1953-1954
Momenteel is men begonnen met de werkzaamheden voor een grote verbouwing van station Nijmegen, waarbij onder andere de westzijde grondig wordt gewijzigd. Een mooie aanleiding om een artikel te schrijven over het ontwerp van het station van Van Ravesteyn uit 1953-1954 en haar kunstwerken.
Vooraf: het bombardement van het station van Peters
Het huidige station is het derde stationsgebouw van Nijmegen. Of feitelijk het vierde, als het NSM station van 1865-1878, een houten gebouwtje, wordt meegerekend. In 1894 had rijksbouwmeester H.C. Peters het tweede station ontworpen.
Bombardement
Het station raakte op 22 februari 1944 zwaar beschadigd. Het werd als gelegenheidsdoel aangewezen vanwege zijn strategische functie voor het Duits wapentransport, nadat een aanval op de Gothaer Waggonfabrik niet doorging. Bij dit bombardement vielen (onbedoeld) vele burgerdoden.
Het station was nog te herstellen. Door een Duits bombardement op 3-10-144 brandde het resterende deel vrijwel volledig uit. Wel bleef een aantal delen, waaronder de overkapping en een deel aan de perronzijde, behouden.
Een plaquette in de stationshal herinnert de NS medewerkers die slachtoffer zijn geworden van de oorlog.
Tijdelijk herstel
Tussen 1944 en 1953 werd het station tijdelijk hersteld. De begane grond van het gebouw en de stalen kapconstructie kon worden hergebruikt. Grote gaten werden dichtgemetseld, met daarbij een provisorische ingang.
Ontwerp van Van Ravesteyn
Het huidige station is gebouwd in 1954 naar een ontwerp van Sybold van Ravesteyn. Hij kreeg daarbij de opdracht om bij de resten van het oude station een passende voorkant. Daarbij bleven de oude perronkappen en het perronkant bewaard. Ook tegenwoordig (juni 2024) is de perronkap en de muur aan het perronkant nog aanwezig. Van Ravesteyn had veel door Italië gereisd op liet zich bij het ontwerp door Italiaanse pleinen inspireren. En in het bijzonder de gevels aan de Via della Conciliazione (Architectuurgids) in Rome, de belangrijkste toegangsweg tot Vaticaanstad.
Campanile
Evenals Italiaanse pleinen, beheerst een slanke toren het plein. Deze toren van 39 meter hoog is geïnspireerd op de campanile “https://nl.wikipedia.org/wiki/Campanile_(klokkentoren)” – een losstaande klokkentoren, waarvan er veel in Rome en Italië als geheel gebouwd zijn. Van Ravensteyn “wilde van het station een moderne stadsentree maken, van verre herkenbaar door een forse klokkentoren” (Spoorbeeld). De toren staat op as van de Van Schaeck Mathonsingel.
Naast blikvanger, fungeert de toren tevens als scharnierpunt tussen de 2 voorpleinen en de 2 vooraanzichten van het station. En natuurlijk als klokkentoren.
2 pleinen en een voorplein
Naast de toren is links een plein gepland voor bussen. Op het linker plein is de standplaats voor bussen gepland voor 15 stadslijnen. Voor de in- en uitgang van het station ligt een voorplein met een VVV bureau. Daarnaast is voor enkele auto’s ruimte gereserveerd voor de taxi standplaats.
Rechts daarvan zijn bushaltes: 1 voor de trolleybus en 2 voor intercity buslijnen. Daarvoor is een plein met aanplant gepland.
De voorgevel is laag, maar lang: 180 meter. Daarbij is er een onderscheid tussen het rechter en linkergedeelte.
Stationshal en rijwielstalling
De stationshal staat rechts van de toren. Deze was ontworpen met een gescheiden stroom van in- en uitgaande reizigers.
De ingangspartij bevindt zich vrijwel in het midden, waarbij het portaal naar voren staat en een opgang heeft. Twee deuren in het midden vormen de ingang (met bordje “ingang”). Links en rechts daarvan zat een raam, met daarboven “kapper” en “boekenkiosk”. In de hal was aan de gehele linkerkant het kantoor en loketten voor de kaartverkoop. Naast de kapper en boekenkiosk was er een bagagedepot, inlichtingenkantoor en wisselkantoor. Reizigers bereikten het perron door controlepoorten. De uitgang bevindt zich aan de linkerkant, vlak bij de toren. Opvallend zijn de rechte vormen, onder andere vanwege de kalkstenen pilasters en de hoge ramen. Bovenop het station staan een aantal beelden.
Rechts van de stationshal is een rijwielstalling.
Linkergedeelte met stationsrestauratie
Het linkergedeelte is lager; hier bevindt zich de eerst de stationsrestauratie. Daarnaast waren hier de wachtkamer en toiletruimte. Ook is er een wachtkamer voor bussen. Dit deel is vorm gegeven door bakstenen bogen op pilaren. Deze bogen zetten zich voort in arcade, die haaks op het gebouw staat.
Arcade en toren
De afsluiting van deze arcade is een toren met ruiterstandbeeld. Het plein wordt door deze bogen zowel omsloten als “omarmd”. Stationsinfo noemt daarbij dat er oorspronkelijk een tweede kolom heeft gestaan, zij het zonder standbeeld.
Bij de officiële opening op 1-6-1954 noemt Ir. F.Q. den Hollander: „Het nieuwe station is niet veel meer geworden dan een gevel, zij het dan een fraaie gevel, waarvoor echter gepast en gemeten moest worden en waarbij vooral rekening gehouden moest worden met de beurs van de N.S. Ik voel mij hier op het stationsplein als in Monte Carlo, zij het dan dat de ruimte in Monte Carlo niet kan wedijveren met die van Nijmegen. Deze gezegende stad biedt bij zijn entree tegelijkertijd ruimte en intimiteit. De toren vooral acht ik een trouvaille; zij is de omhoog stekende vinger van de N.S., als willen de N.S. zeggen: hier zijn wij. Wij hopen inderdaad de hal en restauratie te klein zullen zijn. Zolang er echter ruimtegebrek is kan men zeggen, iets te wensen te houden.” (De Gelderlander 1/6/1954).
Links van de arcade was een weg voor goederenvervoer en parkeerplaatsen gepland.
Rechtervleugel
De rechtervleugel, nog een gedeelte van het oude station, was in gebruik voor goederenvervoer. Waarschijnlijk was deze in gebruik tot de sloop vanwege de aanleg van de nieuwe stationstunnel.
In 1963 werd de rechtervleugel gebouwd, het witte gedeelte bij het huidige busstation Dit was een van de laatste ontwerpen van Van Ravesteyn. De muren wit door het gebruik van kleine witte tegels.
Het stationspostkantoor
In deze periode werd ook het stationspostkantoor gebouwd. Een postkantoor was bij de bouw van het station reeds gepland. De Architectuurgids noemt ook het inmiddels gesloopte postkantoor: “Een van de vele stijlwisselingen in het wonderlijke oeuvre van Van Ravesteyn wordt gedemonstreerd aan de noordzijde van het plein. Hier verrijzen tien jaar later de strakke functionele gevels van het stationspostkantoor.” Aan de andere kant: waar aan de zuidkant de arcade als afsluiting/omarming van het plein diende, had aan de noordkant dit kantoor deze functie.
Het postkantoor is inmiddels gesloopt en op deze plek staat het Doornroosje/Thalia pand.
De naoorlogse stations van Van Ravesteyn
Naast Nijmegen ontwierp van Ravesteyn na de oorlog een aantal andere stations als vervanger van de gebouwen die door de oorlog geheel of gedeeltelijk waren verwoest:
- Gouda (1948)
- Roosendaal (1949)
- ’s-Hertogenbosch (1951)
- Hoek van Holland
- Vlissingen
Opvallend is, dat in de literatuur Rotterdam (1957) niet in dit rijtje wordt genoemd. Waarom is mij nog onduidelijk, in ieder geval was dit ook een werk van Van Ravesteyn.
Retours: “Van Ravesteyn combineerde daarbij zijn neobarokke stijl met het baksteengebruik van de traditionalistische Delftse School, die in de vroege wederopbouwperiode gangbaar was.”
De meeste gelijkenis met de rechtervleugel van Nijmegen is dat van Hoek van Holland (in 2017 gesloopt), onder andere door de werking van pilasters.
De linkervleugel kent gelijkenissen met dat van ‘s Hertogenbosch door het gebruik van een romaanse zuilengalerij (in 1998 gesloopt).
Opvallend bij het station Rotterdam is, dat Van Ravesteyn zich hier heeft laten inspireren door het modernisme, dat gebruikt wordt in de Italiaanse stationsbouw. Hiervan wordt dat van Florence als grote voorbeeld van deze stroming gezien.
Bij het station zijn de nodige kunstwerken te zien, veelal gemaakt door Jo Uiterwaal.
Het gebruik van “ornamenten” was een van de dingen die Van Ravesteyn in Italië ter inspiratie had opgedaan. Naast golvende lijnen, die echter in zijn stationswerk ontbreken. Deze ornamenten had hij in zijn ontwerp voor Utrecht in 1939 al toegepast, “— een taboe voor functionalistische vakgenoten.” (Historiek).
Kunstwerken
Net als bij zijn overige stationswerk, zijn de nodige kunstwerken aangebracht, veelal gemaakt door Jo Uiterwaal.
Jo Uiterwaal (1897 – 1972) was een Nederlands beeldhouwer en meubelontwerper.
Van Ravesteyn en Uiterwaal hadden elkaar in 1933 ontmoet en vanaf dat moment werken ze veel samen. Daarbij bepaalde Van Ravesteyn welk beeld waar moest komen. Spoorbeeld: “Niets in dit werk doet denken aan de beelden die hij maakte voor de Nederlandse stations. Het werk dat hij in opdracht maakte, was veel figuratiever en traditioneler dan zijn vrije werk.” Uiterwaal ontwierp naast Nijmegen (in ieder geval) beelden voor de stations van Gouda en Vlissingen.
Ruiterstandbeeld
Daarbij valt naast de klokkentoren meteen de verhoging met het ruiterstandbeeld op. Ook deze toren doet meteen denken aan Italië: het ruiterstandbeeld van de Medici in Florence, het ruiterstandbeeld van Marcus Aurelius in Rome?
Het beeldhouwwerk is het laatste dat geplaatst werd, in oktober 1954. “De ruiter stelt Keizer Karel voor” (De Gelderlander 7/10/1954).
Let ook op de tegels op de arcade. Waarschijnlijk is dit ook werk van Uiterwaal.
Reliëfs aan de voet van de toren
Ook de reliëfs aan de voet van de toren zijn werken van Uiterwaal.
Reliëf Hammes
Het reliëf van beeldhouwer Hammes is een geschenk van de gemeente Nijmegen aan de N.S.: het is een allegorische voorstelling “van de zich uit haar as oprichtende stedelijke gemeenschap van Nijmegen, die de band tussen spoorwegen en stad aanhaalt.” Het beeld zal geplaatst worden tegen de achterwand van de doorgang onder de toren. (De Gelderlander 1/6/1954)
Let ook op de ster aan het plafond van de toren. Hiervan is de kunstenaar onbekend.
“Snelheid, Veiligheid en Dienstbetoon”
De beeldengroep “Snelheid, Veiligheid en Dienstbetoon” staat voor de kernwaarden van de spoorwegen. De groep is eveneens van Uiterwaal.
De vrouw links staat voor snelheid: ze heeft een duif in handen, die de vleugels uitslaat. De vrouw in het midden houdt een vogel beschermend vast, zij staat voor veiligheid. De rechter beeldt dienstbetoon uit: zij heeft een wiel in handen.
Het is gemaakt in 1954 en stond oorspronkelijk op het dak van het ingangsportaal. Daarom had Uiterwaal de gezichten bewust wat omlaag laten kijken.
Aanvankelijk stonden er nog 2 beelden op de dakrand: Geloof en Wetenschap. Vanwege de verbouwing van het station in 1973 zijn deze verwijderd en bevinden zich nu in het Spoorwegmuseum van Utrecht.
Na de verbouwing in de jaren 70 kwam de groep op de huidige locatie, tussen de toren en ingang.
Twee knielende figuren
De vrouw links heeft bomen in haar hand en symboliseert de bosrijke omgeving. De man rechts houdt een vis vast, symbool voor het water.
Fontein
De fontein is een restant van het station van 1894. Deze is te vinden bij de voormalige visitatiezaal.
Zeven consoles en leeuwenkop
Aan het perron zijn nog 7 consoles van het oude station te vinden, werken van E.A.F. Bourgonjon uit 1894.
Ook de leeuwenkop is van Bourgonjon
Verbouwingen
Het station is een aantal malen verbouwd. In 1973 vond een grote verbouwing plaats: men vond de stationshal te klein voor voorzieningen en en het toegenomen aantal reizigers. Het ontwerp was van W.M. Markenhof. De gehele hal, behalve de gevel aan de perronkant, is gesloopt. Daarvoor in de plaats kwam een in een meer moderne stijl, vooruitstekende hal.
De laatste grote verbouwing vond plaats vanaf 2001 naar ontwerp van Wienke Scheltens
Momenteel (juni 2024) is een nieuwe ingrijpende verbouwing begonnen. Een mooie film is te vinden op IndeBuurt.
Bronnen
Architectuurgids
https://issuu.com/stationsnl/docs/waardestelling_station_nijmegen: prachtig boek
https://www.stationsweb.nl/station.asp?station=Nijmegen
https://www.noviomagus.nl/Ansichtkaarten/Station/StationCat.html
https://www.spoorbeeld.nl/inspiratie/station-met-twee-gezichten-station-nijmegen
http://www.stationsinfo.nl/Nijmegen7.htm
https://retours.eu/nl/38-architect-sybold-van-ravesteyn/
https://www.spoorbeeld.nl/databank/snelheid-veiligheid-en-dienstverlening
Kunst op Straat