
Het Hema gebouw aan de Grote Markt is een van de meest roemruchte gebouwen van Nijmegen. De een vindt het een teken van de moderniteit, de ander eenvoudigweg lelijk of stoort zich aan het grote contrast met de historische panden van de Grote Markt. De architect was Abraham Elzas, de huisarchitect van het Bijenkorf concern waar toendertijd ook de Hema onder viel. Zijn carriere als huisarchitect begon feitelijk eveneens in Nijmegen, met het ontwerp van de noodwinkel voor de Hema. Wie was deze Abraham Elzas? En: wat was er modern aan de nieuwe Hema (en wat was alweer achterhaald)?
Noodwinkel HEMA door een “free-lance architect zonder opdrachten”

Het feitelijk onopvallende gebouw van de Hema noodwinkel neemt in de carrière van Elzas een bijzondere plaats in. Dit was zijn eerste opdracht voor het Bijenkorf concern, waar jarenlang ook de Hema heeft onder gevallen. Zijn naoorlogse werk bestaat vrijwel uit de werken die hij maakte als huisarchitect voor dit concern.
Na de Tweede Wereldoorlog moest Elzas zijn praktijk opnieuw opbouwen. Alfred Goudsmit, directeur van de Bijenkorf vroeg aan Elzas om een noodwinkel voor de Hema in Nijmegen te ontwerpen. (Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad 25-04-1987 en De Gelderlander 21/11/1947)
Vooroorlogse periode
Abraham Elzas (1907- 1995) is in 1907 te Alkmaar geboren. Zij vader had hier een meubelzaak. Na de handelsavondschool in Alkmaar schreef hij zich in op de kunstnijverheidsschool Verkruysen te Haarlem.
Hij ging naar Parijs, waar hij werkte in de ateliers van Le Corbusier, Auguste Peret en Van Doesburg. Daarna vestigde hij zich in Alkmaar. Hij werd lid van “Groep 8” en bouwde verschillende winkels en landhuizen. Daarnaast maakte hij studiereizen naar het buitenland.
Net als voor veel architecten, waren de beginjaren van de 30 zwaar geweest vanwege de crisis en deden veel architecten mee aan prijsvragen. In 1935 won hij de prijsvraag voor de bouw van een synagoge in de Lekstraat in Amsterdam. Daarvoor liet hij zich als Alkmaarder inschrijven in Amsterdam; dit gebouw staat tegenwoordig op de Monumentenlijst.
Oorlog
Met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog viel het werk stil: in 1939 was hij nog gevraagd om boerderijen te ontwerpen voor de Wieringermeerpolder. Deze werkzaamheden moest hij in 1940 staken vanwege de ariërparagraaf van de Duitse bezetter.
In 1941 werd Elzas directeur van Joodse Ambachtsschool aan de Rapenburgsestraat in Amsterdam. Elzas zelf was in 1942 gedwongen geweest om van Alkmaar naar Amsterdam te verhuizen. Steeds meer leerlingen verdwenen van deze school: ze waren gedeporteerd. In 1942 werd de school gesloten. Elzas zelf dook onder.
Goudsmit
Na de oorlog had hij geen projecten. Hij ontmoette echter directeur Goudsmit van de Bijenkorf. Zij kenden elkaar nog, omdat Elzas barakken van een joods werkdorp had ontworpen. “Goudsmit vroeg me: wat doe je nou, op het ogenblik? Ik zei: uitrusten van het jarenlange onderduiken. In feite was ik free-lance architect zonder opdrachten. Hij hielp me aan een opdracht voor een noodwinkel van de Hema.” (Het vrije volk 25-4-1987)
Noodwinkel HEMA
De bouwtekening van de noodwinkel dateert uit 1946 (Het Nieuwe Instituut). De Gelderlander 23/1/1946 noemt dat de noodwinkels in de Bisschop Hamerstraat, Mariënburg (waar o.a. de Hema komt) en het Kelfkenscbosch waarschijnlijk in mei van dat jaar gereed zullen zijn als er geen stagnatie intreedt. De opening van de Hema vond echter meer dan een jaar later plaats: in november 1947 ging deze open. Het pand zat aan de Van Broeckhuysenstraat 12. De bouwer was N.V. Aann. Bedrijf Fa. Tiemstra en Zonen.
Naast woorden van dank wordt bij de opening stil gestaan bij de gevallen slachtoffers.
“Hetzelfde aantal stands als in het voormalige gebouw op de Grote Markt, en bovendien een snelbuffet is in thans heropende Hema ondergebracht.” ( De Gelderlander 21/11/1947)
In augustus 1948 krijgt de Hema een vergunning voor het oprichting “van een inrichting tot het bereiden van gebak, vleeswaren, ijs, enz. in het perceel aan de v. Broeckhuysenstraat No 14.a, kadastraal bekend gemeente Nijmegen, Sectie C, No. 6861.” (De Gelderlander 27/8/1948)
In oktober 1958 ging de nieuwe HEMA open. Afgaande op onderstaande foto, is het noodgebouw rond 1959 afgebroken.

Huisarchitect de Bijenkorf
De samenwerking beviel zo goed, dat Elzas de huisarchitect van de Bijenkorf werd, waar ook de Hema onder viel. Hij ging echter niet bij het concern in dienst: “D’r was natuurlijk veel te doen na de oorlog, ik ben niet geschikt van negen tot vijf.. Ze namen er genoegen mee dat ik mijn eigen bureau aan de Amsterdamse Raadhuisstraat behield.” Elzas vond het fijn om een klant als de Bijenkorf te hebben, maar had dan ook niet verwacht dat hij daarvan zoveel werk zou krijgen. Tot 1972 “kwam het er gewoon op neer dat we niets anders meer deden dan Hema’s bouwen, verbouwen, Bijenkorf bouwen, Bijenkorven verbouwen.”
Als zodanig begon hij in 1947 aan zijn tweede opdracht: de nieuwbouw van de Hema in Rotterdam, dit was de eerste echte nieuwbouw van de Hema. Deze ging in 1953 open. In totaal zou hij 36 Hema’s ontwerpen: 20 nieuwbouw en 16 verbouwingen. De herkenbare stijl van de Hema vinden we ook terug in het historisch centrum van bijvoorbeeld Utrecht en Groningen.
Hij is vooral bekend om zijn ontwerp van de Bijenkorf in Rotterdam is samenwerking met de Hongaars-Amerikaanse architect Marcel Breuer, welke tussen 1954 en 1957 tot stand kwam.
Hema 1958

Zie ook een foto van het pas voltooide gebouw bij het RAN.
Vooroorlogse Hema

De Hema opende op 20 juli 1927 een filiaal “aan de Grote Markt”, welke bij het bombardement van februari 1944 in vlammen op ging. Ze verhuisde daarop naar een pand in de Korte Burchtstraat. Dit gebouw werd tijdens Market Garden, op 18 september 1944, door brand verwoest. Daarna was ze tot 1947 in de Walstraat ondergebracht. In november 1947 betrok ze het noodgebouw aan de Van Broeckhuysenstraat.

Locatie
Door de oorlog was veel oude bebouwing verwoest. Behalve leed, gaf het tevens ruimte voor nieuwe, grootschalige projecten. Een daarvan was de nieuwbouw van de Grote Markt met de V&D en Hema. Net als veel andere ketens koos ook de Hema voor het bouwen van hun pand in Nijmegen voor hun “huisarchitect”: Abraham Elzas.
Het is opvallend dat juist op een van de oudste plekken van Nijmegen, de Grote Markt met haar Waag, er gekozen is voor op dat moment zeer moderne architectuur, zowel van de V&D als van de Hema. Tegenover de Raadhuis in de Burchtstraat is er bijvoorbeeld gekozen voor een wat traditioneler ontwerp.
Hema bij de opening

De eerste gevonden vermelding dat de Hema definitief terugkomt is in februari 1950. Daarbij noemt de Gelderlander dat ze het overige deel van de Grote Markt zal krijgen (de V&D krijgt het andere deel) en dat ze een aanzienlijk stuk van de Augustijnenstraat krijgt, met inbegrip van het hoekpand. De Gelderlander is optimistisch: “Zijn de plannen voldoende uitgewerkt, dan kan zeer snel met de bouw van beide zaken worden gestart. Binnen enkele jaren, waarschijnlijk vóór 1952, mag men de voltooiing daarvan tegemoetzien en is de Markt weer volledig opgenomen in het economische verkeer.” (De Gelderlander 11/2/1950).
En maart 1950: “Gelijk we reeds eerder berichtten zal de wederopbouw van het definitieve pand van de N.V. Hema plaatsvinden gedeeltelijk op de Markt en gedeeltelijk op de Augustijnenstraat. Naar we thans vernemen zal de frontbreedte van het nieuwe pand aan de Markt ongeveer 12 meter bedragen, terwijl het front aan de Augstijnenstraat ongeveer de helft van deze straat in beslag zal nemen. De oppervlakte van het gehele pand zal een 1300 vierkante meter zijn.” Daarbij wordt de Augustijnenstraat 12 meter naar de Broerstraat verlegd. (De Gelderlander 10/3/1950).
“Donderdag was het zover, dat opnieuw aan de Grote Markt de deuren konden worden geopend van een gebouw vol moderne superlatieven. Het is een schepping van de Amsterdamse architect A. Elzas, bekleed met Romeins travertin. Voor de onderbouw zijn met aluminium beklede stalen kolommen gebezigd, waardoor het winkelpand een uiterst moderne aanblik heeft.”
De Gelderlander 11/3/1953: de N.V. heeft bij de Gemeenteraad het verzoek ingediend om ter betaling van de schadeloosstelling wegens onteigening het terrein aan de Grote Markt-Augustijnenstraat toe te wijzen, waarvan de totaalprijs is vastgesteld op f142.450. De onteigeningsvergoeding werd vastgesteld op f69.0082.
Waarschijnlijk duurt de bouw langer dan verwacht: De Gelderlander 4/12/1953 schrijft dat de bouw van de Hema “binnenkort” zal beginnen en dat deze naar verwachting eind 1954, gelijk met de V&D, gereed zal zijn. De Gelderlander 5/7/1954 meldt dat de Hema binnen twee of drie maanden gaat bouwen. En De Gelderlander 24/6/1955: “De plannen voor de bouw van de Hema op de Grote Markt zijn thans gereed. Naar verwachting zal de bouw binnen drie maanden kunnen beginnen. Het ligt in de bedoeling dat de Hema in het toekomstige nieuwe gebouw op de Markt-Augstijnenstraat volgend jaar voor de Vierdaagse zal kunnen openen.”
Het wordt oktober 1958, wanneer de Hema gereed is. Bij de opening is het een drukte van belang.
De totale oppervlakte van de vier verdiepingen bedraagt 5252 vierkante meter. Alleen de begane grond is in gebruik als winkelruimte, met een iets lager gedeelte voor de levensmiddelen. Nieuw is de vorm van de “back-to-back” toonbanken: de verkoopster staat niet achter, maar naast de toonbank.
Tussen de begane grond en eerste etage is een “hypermodern snelbuffet geïnstalleerd dat het modernste van Nederland heet te zijn.” Op de hoger gelegen verdiepingen worden gebruikt als kantoorruimte. De keuken en banketbakkerij zijn op de bovenste verdieping, “eveneens voorzien van de modernste, deels automatische outillage.” (De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad, 24-10-1958)
De aannemer bij de bouw was firma v.h. G.J. Tiemstra en Zn.
Wat was er modern aan de nieuwe Hema? En wat alweer achterhaald?

“In 1958 werd het meest moderne gebouw van de wederopbouw in de Nijmeegse binnenstad opgeleverd. Een licht en laagdrempelig gebouw met veel glas, travertin, aluminium en beton. Geen daklijst, krullen en ornamenten. Heel open en transparant. Zo transparant dat de klanten van buitenaf een keur aan Hema-artikelen tot achterin konden zien liggen. Dat is nog steeds zo.”.
Eigenlijk is de hele winkel een soort etalage; waarbij de uitgestalde artikelen, symbool van de nieuwe welvaart, goed te zien waren. En: de winkel als een soort markt, waar bij daglicht alles goed te zien is in haar natuurlijke kleuren.
Elzas gebruikte ook voor die tijd vernieuwende materialen zoals glas, beton, staal en aluminium en dan vooral de mate en manier waarop deze materialen werden gebruikt. Een van de belangrijkste kenmerken zijn de zogenaamde vliesgevels: door te werken met een stalen skelet zijn de gevels geen dragende muren meer. Deze kunnen vervolgens worden ingevuld met lichtere materialen als aluminium en glas.
Andere kenmerken zijn de glazen deuren, die het gevoel van transparantie geven. En de “zwevende” etalagekasten aan de kant van de Augustijnenstraat, welke niet meer als zodanig worden gebruikt.
Praktisch

Naast het ‘moderne’, zal ook de praktijk een rol hebben gespeeld. Bakstenen en hout waren schaars, met beton en glas kon snel en betaalbaar gebouwd worden.
…en toch alweer wat achterhaald?
Elke krant in Nijmegen schreef en schrijft nog steeds vaak over het ‘moderne’. Dat klopte en bovendien is het de naam van de architecturale stroming (Moderne of modernistische). Maar feitelijk was deze denkwijze ten aanzien van warenhuizen alweer wat achterhaald: de nieuwe mode was geen daglicht, maar kunstlicht; niet open, maar gesloten.
De Bijenkorf in Rotterdam, die Elzas samen met Breuer ontwierp, illustreert dit.


Daarvoor moeten we even terug naar de Hema in Rotterdam uit 1953 en hoe de Bijenkorf aldaar tot stand kwam. Over deze Hema vertelt Elzas in een interview in 1987: “Het was destijds geen wereldwonder, maar ze waren er heel blij mee. Ze koketteerden ermee, omdat het hun eerste naoorlogse warenhuis was.” Een verouderd concept, wist hij toen al… op basis van kennis die hij ook al in 1947 had opgedaan tijdens een reis door de VS op verzoek van de Bijenkorf.” (In 1994 is de Hema in Rotterdam gesloopt, omdat het niet meer voldeed.)
Na de oorlog wilde de Bijenkorf niet meer met Dudok, die het vooroorlogse pand had ontworpen, in zee. Daarop stelde Elzas met leden van de directie van de Bijenkorf de uitgangspunten van de architectuur voor herbouw van het nieuwe warenhuis op:
- Een gesloten doos zonder ramen
- Zorg overal voor gelijkmatig kunstlicht
- Maak roltrappen
- Zorg voor een parkeergarage
Het gebouw zou veel moderner worden, zowel in uiterlijk als functionaliteit. Aanvankelijk zou J.J.P. Oud de nieuwe Bijenkorf ontwerpen, samen met Elzas. Oud wilde echter niet samenwerken met Elzas, waarop de directie van de Bijenkorf de samenwerking met Oud op. Vervolgens werd de Hongaars-Amerikaanse architect Breuer aangezocht.
Op haar site vertelt de Bijenkorf over haar Rotterdamse winkel: “De discussie, wel of niet daglicht in de winkel stond in die tijd weer centraal. De ene stroming wilde het daglicht ruim baan geven en dus grote ramen zien, terwijl de andere stroming vond dat met de nieuwe lichttechnieken van die tijd het daglicht kon worden vermeden. Men had in de loop van de tijd vastgesteld dat het hebben van veel strekkende meters achterwand om de goederen te kunnen presenteren erg belangrijk was. De nieuwe stijl van de Amerikaanse warenhuizen die na de WOII werden gebouwd kenden geen raampartijen meer. Voor die goederen die nog daglicht nodig hadden maakte men lichtopening met daglicht plafonds. De ingangspartijen werden breed en voorzien van veel glas om zo een groot deel van de parterre van buitenaf te kunnen overzien.” (Bron: De Bijenkorf)
“Voor de nieuwbouw richtte de directie van het Bijenkorf-concern haar blik op Amerikaanse voorbeelden zoals Macy’s en Abraham Strauss in New York en Carson Pirie and Scott (ca. 1900) in Chicago. Werd in Europa nog vrij lang vastgehouden aan het klassieke warenhuistype, in de Verenigde Staten ontwikkelde zich al snel een meer zakelijke stijl die paste bij de opvatting “Much common sense and no nonsense, utility first”. De Amerikaanse warenhuizen hebben een zakelijk karakter met weinig verfraaiing en architectonische effecten, en zijn doelmatig ingericht. Bovendien zag de directie van de Bijenkorf dat de moderne warenhuizen in de VS gesloten buitenwanden hadden. Een gesloten doos biedt meer wandruimte voor verkooprekken en geeft ruimte voor een doelmatige inrichting. Bovendien maakte een gebouw met gesloten gevels een beheerst klimaat mogelijk.” (De Bijenkorf)
Lelijk, lelijk geworden, niet van belang, of…?
Er zijn mensen, die het gebouw juist zien als symbool van de nieuwe tijd en vooruitgang.
Aan de andere kant vinden veel mensen de Hema een van de lelijkste gebouwen van Nijmegen. Sommigen vinden dit, omdat dit gebouw met de nadruk op functionaliteit, zonder versieringen, het veelvuldig gebruik van glas en staal, er niet gezellig uitziet. Dit heeft ook te maken met de locatie, het grote contrast met de gebouwen van de Grote Markt.
Ook kan het te maken hebben met veranderingen binnen of bij het gebouw: bijvoorbeeld de fietsenrekken van de Augustijnenstraat en het feit dat de glazen bakken niet meer als etalage worden gebruikt.
In een gevonden interview met de Gelderlander vertelt Wim Bilo dat jongeren de wederopbouwpanden anders bekijken. Dit merkt hij bijvoorbeeld tijdens rondleidingen die hij voor ’t Gilde geeft. ,,Scholieren vinden op de Grote Markt de warenhuizen mooi en de historische gevels noemen ze ‘ouwe meuk’. Dat vind ik natuurlijk niet. Maar wat men mooi vindt, verschuift. Over twintig jaar waarderen we de wederopbouwarchitectuur.”
Tijd zal het leren?

Of is “lelijkheid” voor de waardering van een gebouw niet van belang? Zoals Bilo al opmerkt, vinden scholieren de kant van de Hema vaak mooier dan de oude gebouwen.
In het centrum is de Hema het enige gebouw dat in de modernistische stijl gebouwd is. Daardoor wijkt het af van de andere panden, vooral in het gebruik van de hoeveelheid glas en aluminium. Dat maakt het pand uniek.
In een interview van de Gelderlander met Hettie Peterse, beleidsadviseur cultuurhistorie: ,,Lelijk is geen argument”, stelt de cultuurhistorica. ,,Want de smaak van mensen verandert. Vijftig jaar geleden vond men bijvoorbeeld jugendstil en de architectuur van de 19de eeuwse schil van Nijmegen maar niks. Nu wordt het weer gewaardeerd.” (de Stentor 4-3-2023)
,,Toen begin deze eeuw de Stadsschouwburg een gemeentelijk monument werd, waren veel mensen verontwaardigd. Inmiddels is het een rijksmonument en is de stad er trots op. Jonge mensen kijken met positievere blik naar de wederopbouwarchitectuur.
…Nijmegen heeft een groot aaneengesloten gebied met wederopbouwarchitectuur. Dat is uniek. De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed heeft het daarom tot landelijk wederopbouwgebied aangewezen.”
Elzas in 1987 over zijn Hema in Rotterdam: “Destijds hebben ze mijn Hema niet zo mooi gevonden omdat ik mooie blauwe ogen had, maar omdat het een functioneel warenhuis was. Daar zouden ze nu toch wel enig begrip voor kunnen opbrengen?” Het interview sluit af met: “Elzas berustend: “Merkwaardig dat veel van de dingen die ik heb gemaakt, ofwel alleen ofwel met een ander, zijn verdwenen of dreigen te worden aangepast.” (Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad, 25-04-1987). Het pand is in 1994 gesloopt, omdat het niet meer voldeed.
Het pand in Nijmegen is intussen onderdeel van het aangewezen gebied van wederopbouwarchitectuur. Zijn Hema in Arnhem is een gemeentelijk monument.
Wederopbouw Nijmegen
80 jaar geleden,op 22 Februari 1944, vernietigde het bombardement een groot deel van het centrum. Ook de gebeurtenissen rond Market…
Gerzon architecten Reynen en Lelieveldt
In 1931 had Gebr. Gerzon’s Modemagazijnen uit Amsterdam een filiaal aan de Korte Burchtstraat 17-19 geopend, welke in de Tweede…
Flat Plein 1944 architect Rodenburg
Eind juni 1944 vindt een belangrijke opening voor de wederopbouw plaats: de flat aan de westzijde van Plein 1944, een…
Bronnen
Inventaris van het archief A. Elzas(1907-1995), archief 1913-1995, Lonneke Bakkeren, Nederlands Architectuurinstituut 2005
https://wederopbouwstad.nl/nieuws/wederopbouw-in-de-brug/
Hema, Huis van de Nijmeegse Geschiedenis (link april 2024)
Nijmegen Nederlands mooiste wederopbouwstad, Omroep Gelderland
De Hema, lelijke eendje of mooie zwaan? , 21 feb 2022
Zijn warenhuizen aan de Grote Markt niet om aan te zien? ‘Over twintig jaar denken we er anders over’ , Anne Nijtmans 04-03-23
Elzas, A. (Abraham) / Archief, Het Nieuwe Instituut 2000
Essay over A. Elzas, BONAS
RIJNSTRAAT 38 – WEVERSTRAAT 42
Elzas in Alkmaar?, Leen Spaans, Historische Vereniging Alkmaar
Hema-architect A. Elzas: “Laat Rotterdam voorzichtig zijn met dit vlaggeschip”, Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad, 25-4-1987
Abraham Elzas, Stichting Heimisj, laatst bijgewerkt 17 september 2019