Woonboten t Meertje bij laag water, oktober 2023
#Nijmegen, Beek, Berg en Dal, Gebouw van de dag, Groen in Nijmegen, GroenInNijmegen, Ubbergen

’t Meertje

Woonboten t Meertje bij laag water, oktober 2023
Woonboten t Meertje bij laag water, oktober 2023

’t Meertje of ook wel Het Meer genoemd is een zogenaamde wetering: een meestal afgegraven watergang dat dient tot afwetering.

Het Meer is ontstaan als oude rivierloop van de Rijn tijdens het Saalien (of Saale-glaciaal): de een na laatste ijstijd, ongeveer 238 tot 126 duizend jaar geleden. Het ligt onder de Nijmeegse stuwwal in de Ooijpolder.

 ’t Meertje mondt uit in de Waal. Oorspronkelijk lag de uitmonding op de locatie van de Waalbrug. Maar door de bouw van deze brug is deze monding verplaatst naar het oosten, de huidige locatie. Ook is daarbij een grotere inham gegraven, waar woonboten liggen.

Sinds 2009 heet het officieel ’t Meertje.

Gezicht op de Waalkade ter hoogte van de Valkhofheuvel met de tot huizen verbouwde Stratemakerstoren. Midden boven is de Belvédère te zien met rechts daarvan het Valkhof. Links vaart een schip op het Meertje, het riviertje dat vanuit de Ooy tot aan de oostelijke stadsmuur stroomde. Schilderij van de Nijmeegse schilder Peter Martinus Post (1819 - 1860), 1853 (F5630 RAN)
Gezicht op de Waalkade ter hoogte van de Valkhofheuvel met de tot huizen verbouwde Stratemakerstoren. Midden boven is de Belvédère te zien met rechts daarvan het Valkhof. Links vaart een schip op het Meertje, het riviertje dat vanuit de Ooy tot aan de oostelijke stadsmuur stroomde. Schilderij van de Nijmeegse schilder Peter Martinus Post (1819 – 1860), 1853 (F5630 RAN)

Afwatering

’t Meertje is belangrijk als afwatering voor ondermeer de Duffelt en het achterliggende gebied. Ook is het belangrijk voor de afwatering van de stuwwal en het plateau van Groesbeek. Dit water komt via Kranenburg in ’t Meertje terecht en vervolgens in de waal.

(In omgekeerde volgorde) loopt ’s Meertje langs de stuwwal, parallel aan de Provinciale weg en komt langs Persingen. Bij Beek splitst de waterloop zich: 1 tak komt uit in het Wylermeer en loopt dan verder in Duitsland. Daar loopt het onder de naam Große Wässerung richting Kranenburg. Verschillende weteringen en beken komen hier op uit.

De oostelijke tak is bij Leuth de grens tussen Nederland en Duitsland. Deze loopt als Grenswetering verder, om in Duitsland Hauptwässerung te heten. Ook hier komen meerdere beken en weteringen op uit, vanuit de richting van Millingen en Mehr.

Hollandsch-Duitsch gemaal

Dijkgraaf van Wijckweg 4, Nijmegen Ooyse Schependom

Op 23 januari 1934 werd na een eeuwenlange strijd over de afwatering van de Duffelt het Hollands-Duits gemaal in werking gesteld. De foto toont de achterzijde van het gemaal, Ooysedijk, Ooijsche Schependom, 1938 (GN10858 RAN)
Op 23 januari 1934 werd na een eeuwenlange strijd over de afwatering van de Duffelt het Hollands-Duits gemaal in werking gesteld. De foto toont de achterzijde van het gemaal, Ooysedijk, Ooijsche Schependom, 1938 (GN10858 RAN)

Een bijzonder gebouw bij ’t Meertje is het Hollandsch-Duitsch gemaal. Het werd in 1933 gebouwd om water of te voeren uit de Ooijpolder en de Duffelt via ’t Meertje in de Waal. Het is gebouwd in opdracht van het toenmalige Nederlandsche Waterschap Nijmegen-Duitse Grens en het Duitse Deichverband Kleve-Landesgrenze.

 Het is een ontwerp van Marinus Jan Granpré Molière 1883-1972), samen met civiel ingenieur R. verLoren van Themaat. Het ontwerp is in de stijl van de Delftse School.

Op 23 januari 1934 werd het gemaal in werking gesteld, de officiële opening was op 2 februari 1934 (zie foto F52473 RAN).

Rijksmonument

Het Gemaal is een Rijksmonument met als waardering (zie deze link ook voor een uitgebreide beschrijving):

“- Van architectuurhistorische waarde als typologisch goed voorbeeld in exterieur van een zorgvuldig vormgegeven en functioneel opgezet gemaal uit 1933, waarbij opvalt dat de zichtbare bovenbouw in hoofdvorm en materiaalgebruik aansluit bij de landelijke architectuur en aldus de moderne techniek enigszins verhult. Het object is een goed voorbeeld van Delftse School-architectuur met hoogwaardige esthetische kwaliteiten. Het gemaal neemt als voorbeeld van industriarchitectuur een unieke plaats in binnen het oeuvre van ingenieur M.J. GranprMoliHij heeft voornamelijk woonhuizen, raadhuizen en kerken ontworpen. Na de recente aanpassingen in het kader van de dijkverbetering heeft het gemaal zijn functie alsmede de monumentale karakteristiek behouden. Wel is de installatie volledig vervangen door nieuwe motoren en pompen. – Van stedenbouwkundige waarde als essentieel onderdeel van het (inter)nationaal belangwekkende natuurontwikkelingsgebied “Gelderse Poort”. Het gemaal is van bijzondere betekenis vanwege de markante situering op een plek waar drie landschapstypen bij elkaar komen, namelijk de Waal met zijn uiterwaarden en dijken, de Nijmeegse stuwwal en de Ooypolder. Het gemaal accentueert door zijn functie en situering de karakteristieke eigenschappen van dit landschap en maakt deze herkenbaar.

– Van cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een landschappelijke en technische ontwikkeling, in casu het controleren van de waterhuishouding in een aan de Waal en stuwwal grenzende polder; aanvankelijk alleen op natuurlijke wijze met een uitwateringssluis en sedert 1933 tevens op kunstmatige wijze met een toegevoegd gemaal.”

(Overige) Bronnen en verder lezen

https://nl.wikipedia.org/wiki/Het_Meer_(wetering)

https://nl.wikipedia.org/wiki/Hollandsch-Duitsch_gemaal

https://nl.wikipedia.org/wiki/Wetering_(watergang)

https://nl.wikipedia.org/wiki/Saalien

De Ooypoort

De Ooypoort verbindt de Waalkade met de Stadswaard/Ooijpolder; de stad met de natuur. Het ontwerp is van Olaf Gipser uit…

Chalet Stollenburg Oude Holleweg 14 Berg en Dal (Oktober 2024)
#Nijmegen, Beek, Berg en Dal, Gebouw van de dag, Ubbergen

Chalet Stollenburg

1874/ca. 1883 Oude Holleweg 14 Berg en Dal, Rijksmonument/Gemeentelijk Monument

Chalet Stollenburg Oude Holleweg 14 Berg en Dal (Oktober 2024)
Chalet Stollenburg Oude Holleweg 14 Berg en Dal (Oktober 2024)

Chalet Stollenburg is in 1882 gebouwd voor 2 tentoonstellingen als wijnschenkerij. Het pand gebouwd in chaletstijl, de architect van de onderbouw was D. Geijsbeek Molenaar.

Weinstube

Oorspronkelijk is het pand in 1882 gebouwd als “Pfälzer Weinstube” op het terrein van de eerste Bayerische Landesausstellung. Dit fungeerde als horeca voor de bezoekers van deze tentoonstelling. De architect was C. Schick. Het bestond onder andere uit een zaal met buffet en een Herrenstüblein (café) met veranda. In 1883 werd het gebouw op de Internationale Kolonial en Uitvoerhandel Tentoonstelling in Amsterdam geplaatst, om ook hier als “Weinschenke” te dienen. Na afloop van de tentoonstelling werden de paviljoens bij opbod verkocht.

Koop door architect Geijsbeek Molenaar

De Arnhemse architect Dirk Geijsbeek Molenaar kocht het wijnhuis en bouwde het huis in 1884 opnieuw in Berg en Dal, op de kruising van de Stollenbergweg en Oude Holleweg. Met een stenen onderbouw, waar oorspronkelijk houten panelen in vakwerkbouw waren geplaatst. Vanaf dat moment wordt het “Chalet Stollenburg” genoemd.

Het PGNC 27/3/1884 kondigt de komst van de villa aan:

“Nijmegen, 26 Maart.

Onder de bijgebouwen der Internationale Tentoonstelling te Amsterdam werd veler aandacht getrokken door een keurig paviljoen, door de heeren Adler en Todt al “Weinschenke” ingericht. Het verdiende die opmerkzaamheid ten volle. Afkomstig van een vroegere “Gewerbe-Ausstellung” te Neurenberg was het daar vervaardigd door de bekwaamste werklieden, die elk in hun vak een proefstuk hunner kunde hadden geleverd. Zoowel wat de uiterlijke vormen als wat de inwendige betimmering betreft, mocht het dan ook op even groote sierlijkheid als soliditeit bogen. Welnu, dit schoone gebouw zal voortaan onze omstreken sieren. Op den rand van den Hunerberg boven het oostelijk uiteinde van het Elyseesche dal, nabij de villa “de Wolfsheuvel”, zal het door den heer Geijsbeek Molenaar als villa worden overgeplaatst. We twijfelen er niet aan of het zal niet alleen het landschap daar tot sieraad strekken, maar weldra blijken een begeerlijk plekje te zijn voor dezulken, die zich in onze heerlijke omstreken willen vestigen.”

Predikant Drost

Na enkele jaren kocht predikant Johannes Drost uit Leiden het gebouw om als zomerverblijf te gebruiken. Zijn dochter W.L. Drost had het daarna jarenlang in gebruik als “Christelijk Rusthuis”.

Woonhuis

Rond 1952 ging B. Hagreis hier wonen. Hij was directeur van de Therminion-Radiolampenfabriek in Lent.  Daarna had het huis een aantal andere bewoners.

In 2005 kocht bouwkundig ingenieur T. Klerks de woning. Hij voerde een grote renovatie uit. Zo kwamen er trappen bij de nieuwe voordeur en naar de veranda. Het grote raam werd gerenoveerd.

Chalet Stollenberg, 2010 (Henk van Gaal via DF527 RAN CC0)
Chalet Stollenberg vóór de brand, 2010 (Henk van Gaal via DF527 RAN CC0)

2012 Brand

Na kortsluiting in de bedrading aan het houten plafond, brak in 2012 brand uit. Hierdoor raakte pand zwaar beschadigd door het vuur, maar ook door rook en water. Hierdoor was het geruime tijd onduidelijk wat er met het pand ging gebeuren. Vervolgens vond er een grote restauratie plaats.

Architect Geijsbeek Molenaar

Lees hier meer over architect Geijsbeek Molenaar:

Monument

Gemeente Berg en Dal: “Kenmerken: op lage grijs gepleisterde onderbouw staand kruisvormig pand van één bouwlaag onder een samengesteld overstekend dak met leien. De muren zijn in vakwerk opgetrokken, met wit gepleisterde velden. De symmetrische voorgevel bestaat uit een middendeel met hoog opgaand steil geknikt schilddak met een dakkapel onder een schilddak. Het wordt geflankeerd door lagere zijvleugels onder lage schilddaken, waarvóór zich tot serres verbouwde veranda’s onder een lessenaarsdak bevinden. In het bewaard gebleven oorspronkelijke interieur valt een gebrandschilderd glas-in-loodraam in de woonkamer op.”

(Overige) Bronnen en verder lezen

https://nl.wikipedia.org/wiki/Chalet_Stollenburg

Zie ook:

https://nijmegen-oost.nl/uitgelicht/chalet-stollenburg-van-weinschenke-tot-woonhuis

https://henkbaron.nl/2012/11/01/uitslaande-brand-zwitsers-chalet-in-berg-en-dal/ met onder andere een beschrijving en foto van de brand in 2012.

https://www.gelderlander.nl/nijmegen/rijksmonument-chalet-stollenburg-zwaar-beschadigd-door-brand~a824b217/

Chalet Stollenburg (oktober 2024)
Chalet Stollenburg (oktober 2024)
Kabouterboom (oktober 2024)
#Nijmegen, Beek, Groen in Nijmegen, GroenInNijmegen, Ubbergen

De Kabouterboom: Oudste Kastanjeboom van Nederland

Kastanjedal Stuwwal, Beek/Ubbergen

Kabouterboom (oktober 2024)
Kabouterboom (oktober 2024)

De kabouterboom staat in het Kastanjedal van de stuwwal bij Beek. Met een leeftijd van 450 jaar is hij waarschijnlijk de oudste kastanjeboom van Nederland. Tot voor kort was hij ook nog eens officieel de dikste boom van Nederland, met een stamomtrek van negen meter.

Romeinen

Kastanjes op stuwwal (oktober 2024)
Kastanjes op stuwwal (oktober 2024)

Oorspronkelijk komt de tamme kastanje voor in het Middellands Zeegebied. De Kelten waren waarschijnlijk de eersten die de bomen naar Noord-Europa hebben gebracht, de oudst gevonden resten zijn van 200 voor Christus (wikipedia). De Romeinen gingen kastanjes planten, als voedsel voor hun legioenen. Zo is de tamme kastanje waarschijnlijk ook op de stuwwal terecht gekomen, waar hij het goed doet in de löss achtige bodem. Het groot aantal kastanjes is dan ook van de kenmerken van de begroeiing van de stuwwal en het zoek naar kastanjes is een geliefde activiteit.

Oudste en (bijna) dikste

De Kabouterboom stond jarenlang ook bekend als de dikste boom van Nederland, met een stamomtrek van 8 meter en 33 centimeter. Dat was ook jarenlang waarschijnlijk geval, maar op een gegeven moment is hij ingehaald door een sequioia uit Brummen, welke nog elk jaar groeit. Deze had in 2020 een omvang van 8 meter en 60 centimeter. De vorige eigenaresse van het terrein in Brummen had geen behoefte aan bezoekers, en had gevraagd om haar boom alleen te vermelden op de “gesloten” lijst van het bomenregister, zodat deze boom wel bekend was bij beroepsmensen, maar publiekelijk.

Brand

In 2005 staken jongeren de boom (weer) in brand door binnenin een vuurtje te stoken. De boom werkte als een schoorsteen, maar de brandweer wist het vuur te blussen. Het was wel onzeker of de boom het zou redden. De Kabouterboom heeft zich echter wonderbaarlijk hersteld, wel herinnert de zwart geblakerde holte aan de brand. Op Bomengids.nl zijn foto’s te vinden van voor de brand.

Erosie

Kabouterboom (oktober 2024)
Kabouterboom (oktober 2024)

Daarna dreigde een nieuw gevaar: door erosie dreigden de wortels onvoldoende grip te behouden. Daarom is in 2019 een grote keerwand gebouwd.

Kabouters

Kabouter op de Kabouterroute (oktober 2024)
Kabouter op de Kabouterroute (oktober 2024)

De boom dankt haar naam doordat ouders aan hun kinderen vertellen dat er kabouters in de boom leven: de holte is daar immers groot genoeg voor. De boom is onderdeel van de Kabouterroute, waar kinderen beelden van kabouters in het bos kunnen zoeken.

Kabouterboom Stuwwal Beek Berg en Dal oktober 2018
Kabouterboom (foto oktober 2018)

(Overige) Bronnen en verder lezen

https://www.gelderlander.nl/berg-en-dal/de-beekse-kabouterboom-een-450-jaar-oude-markante-reus~abb028df/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F

https://www.gelderlander.nl/berg-en-dal/kabouterboom-in-beek-is-niet-meer-de-dikste-boom-van-nederland~ab9ab995/

Bisonbaai (januari 2023)
#Nijmegen, Beek, Groen in Nijmegen, GroenInNijmegen, Ubbergen

Bisonbaai: geschiedenis, waterrecreatie en natuurpracht

Bisonbaai bomen januari 2023
Bisonbaai bomen (foto januari 2023)

Een van de bekendste badplaatsen in de omgeving van Nijmegen is de Bisonbaai of Bizonbaai. Het is een voormalig zandwingat in de Ooijpolder, vlak bij de Waal. Daarnaast is het een geliefd wandelgebied, waarbij het met de Stadswaard/Ooijpolder en Groenlanden een groot groen lint vormt. Waarbij deze vervolgens weer aansluit op de Millingerwaard.

De Bisonbaai is gemiddeld 5 meter diep, waarbij het waterpeil afhankelijk van het peil in de Waal. Op sommige plaatsen is de het meer echter meer dan 15 meter diep. (Zwemwaterprofiel Bisonbaai)

Om een rondje te kunnen wandelen, is in 2005 een houten brug aangelegd, welke in 2020 is vernieuwd.

De Bisonbaai staat mede bekend om zijn naaktstrandgedeelte. En om Oortjeshekken, een café-restaurant dat tegenover de Bisonbaai ligt.

Oortjeshekken (januari 2023)
Oortjeshekken (januari 2023)

Onduidelijkheid over naam Bisonbaai

Er bestaat geen zekerheid waar de naam Bisonbaai vandaan komt. De Gelderlander heeft een leuk artikel over de mogelijke herkomst gepubliceerd.

De door mij (en Rob Essers zoals op de Gelderlander en Noviomagus staat weergegeven) eerstgevonden vermelding is wanneer De Gelderlander 24/7/1936 schrijft over een kanotocht door een aantal Nijmegenaren:  ‘Eerst bij de inham, die de canoërs ‘Bizonbaai’ noemen, wenden wij het stuur en zakken we met een flinke snelheid weer de Waal af.’

Baggeren

De Bisonbaai is ontstaan door klei, zand en grindwinning (register zwemwater).

Op een kaart van 1956 zoals te zien op Reactie 5 is te zien dat op dat moment de Bisonbaai veel kleiner was dan het meer wat wij tegenwoordig kennen. In de jaren 50 is zand afgegraven om de Groenlanden-noord op te hogen. Dan heet het nog niet afgegraven deel “Sophia’s Kamp” (Noviomagus). Daarbij is nog tevens een open verbinding met de Waal te zien, ook op de kaart van 1966.

Het genoemde artikel uit de Gelderlander haalt Ton Basten uit Ooij aan, die vertelt dat hij als machinist op de baggermolen heeft gewerkt. Deze heette Cato en niet De Bison, zoals in veel artikelen te lezen is.

In ieder geval zijn in 1949 N.V. Grint Mij „Noviomagum” en N.V. Bagger- en Aannemingsbedrijf „Dara” eigenaren van Cato (Rb. Rotterdam, 19-1-1949).

Het krantenartikel van 8 juni 1957 (zie hieronder) noemt dat “geruime tijd geleden is onder Erlecom, nauwelijks vier kilometer van deze stad, een grote baggermaatschappij aan de arbeid gegaan en langzamerhand is er een diep meer ontstaan, dat de naam Bisonbaai heeft gekregen.”

Waarschijnlijk moest rond 1957 de naam Bisonbaai nog uitgelegd worden, want ook een artikel in het Nijmeegsch dagblad van 8-7-1957 noemt: “Bij de Bisonbaai, het grote meer nabij Erlecom”. (Een “veehouder” had een politieagent gevraagd bezoekers tegen te houden zijn land te betreden, omdat een paar dagen daarvoor bezoekers een landbouwwerktuig zouden hebben vernield. Daarnaast sluiten sommige bezoekers het hek niet, zodat zijn vee kan weglopen. En bezoekers lopen niet alleen op het smalle pad, maar soms met zessen naast elkaar wat onnodig schade aan het gras oplevert. “Bovendien lieten zij daar allerlei rommel achter”).  Een artikel van het Nijmeegsch dagblad op  19-6-1957 over zwemgelegenheden in de omgeving heeft het echter slechts over “de Bisonbaai”.

Waterrecreatie

De Bisonbaai staat bekend als een van de meren om te gaan zwemmen of te zonnen.

In 1957 openen de heren Kunst en Wijns -waarschijnlijk voor korte tijd- een school voor waterskiën. Daarbij zijn er plannen om hier een watersportcentrum te vestigen, waarbij ook boten kunnen worden verhuurd. (Nijmeegsch dagblad, 22-5-1957). Een maand later (8-6-1957) schrijft het Nijmeegsch dagblad echter al dat de plannen voor een jachthaven weer van de baan zijn: Rijkswaterstaat de baggerconcessie heeft verleend, op voorwaarde dat de maatschappij na het beëindigen van de werkzaamheden de baai afsluit van de rivier.

Gratis zwemmen

In 1961 wordt er nog steeds gezwommen, gezeild en met motorbootjes gevaren, waarbij de Bisonbaai een open verbinding met “enkele kilometers verder op stromende” Waal heeft. Er zijn echter strubbelingen ontstaan: baron van Randwijk liet tegen “een kleine vergoeding” bezoekers toe op zijn terrein. Gemeente Ubbergen had echter een verordening uitgevaardigd, waarbij het verboden was in de Bisonbaai te zwemmen, zolang de eigenaar geen vergunning had om een zwembad te exploiteren. Van Randwijk wilde geen vergunning aanvragen “omdat hij er geen behoefte aan heeft zwembadexploitant te worden” en daarop konden mensen gratis terecht.

De Bisonbaai was een zware concurrent van het “Wylerbad”, welke met gemeentegeld was opgeknapt. De politie had het jaar ervoor, in 1960 een bekeuring uitgeschreven aan een zwemmer, om op die manier een rechtszaak mogelijk te maken die de rechtmatig van de verordening zou ondersteunen. De kantonrechter had de student een boete van 11 gulden gegeven met de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan. Een jaar later, tijdens de behandeling van het hoger beroep, zegt de politieman dat er nog geregeld wordt gezwommen en dat de politie er niet tegen optreedt “die eraan toevoegde dat de Burgemeester van Ubbergen van mening was dat men met de tijd mee moest gaan en het zwemmen moest toestaan.” (Zeeuwsch Dagblad, 9-8-1961)

Verkoop?

In 1966 heeft de eigenaar G.R.A. van Randwijk plannen om het recreatiegebied “Bisonbaai” te verkopen. Daarbij verschijnt een advertentie in de Frankfurter Allgemeine, Dit leidt tot Kamervragen: is het wenselijk dat het gebied aan buitenlanders (“Duitsers zijn met name genoemd”) te verkopen? Kan het niet beter verkocht worden aan Nederlanders, desnoods met overheidsbijdrage of met een financiële deelname in de exploitatie? (Trouw, 21-4-1966). De uitkomst van deze eventuele verkoop is mij nog niet bekend. Van Randwijk zegt geen weet van deze advertentie te hebben gehad en dat hij niet zo snel de grond aan Duitsers zou willen verkopen (oa De Volkskrant en De Telegraaf 21-4-1966).

Naakt zwemmen

Schijnbaar lopen de verkoopplannen uiteindelijk op niets uit, want in 1976 is van Randwijk nog steeds eigenaar. (Nieuwsblad van het Noorden, 11-6-1976) Dan verschijnt er een artikel waaruit blijkt dat naaktzwemmers last hebben van toegenomen agressie. Zelf heeft van Randwijk geen bezwaar tegen naaktzwemmen.

Diersoorten

Galloway runderen Bisonbaai (januari 2023)
Galloway runderen Bisonbaai; na veel regen of hoogwater zijn delen van de Bisonbaai drassig (januari 2023)

De Bisonbaai maakt onderdeel uit van het natuurontwikkelingsgebied de Gelderse Poort. “Staatsbosbeheer “De Gelderse Poort” heeft aangegeven dat de Bisonbaai niet gezien moet worden als recreatieplas, maar als natuurgebied. De Bisonbaai is ook dusdanig ingericht. Het is wel toegestaan om overal op eigen risico te zwemmen. Het gebied heeft een oppervlakte van ca. 41 hectare.” (Register zwemwater).

In het gebied zijn galloway runderen en konikpaarden uitgezet. Omroep Gelderland heeft een mooi artikel geschreven, waarin Jeroen Helmer van ARK Natuurontwikkeling vertelt over deze dieren.

Bij het water zijn watervogels als brilduiker, nonnetje en grote zaagbek te zien. Vooral in de winter zijn hier veel ganzen te zien: brandgans, grauwe gans en kolgans. Daarnaast noemt Birdingplaces (tevens bron) een aantal andere bijzondere vogelsoorten.

Daarnaast komt de bever en de vlindersoort koninginnepage voor.

Thornsche Molen bij Persingen
#Nijmegen, Beek, Groen in Nijmegen, GroenInNijmegen, Ubbergen

Thornsche Molen en omgeving

Thornse straat 20 Persingen

Thornsche molen bij Persingen. De molen werd bij Market Garden  verwoest en is in 2016 herbouwd
Thornsche molen bij Persingen (juli 2023)

Thornsche molen bij Persingen. De molen werd bij Market Garden verwoest en is in 2016 herbouwd. De Thornsche Molen is een zogenaamde wipkorenmolen in de Ooijpolder, tussen Persingen en Erlecom. Of voluit: wipkokerkorenmolen.

Oorspronkelijke molen

De oorspronkelijke molen was waarschijnlijk gebouwd in de 15e eeuw. De Kampioen uit 1942 noemt dat ze eens heeft toebehoord aan het Kapittel van Cranenburg. De eigenaars van de molen hebben nog jarenlang tienden aan het kapittel moeten betalen; de naam Kapitteldijk herinnert nog aan dit Kapittel.

Rond 1778: Wipkorenmolen

In de 18e eeuw werd bij de een restauratie de inscriptie I V D G – A D 1778 op de zetelbalk aangebracht. Dit betekent: Jan van der Grinten Anno Domino 1778. Hij was op dat moment de molenaar en molenbouwer. Hij stamde uit een bekend geslacht van molenbouwers. Waarschijnlijk is bij de restauratie van 1778 de molen verbouwd tot kokerkorenmolen. In 1942 noemt de Kampioen dat “Maar het is een wipkorenmolen, waarvan ons land er nog maar een kleine tien bezit”. “

De Kampioen legt goed uit wat het verschil met een “standaardmolen” is: “Het kenmerkende verschil met den standaardmolen is echter, dat bij dezen het geheele bedrijf ondergebracht is in den draaibaren bovenromp, die dan ook meestal van aanzienlijke afmetingen is . Het ondergedeelte doet daar uitsluitend dienst als ondersteuning van den molen en in sommige gevallen is er een bescheiden bergruimte van gemaakt. Bij den wipkorenmolen- ter plaats wil men van deze benaming niets weten; men spreekt er van “kokermeulen”- dient het draaibare bovengedeelte daarentegen enkel voor het bergen van as, bovenwiel, bonkelaar en andere onderdeelen. Het bedrijf vindt in het “molenhuus”, dus in het vaste ondergedeelte plaats, en dit maakt de benaming kokermolen zeer wel verklaarbaar.

1799 Beschadiging door dijkdoorbraak

De Thornse molen aan de Kapitteldijk in de Ooypolder bij hoog water, 1920 (F74133 RAN)
De Thornse molen aan de Kapitteldijk in de Ooypolder bij hoog water, 1920 (F74133 RAN)

In de loop der eeuwen zijn de nodige dijkdoorbraken geweest, al dan niet met een “ijsgang”. Deze hebben ook invloed op de Thornsche Molen gehad. Door de dijkdoorbraak van 1799 raakte de molen ernstig beschadigd. Daarbij sloeg het water een kolk achter de molen. Bij het herstel van de dijk werd deze om de kolk heen gelegd, zodat er een bocht in de dijk ontstond. Na de Tweede Wereldoorlog is de kolk gedempt, onder andere met resten van de molen en van andere bebouwing. Daarbij is de dijk weer rechtgetrokken.

Jaren 30 verval en verkoop

Thornsche Molen met 2 wieken 1937 1940 GN11125
Thornsche Molen met 2 wieken, 1937-1940 (GN11125 RAN)
Aankondiging veiling Thornsche Molen PGNC 8/6/1935
Aankondiging veiling Thornsche Molen (PGNC 8/6/1935)

In de jaren 30 was de molen in verval geraakt. De burgemeester van Ubbegen, Sassen, nam het het initiatief tot restauratie. Hij kreeg daarbij een financiële bijdrage van provinciale en landelijke organisaties.

In juni 1935 vindt de veiling van de Thornsche Molen en een aantal andere gebouwen plaats vanwege het faillisement van G. Vierboom, molenaar.

Eind juni wordt de molen verkocht aan H. Vierboom te Heijen voor 1.400 gulden. Tevens heeft hij het Erfpachtrecht (V) gekocht voor 1.400 gulden (PGNC 28/6/1935).

Er is nog niet onderzocht wat de relatie tussen G. en H. Vierboom is. Wel noemt de Kampioen in 1942 dat Gerrit Vierboom op dat moment -dus waarschijnlijk nog steeds- de molenaar is.

Het Geldersch Panorama van 27 november 1941 (overgenomen van de website Thornsche Molen) noemt: “drie geslachten van de familie Vierboom, de grootvader, de vader en thans de zoon Jan, de heer Vierboom jr., hebben achtereenvolgens het muldersbedrijf in de Thornsche molen uitgeoefend en de zoon vertelde ons, dat zijn hooggespannen verwachtingen na de restauratie nog overtroffen waren. Ook hij zal hier zijn jaren dus wel uitdienen.

Oorlog en verwoesting

In mei 1940 vallen de Duitsers binnen, onder andere in de omgeving van de Thornsche Molen.

In de storm van november 1940 raakte de molen zwaar beschadigd, waarbij onder andere de wieken knakten. In november 1941 was deze weer hersteld. Daarbij waren de wieken gemoderniseerd volgens het zogenaamde systeem Van Bussel.

Maar niet voor lang. Tijdens de gevechten rond Market Garden in september 1944 waren de Amerikaanse parachutisten geland bij Groesbeek. Daarbij kwam de molen midden in het frontlinie te liggen. Op 25 september 1944 wordt de molen en het buurtschap door brandbommen verwoest.

Voor meer informatie en een aantal films: https://www.gld.nl/nieuws/8007474/in-de-ooijpolder-begon-de-oorlog-pas-echt-in-1944

Herbouw

Electrische step Thornsche Molen 20230714
Wandelen, fietsen, of met de electrische step, Thornsche Molen (juli 2023)

Na de oorlog dient burgemeester Sassen een plan voor de herbouw van de molen en het buurtschap in bij het Ministerie van Wederopbouw. Deze plannen halen het niet: de herbouwclaims worden gebruikt voor de bestaande dorpskernen.

In 2005 kreeg een groep mensen het idee om de molen te gaan herbouwen. Het duurt tot 17 juli 2015 voordat begonnen kan worden met de bouw. De aannemer was Coppes BV uit Bergharen. De molen is op dezelfde plek herbouwd en werd op 15 juli 2016 officieel geopend. Vanaf dat moment is de molen daadwerkelijk weer in gebruik als korenmolen. In de aanbouw is een restaurant en een informatie gedeelte.

Molendatabase: “Er zijn alleen beplantingen ten oosten van de molen; vanuit andere windrichtingen zijn de windvang en het zicht op de molen zeer goed, daarbij is de molen ook vrij hoog gelegen.”

In het restaurant bevindt zich een informatiegedeelte over de over de geschiedenis en de herbouw van de molen.

Omgeving

Ooievaars Thornsche Molen (maart 2024)
Ooievaars Thornsche Molen (maart 2024)

De molen staat op de grens tussen Nederland en Duitsland/het toenmalige Pruisen. De grens is het ontwateringskanaal, in Duitsland de Hauptwässerung. Daarbij bevindt de molen zich op een kruispunt van 3 polders: Circul van Ooij, de Erlecomse Polder en de Duffeltse Polder.

Vlakbij de molen staat tevens een ooievaarsnest.

Dertig Menschenkinder bij Thornsche Molen

Menschenkinder door Anne Thoss (juli 2023)
Menschenkinder door Anne Thoss (juli 2023)

Wanneer je vanuit de Thornsche Molen de brug oversteekt, zie je al gauw een groep van 30 houten figuren: de Menschenkinder van Anne Thoss, een kunstenares uit Kleve. De beeldengroep was een initatief van de Stichting Thornsche Molen ter gelegenheid van “75 jaar Vrijheid”. Deze beelden zijn onderdeel van de 6 kilometer lange wandelroute.

Aanvankelijk was het dan ook de bedoeling om 75 figuren te maken, maar dit bleek niet behapbaar. Daarbij kwam het aantal op 30, wat nog genoeg “body” zou overhouden.

De beeldengroep herinnert aan de evacuatie tijdens de oorlog, maar tevens ook aan het ontvluchten van oorlog, waanzin en onmenselijkheid, in heden en verleden. Ze hebben geen gezichtsuitdrukking, noch is leeftijd of geslacht te herkennen. Een soort schaakstukken die heen weer geschoven kunnen worden, zonder dat de stukken zelf een keuze of doel hebben. Houtkunstenaar Jo Milano (een alias van Jörg Florenz) maakte de beelden uit boomstammen op basis van een keramiek voorbeeld.

Anne Thoss en grenzen

Ontheemding, uitzichtloosheid, onbereikbaarheid zijn belangrijke thema’s bij Anne Thoss. Zij is in de grensregio opgegroeid. Ze heeft een Oost-Duitse vader, die na de oorlog niet meer terug kon. Zij werkt veel met het Duitse verleden en de Tweede Oorlog.

Een uitgebreid artikel is te vinden op:

https://monumentenlandschap.nl/dertig-menschenkinder-bij-thornsche-molen/ De site van Anne Thos: www.annethoss.de

 Landschapskunst: OPEN – Paul de Kort

Daarnaast is er een kunstmatig eiland te zien waarop met water, gras, zand, klei en baksteen de letters O, P, E en N zijn gevormd. Dit werk van Paul de Kort.

Herinneringsroute Thornsche Molen – Zyfflich

Bij de molen begint de Herinneringsroute, een wandelroute van 6 kilometer. De Menschenkinder is een onderdeel van deze route. En net als dit kunsproject is het een initiatief van de Thornsche Molen. Het thema is “Herinnering 75 jaar Vrijheid”. Langs deze route zijn informatieborden geplaatst wat er in deze omgeving heeft afgespeeld.

Op de site van Visit Nijmegen is de route te downloaden:

https://www.visitnijmegen.com/routes/2230318924/herinneringsroute

(Overige) Bronnen en verder lezen:

https://www.molendatabase.nl/molens/ten-bruggencate-nr-14041: tevens veel foto’s

https://www.molendatabase.nl/molens/ten-bruggencate-nr-00268: tevens veel foto’s

https://nl.wikipedia.org/wiki/Thornsche_Molen

https://www.liberationroute.com/nl/pois/914/the-thornsche-mill

In de Ooijpolder begon de oorlog pas echt in 1944, Jesse Sprikkelman in Omroep Gelderland, 19 september 2023: een mooie documentaire over het gebied in de oorlog

https://www.ad.nl/nijmegen/kunstwerk-ter-herinnering-aan-de-evacuatie~ab8f2bc1

https://www.gld.nl/nieuws/2110413/de-wieken-van-de-thornsche-molen-draaien-weer-voor-het-eerst-in-zeventig-jaar

Rijksstraatweg 72 Ubbergen: villa Margot, juli 2015 (Google Streetview) architect Oscar Leeuw
#Nijmegen, Beek, Gebouw van de dag, Ubbergen

Villa Margot architect P.G. Buskens

1900-1901 Rijksstraatweg 72, gemeentelijk monument

Rijksstraatweg 72 Ubbergen: villa Margot, juli 2015 (Google Streetview) architect Oscar Leeuw
Rijksstraatweg 72: villa Margot, juli 2015 (Google Streetview) architect Oscar Leeuw

In 1900 liet G.T. van Boldrik het door hem gekochte gebouw verbouwen. Hoewel veel bronnen (nog steeds) Oscar Leeuw als architect noemen, is het ontwerp mogelijk afkomstig van P.G. Buskens. Van Boldrik vernoemde de villa naar zijn vrouw: Villa Margot.

In 1900 kocht de gemeentesecretaris G.T. van Boldrik dit gebouw, oorspronkelijk een boerderij. Het gebouw bestaat sinds het midden van de 19e eeuw. In 1860 heeft het de naam “De Luts”. Nieuwe eigenaren hernoemen het gebouw in 1894 naar “Persingzicht”.

Van Boldrik laat het huis vergroten en de voorgevel vernieuwen, welke in 1901 gereed kwam. De bouwstijl van deze voorgevel is de Nieuwe Kunst (oftewel Art Nouveau/Jugendstil).

Architect Buskens

Veel bronnen noemden in het verleden Oscar Leeuw als architect van Villa Margot. In het artikel “Was Oscar Leeuw wel de architect van
Villa Margot in Beek?
” verklaart Willem Ruyters in Numaga waarom niet Oscar Leeuw, maar P.G. Buskens de architect van Villa Margot is. Bij het verschijnen van “Wonen aan de Straatweg, deel II: Van Sprauwenheuvel tot Beeklust.” (november 2025) uitgegeven door het Stichting Margot van Boldrikfonds blijkt dit boek ook P.G. Buskens aan te wijzen als architect.

Wanneer op 5-6-1901 de aanbesteding plaats zal vinden van “Het uitgraven, ophoogen, in profiel brengen en aanleggen van wegen, op een terrein, gelegen aan den straatweg Nijmegen-Beek, gem. Ubbergen” namens de “Maatschappij tot exploitatie van Bouwterreinen te Beek”, is architect P.G. Buskens, Scheidenmakersgas 54, de architect  (PGNC 26/5/1901)

Daarnaast toont Ruyters met een aantal andere argumenten, waaronder een vergelijk van het werk van de architecten Buskens en Leeuw ten opzichte van het ontwerp van Villa Margot aan, waarom Buskens de waarschijnlijke architect is.

Beschrijving Villa Margot

Het pand ligt tegen de stuwwal aan. De woning kreeg een asymmetrische voorgevel. Opvallend is daarbij het raam in de vorm van een rondboogvenster.

De makelaar, in de vorm van een passer? (met winkelhaak?), juli 2015 (Google Streetview)
De makelaar, in de vorm van een passer? (met winkelhaak?), juli 2015 (Google Streetview)

Boven dit venster is een opvallende gevelmakelaar (de bekroning van de geveltop), welke mij (RE) doet denken aan een passer.

Het balkon is van geornamenteerd hout. Wat in ieder geval de tegenwoordige tijd opvalt, is de hemelsblauwe kleur van de vensters. Ik (RE) weet niet of dit de oorspronkelijke kleur is.

De naam “Villa Margot” is aangebracht op een gepleisterd vlak. De villa is vernoemd naar de voornaam van mevrouw van Boldrik. Aan beide kanten staat een gestileerde klaproos. De voordeur in de lage aanbouw heeft een glas-in-lood venster.

Van Boldrik

Gerhardus Theodorus van Boldrik (14-4-1866 Leuth – 27-4-1942 Beek) was Gemeente secretaris en ontvanger van de gemeente Ubbergen. Zijn vrouw was Margot Elisabeth Hanenberg.

Hij was op 1 januari 1887 benoemd tot ambtenaar der gemeentesecretaris. Twee jaar later volgde de benoeming tot gemeentesecretaris. Dit beroep voerde hij meer dan 30 jaar, tot 1 juli 1922, uit. In het artikel naar aanleiding van zijn overlijden wordt genoemd dat hij in het bijzonder in de moeilijke tijd van 1914 tot 1919 belangrijk is geweest. Hij heeft ervoor gezorgd, dat het kerkje van Persingen voor de gemeente behouden bleef. (PGNC 30/3/1942)

Dochter Margot van Boldrik

In 1907 krijgt van Boldrik een dochter, die hij ook Margot noemt: Margot Johanna Theodora van Boldrik (1907-2008). Zij werd lerares in Kekerdom, Nijmegen en Roermond. Maar zij is vooral bekend vanwege haar liefde voor geschiedenis. Zij schreef boeken en verzamelde boeken en gegevens over de geschiedenis van de gemeente Ubbergen. Deze boeken vormden collectie van de in 1982 opgerichte Stichting Margot van Boldrikfonds. Zie tevens site van dit fonds.

Bewoner S.C. van Hattum

Vanaf het adresboek 1907 tot in ieder geval 1928 komt de familie van Hattum voor op het adres van Villa Margot.

In het Adresboek 1907 komt Villa Margot als: “S.C. v. Hattum “gep. Kap. O.I.L. en kap bij de Landweer, Beek beeksche straatweg villa margot”.

In 1908, 1909, 1910-1911 is het adres Beek beeksche straatweg 19 villa “Margot”.

Vanaf 1912-1213 is hij “reserve-kap” bij de Landweerinfanterie (naast gep. Kap. O.I.L.).

En in de Adresboeken 1913-1914, 1914-1915, 1915-1916, 1916, 1918 tevens lid van het college van zetters.

In het Adresboek van 1922 en 1926 komt hij niet meer voor als reservekapitein. Wél is hij dan tevens “administrateur”.  Het adres van villa “Margot” is dan Beek, Straatweg 20.

In de Adresboeken van 1932, 1934 komt hij alleen nog voor als gep. Kap. O.I leger en administrateur. Het adres van villa Margot is dan Straatweg 26.

Waarschijnlijk overlijdt hij in deze jaren: in 1936 komt de Weduwe S.C. van Hattum voor op Beek B 26. De andere bewoner van Villa Margot is dan H.C.M.L. van Beek. In 1938 komt alleen deze H.C.M.L. voor.

Bronnen

Fietsroute Oscar Leeuw Open Monumentendag

Bidprentje https://bidprentjesarchief.nl/?pagina=nba-show-form&id=54218

https://www.bergendal.nl/overzicht-monumenten-beek

Verder lezen

Villa 'Dennenheuvel' van architect Oscar Leeuw (28/07/1866 - 16/02/1944), met decoraties van broer Henri, vlak na de oplevering in 1900, gebouwd in opdracht van de Rotterdamse koopman Albert Suermondt, 1900 (F88071 RAN)
#Nijmegen, Gebouw van de dag, Ubbergen

Villa Dennenheuvel architect Leeuw

1900 Rijksstraatweg 46 Ubbergen, Rijksmonument

Villa 'Dennenheuvel' van architect Oscar Leeuw (28/07/1866 - 16/02/1944), met decoraties van broer Henri, vlak na de oplevering in 1900, gebouwd in opdracht van de Rotterdamse koopman Albert Suermondt, 1900 (F88071 RAN)
Villa ‘Dennenheuvel’ van architect Oscar Leeuw (28/07/1866 – 16/02/1944), met decoraties van broer Henri, vlak na de oplevering in 1900, gebouwd in opdracht van de Rotterdamse koopman Albert Suermondt, 1900 (F88071 RAN)

De Rotterdammer Suermondt liet in 1900 zijn villa bouwen aan de Rijksstraatweg in Ubbergen. Het architect daarvan was Oscar Leeuw, die samen met zijn Henri Leeuw een waar Gesamtkunstwerk heeft ontworpen.

Van vakantieadres naar woning

In 1900 kocht de Rotterdams koopman Albert Jacob Pieter Suermondt een stuk grond in Beek. De Suermondt, zijn vrouw Wilhelmina Mees en hun kinderen hadden, na een aantal jaren vakantie in de omgeving van Ubbergen te hebben gevierd, 16 jaar lang een woning van de familie Dommer van Polderveldt gehuurd. Van deze familie kocht het stuk grond.
Op deze grond stond een goedlopend koffiehuis, de “Weg en Hout”. Na een verbouwing werd deze “Boschlust” genoemd. Dit pand is in 1938 gesloopt. Op de helling boven het koffiehuis werd een nieuwe villa gebouwd. Hiervan waren de ontwerpers Oscar en Henri Leeuw. Dit was een van hun eerste grote opdrachten. Maar ook: een jaar daarvoor hadden ze de Melkerij Lent ontworpen, welke veel aandacht en waardering had gekregen, zowel van publiek als van vakmedia. Beeldhouwer Henri Leeuw had inmiddels zijn Leeuw in het Kronenburgerpark staan.

In mei 1900 vindt de aanbesteding plaats “Villa, terrein aan den Ubbergschen weg, voor rekening A. Suermondt”. Heijmerink en Nollen hadden met f22750 de laagste inschrijving en verkregen de aanbesteding. (De Gelderlander 23/5/1900)

In de zomer verhuisde het echtpaar Suermondt-Mees naar de nieuwe woning.

Vergezicht

Straatbeeld, met café 'Boschlust', en, op de achtergrond, villa 'Dennenheuvel', gebouwd tussen 1899 en 1902 door de Nijmeegse architect Oscar Leeuw. Links, de tramrails van de stoomtram Nijmegen-Beek, gedateerd 1904-1906, (Jos M.H. Nuss Amsterdam via F89331 RAN)
Straatbeeld, met café ‘Boschlust’, en, op de achtergrond, villa ‘Dennenheuvel’, gebouwd tussen 1899 en 1902 door de Nijmeegse architect Oscar Leeuw. Links, de tramrails van de stoomtram Nijmegen-Beek, gedateerd 1904-1906, (Jos M.H. Nuss Amsterdam via F89331 RAN)

Doordat de woning 10 meter boven straatniveau uitkwam, had het een prachtig uitzicht. Vanaf het terras is Arnhem te zien. Aan bij straten van de Rijksstraatweg lieten rijkeren vanaf de eerste helft van de 19e eeuw hier villa’s bouwen vanwege de schoonheid van het landschap. Daarnaast had het een voordelig belastingklimaat. Net als de andere meeste villa’s is de zichtlijn schuin op de Rijksstraatweg gericht. De villa valt onder het beschermd dorpsgezicht van Ubbergen.

Inrichting

In de zomer van 1901 vindt de verhuizing plaats. Waarschijnlijk was de interieurafwerking op dat moment nog niet klaar en kwam deze het volgende jaar gereed.

Het huis is opgetrokken uit baksteen, met elementen van natuursteen. Een deel van de gevels is met leisteen of heeft vakwerk uitgevoerd in stuc.

In huis staat, conform de “neo-Tudor stijl” de hall en het trappenhuis centraal. Het originele interieur is vrijwel bewaard gebleven. De kamers hebben eikenhouten lambriseringen. Opvallend is de hemelsblauwe kleur van het houtwerk. Op de wanden zijn sjabloonschilderingen aangebracht en de plafonds zijn beschilderd met planten en bloemen, welke typisch jugendstilmotieven zijn. Maar er zijn ook symbolen geschilderd, die ontleend zijn aan de vrijmetselarij en theosofie, zoals bijvoorbeeld afbeeldingen uit de dierenriem en andere astrologische afbeeldingen.

Bouwstijl

Straatbeeld, met villa 'Dennenheuvel'. Boven de straat en schuin op de lijn met de straat. Links, de tramrails van de stoomtram Nijmegen-Beek, datering 1904-1906 (I.J. Glaser via F89341 RAN)
Straatbeeld, met villa ‘Dennenheuvel’. Boven de straat en schuin op de lijn met de straat. Links, de tramrails van de stoomtram Nijmegen-Beek, datering 1904-1906 (I.J. Glaser via F89341 RAN)

Door het totaalontwerp, waarbij bouw en decoratie 1 geheel vormt, is het een echt “Gesamtkunstwerk” geworden. Oscar en Henri Leeuw hebben elementen uit verschillende stijlen gebruikt. En dan vooral de Engelse landhuisstijl vanwege de centrale rol die de hall speelt, de groepering van de puntdaken, de overhangende erkers, en de Neo-Tudor schoorstenen. De ornamenten zijn in Art Nouveau (oftewel Jugendstil) stijl, zoals bij consoles en dakranden (ontleend aan Rijksmonumenten).

Zowel de gebroeders Leeuw als Suermondt hadden een grote belangstelling voor stromingen als de theosofie. Vandaar dat het niet verwonderlijk is dat verwijzingen hiernaar zijn terug te vinden in de decoratie.

Een groot deel van de in de loop der jaren weg geschilderde sjabloonschilderingen is door de huidige eigenaar hersteld. (Rijksmonumenten)

Rijksmonument

Het gebouw is een Rijksmonument. Als waardering:

“-Van architectuurhistorische waarde als gaaf en bijzonder voorbeeld van een villa van omstreeks 1900, die in hoofdvorm en plattegrond de kenmerken vertoond van de Engelse Landhuisstijl, zoals een schilderachtige groepering van bouwvolumes, het gebruik van overkragende erkers, markante schoorstenen en samengestelde raampartijen. Hierbij is onder meer de met schubleien bekleedde erker een markant onderdeel. Voor decoratieve elementen en de aankleding van het interieur is voornamelijk met Art Nouveau motieven gewerkt, waarbij de goed bewaard gebleven en deels teruggebrachte schilderingen in Nederland een hoge zeldzaamheidswaarde bezitten. De villa is een belangrijk werk binnen het oeuvre van de Nijmeegse architecten Oscar en Henri Leeuw.

-Van stedenbouwkundige waarde als karakteristiek onderdeel van de bebouwing van de stuwwal aan de Rijksstraatweg, waar de villa vanwege ligging en markante verschijningsvorm een belangrijke beeldbepalende rol speelt.

-Van cultuurhistorische waarde als uiting van een maatschappelijke ontwikkeling, als voorbeeld van een villa gebouwd voor een kapitaalkrachtige stedeling, die zich vanwege het aantrekkelijke landschap langs de Rijksstraatweg vestigde. De villa is voorts een uiting van een geestelijke ontwikkeling, omdat in het interieur veelvuldig verwijzingen voorkomen naar de belangstelling van de opdrachtgever en architecten voor stromingen als Vrijmetselarij en Theosofie.” (Monumentenregister)

Vervolg

Advertentie verkoop Dennenheuvel en Boschlust namens erven Suermondt (PGNC 27/10/1928, opgeknipt)
Advertentie verkoop Dennenheuvel en Boschlust namens erven Suermondt (PGNC 27/10/1928, opgeknipt)
Advertentie verkoop Dennenheuvel en Boschlust namens erven Suermondt (PGNC 27/10/1928, opgeknipt)
Advertentie verkoop Dennenheuvel en Boschlust namens erven Suermondt (PGNC 27/10/1928, opgeknipt)

Het huis is door verschillende generaties Suermondt bewoond. Op een later tijdstip was het onder andere een kleuterschool van de Kanunnikessen van de Heilige Augustinus. Ook was het in gebruik als internaat van het college ‘Notre Dame des Anges’. Vanaf de jaren 70 hebben er een aantal families gewoond.

Wim Hornix en Els Straatman kochten Dennenheuvel in 1982. De afgelopen 40 jaar hebben zij de woning met veel zorg gerestaureerd. Een van de voorbeelden is het terugplaatsen van sjabloonschilderingen. Voor hun werk ontvingen ze de Ton Gijsbers Monumentenprijs 2009-2010. Hoewel niet gezocht naar andere gewonnen prijzen, schrijft de Gelderlander op dat moment dat de villa “weer eens in de prijzen is gevallen.” Wim Hornix is in 2019 overleden. De weduwe Hornix-Straatman heeft er nog een aantal jaren gewoond en in 2022 verkocht ze de woning Vereniging Hendrick de Keyser.

Vereniging Hendrick de Keyser

De vereniging kocht de woning vanwege “Reden verwerving: uitzonderlijk gaaf bewaard voorbeeld van de eclectische laat-negentiende/vroeg-twintigste-eeuwse villa-architectuur in Engelse landhuisstijl met een jugendstil-interieur (inclusief enkele vaste meubelen) uit de bouwtijd (‘gesamtkunstwerk’).” (Persbericht bij verwerving)

Hendrick de Keyser heeft als doel architectonisch of historisch waardevolle gebouwen te behouden. Daarvoor koopt ze panden aan. Om deze vervolgens te restaureren en daarna te verhuren. De vereniging heeft intussen 440 panden in haar bezit.

Lees Verder:

Concertgebouw de Vereeniging (april 2023)

Oscar Leeuw, architect

Oscar Leeuw is een van de belangrijkste architecten van Nijmegen. Bekende werken van hem zijn onder de synagoge, museum Kam…

Het fraaie pand van het melkhuis van B.J. Wildenbeest in art-decostijl ontworpen door Oscar Leeuw. Het pand overleefde de oorlog niet: het werd door de terugtrekkende Duitsers in brand gestoken, St. Jorisstraat 1, 1899 – 1900 (F17705 RAN)

Melkerij Lent

In 1899 opent Wildenbeest een stoomzuivelfabriek en melksalon. Vooral het laatste trekt veel aandacht. Dit gebouw is ontworpen door de…

(Overige) Bronnen en verder lezen

Villa Dennenheuvel, Persbericht Hendrick de Keyser via bft

Villa Dennenheuvel wint monumentenprijs, de Gelderlander, Laatste update: 25-03-17

Villa Dennenheuvel, Hendrick de Keyser

Jugendstil villa in Ubbergen verworven door Hendrick de Keyser, Historiek, 11 augustus 2022

Dennenheuvel in Ubbergen, Prachtige brochure van Hendrik de Keyser