1905-1906 Prins Hendrikstraat 7 Altrade Rijksmonument

Het pand is in 1905-1906 gebouwd als openbare school voor Uitgebreid Lager Onderwijs (U.L.O.) door stadsarchitect Weve. Rijksmonumenten omschrijft het gebouw als “de stijl van het rationalisme met invloeden van de Art Nouveau in de ornamentering.” Een van deze ornamenten is het opschrift “OPENBARE-SCHOOL / No2 / VOOR – 1906 – U.L.O.” Het is een van de laatste van de 17 scholen die Weve heeft gebouwd.
(M.) U.L.O.
De U.L.O of M.U.L.O. betekent (Meer) uitgebreid lager onderwijs. Dit schooltype was in 1857 ontstaan en was een vervolg op de lagere school. Sinds 1920 werd dit schooltype bij wet U.L.O. genoemd, maar veel scholen bleven zichzelf M.U.L.O. noemen. Dit schooltype heeft bestaan tot de invoering van de Mammoetwet in 1968, waarbij de M.U.L.O een van de schooltypes was dat werd omgezet naar de mavo, wat weer later het vmbo is geworden.
Bij de opening

Het PGNC schrijft bij de opening in 1906:
“De school aan den Bijleveldsingel.
Zorg voor het kind! Dat is het wachtwoord geworden. En niet het minst spiegelt zich dat af in de scholen en het onderwijs.
“Schoolpaleizen” heeft men spottend gezegd. Zeker si, dat de tegenwoordige scholen, ook die waarbij de eenvoud op den voorgrond stond, paleizen mochten heeten in vergelijking met de meer dan een voudige ruimten, waarin in vroeger jaren een aantal kinderen werden opgeborgen en waar “meester” oud werd door of ondanks de beruchte “onschuldige asempjes” der even onschuldige kinderen. Hokken waren het in vroeger dagen, waar de ventilatie ontbrak of hoogst onvolkomen was; waar de verwarming alles te wenschen overliet; waar de lucht verpest werd onder de vereenigde werking van de menschelijke ademhaling en de uitwaseming der vaak natte kleeren, die in het kleerlokaal werden opgehangen en die bezwangerd waren met allerlei kwalijk riekende geuren.
“Schoolpaleizen”, zei men spottend; maar was degene, die het woord op de lippen nam, wel overtuigd van de waarheid: “Voor het kind is het beste nog niet goed genoeg”. Zet het kind in een vriendelijke omgeving en ge voedt op zonder schijnbaar op de opvoeding in te werken. Leer het kind respect voor het gebouw, dat hij binnentreedt en ge leert het eerbied te hebben voor eigen huis of althans te trachten ook dat vriendelijk te helpen maken. Het leeren gaat in een aangename omgeving gemakkelijker dan in een lokaliteit, die neerdrukt. Licht, lucht en schoone vormen zijn de eerste voorwaarden voor opgewektheid en zucht naar orde.
Het doet den bezoeker weldadig aan eene inrichting binnen te treden, als aan de Bijleveldsingel is verrezen. “Je zou zelf weer lust krijgen om school te gaan,” zei een der werklieden, die er bezig was.
Reeds meermalen hadden we met welgevallen een blik geslagen op het uitwendige. Het geheel is een monumentaal gebouw, goed gedacht door den kundigen directeur van gemeentewerken, den heer Weve, flink uitgevoerd door den aannemer, den heer H. Bartels, opgegroeid onder toezicht van den opzichter, den heer Th.A. Middendorp. “Goed gedacht” zeiden we: een flink gebouw zich aanpassende aan de eerste-klasse omgeving, waarin het werd gesticht, met een front, een gevel aan twee straten, die uit architectonisch oogpunt schoon mag heeten, een kunstwerk.
Den heer Weve zal het misschien weinig treffen, dat een leek deze lofspraak uit, welnu, deskundigen, vakmannen, spraken evenzeer met lof over de inrichting als bouwwerk en dat zal hem niet onververschillig zijn.
Hoog verheft zich het gebouw aan de grens van wat nu nog de groote vlakte van ’t exercitieveld is, trotsch zal ’t er staan, als eenmaal de omgeving bebouwd is, en de breede wegen en straten in de naaste omgeving zijn een waarborg, dat het schoone geheel niet weggemoffeld zal worden.
Wij waren in de gelegenheid ook het inwendige te bezien. Twaalf ruime, frissche, lichte leerlokalen, zes beneden, zes boven; elk tweetal door een flinke ruimte gescheiden van een ander paar vertrekken en deze twee onderling verbonden of gescheiden door schuifdeuren; vier dezer lokalen telkens langs den Daalschen weg, twee langs den Bijleveldsingel. Tusschen de twee en de vier bevinden zich flinke ruimten, ter plaatse van de half torenvormige uitbouwsels, voor de berging van kleedingstukken. Het viertal aan den Daalschen weg wordt beneden door een gang, boven door de kamer voor het Hoofd der school in twee tweetallen verdeeld.
Een breede gemakkelijke steenen trap leidt van de beneden- naar de bovenverdieping, en er is gezorgd, dat de leuningen niet in een onbewaakt oogenblik gebruikt kunnen worden om er langs af te glijden. Aan den achterkant beneden is een groot ruim lokaal voor gymnastiek (vrije- en ordeoefeningen) met een keurig net geschilderd plafond in zachte tinten. Verder heeft het Hoofd der School in den toegang tot zijn lokaal drie groote ruime kasten en aan het einde der bovengang is een ruimte, bestemd tot magazijn van leer- en hulpmiddelen.
Urinoirs en bestekamers zijn in groot aantal aanwezig, eenvoudig maar netjes en praktisch ingericht, zoodat ook daar de kinderen niet aan toezicht behoeven onttrokken te zijn; hier een daar zijn fonteintjes en waterleidingkranen aangebracht.
De speelplaats ziet er op dit oogenblik nog wat onooglijk uit; ’t kan niet anders; maar één zaak is nu al te constateeren: de flinke overdekte speelplaats naar de zijde van de daarnaast gelegen bewaarschool. Bijzonder groot, dunkt ons evenwel de overige ruimte op de speelplaats niet, vooral niet, als daarvan nog hier of daar een plekje werd afgenomen om als schooltuintje dienst te doen, iets, dat bij zulk een modern ingerichte school eigenlijk niet mocht ontbreken. Maar- er blijft altijd iets te wenschen over.
Alles ziet er degelijk uit, overal dringt de frissche lucht door. “Geen raam, dat niet open kan”, zei de werkman van zooeven. Of het nu wel zoo erg is, durven wij niet zeggen. Maar frisch is het er en ruim en helder en licht. Bovendien zijn overal nog luchtkokers aangebracht.
De verwarming zal geschieden door kachels, welker warmte tevens voor den rechtstreekschen toevoer van zuivere lucht zal zorgen, die door de kachel verwarmd in de lokalen zal stroomen: m.a.w. in elk lokaal een pompstation voor frissche lucht, ook in den kouden wintertijd.
Wij noemden den school een monumentaal gebouw; een monument zal zij ook zijn voor ontwerper en bouwmeester. Moge zij de plaats worden, waar een goed deel van ’t toekomstig Nijmeegsch geslacht, meer bepaaldelijk de Middenstand, die zoo zeer verdient gesteund te worden, de kracht en de kennis zal opdoen, die hem in staat zal stellen het hoofd te bieden aan den steeds moeilijker wordenden strijd om ’t bestaan en den bloei van onze stad te bevorderen. Dan zullen de kosten aan de school besteed een kapitaal blijken, dat hooge rente opbrengt”. ( PGNC 11/5/1906)
Rijksmonument
Zowel het schoolgebouw als hek zijn Rijksmonument. Waardering”
– Van architectuurhistorische waarde als typologisch goed voorbeeld van een schoolgebouw uit het begin van de twintigste eeuw van het gangtype. Het object is gaaf bewaard gebleven qua gevelindeling, detaillering en in iets minder mate wat betreft de interieurindeling (sommige hoekjes zijn dichtgezet om extra kamers te verkrijgen) en hoofdvorm (kleine wijzigingen, toevoegingen aan de achterzijde). Het object is, als een voorbeeld van een schoolgebouw in de stijl van het rationalisme met invloeden van de Art Nouveau, van belang voor het oeuvre van de Nijmeegse stadsarchitect J.J. Weve. Na de sloop van meerdere belangrijke schoolgebouwen van zijn hand, is dit object van groot belang voor diens oeuvre. – Van stedenbouwkundige waarde als onderdeel van de als stadsgezicht beschermde 19de eeuwse gordel van Nijmegen, waarin het schoolgebouw als markant hoekpand een beeldbepalende rol speelt.
– Van cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een sociaal-culturele ontwikkeling, in casu het op peil brengen van de openbare onderwijsvoorzieningen in Nijmegen èn de in deze tijd gangbare pedagogische opvatting dat het schoolgebouw een aansprekende omgeving moest vormen voor de leerlingen.”
https://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/monumenten/523038
Vervolg

In 1907 is de gymzaal verhoogd. Daarnaast hebben tussen 1917 en 1968 meerdere vergrotingen van het gebouw plaatsgevonden.
Tot en met 2005 is het gebouw in gebruik geweest als school:
- 1906 – 1946: Uitgebreid Lager Onderwijs.
- 1941 – 1944: Duitse School.
- 1946 – 1975: Maarten Trompschool.
- 1975 – 1981: in gebruik als MAVO.
- 1981 – 2005: Sint Jorisschool
In 1946 werd de ‘Openbare school voor Gewoon Lager Onderwijs nr. 2’ gesticht. Deze school was bedoeld voor moeilijk lerende kinderen. Aan het eind van de jaren 50 besluit de gemeente af te stappen van nummering van scholen. Vanaf het schooljaar 1958-1959 is het Maarten Trompschool. Vanaf ongeveer 1970 zet een daling van het leerlingaantal in en daarop wordt de school op 1 augustus 1975 opgeheven.
In 2007 is het gebouw een bedrijfsverzamelgebouw geworden, welke in ieder geval in 2014 PH 7 heette en waarop op dat moment 10 organisaties gehuisvest waren, onder andere: de Circusschool, Theater Grote Broer, Colourfull City en Music Meeting.
Vanaf ongeveer september 2022 werd het plan voor de verbouwing van het gebouw opgesteld, zodat het kan dienen als noodopvang voor 130 Oekraïense vluchtingen, waarvoor 32 worden gebouwd.
Weve architect
Weve was een architect en ingenieur. Hij was stadsarchitect en directeur Gemeentewerken van Nijmegen. Hij ontwierp onder andere 17 scholen,…
Hogere Burgerschool architect Weve
De Hogere Burgerschool is in 1899 ontworpen door de stadsarchitect Weve. Het pand is gesloopt en vervangen door appartementen.
Historische Begraafplaats Daalseweg
Aan de Daalseweg ligt een van de bekendste begraafplaatsen van Nijmegen, ontworpen door architect Weve. In 1885 vindt de inzegening…
(Overige) Bronnen
Meer uitgebreid lager onderwijs, wikipedia
Wet op het voortgezet onderwijs, wikipedia
Openbare School nr. 2 Prins Hendrikstaat 7, Wijkcomité Oost
Peter op den Brouw transformeert schoolgebouw Prins Hendrikstraat 7 te Nijmegen, ViS Detachering
https://vandeklok.nl/projecten/opvanglocatie-prins-hendrikstraat-7https://www.huisvandenijmeegsegeschiedenis.nl/info/Maarten_Trompschool_Nijmegen