)

Overige bronnen: PGNC 10/10/1931, De Gelderlander 9/10/1931, De Gelderlander 10/10/1931

De Gelderlander schrijft bij de officiële opening in november 1931:

Nieuwe Magazijnen N.V. Manufacturenhandel van Bahlmann en Co.

De officieele opening

Bahlmann en nijver-Nijmegen der laatste eeuw bleven onafscheidelijk verbonden.

Wie Markt noemt denkt aan Bahlmann en wie naar het hartje van de city gaat, komt minstens langs Bahlmann’s magazijnen.

Vooral nu.

De magazijnen van Bahlmann staan in een modern kleed en lokken door de lichten en tinten, welke gebracht zijn in de tientallen etalage-afdeelingen, zeer fraai gelegen aan de overdekte passage’s, welke direct leidt tot den modernen winkel, waarover wij reeds de vorige maal een uitvoerige beschrijving gaven.

Thans vraagt nog onze bijzondere aandacht de officieele heropening van het geheel der verbouwing, nu de Bahlmann magazijnen klaar zijn gekomen in nog geen volle vier maanden bouwtijd, naar ontwerp van den kloeken en practischen bouwmeester, den heer H.A.C. Zinsmeister, den algemeenen architect der firma Bahlmann.

De officieele opening had Zaterdag plaats in tegenwoordigheid van de parochieele geestelijkheid der St. Franciscuskerk, van den Burgemeester, den heer Jos. Steinweg en de wethouders, de heeren G.A. Corduwener en Mr. A. Krootjes, terwijl de twee andere wethouders zich hadden laten verontschuldigen wegens drukke werkzaamheden.

Dan waren daar de directeuren der N.V. Manufacturenwinkel Bahlmann & Co., de chefs, de vertegenwoordigers van Industrie en handel en vele genoodigden.

Er lag iets feestelijks over de magazijnen met hun strakke witte plafonds en bruinrood bloeiende lambrizeeringen.

Men overzag vanaf de balcons, welke het midden-trappenhuis omgeven, als in één blik, het geheel, dat een grootschen indruk gaf van dit moderne manufacturen-kleeding-magazijn, dat in al zijn verscheidenheid van artikelen, toch harmonie en eenheid hield in een modern gebouw, dat dienst doet als verkoophuis voor manufacturen, kleeding en meubileering- het geheel kreeg geen bazar-karakter. Alles bleef karakteristiek in den toon van een verkoophuis van standing, waar nochtans een ieder iets van zijn gading en voor zijn beurs kan vinden.

Als de gasten in een smaakvol gemeubileerd hoekje van de uitgestrekte magazijnen bijeen waren, nam een der directeuren, de heer B.C.J.M. Straeter, het woord. In een opgewekte toespraak herinnerde hij opgetogen aan den groei van de magazijnen der firma Bahlmann, welke als gelijken tred gehouden hadden met de uitbreiding van Nijmegen.

De firma Bahlmann, welke met zijn tijd medegaat, had steeds het vertrouwen van heel Nijmegen en zijn wijde omgeving genoten van zijn prilste jaren af tot nut toe. En thans gaat de firma in het belangrijk moment van geheele moderniseering harer magazijnen.

Met trots kon spr. wijzen op wat hier tot stand gekomen was.

Met vreugde constateerde hij de belangstelling van zoovele autoriteiten bij deze heropening der magazijnen en dankbaar was spr. gestemd tegenover het gemeentebestuur en tegenover alle autoriteiten, die de firma Bahlmann ter wille waren geweest bij de volvoering van haar verbouwingsplannen.

In het bijzonder huldigde spr. naast den architect, de firma Berntsen en Braam, welke in zoo’n korte spanne tijds van goed drie en een halve maand deze doelmatige verbouwing had tot stand gebracht.

Nijmegen mag trotsch gaan op zoo’n aannemersfirma.

Gaarne had de firma ook gevolg gegeven aan het verzoek van het gemeentebestuur, om bij de verbouwing van het pand rekening te houden met het schoonheids-aspect der Groote Markt.

Spr. Dankte allen die de firma steeds trouw gebleven waren en hoopte, dat hun vertrouwen te mogen blijven behouden.

De heer Jos. Steinweg, burgemeester, dankte mede namens de wethouders, voor de hartelijke uitnoodiging, deze opening bij te wonen.

Een gemeentebestuur dient belangstelling te toonen van handel en nijverheid en winkelbedrijf in zijn gebied. Spr. waardeerde het zeer, dat de firma ook gevolg gegeven had aan het verzoek der gemeente, om het stads-aanzien te verfraaien met deze nieuwbouw.

Spr. hoopte, dat de firma Bahlmann nog grooter voorspoed zou mogen beleven in haar hernieuwde magazijnen.

Vervolgens werd een rondgang gemaakt door de vernieuwde magazijnen, welke een gedistingeerden indruk maakten. Alles getuigde van smaak, kijk op zaken en practischen zin.

Naast de nieuw ingerichte winkel zijn eigenlijk nieuwe afdeelingen, gemaakt voor de tapijten en kinderkleeding, welke afdeelingen zijn gekomen in de plaats van de vroegere woonverblijven van den chef, den heer H.B.A. Athmer.

Vooral de tapijt-afdeeling, naar moderne eischen ingedeeld, beantwoordt nu veel meer dan ooit aan de verlangen der koopenden, die gaarne willen zien, hoe een of ander tapijt harmonieert met de omgeving.

De kinderafdeeling is prettig en practisch van uitvoering.

De clou der verbouwing ligt evenwel in de verdekte passage van Markt naar winkel.

Dat werd een aaneengeschakelde expositie van bijkans alle artikelen, welke de firma op het gebied der mode en van de aankleeding van interieurs in verkoop heeft. De etaleurs verrichtten hier wonderen van kleuren- en vormenharmonie- zoo trekt deze passage, welke men bereikt langs een reeks van etalage’s langs de straat en een etalage-eiland, vóór den ingang der overdekte winkelgalerij.

Het geheel een weelde voor het oog, een voortdurende verleiding tot koopen.

Overdag valt er ruim licht in, ’s avonds staat alles in den glans van duizenden lampkaarsen. De vakken achter de etalage’s zijn uitneembaar en kunnen in kleur en toon ingevoegd worden, welke overeenkomt met de te etaaleren artikelen.

Den eersten dag verdrongen zich reeds duizenden in de nieuwe passages.

Verschillende Nijmeegsche firma’s besteedden onder goede leiding van architect A. Zinsmeister hun kunde en zorgen aan de voltooiing der nieuwe magazijnen.

Algemeene aannemer was de firma Bernsten en Braam, die 10 Juli het groote werk begon en het Zaterdag kon afleveren.

De heer W.A. v.d. Wagt zette het magazijn in de juiste kleuren, de firma Reuser van Alphen zorgde voor een overvloed van licht, het stucadoorswerk is van de firma Derks en Lebens, de centrale verwarming van de firma Merx en Boerboom.

De lift is een Starlift uit Voorburg, de rolluiken zijn uit de fabrieken van den heer Antoon Tesser, het glas in lood van de firma Bilderbeek en het spiegelglas van de firma Engels.

Nijmegen werd een modern magazijn rijker en gaat als winkelstad steeds grooter beteekenis krijgen.”

(De Gelderlander 23/11/1931)

August Zinsmeister

Architect Zinsmeister bouwde in ieder geval aan de panden van Bahlmann in Rotterdam, Dordrecht en Nijmegen. Zie verder:

https://nl.wikipedia.org/wiki/August_Zinsmeister

https://www.bonas.nl/archiwijzer/gegevens.php?inr=0406.01002

1932 Verkoop

Kort na de verbouwing verkoopt Bahlmann in 1932 haar pand echter aan Vroom en Dreesmann:

De N.V. Bahlmann & Co. Te Nijmegen.

De magazijnen verkocht

Vroom & Dreesmann kocht de panden op de Markt

De Verbouwingsplannen

Naar wij van officiële zijde vernemen, zijn gisteren de groote magazijnen der N.V. Bahlmann & Co., voor zoover die gelegen zijn op de Groote Markt, aangekocht door Vroom en Dreesmann, Manufacturen, dames-confectie, bedden, tapijten- en meubelmagazijnen op de Groote Markt.

De magazijnen zullen volgens koopcontract met ingang van éen April a.s. overgenomen worden door de firma Vroom en Dreesmann.

Aan het personeel van de N.V. Bahlmaan & Co. is tegen een April a.s. ontslag aangezegd.

Het bekende heerenmagazijn der firma Bahlmann op den hoek van de Korte Burchtstraat-Broerstraat is door een particulier aangekocht.

Wij mochten van de directie van Vroom en Dreesmann nog vernemen, dat de aankoop der Bahlmann magazijnen, welke eerst gisterenmiddag definitief werd, een wijziging kan brengen in de bouwplannen der firma Vroom en Dreesmann aan de Scheidemakersgas.

De plannen voor verbouwing der V. en D.- magazijnen aan de Scheidemakersgas lagen kant en klaar- maar nu de nieuwe aankoop aan de Markt er plotseling in kwam vallen, staat de directie voor een moeilijk geval. Heden was daarom nog geen beslissing genomen, en het zal nog wel eenigen tijd aanloopen, voor een vast besluit er is: hoe het nu verder met de groots opgezette verbouwing zal gaan.

De magazijnen op de Markt zullen wel met elkander verbonden worden.” (De Gelderlander 17/12/1932)

Lees verder over de Vroom en Dreesmann:

De Vooroorloge Vroom en Dreesmann III

“Een halve eeuw Vroom & Dreesmann Vele stadgenooten zullen het zich nog goed kunnen herinneren, hoe “de Zon” met twee étalages en in het midden een deur, op 6 April 1895 op de Groote Markt opende. Een zaak als iedere andere, maar waar door goed koopmanschap vaart in zat. Na vijf jaar reeds, in 1900,…

Gebruikte bronnen voor het stuk over Bahlmann in Amsterdam:

https://www.amsterdam.nl/stadsarchief/stukken/immigranten/winkel-sinkel

https://www.amsterdam.nl/stadsarchief/themasites/amsterdam-migratiestad/1821-textielmagnaat-bahlmann

https://www.amsterdam.nl/stadsarchief/themasites/amsterdam-migratiestad/1821-textielmagnaat-bahlmann

https://nl.wikipedia.org/wiki/Kiepkerel

https://www.nazatendevries.nl/Artikelen%20en%20Colums/Oude%20Beroepen/Kiepkerel.html

https://archief.ntr.nl/verreverwanten/themas/vreemdelingen/immigreren_naar_de_natie/806.html

https://de.wikipedia.org/wiki/Kaufhaus

https://de.wikipedia.org/wiki/Textilhandel

https://de.wikipedia.org/wiki/Ladenpassage

https://de.wikipedia.org/wiki/Warenhaus

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.