
Waar tegenwoordig het ouderencomplex Insulinde op de hoek van de Voorstadslaan en Schependom staat, stond daarvoor Huize Insulinde, oorspronkelijk opgericht als opvanghuis voor oud-Indië gangers. Daarvóór had het een beroemde bewoner: circusdirecteur Oscar Carré.
Welgelegen/Villa Carré
Rond 1860 werd in de buurt van de hoek Voorstadslaan en Schependomlaan de Villa Welgelegen gebouwd (Bron: Noviomagus). Op 21/9/1870 koopt Conraad van Erpers Rooijaards de villa Welgegelen van Cornelis van Sonsbeek: ““Het buitenverblijf, genaamd “Welgelegen” te Hees, gemeente Nijmegen gelegen, bestaande ene(?) heerenhuis, koetshuis en stal, erf en tuin, voorkomende op den perceelsgewijze kadastralen legger van Neerbosch in Sectie B Nommers 58(?) huis en erf, groot vier aren drie en dertig centiaren/43 tuin, groot een hectare negen aren zeven en zestig centiaren.” Hij betaalt hiervoor 16.000 gulden. Van Erpers Rooijaard is dan “zonder beroep”.
De verkoper Cornelis van Sonsbeek had zelf de villa het jaar daarvoor, op 1 september 1869, gekocht. (Actenr 1386, Archiefnr 440, Inventarisnr 67).
De familie Rooyaards woonde hier 40 jaar (Noviomagus. Daarna woonde er een gepensioneerd kolonel Roloff (Noviomagus en Hees bij Nijmegen.).
Villa Carré

Daarna kocht de beroemde circusdirecteur Oscar Carré het landgoed op 2-9-1901. Wilhelm Roloff was intussen, op 23-11-1900, overleden (Archiefnr 450, Inventarisnr 182, Actenr 7107).
Hij gebruikt het landgoed als winterverblijf. In ieder geval wordt er begin 1903 al gerefereerd naar Villa “Carré” (of Nero terug is gevonden, is niet bekend). Voorstellingen worden er echter niet gegeven, blijkt uit een artikel uit 1904:

“Kon. Nederl. Circus Oscar Carré.
De heer Oscar Carré, die zooals men weet eigenaar is van eene fraaie villa te Hees, heeft na een verblijf vol succes te Bremen, alhier zijn winterkwartieren betrokken. Tengevolge van een veranderde wijze van exploitatie- er is n.l. dit jaar niet meer gereisd met de houten tenten, doch met de in enkele uren verplaatsbare linnen dito’s, waarmee veel meer plaatsen kunnen worden bezocht dan vroeger het geval was – rust het circus gedurende den winter uit om in het voorjaar opnieuw zijne reizen door Europa te hervatten. Met het oog hierop is te Hees door den heer Carré een uitgebreid terrein gekocht, waarop een groot houten gebouw is verrezen, dat dient tot stalling der paarden en tot berging van het materiaal. Daaraan is verbonden een manége voor de dresseur der paarden, welk vermoeiend werk geen enkelen dag mag stilstaan. Slechts het stalpersoneel is in dienst gebleven, alle artiesten zijn thans elders werkzaam. De heer Albert Carré, de als schoolrijder en dressuur zoo terecht hoog geroemde zoon van den directeur, treedt deze winter op in het circus Schumann te Berlijn.
Men heeft het gerucht verspreid dat de heer Carré gedurende den winter te Hees voorstellingen zou geven. Niets is minder waar, hetgeen uit bovenstaande duidelijk blijkt.” (PGNC 19/11/1904)
Hij zou er zijn laatste levensjaren doorbrengen, om in 1911 te overlijden. Daarna bleef zijn vrouw Elisa Maud Adams samen met zijn dochter Wilhelmina tot 1919 in de villa wonen.
Huize Insulinde

In 1918 kocht de ‘Stichting Verblijf van de Oud-Indische Militairen’ de villa aan. De stichting had als doel het “oprichten en het exploiteeren van een verblijf voor den Oud-Indische Militair, tevens een Doorgangs- tevens Kosthuis, waarin gevestigd een Arbeidsbeurs en een Voorschotbank, daarmede hoofdzakelijk beoogde van een algemeen maatschappelijk belang.”
Arie van Boxtel

De oprichter was Arie van Boxtel (1876-1954). Hij was als 13-jarige het Indische ingegaan en was op dat moment onderluitenant. (IndischHistorisch.nl). Aanvankelijk opende de Stichting het voormalige Hotel de Doelen op de Varkensmarkt. Er was voor Nijmegen gekozen, omdat hier het opleidingscentrum van de KNIL was. Daarbij was de Varkensmarkt geschikt, omdat deze niet al te ver van de kazerne af lag. Hier ving de stichting gerepatrieerde en gepensioneerde KNIL-militairen en hun gezinnen op. Veel oud-soldaten en lagere officieren hadden slechts een beperkt pensioen opgebouwd. Voor vrijgezellen of degenen die invalide waren geraakt was Huize Bronbeek opgericht. Huize Insulinde bood echter plaats voor militairen met hun gezin.
1931 opening Huize Insulinde
In 1931 werd het tehuis na een verbouwing geopend. Daarbij kreeg de villa de naam Huize Insulinde. Er was plaats voor vijfenvijftig inwoners. Duizenden bewoners hebben hier kortere of langere tijd gewoond.

In de Tweede Wereldoorlog vorderden de Duitsers Insulinde. Van 1944 tot 1946 verbleven hier daarna geallieerde soldaten. “Van de inventaris was niet veel overgebleven en het interieur was danig beschadigd” (bijschrift F92929 RAN).
Na de oorlog en de Indonesische onafhankelijkheid kwamen ook burgers in Insulinde terecht. In de loop der jaren kwamen steeds meer “gewone” burgers in het Huis: er kwamen immers geen repatrianten meer en er was sprake van vergrijzing.
“De stichting bleef lange tijd afhankelijk van giften en pensiongelden totdat de komst van AOW en de bejaardenzorg gestalte kreeg.” (bijschrift F92929 RAN); de AOW ging in 1956 in (wikipedia).
In 1969 ging Insulinde op in de Stichting bejaardenhuizen Nijmegen.

Zie hieronder voor een uitgebreid verslag van de opening in oktober 1931.
1970: Sloop en Bejaardencomplex
In 1970 werd de gesloopt en op deze plek kwam het bejaardencomplex Insulinde. Daarbij waren de laatste bewoners van Insulinde ondergebracht in Nieuw Maldenborgh in Hatert. Het hek rond de tuin bleef echter behouden en hier is ook de naam Insulinde te lezen.
Bij de opening van het Huis voor Oud-Indisch Militairen
De Gelderlander bij de opening in oktober 1931: “Huis voor oud indisch militairen
“Voor Oud-Indisch Militairen.
De Opening der Nieuwe Stichting.
Een rustig, gezond verblijf te Hees bij Nijmegen.
Hedenmiddag werd officieel geopend de nieuwe stichting: Verblijf voor den Oud-Indisch Militair, gevestigd in de voormalige villa Carré aan de Voorstadslaan onder Hees, tegenover het pleintje waar vroeger de traditionele “Dikke Boom” in den weg stond.
Wie zich Hees nog denkt als voor vijftien jaar terug, stelt zich de stichting voor te midden van een landelijke omgeving van tuinen en boomgaarden, van stadsboerderijtjes en lange landelijke wegen.
Hees is hier stadskwartier geworden, dank zij een lange lintbouw, welke voorstad met middenstad verbindt.

En het nieuwe Verblijf voor de Oud-Indisch Militair, op den driesprong Breedestraat-Heeschelaan, zou ook inderdaad in het voortadsbedrijf gestaan hebben als het niet zóó landelijk weggelegen was in een grooten, schaduwrijken tuin, welke door de tuinarchitecten der firma Gerretsen en Valeton (Martin en Zonen) nog voornamer aanzien kreeg door den aanleg van een uitgestrekt gazon voor het grijze gebouw.
Dat rijst er nu kloek en strak op den achtergrond- een afbeelding op onze fotopagina geeft eenige indruk van dit massieve huis, dat binnen een gezellig home is voor de honderden Oud-Indische gasten, die uit den Oost of den West naar het vaderland terugkeeren en in afwachting van een vast tehuis het Verblijf in Hees als eerste en op-hun-gemak stemmende Doorgang waardeeren naar vaste huisvesting.
Het verblijf is een uitstekende uitkijkpost voor hen, die uit de tropen komen, eigenlijk wildvreemd staan tegenover een milieu van andere levensgewoonten en opvattingen dan in Indië en die eerst willen acclimatiseeren, voor zich voor vast nergens neer te zetten.
En om dan de Stichting werkelijk aan haar doel te doen beantwoorden, moet zij het comfort bieden van goede huisvesting, gezellig verkeer en gezondheidsbevorderende verzorging van den inwendigen mensch, die zich physiek geheel moet kunnen restaureeren.
Aan dit alles is gedacht.
Trouwens den overgang van stad naar buiten van Oude Varkensmarkt naar Hees, was zoo wijd en zoo groot, dat er veel aan in- en uitwendige reorganisatie kon gedaan worden.
En met stuwkrachten als de heeren van Boxtel en Lucas en anderen daar achter- werd er ook veel gedaan en bereikt.
Wie den toestand van het oude Tehuis in het Vroegere Oude Doelen op de Oude Varkensmarkt kent en nu de nieuwe stichting betreedt, staat verbaasd en is vol bewonderende waardeering voor de mannen van het initiatief en de daad.
De gasten vinden er een goed home- met uitzicht naar alle kanten op een verfrisschende natuur.
De ingang tot het huis is- zoo op den eersten indruk- aan de achterzijde van het gebouw. Dat heeft het groote voordeel, dat de kamers en zalen beneden naar den kant van den hoofdweg een ongehinderd uitzicht hebben.
De entree is eenvoudig. Men komt door de rustige vestibule langs portiersloge, wachtkamer voor de arbeidsbeurs voor Oud-Indische militairen, vor wier rechten en belangen de heer A. van Boxtel steeds op de bres staat, in de kern van het Verblijf.
Een rustige, gezellige sfeer hangt er in leeszaal, ontspanningszaal en eetkamer. In soberen toon en toch harmonisch is iedere hoofdzaal gehouden.
De Oud-Indische gasten moeten zich hier thuis gevoelen in deze gezellige zalen, welke ook stemmig zijn ingericht met de parketvloeren, de cellotex plafonds en in warmen toon geschilderde wanden. De meubileering is niet luxueus, maar comfortabel. De drie hoofdzalen eet-, lees- en ontspanningszalen loopen als in elkaar en sluiten onmiddellijk aan op het restauratiebuffet, op de frissche keukens en provisiekamer. Tevens is hier nog een kantoor voor den directeur der Stichting, den heer Lucas, geprojecteerd.
Op de eerste verdieping, bereikbaar langs een makkelijken trap, zijn ingericht negen dubbele zit-slaapkamers voor gezinnen met of zonder kinderen.
Hygiënisch en comfortabel is ieder gezinsverblijf op zich zelf.
Het woonvertrek is eenvoudig maar aantrekkelijk gemeubileerd. De slaapkamer met opklapbare bedden en voorzien van vaste waschtafels met koud- en warmstroomend water, kan zoonoodig, wanneer de opgeklapte bedden als weggescholen staan achter de gordijnen, nog dienen als zitkamer.
Het tuigt van zuiver sociaal gevoel van de leiders der stichting, dat hier ook gedacht is aan de belangen van groote gezinnen, welke natuurlijk ook hier opname vinden.
De Oost-Indische gasten vinden op hun étage een droogkamer, een strijkkamer, badkamers en douches en ook een waschgelegenheid, waar de Indische vrouwtjes, die gewoon zijn iederen dag haar waschje te doen, de gewoonte van eigen land niet vaarwel behoeven te zeggen.
De opzet was- en de leiding is naar best vermogen geslaagd- om de Indische gasten, in hun vaak moeilijke overgangstijd, in het nieuwe Tehuis geheel op hun gemak te stellen en hen niet te veel te laten gevoelen het gemis van zon en van gemak, dat de Tropen biedt.
Gaan wij nog een verdieping hooger, dan komen wij in het nieuw aangebouwd gedeelte van het oorspronkelijk buiten.
Deze bijbouw is economisch benut voor vrijgezellenverblijf. Hier zijn drie en twintig kamers ingericht voor alleenstaande personen. Deze kamers bieden hetzelfde comfort als die van de eerste verdieping. Ook hier zijn badkamers, bergkamers, droogkamers, enze doen, de gewoonte van eigen land niet vaarwel behoeven te zeggen.
De opzet was- en de leiding is naar best vermogen geslaagd- om de Indische gasten, in hun vaak moeilijke overgangstijd, in het nieuwe Tehuis geheel op hun gemak te stellen en hen niet te veel te laten gevoelen het gemis van zon en van gemak, dat de Tropen biedt.
Gaan wij nog een verdieping hooger, dan komen wij in het nieuw aangebouwd gedeelte van het oorspronkelijk buiten.
Deze bijbouw is economisch benut voor vrijgezellenverblijf. Hier zijn drie en twintig kamers ingericht voor alleenstaande personen. Deze kamers bieden hetzelfde comfort als die van de eerste verdieping. Ook hier zijn badkamers, bergkamers, droogkamers, enz.
De geheele indeeling is zoo, dat ieder op eigen kamer volkomen vrij is- een breede gang loopt langs alle afdeelingen boven en beneden, waar in het gebouw nog gezellige rusthoekjes zijn, bij wijze van kleine vestibule. Op de eerste verdieping is een overdekt balcon, waar herstellenden kunnen genieten van de frissche lucht.
Aan veiligheid is ook zorg besteed- door het aanbrengen van nooduitgangen in het groote gebouw, dat in ieder opzicht hygiënisch is ingericht.
Zoo is er o.m. een koker in huis van boven naar beneden, waardoor alle gebruikte goederen en ook wasch naar beneden gestransporteerd kan worden.
Naast het hoofdgebouw staat aan den rechtervleugel de directeurswoning van den heer Lucas, die langs een overdekte gang in de stichting kan komen.
Het geheel Verblijf is naar alle zijden door groen omgeven, op een eigendom van ruim een H.A. tuin en boschage, terwijl men van alle kamers op eerste en tweede verdieping een vrij uitzicht heeft op omringende tuinen en akkers, met op de achtergrond de stad Nijmegen.
Wij zeiden het reeds, dat dat meubileering van het huis eenvoudig is en toch gezellig. Meerdere vereenigingen en firma’s schonken hun aandeel aan de aankleeding van het home der Oud-Indische gasten.
Zoo trof het ons, dat de gangen een aangename afwisseling bieden door fraaie foto’s van Ned-Indië en zijn bevolking. Deze tweehonderd ingelijste Indische foto’s zijn een geschenk van de Vereeniging van Oud-Korporaals en Soldaten “Voorwaarts”.
Verder werden geschenken ontvangen van het korps der Koloniale Reserve een staande klok; van de vereeniging van oud- en actief diendende O.O. “Madjoe” een schrijfbureau met kantoorstoel voor directeurskamer; van de O.O.-vereeniging “Ons Aller Belang” een hangklok; van v. Bendegoms bouwbureau een hangklok; van den Bond van Ridders der Mil Willemsorde beneden den rang van officier een portret van wijlen Z. Exc. luit.-generaal J.B. van Heutsz; van de firma Pollmann een collectie muurborden; van het electronisch bureau de Hing twee electrische strijkijzers en 23 aschbakken; van de firma Vroom & Dreesman drie teekeningen Oud-Nijmegen; van de cartonnagefabriek J.P.A. Kilsdonk een partij stapeldoozen; van het advertentie- en reclamebureau “De Atlas” een brievenweg; van het Vreemdelingenverkeer Nijmegen Vooruit muurborden; van de firma Eekhoff aschbakken, kalender en een stapel houtblokken voor de haard, welke het zoo sierlijk en gezellig doet in de ontspanningszaal.
Verschillende firma’s werkten met den bekwamen architect, den heer Willem Gerretsen uit Arnhem, mede aan de verbouwing en voltooiing van dit nieuwe gebouw.
Bendegoms Bouwbureau te Nijmegen voerde de verbouwing uitstekend uit.
Het geheele gebouw is natuurlijk centraal verwarmd- de centrale verwarming werd aangelegd door de firma Lamers te Hees, de electrische installatie door de firma Derksen te Nijmegen, terwijl de firma Reijers te Nijmegen kamers, gangen en vestibules in harmonieerende en warmaandoende kleuren zette. Het meubilair werd geleverd door de firma Vroom en Dreesmann te Nijmegen en het glaswerk door de firma Polmann te Nijmegen.
Vanmiddag om twee uur werd het gebouw officieel geopend in tegenwoordigheid van regeerings-, gemeentelijke- en militaire autoriteiten.
Daar werd gesproken door den voorzitter der Stichting, den heer F. Dieleman gepensioneerd kapitein van het O.I. Leger, door den heer De Jongh als vertegenwoordiger van den minister van Koloniën en door den heer A. van Boxtel, de ziel der stichting, die hulde bracht aan den voorzitter, den heer F. Dieleman, den penningmeester, den heer A.J. Slabbekoorn en Overste Barendsen, commandant der Koloniale Reserve.
Nog meerdere autoriteiten en vertegenwoordigers van vereenigingen, welke verband houden met het Indisch Leger, voerden het woord- allen prezen als om strijd het werk hier tot stand gebracht.
Het is een stichting, de verwezenlijking van de ideëele plannen van den gep. 2e luitenant-titulair O.I. L. de heer A. van Boxtel, waarop de leiders en ook de gemeente trotsch mag gaan.” (De Gelderlander 31/10/1931)
(Overige) Bronnen en verder lezen
https://www.noviomagus.nl/vrijkun27.htm
https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB24:061931000:pdf
Indische Sporen in Nijmegen en Hees, scriptie
Hees: Rijke Historie, Groene Omgeving en Bezienswaardigheden
Het groene, “landelijke” karakter van Hees is nog steeds herkenbaar met villa’s en voormalige kwekerijen.
Dikke Boom van Hees
De “nieuwe” Dikke Boom van Hees is op 21 november 2003 geplant. Dat is precies 100 jaar nadat de oude…
Villa Rica
Pascal koopt van Verdonck in 1904 twee stukken grond aan de Voorstadslaan. Hij laat daarop een villa ontwerpen door de…