
Boven de Kerkboog op de Grote Markt zijn een leeuw en twee opschriften aangebracht: “Concordia res parvae crescunt discordia maximae dilabuntur” en “Beata Gens Cuius Dominus Spes Eius”. Wat betekenen deze opschriften?
Toen de Lakenhandel ten einde kwam, werd de Lakenhal verbouwd en opgesplitst, waarbij in 1542-1543 de doorgang van de Grote Markt naar de St Stevenskerk was vergroot. In 1605/1606 kwam daarbij een imposante bovenbouw, naar ontwerp van Thomas Singendonck.
In het midden van de Kerkboog werd boven de middenpijler van de boog een leeuw geplaatst, welke het Nijmeegse stadswapen vasthoudt. Aan weerszijden kwam een cartouche. Links staat een Romeins gezegde: “Concordia res parvae crescunt discordia maximae dilabuntur”. Rechts: “Beata gens cuius dominus spes eius” Wat betekenen deze teksten?
Het is goed om te realiseren dat deze cartouches midden in de 80-jarige oorlog werden geplaatst.
Eendracht maakt macht
Op het linker cartouche staat de tekst: “Concordia res parvae crescunt discordia maximae dilabuntur”. Vertaald is dit: “Door eensgezindheid groeit het kleine. Door tweedracht gaat het grote ten onder”.
Herkomst
Meestal wordt Homerus gezien als bedenker van de spreuk: in de Ilias schrijft hij “macht door eenheid”, maar dan in oud-Grieks. Degene die de Latijnse spreuk introduceerde was Gaius Sallustius Crispus (86-ca.35 v.Chr) in zijn boek Bellum Iugurthinum (De oorlog tegen Jugurtha). Daarin beschrijft hij hoe de Romeinen aanvankelijk door de Berberse koning Jugurtha worden verslagen. Maar door zich te verenigen, weten zij uiteindelijk Jugurtha gevangen te nemen.
1579: Eendracht maakt macht bij Unie van Utrecht
De spreuk Eendracht maakt Macht was erg populair in de Nederlanden. De eerste keer dat deze gevonden wordt, is in een spreekwoordenboek “Gemeene Duytsche Spreekwoorden” uit Kampen van 1550.
De Unie van Utrecht van 23-1-1579 gebruikte “Concordia res parvae crescunt” als haar devies: dit was het moment waarop zeven gewesten besloten een Unie te vormen. Van “eendracht” was op dat moment nauwelijks sprake. De eendracht moet daarom vooral gezien worden als tegen de gemeenschappelijke vijand, het machtige Spanje, dat oprukte. 15 dagen daarvoor hadden de zuidelijke gewesten de Unie van Atrecht gesloten, waarbij ze zich overgaven aan de Spaanse bevelhebber.
Wanneer in 1588 de Republiek der Verenigde Nederlanden (1588-1795) wordt uitgeroepen, is “Eendracht maakt macht” haar wapenspreuk en zal dat blijven tot in 1795.
Deze spreuk komt verder voor op bijvoorbeeld muntstukken.
(Overige) Bronnen en verder lezen:
https://historiek.net/herkomst-eendracht-maakt-macht/69247/: een belangrijke bron en interessant artikel, ook hoe deze spreuk elders wordt gebruikt.
https://overijssel.sgp.nl/actueel/nieuws/technology-base-twente
https://nl.wikipedia.org/wiki/Unie_van_Utrecht_(1579)
Psalm Prijs Gods Almacht
“Beata Gens Cuius Dominus Spes Eius” is afkomstig uit een Psalm. Deze tekst staat in de Statenvertaling als Psalm 33 vertaald als: “Welgelukzalig is het volk welks God de HEERE is”; de psalm vervolgt de regel met “het volk dat Hij Zich ten erve verkoren heeft”. (In het Latijns Vulgaat is het Psalm 32).
Psalm 33 prijst Gods Almacht over de Schepping en Historie (wikipedia), oftewel: “Vermaning tot Gods lof, vanwege Zijn Goddelijke eigenschappen, raad, woord en werken, zo der schepping als der regering, inzonderheid der mensen, tot vernietiging van der goddelozen aanslagen en behoudenis Zijner gelovigen, die zich daarover verblijden en Hem daarom bidden.” (aantekening bij de Statenvertaling; in modern Nederlands geschreven naar de aantekening in de editie van 1657).
De volledige tekst van de Psalm is te vinden op de al genoemde link van de Statenvertaling. Een modern vertaalde versie is te vinden op De Nieuwe Psalm Berijming.
Opvallend is dat de plaquette Psalm 40 lijkt te noemen. Daar komt wel een regel voor “Beatus vir qui posuit Dominum confidentiam suam” (Welgelukzalig is de man, die den HEERE tot zijn vertrouwen stelt…” Statenvertaling). Het is mij nog niet duidelijk waar deze 40 vandaan komt.
Munten
“BEATA GENS CUIUS DOMINUS EIUS” komt ook voor op de munten van Nijmegen die tussen 1602 en 1605 geslagen zijn. Daarvóór was de muntslag van Nijmegen in 1594. In 1605 sloot zij weer, om in 1618-1620 weer tijdelijk open te gaan. Mogelijk werd de tekst ook in die laatste periode gebruikt. Daarna zou Nijmegen rond het einde van de 17e eeuw nog 2 keer voor korte tijd een eigen muntslag hebben (Bron: Nijmeegs Kopergeld, zoals oa vermeld op Noviomagus en duiten.nl).
Belvédere
Het opschrift komt ook terug bij het stadswapen van Nijmegen op de Belvédere. Deze was oorspronkelijk door Gerhard Gröninger gemaakt in 1646. Tegenwoordig hangt er een kopie van Henri Leeuw Jr. en Sr. (Noviomagus).
Leeuw met stadswapen

In het midden staat een leeuw met het Nijmeegs stadswapen. Op een aquarel uit 1730 is te zien dat op deze plaats al een beeld staat.
Mogelijk is bij de restauratie rond 1885 een nieuw beeld geplaatst: het tijdschrift “Architectura” maakt in juli 1900 een rondwandeling onder begeleiding van architect Weve. Over de Kerkboog schrijft zij onder andere over de pijler in het midden: “Deze pijler, door een kapittel bekroond, steekt buiten den eigenlijken boog en was wellicht bestemd tot dracht van een beeld. Nu is er een gebeeldhouwde leeuw op geplaatst, een schild dragende.” (De Gelderlander 27/7/1900)
De huidige leeuw is een kopie uit 1971, gemaakt door Giuseppe Roverso (wikipedia)
Kerkboog: op Grote Markt: Historische Lakenhal en Thomas Singendonck’s Gevelontwerp
Toen de lakenhandel in de 16e eeuw aan betekenis verloren, werd de lakenhal opgedeeld in verschillende panden. Daarbij werd besloten…
St. Stevenskerkhof: geschiedenis en bezienswaardigheden
Het St. Stevenskerkhof is een van de belangrijkste bezienswaardigheden van Nijmegen. Niet alleen vanwege de St Stevenskerk die er middenin…
Grote Markt 23 en 24: de jaren 30 restauratie naar 16e/17e eeuwse sfeer
De Grote Markt 23 en 24 (huidige adres) maakten in de middeleeuwen onderdeel uit van de lakenhal. In de 16e…