1953 Nijverheidsweg 19
Ir. Deur ontwerpt de nieuwe fabriek voor Nijs en Vale op het industrieterrein aan het Maas-Waalkanaal. Nijs en Vale was in 25 jaar uitgegroeid van een klein smederij tot een belangrijke fabriek van stalen ramen en constructiewerken. In 1994 sloot het haar deuren.
Een foto uit 1974 is te vinden op F11362 RAN
Vooraf

In 1926 vestigt F.J. Nijs zich aan de Graafseweg, op de hoek met de van Hezewijkstraat. Hij verkoopt fietsen en richt een smederij in voor klein ijzerwerk voor de woningbouw. De oppervlakte is 10 vierkante meter.
Verhuizing Groenestraat

Eind 1931 verhuist hij vanwege ruimtegebrek naar hij een woning aan de Groenestraat, met een smederij. Hij krijgt op 8-12-1931 een hinderwetvergunning voor : het oprichten van een door electriciteit gedreven smederij achter perceel Groenestraat no. 62, op het terrein, kad. bekend gemeente Hatert Sectie C, no. 6166”. Deze verkrijgt hij op (PGNC 11/12/1931).
“De ruime werkplaats, begrensd door een flink open terrein, is voorzien van de meest moderne machines, waar alle soorten smeed-, hek- en rastwerken vervaardigd kunnen worden. Voor de bouwvakken is deze uitstekend geoutilleerde inrichting dan ook een zeer goed adres, temeer daar desgenscht alles volgens tekening kan worden geleverd.” (De Gelderlander 17/12/1931)
Nijs en Vale

De oppervlakte bedraagt 200 vierkante meter. H.H. Vale treedt rond 1938 aan als compagnon toe. In 1938 werken 40 man bij Nijs en Vale.
Oorlog, bevrijding en brand
Er wordt een begin gemaakt met de bouw van een nieuwe fabriek: de oppervlakte wordt 450 vierkante meter en een jaar later vergroot tot 900 vierkante meter.
Waarschijnlijk heeft de aanvraag voor een hinderwetvergunning tot “het uitbreiden en wijzigen van haar door elektriciteit gedreven smederij in het perceel Groenestraat no. 62, kad. bekend, gemeente Hatert, Sectie C, no. 6166” (PGNC 2/1/1940) te maken met deze uitbreiding. Omdat het onderzoek langer duurt, kan de gemeente haar beslissing nog niet nemen in de daarvoor reguliere termijn (PGNC 15/2/1940). Uiteindelijk krijgt ze haar vergunning (PGNC 8/5/1940) onder een aantal voorwaarden die te maken hebben met het voorkomen van geluidsoverlast (ramen gesloten, enz).
Maar dan begint de Tweede Wereldoorlog in 1940. Personeelsleden moeten in Duitsland werken, het bedrijf komt stil te liggen en de gebouwen worden verhuurd. Bij de bevrijding vorderen de geallieerden de gebouwen als opslagplaats en garage. Tijdens 2e Kerstdag breekt er brand uit tijdens een feestavond en brandt het gebouw geheel af.
Na de bevrijding: uitbreiding

Hoewel na de bevrijding er orders binnenkwamen, had Nijs en Vale geen gebouw, noch machines. Toch werd er in de open lucht gewerkt en maakte het stalen ramen. In 1945 werd het gebouw weer opgetrokken. In de bovenstaande advertentie staat als kantoor Hazenkampscheweg 9 genoemd. Dit is het huisadres van F.J. Nijs (Adresboek 1951)
In 1947 kreeg de fabriek een uitbreiding. Daarvoor kocht Nijs en Vale het naastgelegen terrein aan de Groenestraat aan, waarbij het een uitweg naar de Thijmstraat had. Dan is de oppervlakte 2700 vierkante meter.
Afgaande op de advertentie hieronder, was er nog een andere uitdaging: woningen voor haar werknemers.

In 1951 viert het bedrijf haar 25 jarig bestaan en tevens het 12,5 jarig bestaan van het bedrijf Nijs en Vale. In die tijd is het bedrijf uitgegroeid van kleine smederij naar een van de belangrijkste bedrijven van dat moment.
Een fabriek in een woonwijk
In 1951 blijkt de fabriek (te) groot te zijn geworden, terwijl het midden in de woonwijk staat. Er was niet voorzien dat de fabriek na de oorlog zo hard zou groeien. Voor de oorlog was de fabriek, net als andere fabrieken en werkplaatsen in wijken, “klein” geweest.
Het betreft dan vooral de zandstraalmachine die overlast veroorzaakt. Deze “veroorzaakt niet alleen een hels kabaal, maar, zo vroeg spr. (Van Yperen, P.v.dA. in de raadsvergadering), kan deze machine niet behoorlijk worden afgeschermd zodat de wijde omgeving geen of weinig last meer heeft van het stof?”
De fabriek blijkt dan inmiddels al een aantal maatregelen te hebben genomen. Een verdere afscherming is technisch mogelijk, maar is zeer kostbaar. Nijs heeft intussen beloofd dat de machine ’s nachts niet meer zal werken en overdag alles dicht te houden, zodat het stof zich zo min mogelijk verspreid. Dan zijn er al gesprekken over overplaatsing aan de gang: “De directie wil graag de fabriek overplaatsen naar het industrieterrein, maar zo heeft zij gezegd, dan moet de gemeente wat soepeler zijn.” (De Gelderlander 4/10/1951)
Plannen verplaatsing fabriek
Op 9-1-1952 overlijdt J.F. Nijs. Hij heeft al de plannen voorbereid om de fabriek naar het industrieterrein aan het Maas-Waalkanaal te verplaatsen. Daarbij zal de gemeente de fabriek aan de Thijmstraat overnemen, waarin de brandweer wordt gevestigd.
De fabriek aan de Nijverheidsweg
December 1953 opent Nijs en Vale haar fabriek voor ramen en constructiewerken aan het Maas-Waalkanaal. Op dat moment werken er 170 man personeel. Ir Deur was de architect van deze bouw, fa. Smits en zn. De aannemer. Architect Jan Jansen zal voor de inrichting van de kantoorlokalen zorg dragen.
Het voordeel van de nieuwe fabriek is dat bewerkingen makkelijker kunnen worden uitgevoerd: er zijn minder handelingen nodig om de stalen ramen en constructiewerk naar de plaats van bestemming te krijgen. Als het werk de constructiewerkplaats verlaat, gaat het naar de zandstraal of schopeerinrichting. Hiervoor zijn aparte ruimtes ingericht. Voor de fabriek zijn 2 woningen gebouwd: 1 voor de bedrijfsleider en 1 voor de portier.
Pfell, een vriend van de inmiddels overleden Nijs bij de opening: “De stichter, die toen hij begon niets bezat, heeft de grondslag gelegd voor een moderne industrie, die voor Nijmegen grote betekenis heeft.”
De nieuwe fabriekshal is 90 bij 25 meter groot. In zijn toespraak bij de opening vertelt burgemeester Hustinx verheugd te zijn hoe de industrie zich heeft uitgebreid. Deze is voor groot belang voor ons land en Nijmegen in het bijzonder, omdat Nijmegen over de nodige werkkrachten bezit. Sedert 1950 hebben 11 nieuwe industrieën zich gevestigd op het haven industrieterrein en meerdere, kleinere, zijn op dat moment in aanbouw.
Vervolg
Er is nog niet verder onderzocht wat het vervolg is geweest. In ieder geval sluit de fabriek in 1994.
Op dat moment heet het bedrijf Nijva Nijmegen, gespecialiseerd in gevelbouw. Het is eigendom van het Britse Yule Catto. Algemeen directeur Kakebeen noemt de markt voor kantorenbouw “desastreus”: er is een enorme overcapaciteit in Europa. Hij verwacht daarbij verbetering in 1996. Maar deze zal te laat komen: in 1992 was de situatie al behoorlijk verslechterd en draait al 2 jaar met verlies. In 1993 bedroeg het verlies 2,7 miljoen gulden op een omzet van 30 miljoen.
De houdstermaatschappij van Nyva Nijmegen, Nijs en Vale Holding, en het zusterbedrijf Nijs en Vale Zonwering zullen blijven bestaan. Bij Nijs en Vale Zonwering werken 16 medewerkers. Voor Nijva Nijmegen zullen de dan 70 medewerkers hun baan verliezen.
(Overige) Bronnen
De Gelderlander 12/12/1953
De Gelderlander 21/12/1953
Gevelspecialist Nijva moet poorten sluiten, Cobouw, 10-1-1994
Verbouwing Harting architect Deur
In 1939 ontwierp architect Deur de verbouwing van een woonhuis naar de opticien Harting, Hertogstraat 128. In het pand zit…
Deur en Pouderoyen: Architectuur in de Bossche School Stijl
Architectenbureau Deur en Pouderoyen zullen wij vaak gaan tegenkomen bij de bouw katholieke instellingen
Karmelieten klooster architecten Deur en Pouderoyen
In 1949 ontwerpen de architecten Deur en Pouderoyen het klooster en een kerk voor de Karmelieten. Deze komen mei 1951…