De kabouterboom staat in het Kastanjedal van de stuwwal bij Beek. Met een leeftijd van 450 jaar is hij waarschijnlijk de oudste kastanjeboom van Nederland. Tot voor kort was hij ook nog eens officieel de dikste boom van Nederland, met een stamomtrek van negen meter.
Romeinen
Kastanjes op stuwwal (oktober 2024)
Oorspronkelijk komt de tamme kastanje voor in het Middellands Zeegebied. De Kelten waren waarschijnlijk de eersten die de bomen naar Noord-Europa hebben gebracht, de oudst gevonden resten zijn van 200 voor Christus (wikipedia). De Romeinen gingen kastanjes planten, als voedsel voor hun legioenen. Zo is de tamme kastanje waarschijnlijk ook op de stuwwal terecht gekomen, waar hij het goed doet in de löss achtige bodem. Het groot aantal kastanjes is dan ook van de kenmerken van de begroeiing van de stuwwal en het zoek naar kastanjes is een geliefde activiteit.
Oudste en (bijna) dikste
De Kabouterboom stond jarenlang ook bekend als de dikste boom van Nederland, met een stamomtrek van 8 meter en 33 centimeter. Dat was ook jarenlang waarschijnlijk geval, maar op een gegeven moment is hij ingehaald door een sequioia uit Brummen, welke nog elk jaar groeit. Deze had in 2020 een omvang van 8 meter en 60 centimeter. De vorige eigenaresse van het terrein in Brummen had geen behoefte aan bezoekers, en had gevraagd om haar boom alleen te vermelden op de “gesloten” lijst van het bomenregister, zodat deze boom wel bekend was bij beroepsmensen, maar publiekelijk.
Brand
In 2005 staken jongeren de boom (weer) in brand door binnenin een vuurtje te stoken. De boom werkte als een schoorsteen, maar de brandweer wist het vuur te blussen. Het was wel onzeker of de boom het zou redden. De Kabouterboom heeft zich echter wonderbaarlijk hersteld, wel herinnert de zwart geblakerde holte aan de brand. Op Bomengids.nl zijn foto’s te vinden van voor de brand.
Erosie
Kabouterboom (oktober 2024)
Daarna dreigde een nieuw gevaar: door erosie dreigden de wortels onvoldoende grip te behouden. Daarom is in 2019 een grote keerwand gebouwd.
Kabouters
Kabouter op de Kabouterroute (oktober 2024)
De boom dankt haar naam doordat ouders aan hun kinderen vertellen dat er kabouters in de boom leven: de holte is daar immers groot genoeg voor. De boom is onderdeel van de Kabouterroute, waar kinderen beelden van kabouters in het bos kunnen zoeken.
Rijksstraatweg 72: villa Margot, juli 2015 (Google Streetview) architect Oscar Leeuw
In 1900 liet G.T. van Boldrik het door hem gekochte gebouw verbouwen. Hoewel veel bronnen (nog steeds) Oscar Leeuw als architect noemen, is het ontwerp mogelijk afkomstig van P.G. Buskens. Van Boldrik vernoemde de villa naar zijn vrouw: Villa Margot.
In 1900 kocht de gemeentesecretaris G.T. van Boldrik dit gebouw, oorspronkelijk een boerderij. Het gebouw bestaat sinds het midden van de 19e eeuw. In 1860 heeft het de naam “De Luts”. Nieuwe eigenaren hernoemen het gebouw in 1894 naar “Persingzicht”.
Van Boldrik laat het huis vergroten en de voorgevel vernieuwen, welke in 1901 gereed kwam. De bouwstijl van deze voorgevel is de Nieuwe Kunst (oftewel Art Nouveau/Jugendstil).
Architect Buskens
Veel bronnen noemden in het verleden Oscar Leeuw als architect van Villa Margot. In het artikel “Was Oscar Leeuw wel de architect van Villa Margot in Beek?” verklaart Willem Ruyters in Numaga waarom niet Oscar Leeuw, maar P.G. Buskens de architect van Villa Margot is. Bij het verschijnen van “Wonen aan de Straatweg, deel II: Van Sprauwenheuvel tot Beeklust.” (november 2025) uitgegeven door het Stichting Margot van Boldrikfonds blijkt dit boek ook P.G. Buskens aan te wijzen als architect.
Wanneer op 5-6-1901 de aanbesteding plaats zal vinden van “Het uitgraven, ophoogen, in profiel brengen en aanleggen van wegen, op een terrein, gelegen aan den straatweg Nijmegen-Beek, gem. Ubbergen” namens de “Maatschappij tot exploitatie van Bouwterreinen te Beek”, is architect P.G. Buskens, Scheidenmakersgas 54, de architect (PGNC 26/5/1901)
Daarnaast toont Ruyters met een aantal andere argumenten, waaronder een vergelijk van het werk van de architecten Buskens en Leeuw ten opzichte van het ontwerp van Villa Margot aan, waarom Buskens de waarschijnlijke architect is.
Beschrijving Villa Margot
Het pand ligt tegen de stuwwal aan. De woning kreeg een asymmetrische voorgevel. Opvallend is daarbij het raam in de vorm van een rondboogvenster.
De makelaar, in de vorm van een passer? (met winkelhaak?), juli 2015 (Google Streetview)
Boven dit venster is een opvallende gevelmakelaar (de bekroning van de geveltop), welke mij (RE) doet denken aan een passer.
Het balkon is van geornamenteerd hout. Wat in ieder geval de tegenwoordige tijd opvalt, is de hemelsblauwe kleur van de vensters. Ik (RE) weet niet of dit de oorspronkelijke kleur is.
De naam “Villa Margot” is aangebracht op een gepleisterd vlak. De villa is vernoemd naar de voornaam van mevrouw van Boldrik. Aan beide kanten staat een gestileerde klaproos. De voordeur in de lage aanbouw heeft een glas-in-lood venster.
Van Boldrik
Gerhardus Theodorus van Boldrik (14-4-1866 Leuth – 27-4-1942 Beek) was Gemeente secretaris en ontvanger van de gemeente Ubbergen. Zijn vrouw was Margot Elisabeth Hanenberg.
Hij was op 1 januari 1887 benoemd tot ambtenaar der gemeentesecretaris. Twee jaar later volgde de benoeming tot gemeentesecretaris. Dit beroep voerde hij meer dan 30 jaar, tot 1 juli 1922, uit. In het artikel naar aanleiding van zijn overlijden wordt genoemd dat hij in het bijzonder in de moeilijke tijd van 1914 tot 1919 belangrijk is geweest. Hij heeft ervoor gezorgd, dat het kerkje van Persingen voor de gemeente behouden bleef. (PGNC 30/3/1942)
Dochter Margot van Boldrik
In 1907 krijgt van Boldrik een dochter, die hij ook Margot noemt: Margot Johanna Theodora van Boldrik (1907-2008). Zij werd lerares in Kekerdom, Nijmegen en Roermond. Maar zij is vooral bekend vanwege haar liefde voor geschiedenis. Zij schreef boeken en verzamelde boeken en gegevens over de geschiedenis van de gemeente Ubbergen. Deze boeken vormden collectie van de in 1982 opgerichte Stichting Margot van Boldrikfonds. Zie tevens site van dit fonds.
Bewoner S.C. van Hattum
Vanaf het adresboek 1907 tot in ieder geval 1928 komt de familie van Hattum voor op het adres van Villa Margot.
In het Adresboek 1907 komt Villa Margot als: “S.C. v. Hattum “gep. Kap. O.I.L. en kap bij de Landweer, Beek beeksche straatweg villa margot”.
In 1908, 1909, 1910-1911 is het adres Beek beeksche straatweg 19 villa “Margot”.
Vanaf 1912-1213 is hij “reserve-kap” bij de Landweerinfanterie (naast gep. Kap. O.I.L.).
En in de Adresboeken 1913-1914, 1914-1915, 1915-1916, 1916, 1918 tevens lid van het college van zetters.
In het Adresboek van 1922 en 1926 komt hij niet meer voor als reservekapitein. Wél is hij dan tevens “administrateur”. Het adres van villa “Margot” is dan Beek, Straatweg 20.
In de Adresboeken van 1932, 1934 komt hij alleen nog voor als gep. Kap. O.I leger en administrateur. Het adres van villa Margot is dan Straatweg 26.
Waarschijnlijk overlijdt hij in deze jaren: in 1936 komt de Weduwe S.C. van Hattum voor op Beek B 26. De andere bewoner van Villa Margot is dan H.C.M.L. van Beek. In 1938 komt alleen deze H.C.M.L. voor.
Villa ‘Dennenheuvel’ van architect Oscar Leeuw (28/07/1866 – 16/02/1944), met decoraties van broer Henri, vlak na de oplevering in 1900, gebouwd in opdracht van de Rotterdamse koopman Albert Suermondt, 1900 (F88071 RAN)
De Rotterdammer Suermondt liet in 1900 zijn villa bouwen aan de Rijksstraatweg in Ubbergen. Het architect daarvan was Oscar Leeuw, die samen met zijn Henri Leeuw een waar Gesamtkunstwerk heeft ontworpen.
Van vakantieadres naar woning
In 1900 kocht de Rotterdams koopman Albert Jacob Pieter Suermondt een stuk grond in Beek. De Suermondt, zijn vrouw Wilhelmina Mees en hun kinderen hadden, na een aantal jaren vakantie in de omgeving van Ubbergen te hebben gevierd, 16 jaar lang een woning van de familie Dommer van Polderveldt gehuurd. Van deze familie kocht het stuk grond. Op deze grond stond een goedlopend koffiehuis, de “Weg en Hout”. Na een verbouwing werd deze “Boschlust” genoemd. Dit pand is in 1938 gesloopt. Op de helling boven het koffiehuis werd een nieuwe villa gebouwd. Hiervan waren de ontwerpers Oscar en Henri Leeuw. Dit was een van hun eerste grote opdrachten. Maar ook: een jaar daarvoor hadden ze de Melkerij Lent ontworpen, welke veel aandacht en waardering had gekregen, zowel van publiek als van vakmedia. Beeldhouwer Henri Leeuw had inmiddels zijn Leeuw in het Kronenburgerpark staan.
In mei 1900 vindt de aanbesteding plaats “Villa, terrein aan den Ubbergschen weg, voor rekening A. Suermondt”. Heijmerink en Nollen hadden met f22750 de laagste inschrijving en verkregen de aanbesteding. (De Gelderlander 23/5/1900)
In de zomer verhuisde het echtpaar Suermondt-Mees naar de nieuwe woning.
Vergezicht
Straatbeeld, met café ‘Boschlust’, en, op de achtergrond, villa ‘Dennenheuvel’, gebouwd tussen 1899 en 1902 door de Nijmeegse architect Oscar Leeuw. Links, de tramrails van de stoomtram Nijmegen-Beek, gedateerd 1904-1906, (Jos M.H. Nuss Amsterdam via F89331 RAN)
Doordat de woning 10 meter boven straatniveau uitkwam, had het een prachtig uitzicht. Vanaf het terras is Arnhem te zien. Aan bij straten van de Rijksstraatweg lieten rijkeren vanaf de eerste helft van de 19e eeuw hier villa’s bouwen vanwege de schoonheid van het landschap. Daarnaast had het een voordelig belastingklimaat. Net als de andere meeste villa’s is de zichtlijn schuin op de Rijksstraatweg gericht. De villa valt onder het beschermd dorpsgezicht van Ubbergen.
Inrichting
In de zomer van 1901 vindt de verhuizing plaats. Waarschijnlijk was de interieurafwerking op dat moment nog niet klaar en kwam deze het volgende jaar gereed.
Het huis is opgetrokken uit baksteen, met elementen van natuursteen. Een deel van de gevels is met leisteen of heeft vakwerk uitgevoerd in stuc.
In huis staat, conform de “neo-Tudor stijl” de hall en het trappenhuis centraal. Het originele interieur is vrijwel bewaard gebleven. De kamers hebben eikenhouten lambriseringen. Opvallend is de hemelsblauwe kleur van het houtwerk. Op de wanden zijn sjabloonschilderingen aangebracht en de plafonds zijn beschilderd met planten en bloemen, welke typisch jugendstilmotieven zijn. Maar er zijn ook symbolen geschilderd, die ontleend zijn aan de vrijmetselarij en theosofie, zoals bijvoorbeeld afbeeldingen uit de dierenriem en andere astrologische afbeeldingen.
Bouwstijl
Straatbeeld, met villa ‘Dennenheuvel’. Boven de straat en schuin op de lijn met de straat. Links, de tramrails van de stoomtram Nijmegen-Beek, datering 1904-1906 (I.J. Glaser via F89341 RAN)
Door het totaalontwerp, waarbij bouw en decoratie 1 geheel vormt, is het een echt “Gesamtkunstwerk” geworden. Oscar en Henri Leeuw hebben elementen uit verschillende stijlen gebruikt. En dan vooral de Engelse landhuisstijl vanwege de centrale rol die de hall speelt, de groepering van de puntdaken, de overhangende erkers, en de Neo-Tudor schoorstenen. De ornamenten zijn in Art Nouveau (oftewel Jugendstil) stijl, zoals bij consoles en dakranden (ontleend aan Rijksmonumenten).
Zowel de gebroeders Leeuw als Suermondt hadden een grote belangstelling voor stromingen als de theosofie. Vandaar dat het niet verwonderlijk is dat verwijzingen hiernaar zijn terug te vinden in de decoratie.
Een groot deel van de in de loop der jaren weg geschilderde sjabloonschilderingen is door de huidige eigenaar hersteld. (Rijksmonumenten)
Rijksmonument
Het gebouw is een Rijksmonument. Als waardering:
“-Van architectuurhistorische waarde als gaaf en bijzonder voorbeeld van een villa van omstreeks 1900, die in hoofdvorm en plattegrond de kenmerken vertoond van de Engelse Landhuisstijl, zoals een schilderachtige groepering van bouwvolumes, het gebruik van overkragende erkers, markante schoorstenen en samengestelde raampartijen. Hierbij is onder meer de met schubleien bekleedde erker een markant onderdeel. Voor decoratieve elementen en de aankleding van het interieur is voornamelijk met Art Nouveau motieven gewerkt, waarbij de goed bewaard gebleven en deels teruggebrachte schilderingen in Nederland een hoge zeldzaamheidswaarde bezitten. De villa is een belangrijk werk binnen het oeuvre van de Nijmeegse architecten Oscar en Henri Leeuw.
-Van stedenbouwkundige waarde als karakteristiek onderdeel van de bebouwing van de stuwwal aan de Rijksstraatweg, waar de villa vanwege ligging en markante verschijningsvorm een belangrijke beeldbepalende rol speelt.
-Van cultuurhistorische waarde als uiting van een maatschappelijke ontwikkeling, als voorbeeld van een villa gebouwd voor een kapitaalkrachtige stedeling, die zich vanwege het aantrekkelijke landschap langs de Rijksstraatweg vestigde. De villa is voorts een uiting van een geestelijke ontwikkeling, omdat in het interieur veelvuldig verwijzingen voorkomen naar de belangstelling van de opdrachtgever en architecten voor stromingen als Vrijmetselarij en Theosofie.” (Monumentenregister)
Het huis is door verschillende generaties Suermondt bewoond. Op een later tijdstip was het onder andere een kleuterschool van de Kanunnikessen van de Heilige Augustinus. Ook was het in gebruik als internaat van het college ‘Notre Dame des Anges’. Vanaf de jaren 70 hebben er een aantal families gewoond.
Wim Hornix en Els Straatman kochten Dennenheuvel in 1982. De afgelopen 40 jaar hebben zij de woning met veel zorg gerestaureerd. Een van de voorbeelden is het terugplaatsen van sjabloonschilderingen. Voor hun werk ontvingen ze de Ton Gijsbers Monumentenprijs 2009-2010. Hoewel niet gezocht naar andere gewonnen prijzen, schrijft de Gelderlander op dat moment dat de villa “weer eens in de prijzen is gevallen.” Wim Hornix is in 2019 overleden. De weduwe Hornix-Straatman heeft er nog een aantal jaren gewoond en in 2022 verkocht ze de woning Vereniging Hendrick de Keyser.
Vereniging Hendrick de Keyser
De vereniging kocht de woning vanwege “Reden verwerving: uitzonderlijk gaaf bewaard voorbeeld van de eclectische laat-negentiende/vroeg-twintigste-eeuwse villa-architectuur in Engelse landhuisstijl met een jugendstil-interieur (inclusief enkele vaste meubelen) uit de bouwtijd (‘gesamtkunstwerk’).” (Persbericht bij verwerving)
Hendrick de Keyser heeft als doel architectonisch of historisch waardevolle gebouwen te behouden. Daarvoor koopt ze panden aan. Om deze vervolgens te restaureren en daarna te verhuren. De vereniging heeft intussen 440 panden in haar bezit.
Oscar Leeuw is een van de belangrijkste architecten van Nijmegen. Bekende werken van hem zijn onder de synagoge, museum Kam…
Het fraaie pand van het melkhuis van B.J. Wildenbeest in art-decostijl ontworpen door Oscar Leeuw. Het pand overleefde de oorlog niet: het werd door de terugtrekkende Duitsers in brand gestoken, St. Jorisstraat 1, 1899 – 1900 (F17705 RAN)