De St. Augustinuskerk, gezien vanuit de Bloemerstraat in de richting van de Korte Hezelstraat (thans Stikke Hezelstraat), architect Cuypers, gedateerd 1890-1895 (F12330 RAN)
#Nijmegen, Centrum, Gebouw van de dag

St. Augustinuskerk architect Cuypers

1884-1886 Augustijnenstraat Centrum, verwoest tijdens bombardement WOII

De St. Augustinuskerk, gezien vanuit de Bloemerstraat in de richting van de Korte Hezelstraat (thans Stikke Hezelstraat), architect Cuypers, gedateerd 1890-1895 (F12330 RAN)
De St. Augustinuskerk, gezien vanuit de Bloemerstraat in de richting van de Korte Hezelstraat (thans Stikke Hezelstraat), gedateerd 1890-1895 (F12330 RAN)

In 1886 wordt de St. Augustinuskerk ingewijd. Deze is gebouwd naar een ontwerp van architect Cuypers. In zijn ontwerp heeft hij rekening moeten houden dat het gebouw was ingesloten tussen winkels. Daarom werd er gekozen om de toren in de koepel te plaatsen. De Benedenstad was een belangrijk onderdeel van haar parochie. Bij de bouw woonden hier nog veel welvarende bewoners; bij het 50-jarig bestaan in 1936 betreurt de Gelderlander dat de katholieken de Stevenskerk toendertijd niet hebben kunnen kopen: in 1936 is de kerk te groot voor de Hervormde kerk geworden, die haar moeilijk kan onderhouden. Inmiddels zijn in de loop der tijd veel welgestelde bewoners uit de Benedenstad weggetrokken, vooral naar de nieuwe buitenwijken. Omdat het kerkbestuur de kerk niet meer kon onderhouden, ging de kerk over naar de Karmelieten. In het bombardement van februari werd de kerk grotendeels verwoest, waarbij haar resten uiteindelijk werden gesloopt.

Voorgeschiedenis

De voormalige St. Augustinuskerk, afgebroken in mei 1886, 1886 (GN2091 RAN)
De voormalige St. Augustinuskerk, afgebroken in mei 1886, 1886 (GN2091 RAN)
Tekening interieur oude St. Augustinuskerk, 1885 (GN14843 RAN)
Tekening interieur oude St. Augustinuskerk, 1885 (GN14843 RAN)

In 1818 ging de voorgaande kerk over van de Augustijnen- waar de kerk haar naam aan ontleent- naar seculiere priesters: priesters die niet bij een kloosterorde behoorden. In 1833 was dit kerkje nog vergroot.

50 jaar later, in 1883 werden de kerk en pastorie verkocht aan de gemeente. De gemeente stelde voor deze aankoop 75000 Gld. beschikbaar en voor ongeveer hetzelfde bedrag kon het kerkbestuur de onmiddellijk daaraan grenzende huizen kopen. Hierdoor kon de gemeente een verbinding aanleggen tussen de Bloemerstraat en Hezelstraat: de Augustijnenstraat (de huidige Augustijnenstraat is na de oorlog iets meer naar het oosten gelegd). En het kerkbestuur kon op de grond van de aangekochte woningen haar nieuwe kerk bouwen. De tekening hieronder laat het plan daarvoor zien.

Aanleg van de Augustijnenstraat en verbreding Bloemerstraat; 1/1/1883-31/12/1883 (KPU-267B RAN) Annotatie: 1883, 10 November. Aankoop van het bestuur der R. K. Augustinuskerk, voor f.75,000, der perceelen noodig tot het aanleggen van den 10 M. breeden straat, tusschen de Korte Hezelstraat en de Bloemerstraat, zijnde een huis aan de Hezelstraat, een aan de Houtstraat, benevens de kerk met pastorie en aangrenzend open terrein. Hier werd de Augustijnenstraat aangelegd. 1886, 16 Februari. Er wordt een aanvang gemaakt met het afbreken van de pastorie der voormalige Augustijnenkerk en daarmede ook met het aanleggen der tegenwoordige Augustijnenstraat. De O.-zijde dezer straat werd in 1887 met winkelhuizen bebouwd.
Aanleg van de Augustijnenstraat en verbreding Bloemerstraat; 1/1/1883-31/12/1883 (KPU-267B RAN)

De plechtige eerstesteenlegging

Prent Augustijnenkerk, 1884-1900 (F93697 RAN) Beschrijving: Op 28-08-1884 werd de eerste steen gelegd voor de Sint Augustinuskerk, een ontwerp van de architect Pierre Cuijpers; de neo-gotische kerk werd in 1886 ingewijd door bisschop Godschalk. Deze prent is rechts onder onleesbaar gesigneerd
Prent Augustijnenkerk, 1884-1900 (F93697 RAN)

Op de feestdag van St. Augustinus, 28 augustus, vond de grootse, plechtige eerstesteenlegging voor de nieuwe kerk plaats. “Het deed het Katholieke hart goed voor het eerst sedert de Reformatie midden in de stad in de open lucht de openbare uitoefening van onzen H. Godsdienst en de plechtige eerste-steenlegging met zulken luister te zien gevierd worden, waartoe de ligging van het terrein eene gunstige gelegenheid gaf.”

Bij de eerstesteenlegging werd tevens een loden bus naast de eerste steen ingemetseld, met daarin de stichtingsoorkonde, het plan van de nieuwe kerk, “de munten van den tegenwoordigen tijd”, de medailles der Broederschappen, welke in de H. Augustinuskerk zijn opgericht””.  (De Gelderlander 29/8/1884 en wikipedia)

Katholieke instellingen zijn die periode druk aan het bouwen: stichtingen voor armen, voor zieken, voor ouden van dagen, voor onderwijs. (De Gelderlander 28/8/1884).

In een artikel van de De Gelderlander 27/6/1885 schrijft ze over haar hoop dat de Stevenskerk (en de Kerkboog en de Waag) worden gerestaureerd. Zij maakt daarbij een vergelijking met de bouwactiviteiten van de katholieken: “Een paar jaar geleden werd alhier de nieuwe St.-Franciscuskerk aan den Doddendaal gesticht en thans is de nieuwe St.-Augustinuskerk aan de veelbesproken nieuwe straat tusschen de Hezel- en Houtstraat in aanbouw, wier fraaie lijnen en trotsche bouw reeds aan het oog vertoonen, waaruit men kan opmaken, dat het een monumentaal gebouw zal worden. Ook wordt op dit oogenblik de Broerstraat- of Dominicuskerk van een nieuwen voorgevel voorzien(?) en verrijst daarop een fraaie toren, wier(?) hoogte den Grootekerktoren naar de kroon (zal?) steken, zoodat deze toren een waar siera(ad voor de) stad zal zijn. Wanneer straks de toren (van de Fran)ciscuskerk, waarvan het voetstuk met… reeds is opgetrokken, tot op zijn hoog.. en de St. Augustinustoren… zal zich.. Nijmegen een viertal… “ (De Gelderlander 27/6/1885)

Bij het 50-jarig jubileum

Het hoofdaltaar in de St. Augustinuskerk; de beuk is versierd t.g.v. het 25 - jarig priesterfeest van Deken F. Bronsgeest, architect Cuypers, 1897 (F12356 RAN)
Het hoofdaltaar in de St. Augustinuskerk; de beuk is versierd t.g.v. het 25 – jarig priesterfeest van Deken F. Bronsgeest, 1897 (F12356 RAN)

De Gelderlander plaatst in 1936 een zeer uitgebreid artikel ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van deze kerk. Hieronder wordt het deel weergegeven dat daadwerkelijk over de kerk zelf gaat.

De oude kerk lag “ongeveer waar nu de Augustijnenstraat ligt. Er was destijds geen verbinding tussen Bloemerstraat en Stikke Hezelstraat, welke het Bestuur der Gemeente toch noodzakelijk achtte. Doordat de Gemeente voor den aankoop van kerk en pastorie 75000 Gld. beschikbaar stelden en het Kerkbestuur voor ongeveer hetzelfde bedrag de onmiddellijk daaraan grenzende en benoodigde huizen kon koopen, werd bij Besluit van den Gemeenteraad d.d. 10 november 1883 met het Kerkbestuur een overeenkomst in dien zin gesloten, dat de oude kerk zou worden afgebroken en op de daarvoor aangekochte terreinen een nieuwe kerk zou worden gebouwd, zoodat een breede verbinding tusschen Bloemerstraat en Hezelstraat zou kunnen tot stand komen.

Het voor de kerk beschikbare terrein tusschen deze nieuwe straat en de oude Jodengas was uiterst klein. Het scheen onmogelijk, daarop een kerk te bouwen, welke aan de eischen, welke men stelde, beantwoordde. Men wilde een mooie kerk, die als eenige kerk der seculiere Geestelijkheid en als kerk van den Deken der stad hoofdkerk van de stad zou mogen heeten, met een toren, die sprak in het stadsbeeld, een kerk, die ook voldoende groot was om aan een 1500 menschen zitplaatsen te bieden. De kerk moest als het ware tusschen de huizen in gewrongen worden. Hoe zou men plaats kunnen vinden voor een toren, wist men eigenlijk niet.

Nijmegen is zoo gelukkig geweest, toen in den grooten Dr. P.J.H. Cuypers den man te vinden, die geniaal genoeg was om zulk een probleem tot een harmonische oplossing te brengen.

Nog altijd staat elk architect vol bewondering voor de wijze, waarop hier met de ruimte is gewoekerd en hier aan alle eischen is voldaan. De thans jubileerende kerk is een der monumenten van Cuypers, wellicht de kerk, waarin hij het meesterschap, dat hij bezat, het kwistigst heeft kunnen ten toon spreiden. Er mogen kerken zijn, die een schooner geheel vertoonen, er is onder de kerken van Cuypers moeilijk een aan te wijzen, welke aan zoo hooge eischen bij zoo ongunstige terreinligging beantwoordt. Vooral de toren is bewonderingswaardig en een nieuw sieraad voor het mooie Nijmeegsche stadsbeeld geworden. Deze toren moge het verliezen tegen de imponeerende, heel het stadsbeeld beheersende oude Stephanustoren, zij is er een waardige tegenhanger van en rijst in andere, nieuwe vormen naast deze omhoog waarlijk als toren van Nijmegen’s Katholieke hoofdkerk. Er was geen plaats voor die toren. Geen nood, Dr. Cuypers, bijzonder groot in torenbouw, bekroonde er den koepel mee en bewees, dat men ook midden in de kerk de fundamenten van een hooge ranke tooren kan leggen. Er werd met bekwamen spoed gewerkt.

Reeds 11 maart 1884 reikte Dr. Cuypers zijn plan aan het Kerkbestuur over en een maand later, 12 april 1884, hechtte Mgr. Godschalk zijn goedkeuring aan de meesterlijke plannen. Drie weken later, 5 mei 1884, begon de afbraak van de oude kerk en op 13 juni van datzelfde jaar werd de eerste steen van de fundamenten van de nieuwe gelegd. De plechtige eerste steenlegging op de hoek van den verbindingsmuur tusschen priesterkoor en Noordelijken zijbeuk had iets later, op het feest van Sint Augustinus, 28 Augustus van dat jaar, plaats.

Bijna twee jaar is aan de kerk gebouwd.

3 Mei 1886 op het feest van Kruisvinding, Maandag na Beloken Paschen heeft Mgr. Godschalk de nieuwe kerk geconsacreerd.

Het was een blijde dag, dien wij thans na vijftig jaar niet minder blij herdenken.

Om eenig begrip van den bouw te geven, de kerk is 50 Meter lang en 18 Meter breed, waarvan de breedte van het middenschip 9,50 meter is. Het gewelf is 16 Meter hoog in het middenschip, 6 Meter in de zijbeuken, op de gaanderijen 5,5 M. De hoogte van den nok van het dak bedraagt 27 Meter. Er zijn beneden 206 zitplaatsen in de banken, 280 groote en 600 kleine kerkstoelen, terwijl op de gaanderijen in banken en stoelen nog 387 plaatsen zijn.

De kosten van den bouw, met voorbijzien van die voor terreinaankoop, zonder meubileering en zonder pastorie, bedroegen f140.393,63½.

De kerk heeft vele weldoeners gehad. Voor het hoogaltaar en de Communiebank werd in de stad door een inzameling de som van 1700 Gld. bijeengebracht, terwijl voor den bouw der kerk

Aan onderscheiden giften f25.344 werd gegeven.

Het zou te ver voeren, alle weldoeners hier te vermelden, de familie Dobbelman neemt hier wel een zeer bijzondere plaats in, maar naast haar staan vele anderen, die het hunne bijdroegen om het nieuwe kerkgebouw van passende meubelen en kerksieraden te voorzien. Vermelding verdient, dat Deken Evers uit dankbaarheid voor het overwinnen van de vele moeilijkheden, welke de bouw der Kerk voor het Kerkbestuur maar niet het minst voor den Deken zelven medebracht, aan de kerk een beeld schonk van den H. Gregorius Thaumaturgus d.i. den Wonderdoener. Hij sprak van schier onoverkomenlijke moeilijkheden. Het kreeg een plaats onder het zangkoor.

De versiering en bemeubeling geschiedde bijna uitsluiten in innige samenwerking met den architect onder diens toezicht. De beelden der kerk, het hoogaltaar kwamen uit diens eigen werkplaatsen. De ramen van het priesterkoor werden uitgevoerd door Nicholas uit Roermond, de mooie schilderingen in het priesterkoor door Romain Looymans uit Antwerpen. Het hoogaltaar kostte de som van 8200Gld., de Communiebank 2400, het orgel 9000. Een pronkstuk der kerk is de groote Monstrans ter waarde van 3500Gld.

Hoezeer de kerk zich in de milddadigheid van de geloovigen uit heel de stad mocht verheugen, bleek nog in het begin van grooten oorlog, toen een inzameling over heel de stad een som van ruim 2000 Gld. samenbracht  voor aanleg van electrisch licht en de daarvoor benoodigde kroonen.

Een der laatste groote giften aan de kerk geschonken zijn de twee klokken, welke thans geregeld de geloovigen ter kerk roepen. Een ijzeren klokkenstoel werd geplaatst voor drie klokken “sol”, “si”, “re”.

De grootste, de “sol” moest nog worden geplaatst, ze nu nog een uitgave van een duizend gulden vragen, waaraan voorloopig niet te denken is. Van de twee andere heet de kleinste Maria, draagt de andere het opschrift “Sursum Corda”. Ik geloof niet onbescheiden te zijn, wanneer ik hier mededeel, met welke bedoeling door den HoogEerwaarden Heer Deken Mgr. C. van Son dit opschrift voor de grootste der beide klokken werd gekozen. Het was een moeilijke tijd. Hoe vele weldoeners de kerk ook in den loop der jaren had gevonden, hoe vele duizenden waren gegeven om haar overeenkomstig den sierlijken bouw ook inwendig rijk te versieren, de schuldenlast drukte nog steeds zeer zwaar op dit Godshuis. Was dit niet zoo bezwaarlijk in een beteren tijd, in de laatste jaren werd het een last, die de draagkracht van de sterk verarmde parochie ver te boven ging.

Er werd reeds meermalen eerst gefluisterd, toen luide gezegd, dat het er slecht voorstond met de financiën van de Augustijnenkerk, dat het onmogelijk was, uit de steeds geringer inkomsten te voorzien in de kosten van onderhoud van drie priesters met het voor hun verzorging benoodigde personeel, terwijl de kerk zelve ook veel aan onderhoud bleef vragen. Er werd van opheffing der provincie gesproken, waarbij dan tegelijk een nieuwe indeeling der parochiën in de binnenstad kon plaats vinden. De kerk zou dan ter beschikking worden gesteld aan een religieuze orde of worden afgebroken, de schuld gedelgd uit den opbrengst van grond en materiaal. Maar daarvoor was de Parochie, een drieduizend Katholieken omvattend, weer te groot, was ook het kerkgebouw te kostbaar en te mooi.

Terwijl de HoogEerw. Heer Deken voor deze moeilijkheden zat, liet hij de groote klok “Sursum corda” doopen, om op te roepen tot vertrouwen. En God, die het vertrouwen niet beschaamt, heeft de parochie bewaard en de Orde van de Broeders van Onze Lieve Vrouw van den Berg Carmel bereid gevonden, de kerk als kloosterkerk over te nemen en beschikbaar te blijven stellen als parochiekerk.

1 Januari 1934 werd de jubileerende kerk een kloosterkerk en de Paters Carmelieten rekenen het zich tot een eer, in deze kerk de heerlijke tradities voort te zetten welke er leven.

God zal ook hun vertrouwen niet beschamen. Zij gaan onder Zijn zegen blijde de toekomst tegemoet, onder de voorspraak van Maria, die aan de Kerk als mede-Patrones werd gegeven.” (De Gelderlander 2/5/1936)

Verval: de rol van verandering in de Benedenstad

Vanuit het Noorden naar de Waalkade met de achterliggende bebouwing; op de achtergrond v.l.n.r. de torens van de Broerstraatkerk , de Augustinuskerk en de St. Stevenskerk, 1890 (Thieme, H.C.A. Uitg. Nijmegen via F65784 RAN)
Vanuit het Noorden naar de Waalkade met de achterliggende bebouwing; op de achtergrond v.l.n.r. de torens van de Broerstraatkerk , de Augustinuskerk en de St. Stevenskerk, 1890 (Thieme, H.C.A. Uitg. Nijmegen via F65784 RAN)

Zoals het krantenartikel bij het 50-jarig jubileum in 1936 al noemt, was de financiële situatie van de Augustinuskerk niet rooskleurig geweest.

De Benedenstad was een belangrijk onderdeel van de parochie van de Augustinuskerk. Op het moment dat de nieuwe kerk werd gebouwd, was de Benedenstad welvarend. Hier woonden ook veel rijkere Nijmegenaren. Dit veranderde echter in de loop van de 50 jaar: door de aanleg van het station begon zich steeds meer verkeer te verplaatsen, welke vroeger op de Waal was gericht.

Het verval trad echter voornamelijk in doordat veel welvarende burgers zich na de sloop van de vestingwerken in de nieuwe buitenwijken gingen vestigen. Bij het 50-jarig in 1936 uit de Gelderlander de wens dat de ingezette saneringspolitiek van de Benedenstad haar oude luister zal doen herstellen.

Een paar jaar later begint echter de Tweede Wereldoorlog. De Augustijnenkerk zal daarbij worden verwoest in het bombardement van februari 1944.

Interieur verwoeste Augustinuskerk (GN2867 RAN)
Interieur verwoeste Augustinuskerk (GN2867 RAN)

Herbouw Karmelietenkerk

De kerk wordt, op een iets andere plaats, samen met het karmelietenklooster herbouwd en komt in 1951 gereed. Zie daarvoor het artikel:

Hoek Houtstraat Augustijnenstraat

In 1955 ontwerpt Okhuijsen het pand aan Plein 1944, op de hoek Houtstraat-Augustijnenstraat. De opdrachtgever is J. van Veggel sr.,…

Kruittoren of Kronenburgertoren

Toen Nijmegen haar vestingstatus verloor, was het blij dat ze nu eindelijk lucht kon krijgen door haar vestingwerken te slopen.…

Een gedachte over “St. Augustinuskerk architect Cuypers”

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.