Wanneer je in de trein van Nijmegen naar Utrecht stapt, maak je een reis door de tijd langs belangrijke historische gebeurtenissen en kom je door een scala van landschappen. In deze reisgids nemen wij je mee langs de hoogtepunten op deze route en vertellen we je meer over haar achtergronden.
Deze reisgids geeft de eerste bezienswaardigheden weer en wij zullen deze door de tijd aanvullen. Zo kan het voorkomen dat echte hoogtepunten nog niet beschreven staan. Maar dat een andere interessant gebouwtje intussen wel is opgenomen. Ook deze site is onderhevig aan werkzaamheden. Veel plezier!
Nijmegen
Station Nijmegen
We beginnen onze reis uit station Nijmegen, dat hier sinds 1954 staat. Let op de stalen boogconstructies.
Sybold van Ravesteyn: Architectuur en Ontwerp van Station Nijmegen 1954
Momenteel is men begonnen met de werkzaamheden voor een grote verbouwing van station Nijmegen, waarbij onder andere de westzijde grondig wordt gewijzigd. Een mooie aanleiding om een artikel te schrijven over het ontwerp van het station van Van Ravesteyn uit 1953-1954 en haar kunstwerken.
Lees Meer
Politiebureau
Politiebureau Nijmegen van Jeanne Dekkers: Geschiedenis, Ontwerp en Toekomstplannen
Een blauwe ruithoek staand op betonnen zuilen met daarop glazen piramides: het politiebureau van Nijmegen. Deze is gebouwd als het hoofdgebouw voor het regionale korps Gelderland-Zuid. Het is in 1994 ontworpen door Jeanne Dekkers. In de volksmond kreeg het de bijnaam ‘Wiebertje’. In 1998 is het opgeleverd.
Lees MeerWatercentrale
Watercentrale
In 1879 opent het gemeentelijk waterleidingbedrijf aan de Nieuwe Marktstraat. Na een grote verbouwing herinnert nog weinig aan het oorspronkelijke gebouw. In 1984 wordt het nieuwe pompstation opgeleverd, dat tot 2016 dienst doet. Momenteel (2025) heeft Doornroosje en Gemeente Nijmegen het plan om hier de nieuwe locatie voor poppodium Merleyn te bouwen.
Lees MeerAmbachtsschool/Stedelijk gymnasium
Ambachtsschool/ Stedelijk Gymnasium
De ambachtsschool was de eerste technische school van Nijmegen, door de gemeente opgericht. Door de opkomst van de industrie was er in Nijmegen een grote behoefte aan technisch personeel ontstaan.
Lees MeerReclameschildering
Reclameschildering Nieuwe Marktstraat: Harpol, Brasso, Solo en Koster
Op de hoek van de Nieuwe Marktstraat is een muurschildering te zien van een collega van 3 verschillende reclameschilderingen die hier ooit hebben gezeten.
Lees MeerSpoorbrug
Spoorbrug
Nijmegen kreeg haar eerste moderne brug met de spoorbrug uit 1879. Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakte deze zwaar beschadigd. In 1983 vond een belangrijke aanpassing plaats: de spoorbrug kreeg 1 boog:de pijlers voor de bogen in de Waal waren een te groot gevaar voor de scheepvaart geworden. In 2004 kwam de voetgangers-/fietsersbrug de Snelbinder.
Lees MeerWaalbrug, de Oversteek en Kazematten
Wanneer je met de trein de Waal oversteekt, zie je links en rechts nog twee bruggen: de Waalbrug rechts en de Oversteek links.
Lent
Huis Bato
Oosterhoutsedijk Lent
Maria Geboorte kerk
Pastoor van Laakstraat 42 Lent, Rijksmonument
Vlak voordat je station Lent binnenkomt zie je rechts de Kruiskerk. Deze is in 1879 voltooid. Het ontwerp was van de architect Gerard ter Riele. Deze zijbeuken zijn vervolgens in 1925 toegevoegd. De kerk is in 2016 gesloten vanwege de teruggelopen aantal kerkgangers en de (daardoor) ontstane financiële problemen.
Vanaf 1797 was er een eerste kerkje in Lent in de vorm van een houten kerkje, waarbij de kapelaan uit Oosterhout er de mis deed. Vanaf 1837 werd de eerste stenen kerk gebouwd aan de Griftdijk. Omdat deze te klein was, werd de Maria Geboorte kerk gebouwd. De kapelaan uit Oosterhout, Engelbert Henriksen, werd de eerste pastoor.
Meer lezen?
http://rijksmonumenten.nl/monument/522955/rechthoekig-calvarie–annex-baarhuisje/lent/
http://reliwiki.nl/index.php/Lent,_Pastoor_van_Laakstraat_42_-_Maria_Geboorte
https://www.huisvandenijmeegsegeschiedenis.nl/info/Parochie_Maria_Geboorte_Lent
Manneneiland en Het witte huis
Pastoor van Laakstraat 54 Lent
In 1936 opende Bernard Bouwmeister Het Witte huis. Daarvoor had hij Cafe Waalzicht gekocht (Oosterhoutsedijk 21 in Lent). Deze Bouwmeister was een ondernemend persoon: stationschef van de Betuwsche Stoomtramwegmaatschappij, Raadslid en de drijvende kracht achter de ondernemersvereniging Veur-Lent. Het eindstation van de tram was bij zijn café die hij hernoemde tot het ‘Tramstation’ en bij de gierpont.
Op het moment dat duidelijk is wat het traject van weg naar de Waalbrug gaat worden, weet Bouwmeister dat het belang van de locatie van zijn ‘Tramstation’ ten einde is. Hij bouwt daarom het ‘Witte Huis’ met een groot terras op de locatie van het oude ABTB gebouw. Geschikt voor de Lentenaren die Nijmegen wilden bezoeken of daar hun groente te verkopen. En voor de Nijmegenaren die als nieuwtje de Waalbrug overliepen. Aanvankelijk was het café-restaurants tevens een hotel. Vanaf 1958 richt het Witte Huis zich ook op groepsreizen. De zaak is nu in handen van de derde generatie Bouwmeister
Nadat de Operatie Market Garden er niet in geslaagd was om de brug bij Arnhem blijvend in handen te houden, werd de Over-Betuwe het frontgebied tussen de geallieerden en Duitsers. In deze periode vluchten veel vrouwen en kinderen het gebied. De mannen bleven achter om voor het vee te zorgen. In december 1944 staken de Duitsers de dijken door. Omdat het grootste deel van de bevolking uit mannen bestond, werd dit gebied het ‘Manneneiland’ genoemd.
Meer lezen?
http://buitingstaalbouw.nl/projecten/station-nijmegen-lent/
http://www.noviomagus.nl/Lent/021a.htm
http://www.noviomagus.nl/Lent/022a.htm
www.waalsprong.nl/images1/waalsprong/…/0029.02%20SPRONGL_FEB_6_LR.pdf
http://www.noviomagus.nl/Gemeentearchief/Cat19/cwdata/189.html
http://spannendegeschiedenis.nl/liberation-route/lent-manneneiland
Station Lent en Knoop Lent
Het station is in 2013 geopend. Vanaf 2002 was op deze locatie een ‘station’ in de vorm van een perron die te bereiken was met trappen. Het station is ontworpen door Movares, in opdacht van Prorail.
Het huidige station is niet het eerste station van Lent. Het eerste station werd geopend in 1882. Vanwege te weinig reizigers werd het station weer gesloten in 1934. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd dit station nog 2 keer gebruikt in 1940 en 1941 als eindhalte van de trein uit Arnhem.
In juli 1944 werd er bovendien een station geopend voor het personeel van Thermion. Daarnaast konden vanaf dit station apparaten worden vervoerd naar Duitsland. Deze ging echter meteen weer in september verloren vanwege de gevechten van Market Garden.
Het station is over de Griftdijk gebouwd.
Knoop Lent
Het gebied rond het station wordt ‘Knoop Lent’ genoemd. Dit was een project waarbij op deze locatie het spoor en de weg van Arnhem naar de twee bruggen van Nijmegen samen kwamen.
Meer lezen?
http://buitingstaalbouw.nl/projecten/station-nijmegen-lent/
http://nl.wikipedia.org/wiki/Thermion
http://www.marithaime.nl/downloads/activiteiten/2011-09-10%20Open%20Monumentendagen.pdf
https://nl.wikipedia.org/wiki/Station_Nijmegen_Lent
http://wienerberger.nl/inspiratie/nieuw-station-en-verkeersknooppunt-knoop-lent-nijmegen-
http://www.noviomagus.nl/Lent/018.htm
Thermion
Pastoor van Laakstraat 92
Lent
Rechts, intussen in een gebied waar men druk een woonwijk aan het bouwen is, zie je nog het gebouw van Thermion-Radiolampenfabriek N.V. . Naast het fabrieksgebouw bestaat het complex uit een ketelhuis (het gebouw met de 3 ramen) met daarnaast een 18 meter hoge schoorsteen. Het bijzondere aan dit gebouw was dat het kantoren en fabriek in 1 was.
Oorspronkelijk was dit gebouw een fabriek waar radiobuizen, gloeilampen en apparaten werden gemaakt.
De fabriek stamt uit 1937; een jaar nadat de Waalbrug was geopend. Deze fabriek ging echter na negen maanden weer failliet, maar maakte echter wel een doorstart. Hierbij was N.V. Philips Radiolampen de grootste schuldeiser.
Onder druk van de Duitsers bleef de fabriek in de oorlog radiobuizen maken. Tijdens de oorlog raakte het gebouw zwaar beschadigd. De machines waren inmiddels overgebracht naar Wenen.
Na de oorlog nam de Rotterdamse reder Willem van der Vorm (1873-1957) de fabriek over, waarbij de productie vooral bestond uit elektrische apparaten en wasmachines.
In 1957 nam Philips Thermion over. Vanaf dat moment werden er halfgeleiders gemaakt. In 1984 sloot de fabriek, omdat Philips de productie naar Nijmegen verplaatste (NXP). Op deze plek in Neerbosch was Philips al in 1955 begonnen met de bouw van de eerste fabriek. De aanwezigheid van Philips in Nijmegen dateert uit 1930, toen Philips de gloeilampenfabriek Splendor overnam.
Vanaf dat moment deed het gebouw dienst als bedrijfsverzamelgebouw, onder andere als hoofdkantoor voor hardware leverancier Scholten-Awater. In 2010 is dit bedrijf vertrokken naar Wychen.
In 2005 kocht de gemeente Nijmegen het gebouw. Het was tijdlang onzeker wat er met het pand diende te gebeuren. Momenteel (juli 2012) is de oude fabriek verbouwd. Daarna gaat het dienst doen als een centrum voor de Waalsprong met een gezondheidscentrum, kantoren en een wooninformatiecentrum.
Meer lezen?
http://nl.wikipedia.org/wiki/Thermion
http://www.waalsprong.nl/lent/thermion-complex/
http://www.noviomagus.nl/Varia/Thermion/Cat/ThermionCat.html
http://www.waalsprong.nl/uploads/downloads/289_sl-mrt-2012pag22-23.pdf
http://www.noviomagus.nl/vrijschoor6.htm
http://www.mijngelderland.nl/#/nijmegen/nijmegen-industrialiseert
http://www.ou.nl/Docs/Campagnes/Scriptie_%20Willem%20van%20der%20Vorm.pdf
http://www.marithaime.nl/downloads/activiteiten/2011-09-10%20Open%20Monumentendagen.pdf
Hervormde/Gereformeerde kerk
Pastoor van Laakstraat 30
Het bakstenen kerkje met witte toren en wit front dat aan weg staat is de Hervormde/Gereformeerde kerk.
De toren dateert uit 1886, de rest van het gebouw is ouder. In 1329 wordt deze kerk al genoemd. Daarna kende het een geschiedenis van uitbreidingen en 2 branden.
Ten tijde van de reformatie is dit een protestantse kerk geworden.
Meer lezen?
http://rijksmonumenten.nl/monument/523035/hervormdegereformeerde+kerk+van+lent/lent/
D&B Parkeergarage P&R NS Station Elst
Rechts staat de parkeergarage van station Elst. Het ontwerp is afkomstig van MH1 architecten uit Maastricht in samenwerking met Continental Car Parks. De garage biedt plaats aan 600 parkeerplaatsen.
Er is voor de stalen gevel en ronde vormen gekozen, omdat deze aansluiten bij de stedenbouwkundige uitstraling van het toekomstige bedrijventerrein en het oorspronkelijk geplande gemeentehuis. De constructie is opgebouwd uit aluminium lamellen. De hellingbanen zijn aan de buitenkant geplaatst. Aan de ene kant vanwege de logistiek, aan de andere kant om de garage een dynamisch gezicht te geven dat weer aansluit bij de dynamiek van het spoor.
De garage heeft de Europese Alumium Award 2016 gewonnen.
MH1architecten is een bureau dat (onder andere) is gespecialiseerd in parkeergarages. Zij zijn de huisstijlarchitecten van Q-Park.
http://www.carparks.nl/referenties/parkeergarage-pr-ns-station-elst/
https://mh1architecten.nl/?page_id=3278
http://www.gelderlander.nl/overbetuwe/metamorfose-voor-gemeentehuis-in-elst~aee568cf/
Bij het station zie je aan de linkerkant de Heinz fabriek, interessant vanwege de geschiedenis van deze fabriek.
Taminiau: van apothekerszoon naar fabrikant
De eerste fabriek in Elst was eigendom van Jan Taminiau (J.L.L. Taminiau), een apothekerszoon uit Zutphen. In de apotheek maakte hij al bessensap, toentertijd een typisch product voor apotheken.
In 1898 was hij begonnen met de productie van vruchtensappen in een fabriekje naast de apotheek als de “Nederlandsche Stoomfabriek van vruchtensappen, vruchtenwijnen, limonadesirropen en essences, aetherische oliën, giftvrije kleurstoffen enz. J. Taminiau”. Zoals het CBS in haar stuk schrijft: “De etiketten suggereerden meer dan er was; het grootste werktuig was een pan. Van een fabriek met rokende schoorstenen die ook de etiketten sierden, was geen sprake.” Zijn kennis deed hij vooral op door het lezen van Duitse boeken en fabrieken. Vooral door de stage bij Georg Maus in Homburg leerde hij veel over grootschalige productie en de bereiding van jam.
Vestiging Taminiau in Elst
In 1901 begon Taminiau aan de bouw van een fabriek in Elst, omdat hij wilde uitbreiden”: het was makkelijker om een fabriek in het fruitteeltgebied van de Betuwe te zetten dan het fruit naar Zutphen te halen. Na de aanleg van de spoorlijn had zich rondom de stations van Elst, Geldermalsen en Kesteren een markt voor zacht fruit ontstaan, waar groothandelaren uit de steden inkopen kwamen doen.
Vanaf ongeveer 1875 had de kennis over fruitteelt zich verbeterd: onder ander door beroepsmatige teelt en door betere rassen en gewasbescherming. De Betuwe was qua geologie en bodemgesteldheid erg geschikt voor de fruitteelt vanwege de stroomruggen van de oude rivierlopen: daardoor behoort de Betuwe tot een van de beste landbouwgronden van Nederland.
De ligging van Elst was extra interessant, omdat het op een kruispunt van twee spoorwegen lag: de lijn Arnhem-Nijmegen en de lijn Elst-Tiel.
De fabriek heette: “Taminiau Elst Overbetuwe (TEO)”. Hiervoor had hij een krediet gekregen van de Geldersche Credietmaatschappij. In deze fabriek werden vruchtenconserven en essences gemaakt. Tot 2008 werden er nog vruchtensauzen onder de naam TEO gemaakt. Omdat eigenaar Oetker het aantal merknamen wilde inperken, verdween in dat jaar de naam TEO.
Zijn fruitleverancier en tevens eigenaar van een appelstroopfabriek, J.F. Baltussen, werd in 1910 zijn compagnon. Op die manier loste Taminiau niet alleen zijn problemen met het krijgen van krediet op, maar kwam hij ook aan goedkoop fruit en verkreeg hij ook kennis van de appelstroopfabricage.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog deed de fabriek goede zaken in Engeland en Duitsland. Na afloop van de oorlog daalde echter de vraag, terwijl de kosten stegen. Daarnaast was het moeilijker om krediet te krijgen.
In 1928 wordt de productie uitgebreid met jam, puddingsauzen en vruchten op sap. Taminiau wist een faillissement in 1929 te voorkomen door obligatieleningen af te sluiten met leveranciers en bekenden. In 1929 werd de fabriek ondergebracht in een NV, waar naast Taminiau en zijn zoon Jan ook A.Th. Donders, koopman te Arnhem en J.J. Donders, fabrikant te Arnhem in zaten.
Dit kapitaal maakte het mogelijk om in 1932 en 1935 twee appelstroopfabrieken over te nemen. Hiermee een productie vacuüm werd opgevuld: de fabricage van fruitverwerking was een typische zomeractiviteit, terwijl de productie van appelstroop en winteractiviteit is: in september tot januari worden de appels geoogst. Bovendien: wanneer de appels zo snel mogelijk na de oogst zijn verwerkt -met name ingekookt- tot een concentraat, is de verwerking van dit concentraat tot de uiteindelijke appelstroop het hele jaar mogelijk.
Om de concurrentiepositie te versterken, liet in 1937 Taminiau zijn bedrijf overnemen door N.V. Centrale Suiker Maatschappij (CSM). Voor CSM was deze overname interessant omdat zij zo verzekerd was van de afzet van haar suikerprodukten. Tijdens deze periode begon de productie meer op wetenschappelijke basis plaats te vinden. Daarnaast werden meer producten onder de naam TEO verkocht. Daarnaast werd een fabriek in Alphen aan de Rijn gekocht.
In 1940 is het de op een na grootste jamproducent van Nederland. De productie heeft te lijden onder de Tweede Wereldoorlog en de evacuatie uit Elst. De productie wordt in 1944 tijdelijk ondergebracht in Oss, in gehuurde loodsen van Zwanenberg.
Na de Tweede Wereldoorlog heeft de fabriek het moeilijk vanwege de afhankelijkheid van fruitoogsten en de toegenomen concurrentie.
Heinz
In 1958 neemt Heinz de fabriek over, de eerste fabriek van het bedrijf op het continent van Europa – Heinz was al in Engeland gevestigd. De contacten waren al vanaf 1956, toen TEO in financiële problemen zat.
Het verkoopkantoor van Heinz is intussen overgeplaatst naar Zeist.
Huidige productie
In de fabriek wordt tomatenketchup en sandwichspread gemaakt. Heinz heeft een marktaandeel van 60% in de Nederlandse tomaten ketchup markt en is de grootste ketchupfabriek van Europa.
Toen in 2006 de productie van de “typische Engelse”brown sauce (= worcestersaus…?) van Engeland naar Elst werd overgeplaatst, leidde dat tot vragen in het Engelse parlement.
Sinds de Honig in Nijmegen gesloten is, wordt ook de Brinta in Elst gemaakt.
Daarnaast worden de volgende sauzen gemaakt:
De H.J. Heinz Company is sinds 2001 ook eigenaar van de Honig. In dat jaar kocht Heinz CSM naast Honig de bedrijven Brinta, Koninklijke de Ruijter, Venz, Karvan Cévitam, Roosvicee en Hak. Hak is inmiddels weer verkocht.
De fabriek van Honig in Nijmegen is in 2012 gesloten.
Meer lezen (annex bronvermelding)?
Over Taminiau en zijn bedrijf:
http://www.biografischwoordenboekgelderland.nl/bio/4_Jan_Taminiau
http://nl.wikipedia.org/wiki/Teo_(bedrijf)
http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/03B1E493-9914-485E-AE94-3E8A309BDF9F/0/index1239.pdf
http://nl.wikipedia.org/wiki/Fruitteelt
http://www.hetzwanemeer.nl/index.php/de-betuwe.html
http://nl.wikipedia.org/wiki/Appelstroop
Over Heinz:
http://www.facebook.com/pages/Heinz-Elst/158584294178708?v=info
http://www.gelderlander.nl/voorpagina/betuwe/3923562/article6770526.ece
http://www.werkenbijheinz.nl/werkenbijheinz/assets/File/Heinz_geschiedenis.pdf
http://www.gelderlander.nl/algemeen/dgeconomie/article1590268.ece
http://evmi.nl/mensen-en-bedrijven/honig-sluit-fabriek-nijmegen/
Tussen Elst en Arnhem
Ohra gebouw
Rijksweg-West 2, Arnhem
Dit gebouw is het “Ooyevaarsnest” en hoofdkantoor van de Ohra en is opgeleverd in 1998. Architect was Paul Dirks (van ADP Architecten). Het gebouw is 78 meter hoog.
De architect van het OHRA gebouw Paul Dirks is onder andere ook een van de architect van het VGZ gebouw in Nijmegen.
Voor haar verhuizing naar deze toren was OHRA behuisd in drie bij elkaar gelegen gebouwen bij Groningensingel 51 (Arnhem Zuid, nabij de Pleijweg). Deze werden in 1996 verkocht aan de Politie Gelderland Midden.
De bouw ging in Arnhem bijna niet door: de welstandscommissie vond het gebouw niet mooi genoeg, waarop OHRA dreigde Arnhem te verlaten.
OHRA
De Onderlinge ziekteverzekering der Hoogere Rijks-Ambtenaren (toen O.H.R.A, tegenwoordig zonder puntjes: OHRA) is in 1925 opgericht in Arnhem. Zoals in de krant Het Vaderland staat vermeldt:
“HOOGERE RIJKSAMBTENAREN. — Op 13 dezer heeft de . vereenigingsraad van de Centrale van Hoogere Rijksambtenaren eene vergadering gehouden te Amsterdam. In zijne openingsrede herinnerde de voorzitter aan de gebeurtenissen van het sedert de vorige vergadering verloopen half jaar. Het Bezoldigingsbesluit 102- heeft niet gebracht, wat de hoogere rijksambtenaren er vooral van badden gehoopt, n.l. zoo niet de opheffing, dan toch de tempering van de salarisnivelleering. De betreurenswaardige beslissing, op 22 December door de Tweede Kamer genomen ten aanzien van de bij de wet geregelde salarissen, bracht voor de Regeering de consequentie mede van het invoegen der overgangsbepaling van artikel 30a, waardoor de hoogere ambtenaren werden getroffen. Het bestuur der Centrale heeft herhaaldelijk de aandacht op deze onbillijkheid gevestigd. De rechtstoestand der ambtenaren is nog steeds niet geregeld, ln sommige takken van dienst worden hoogere ambtenaren afgevloeid”, en in de Pensioenwet zijn wijzigingen gebracht, welke den ambtenaren aanzienlijk nadeel berokkenen. Spr. hoopt, dat in de voortdurende daling der ambtenaarspositie nu toch het laagste punt is bereikt, en dat de naastbij liggende toekomst de intrekking van artikel 30a van het Bezoldigingsbesluit, en eene behoorlijke regeling van de positie der hoogere ambtenaren zal brengen. Hierna gaf de secretaris eene uitvoerige uiteenzetting van den stand van het salarisvraagstuk. De vergadering vereenigde zich met het beleid van het bestuur. Na eenige gedachionwisseling werd aan bet bestuur machtiging verleend om, bij gebleken voldoende deelneming, in samenwerking met de Centrale van Hoogere Gemeente- ambtenaren en c.g. nog andere organisaties, de oprichting te bevorderen van eene onderlinge ziekteverzekering.”
De oprichter van deze ziekteverzekering werd A.H. Thesing (1887-1965), een leraar aan de Rijks Hoogere Burgerschool in Steenwijk.
In de loop der jaren hebben een aantal overnames en fusies plaatsgevonden: Vereniging voor ziekenhuisverpleging “Draagt Elkanders Lasten” D.E.L. (Oudekerk aan de Amstel, overgenomen in1992), Ziekteverzekering voor het Gemeentelijk en Semi-Gemeentelijk Personeel “Z.G.S.P.” (1979, Rotterdam), PTT Personeelsfonds (1981), Onderlinge Ziektekostenverzekering-maatschappij “Procovera” U.A. (fusie in 1991), Nuts (fusie 1994), Nuts Ohra acquires the General Accident business in the Netherlands. (1997)
Sinds 1999 maakt het onderdeel uit van de Delta Loyd Groep; echter: Ohra Zorgverzekeringen N.V. en Ohra Ziektekostenverzekeringen N.V. zijn sinds 2009 tot de CZ Groep gaan horen.
Meer lezen?
http://www.adp.archined.nl/projecten/ohra.html#
http://www.skyscrapercity.com/showthread.php?t=15033
http://www.arneym.nl/canonarnhem1900heden/dienstverlening/index.html
http://www.ohra.nl/over-ohra/bedrijfsgegevens/over-ons.jsp
http://arno.uvt.nl/show.cgi?fid=114232
http://www.aviva.com/about-us/heritage/countries/netherlands/
http://resources2.kb.nl/010005000/pdf/DDD_010009753.pdf
http://nl.wikipedia.org/wiki/Ohra
http://www.nieuwsbank.nl/inp/2000/10/01/B003.htm
http://www.amweb.nl/tijdschriften/1995/nr-19/start-nieuwbouw-ohra-in-arnhem.34092.lynkx
http://resources3.kb.nl/010670000/pdf/DDD_010673568.pdf
Westerbouwing
Links is tussen de bomen een uitkijktoren met groen dak te zien.
De Westerbouwring bestaat in ieder geval al in 1760, maar was toen nog een boerderij. Omdat wandelaars in de 19e eeuw spontaan op deze plek gingen rusten om van het uitzicht te genieten, besloot de eigenaar in 1802 een theekoepel te bouwen. Vanaf 1872 werd er een woning gebouwd, waar men kon eten en drinken. Vanaf 1880 werd de Westerbouwring een recreatieplek, wanneer er een boottocht vanuit Arnhem naar de Westerbouwring komt. In de jaren 30 werd een Uitkijktoren geplaatst.
Nadat de Westerbouwring tijdens Market Garden grotendeels was verwoest, is deze in de jaren 50 opnieuw opgebouwd. Hierbij kreeg Westerbouwring een speeltuin, een boottochtje, een rondrittreintje in de vorm van een zwaan die de bezoekers van de rondvaartboot naar de Westerbouwring bracht en een kabelbaan. Daarna volgden verdere uitbreidingen. De Westerbouwring werd in de jaren 50 daardoor een belangrijke attractie voor schoolreisjes en dagjes uit.
De eigenaren hadden van deze locatie graag een echt pretpark willen maken, maar gezien de prachtige ligging kregen zij hiervoor geen toestemming. Vanwege de concurrentie van de grote pretparken kreeg de Westerbouwring het steeds moeilijker en is in de jaren 90 als pretpark gesloten.
Wel is het restaurant blijven bestaan, met vanaf het terras een schitterend uitzicht op de Rijn, Arnhem en de Betuwe.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Westerbouwing
http://www.eenwagenvolverhalen.nl/Redactioneel/westerbouwing.html
Rosandepolder
Links en rechts van de spoorplijn bevindt zich Rosandepolder. De aanleg van de spoorlijnen in 1845 en 1879 heeft dit gebied versnipperd. Waar de naam Rosande vandaan komt is onbekend: mogelijk is deze afkomstig van ‘rood zand’. Een andere verklaring zou kunnen zijn dat het in verband moet worden gebracht met het rooien van bossen.
In ieder geval is de eerste vermelding van het kasteel Rosande in 1313. Het kasteel was een heerlijkheid en had een eigen rechtsspraak. Dit kasteel was een leengoed van kasteel Doorwerth dat links te zien is. Rosande is een aantal keren verwoest en weer opgebouwd. De laatste keer was in 1672??, toen deze door Franse troepen is verwoest en gesloopt. Wel zijn de contouren van het kasteel nog duidelijk te zien in de vorm van de grachten en de glooiing waar het huis heeft gestaan. Vanwege deze zichtbaarheid is de locatie een rijksmonument.
In de 20ste eeuw waren hier steenfabrieken gevestigd, die in de Tweede Wereldoorlog tijdens Market Garden zijn verwoest. Er resteren? Twee plassen. Deze plassen zijn ontstaan doordat hier zand is opgespoten. In deze plassen zijn, net als bij andere zandspuiterijen in de omgeving, skeletten van prehistorische dieren gevonden. De ene plas wordt tegenwoordig gebruikt voor waterrecreatie, de andere voor woonboten.
Het gebied is grotendeels eigendom van het Geldersch Landschap en Kasteelen. Deze vereniging heeft na de verwerving van dit terrein actie ondernomen om het oude beeld van hagen en knotwilgen te herstellen. Het gebied wordt onder andere gekenmerkt door de knotwilgen, waarvan sommige honderd jaar oud zijn. De tenen van deze wilgen worden als diervoor voor Burgers Zoo geleverd.
De Sippelbeek mondt uit in de Rosandepolder, waarvoor een ecopassage onder de spoordijk gegraven is.
Meer lezen?
Rosandepolder, wikipedia
Over de omgeving: Rosandepolder, Hoogstede, 27 augustus 2013 (link april 2024)
Rosande, Arneym (niet meer werkende link, april 2024)
http://natuurtijdschriften.nl/download?type=document;docid=405382
Spoorbrug over Rijn
De eerste spoorbrug is bij de aanleg van het spoor tussen Arnhem en Nijmegen gebouwd in 1879. Dit is inmiddels de 5de brug: de eerste brug is in 1940 opgeblazen. De Duitsers hebben daarna de brug vervangen door een brug uit Zalltbommel. Deze is echter verwoest bij Market Garden. Na een tijdelijke brug is in 1952 de huidige brug gebouwd.
Voor de locatie van de brug waren er in1874 twee opties: de huidige of oostelijker, bij Malburgen. Uiteindelijk werd besloten om op de huidige locatie de brug te plaatsen vanwege de aansluiting op de bestaande spoorwegen En daarnaast het feit dat het eenvoudiger zou zijn hier de brug te plaatsen, omdat het eenvoudiger zou zijn om op deze plaats de Rijn te normaliseren. Hiervoor werden 6 extra kribben geplaatst.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Spoorbrug_Oosterbeek
https://nl.wikipedia.org/wiki/Spoorlijn_Arnhem_-_Nijmegen
De eerste gebouwen zijn van KEMA Tennet. Het eerste gebouw links is het High-Voltage Labaratorium. Dit gebouw is in 2008 opgeleverd en ontworpen door Mies Architectuur.
Kema terrein en TenneT zendmast
van het spoor een grote witte toren: dit is de televisietoren die de Kema toren wordt genoemd, maar een zendmast is van Tennet. Wel staat deze toren op het Kema terrein. Deze toren stamt uit 1969. In totaal is de toren 190 meter hoog, de antenne niet meegerekend 148,2 meter.
Het bedrijf is vooral bekend vanwege haar Kema-Keur merk voor de veiligheid van electrische apparaten.
De N.V. tot Keuring van Elektrotechnische Materialen te Arnhem is opgericht in 1927. Maar haar onstaansgeschiedenis begint in 1924: de vraag naar electiciteit en electrische apparaten groeide in die tijd flink. Niet alle apparaten waren betrouwbaar en daarom besloten de aanbieders van electiciteit een eigen dienst op te richten om deze apparaten te keuren. De aanbieders waren op dat moment provincies, gemeentelijke en een aantal particuliere electriteitsbedrijven
Aangezien de vraag naar keuringen bleef stijgen, werd in 1927 een onafhankelijke organisatie opgericht. Het eerste gebouw was een bijgebouw van Hotel Belleveu aan de Utrechtseweg.
Het bedrijf bleef groeien en daarom vond er in 1931 een verhuizing plaats naar de huidige plaats: het landgoed de Brink. Voorwaarde hiervoor was wel, dat er veel groen behouden moest blijven. De gebouwen zijn daarbij ontworpen door de architect Fels, de Delftse hoogleraar R.L.A. Schoenmaker samen met de eigen bouwkundige dienst. Hoewel verbouwd, zijn (NAI, 2001) de volgende gebouwen uit die periode nog te zien: “Gebouwen van de kortsluitlaboratoria, omvattend Werkplaats en Expeditie (Fels en Schoemaker, 1936, uitgebreid in 1947, 1954 en later), Fabrikantengebouw I (montagehallen en loshal voor cliënten, Fels en Schoemaker, 1936), Centraal Dienstengebouw en Magazijn (Fels en Schoemaker, 1936), Beproevingsgebouw I (Fels en Schoemaker, 1936), Machinegebouw I en II (Fels en Schoemaker, 1936, uitgebreid 1946 en 1956)…Verder zijn er nog twee dienstwoningen en een dienstgebouw met fietsenstalling (Fels en Schoemaker, 1933-1936)
”. Dit zijn de gebouwen opgetrokken uit baksteen met een vrij sober beeld.
In 1938 is het kortsluitlaboratorium gebouwd, die op 14 oktober werd geopend.
In de Tweede Wereldoorlog raakten al gebouwen zwaar beschadigd en werd de apparatuur door de Duitsers meegenomen.
Commandogebouw II (Hamerpagt, 1956), Fabrikantengebouw II (montagehallen met loshal voor cliënten, Hamerpagt, 1956). Verder het Voorlichtingsgebouw (Fels en Schoemaker, 1938, uitgebreid door Hamerpagt, 1957), de Kantine voor Medewerkers van de Werkplaats (Hamerpagt, 1952), het Gastenrestaurant met Tennisbanen (1950-1951, verbouwd door De Gruijter, 1966), het Natuurkundig en Scheikundig Laboratorium (Hamerpagt, 1948). De uitbreiding op landgoed Mariëndaal bestaat uit het Algemeen Laboratorium II (Hamerpagt 1961), het Kernreactor Laboratorium (Hamerpagt 1955-1957), het Laboratorium voor Mechanische Technologie (De Gruijter, ca. 1966).
Na de Tweede Wereldoorlog tot in de jaren 70 was onderzoek naar kernenergie een belangrijke activiteit voor de Kema, waarvoor een testreactor was gebouwd.
In de jaren negentig kreeg de KEMA, door de voltooiing van de elektriciteitsinfrastructuur, het steeds moeilijker. Werknemers werden ontslagen en bedrijfsgebouwen gesloten. Het KEMA-terrein werd Business Park Arnhem en in 2007 Arnhem Buiten. Na 2000 groeide de internationaal opererende onderneming weer.
Tot… waren een aantal Nederlandse energiemaatschappijen de grootste aandeelhouders, waarvan Eneco en Essent met 31% respectievelijk 25,3% de grootste waren. Deze en nog een aantal andere bedrijven hebben hun belang verkocht aan het Noordse DNV, die in totaal 74,3% van de aandelen in handen kreeg.
Hendrik Fels
Rotterdam, 1882-1962
In de jaren dertig was Hendrik Fels samen met Schoenmaker en de eigen Kema technische dienst de ontwerper van de gebouwen. Waarschijnlijk is Radio Kootwijk zijn bekendste gebouw. Daarnaast heeft hij tal van gebouwen -van centrales, kantoren tot transfomatorhuisjes- voor de PGEM gebouwd.
In 1918 vestigt hij zich als zelfstandig architect. Zijn broer werkt als electrotechnisch ingenieur bij de PGEM en bezorgt hem zijn eerste opdracht. Daar blijft het niet bij: hij wordt hier de huisarchitect.
Hij wordt gerekend tot de Haagse school: ….
Een aantal werken:
- Radio Kootwijk
- Eikenrode (samen met Pieter Smits), Rijkstraatweg 390a/392 in Wassenaar (1913)
- Schakelstation en dienstwoningen van PGEM, Broekstraat/van Oldenbarneveldtstraat in Arnhem (1927)
- 10 & 50 kV Stations De Wormen, Beekbergerweg/Talingweg/1e Wormenseweg in Apeldoorn (1932)
- Centrale Gelderland, Nijmegen (1936)
Meer lezen?
http://nl.wikipedia.org/wiki/KEMA
http://www.kema.com/nl/about/history.aspx
http://www.arneym.nl/canonarnhem1900heden/dienstverlening/index.html
23615, NAI (niet meer werkende link, april 2024)
Over Hendrik Fels
http://radiokootwijk.free.fr/index.php?file=s50kv_spreken_01.php
http://10kv.magix.net/website/architectuur_van_het_gebouw.8.html#Architectuur van het gebouw
http://www.architectuurgids.nl/project/list_projects_of_architect/arc_id/1168/prj_id/1006
http://www.noviomagus.nl/Gastredactie/Kuiken/PGEM/PGEM.htm
http://www.iisg.nl/ondernemers/pdf/pers-0470-01.pdf
Koepelgevangenis
Wilhelminastraat 16 in Arnhem
Rijksmonument
De koepel die je erbij ziet liggen is de Koepelgevangenis, ontworpen door Johan Metzelaar in 1186. Momenteel is deze gevangenis onderdeel van de penetaire inrichting De Berg.
Deze inrichting is gebouwd in neorenaissance stijl.
Deze gevangenis is naar aanleiding van het Wetboek van Strafrecht uit 1881 en de Gestichtenwet uit 1884 gebouwd. Hierin werd bepaald dat elke arrondissement een eigen huis van bewaring moest hebben.
De komst van de gevangenis maakte een einde aan de plannen van notabelen om in dit gebied de villawijk verder uit breiden.
De gevangenis gebouwd naar de inzichten van Jeremy Bentheim: De opzet van deze gevangenis was dusdanig dat de gevangene zich altijd in de gaten gehouden wist. Daarbij was het eenvoudig de gevangenen in de gaten te houden.
Metzelaar heeft het in de gaten ook op een andere manier uitgewerkt: bovenin de koepel is een alziend oog verwerkt en in het midden van de koepel plaatste hij een preekstoel.
In de Tweede Wereldoorlog werd de gevangenis door de Duitsers gebruikt voor het opsluiten van verzetslieden. In 1944 hebben er twee bevrijdingsacties plaats gevonden.
De volgende site geeft een aardig inkijkje hoe het leven in deze gevangenis is:
http://gevangenis.startpagina.nl/prikbord/7453334/koepel-gevangenis-arnhem
Trivia
- Op http://www.tijdschriftoost.nl/artikel_detail.php?hfst_id=7&uitgave_id=9&artikel_id=42 schrijft Bernard Hulsman dat de Koepelgevangenis tussen 1186 tot 1902 met zijn diameter van 53 meter op dat moment mogelijk de grootste koepel ter wereld had.
Meer lezen?
http://rijksmonumenten.nl/monument/516731/cellengebouw+koepelgevangenis/arnhem/
http://www.arneym.nl/monumentenbuitenstad/koepelgevangenis/index.html
http://sites.google.com/site/freedomtrailarnhem/10-koepelgevangenis
http://www.architectenweb.nl/aweb/archipedia/archipedia.asp?ID=6574
http://nl.wikipedia.org/wiki/Koepelgevangenis_(Arnhem)
http://www.tijdschriftoost.nl/artikel_detail.php?hfst_id=7&uitgave_id=9&artikel_id=42
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lombok_(Arnhem)
Woonwijk Oud Lombok
De bouw van deze woonwijk is gestart in 1893. De woningen zijn gebouwd door de Woningbouwvereniging Openbaar Belang (WOB). Deze vereniging werd door rechter Barthold Philip baron van Verschuer en zijn broer opgericht om te voorkomen dat de bewoners uit de wijk Klarendal dakloos zouden raken: vanwege saneringsplannen waren hun woningen onteigend. Dit worden dan ook de eerste bewoners van deze wijk.
Voor die tijd was de wijk zeer ruim opgezet. Waaronder openbaar groen, wat voor die tijd alleen in villawijken plaatsvond. Naast woningen kwamen er winkels, openbare gebouwen en wijkvoorzieningen, zoals een badhuis en bewaarschool, politie- en brandweerpost.
Meer lezen?
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lombok_(Arnhem)
http://www.arnhem-direct.nl/berichten/lombok-werd-geen-villabuurt/
http://www.canonsociaalwerk.eu/nl_vhv/huisvesterdetails.php?cps=6&huisvester_id=49
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_gemeentelijke_monumenten_in_Arnhem/Heijenoord_en_Lombok
Sint-Elisabeth Gasthuis
Utrechtseweg
Het ziekenhuis is in 1893 gebouwd door de architect J.W. Boerboom in neorenaissancestijl. In 1995 is het ziekenhuis opgegeaan in het Rijnstate ziekenhuis. Nadat het een aantal jaren heeft leeg gestaan, is het ziekenhuis verbouwd tot appartementen, die in 2001 zijn opgeleverd.
Meer lezen?
http://www.arnhem-direct.nl/berichten/lombok-werd-geen-villabuurt/
Bestemmingsplan Lombok-Hulkestein-Utrechtsestraat
Rijn- en Parktoren
De Rijn- en Parktoren zijn opgeleverd in 2005 en zijn bijna 70 meter hoog. De Rijntoren is de blauwe toren. Hierin is onder andere het WTC Arnhem-Nijmegen gevestigd. Momenteel bevindt zich in de Parktoren Regus en Atos Origin.
Het ontwerp is van UN Studio.
UN Studio is onder andere verantwoordelijk voor het ontwerp van:
- station Arnhem, inclusief bushalte en Willemsbrug
- het Valkhof Museum in Nijmegen
- Prins Clausbrug, Utrecht in gebruik 2003
In de Rijntoren bevindt zich Arcadis, de opvolger van de Heidemij. Deze Heidemij is erg belangrijk geweest voor de ontginning van de woeste gronden en de aanleg van bossen tussen Arnhem en Utrecht. Onder andere voor de aanleg van de Schaarsbergsebossen rond 1905.
Voor de energievoorziening wordt, net als station Arnhem, gebruik gemaakt van Koude- en Warmteopslag:, waar water op 180 meter onder de grond wordt opgeslagen om vervolgens weer voor de koeling te worden gebruikt.
Meer lezen?
Dienstverlenende bedrijven, vanaf 1945, Arneym (link april 2024)
http://www.skylinecity.info/steden/arnhem/gebouwen/rijntoren_rec.htm
http://www.unstudio.com/projects/prince-claus-bridge
Kantoor in Parktoren Arnhem gewild ondanks crisis, Leon van Wijngaarden De Gelderlander, 26-1-2012 (link april 2024)
http://www.arnhemcentraal.nu/project/ondergronds/koude-en-warmte-opslag/koude-en-warmte-opslag/
Villa Bethesda
Hierna is een rij villa’s te zijn, veelal ontworpen door de architect Fromberg. Het eerste gele huis is Villa Bethesda, ontworpen rond 1865 (Bovenbrugstraat 3).
In 1870 staat er een bewoner vermeld. Rond 1900 werd deze villa opgekocht door het Diaconessenhuis.
Dit ziekenhuis vestigde zich in 1884 in een villa die eveneens door Fromberg was ontworpen en door hem werd bewoond. Nadat hij in 1883 was overleden, vestigde het Diaconessenhuis zich. Deze villa stond op plek waar nu het Cito-kantoor staat. In de loop der jaren kocht het Diaconessenhuis meerdere villa’s op. Villa Bethesda was bedoeld voor hulpbehoevende burgervrouwen.
Fromberg was een architect/ontwikkelaar die in 1849 het terrein ten noorden van de spoorlijn, het Tamboerbosje, kocht om er 9 huizen op te mogen zetten. Voor die tijd was dit gebied nog nauwelijks bebouwd, omdat deze buiten de vestingwerken lag.
Meer lezen?
- De villa’s Marguerite, Nova en Schoonoord, Arneym
http://www.arneym.nl/architecten/fromberg/00000098c20918b09/index.html
- Het ontstaan van de woonwijk Oud-Heijenoord in Arnhem, Arend Arends
http://www.arendarends.nl/Oud-Heijenoord/Huizen1.htm
http://www.arendarends.nl/Oud-Heijenoord/Oud-Heijenoord.htm
- ntvg.nl/publicatie/ned-herv-diakonessenhuis-te-arnhem…/pdf
- Fromberg, Hendrik Willem, Arneym: http://www.arneym.nl/architecten/fromberg/index.html
- http://nl.wikipedia.org/wiki/Heijenoord
- http://arneym.nl/architecten/fromberg/00000098c20918b09/index.html
- http://www.pbdoetmee.nl/nostalgischnederland/2013/03/20/arnhem-diaconessenhuis/
Beaulieu
Noordelijke Parallelweg 1
De witte villa is Beaulieu gebouwd in 1851. Dit gebouw is ontworpen door de architect Fromberg. Aan een zijstraat, Frombergdwarsstraat 25-37
staat de koetswoning en de (vermoedelijke) rentmeesterwoning.
Ook de woningen op Noordelijke Parallelweg 3 en 4 zijn door Fromberg ontworpen.
http://www.arneym.nl/monumentenbuitenstad/beaulieu/index.html
Overig Heijenoord
De komst van het spoor zorgde ervoor dat de villawijk niet verder werd uitgebreid: Door het spoor, een goederenstation en het rangeerterrein werd het gebied een interessante vestigingsplaats voor fabrieken. Daardoor vestigden onder andere een bandenfabriek en een brouwerij. Naast de fabrieken kwamen directie- en arbeiderswoningen. Ook kwamen een aantal middenstandswoningen.
De bakstenen huizen rechts met de oranje dakpannen dateren rond 1934.
Daarna komen een aantal witte huizen. Dit is de Tulpstraat (de straat haaks op het spoor) en omgeving; ter hoogte van het gasthuis aan de andere kant van het spoor). Deze woningen zijn gebouwd voor stokers en machinisten van de spoorwegen en zijn van vroegere datum.
Meer lezen?
http://nl.wikipedia.org/wiki/Heijenoord
Bestemmingsplan Heijenoord-Het Dorp 2007
Oosterbeek
Oosterbeek is vernoemd naar de Ostbac, de beek die door het Zweiersdal stroomde.
In de 10e eeuw werd een kerk gebouwd, waarvan een deel onderdeel uitmaakt van de huidige Oude kerk. Dit is daarom een van de oudste kerkgebouwen van Nederland. In de 14de eeuw werd een toren gebouwd en daarnaast in de omgeving kwam er een klooster.
Kunstenaars
In de 19e eeuw ontdekten schilders de omgeving van Oosterbeek, waardoor er een kunstenaarsdorp ontstond: het ‘Hollandse Barbizon’ en de ‘Oosterbeekse School’. Kunstenaars die tijdelijk of voor langere tijd verbleven waren onder andere Willem Maris, Jacob en Matthijs Maris, Johannes en Gerard Bilders, Anton Mauve, Jan Willem Mesdag en Constant Gabriel. Deze kunstenaars waren geinspireerd op de ‘Barbizon’ stroming: Franse schilders die in de open lucht bij Barbizon gingen schilderen. Daarbij schilderden zij naar de werkelijkheid, met als doel om de indruk die zij van het landschap kregen over te brengen. Hierbij gaf het kleurgebruik de stemming aan. Daarmee waren zij voorlopers van het impressionisme. De ‘Oosterbeekse School’ is de eerste generatie van de ‘Haagse School’.
Daarnaast waren er schrijvers actief: Jacob van Lennep en Kneppelhout. Het landgoed de ‘Hemelse Berg’ van Kneppelhout was daarbij een van de ontmoetingsplaatsen van de kunstschilders.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Haagse_School_(schilderkunst)
https://nl.wikipedia.org/wiki/School_van_Barbizon
https://nl.wikipedia.org/wiki/Barbizon
http://www.artsalonholland.nl/kunst-stijlen/school-barbizon
Tussen Arnhem en Ede
Ginkelse Heide
Recht is het begin van de Ginkelse Heide te zijn. Aan het spoor is het gebied nog redelijk bosrijk; iets verderop is het vooraal een grote vlakte van heide. Sinds… is dit een heidegebied. Vanaf…
Het gebied is vernoemd naar De Ginkel. Een ginkel is een gebied waar landbouw wordt bedreven dat omsloten is door ander grondgebruik. In dit geval heide. De Ginkel bevindt zich een aantal kilometers benoorden van het spoor. Waarschijnlijk is de enclave ontstaan aan de Molenbeek. De gemeente Ede heeft de bedding van deze beek gereconstrueerd. Deze beek staat droog. In de buurt waar het spoor kruist met de A12, kruist het spoor de Molenbeek.
Op de heide graast een schaapskudde van 160 schapen. Hoewel niiet te zien, staat enkele kilometers verderop de schaapskooi. Tevens is daar het monument voor Market Garden in de buurt.
Market Garden
De Ginkelse Heide was op 18 september 1944 de landingsplek van de geaillieerden op de tweede dag van Market Garden. De slag wordt jaarlijks herdacht en er staat een Airborne monument. De eerste dag waren Schotse eenheden geland ten noorden van Wolfheze.
Molenbeek
De Molenbeek was een belangrijke beek voor de papierfabricage. In het zuidelijk deel van deze beek lagen een aantal papiermolens. Een aantal van deze molens hebben aan de basis gestaan van de papierfabriek Parenco.
Meer lezen?
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ginkelse_Heide
https://nl.wikipedia.org/wiki/Landbouwenclave
https://liberationroute.nl/the-netherlands/pois/b/battle-of-ginkelse-heide
https://nl.wikipedia.org/wiki/De_Ginkel
http://www.sprengenbeken.nl/renkumse-beken/
Ede
Kazerne
De twee kazernes aan de rechterkant maken deel uit van zeven naast elkaar gelegen kazernes, waarvan dit de twee oudste zijn; de ‘Prins Maurits’ en de ‘Johan Willem Friso’. Deze zijn in 1906 in gebruik genomen.
Vanwege de aanwezigheid van bouwgrond en woeste gronden dat dienst kon doen als oefenterrein, was Ede een interessante locatie voor het vestigen van kazernes.
Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog werd naar deze kazernes een deel van het Nederlands leger gemobiliseerd, waardoor er een tentenkamp ontstond. Vanuit deze kazernes zijn de betreffende legeronderdelen naar de Grebbelinie gegaan..
Sinds 2011 zijn de kazernes eigendom van de gemeente Ede. De bestemming van deze panden in is onderdeel van 1 groot plan ‘Veluwse Poort’ voor het oude Enka terrein, het stationsgebied en de kazernes. Waarschijnlijk zullen de hoofdgebouwen van deze kazernes blijven bestaan samen met het exercitieterrein en het ketelhuis.
Dit ketelhuis is in 1963 ontworpen door Marius Frans Duintjer..
In het Ontwikkellingsplannen vallen deze twee kazernes onder ‘Maurit-Zuid: “Netwerk aan de Veluwe; Ede heeft de ambitie Poort naar de Veluwe én de Food Valley te zijn. De kenmerken van de bestaande monumentale gebouwen, de gewenste hoge kwaliteit en dichtheid van de nieuwbouw gecombineerd met een park richting de Veluwe, de ligging direct naast het intercity- en busstation Ede-Wageningen, en de ruimte voor wonen en werken in deze enclave bieden
volop kansen om deze ambitie daadwerkelijk te realiseren”. http://www.ede.nl/fileadmin/bestanden/documenten/2011/03_Ontwikkelingsplan_kazerneterreinen_Deel_3.pdf
In de Mauritskazerne is sinds maart 2012 een bierbrouwerij gevestigd: de ‘Veluwse Heidebrouwerij’, zodat er sinds 150 jaar weer een brouwerij in Ede is.
http://jeoudekazernenu.nl/Maurits/Mauritsindex.html
http://jeoudekazernenu.nl/JWF/JWFindex.html
http://jeoudekazernenu.nl/Ede/ede.html
http://www.ede.nl/fileadmin/monumentenregister/443.html
http://zoeken.nai.nl/CIS/project/7642
http://www.omroepgelderland.nl/web/Nieuws-1/1459061/Ede-heeft-weer-bierbrouwerij.htm
Keetmolen + iets verderop een tweede molen
De molen bij is spoor heet de Keetmolen, vernoemd naar de bouwkeet die hier van 1845 tot 1875 stond in verband met de aanleg van het spoor. Later deed deze keet dienst als tijdelijk stationsgebouw, totdat in 1878 een nieuw station werd gebouwd.
Op het wiekenkruis staat dat de molen gebouwd is in 1750, maar dat is dus niet juist.
Cornelis van de Kraats kreeg in 1858 toestemming tot de bouw van een koren-, olie- en pelmolen. Totdat de gemeente Ede eigenaar werd, is de molen altijd eigendom geweest van de familie van de Craats. Zij waren tevens eigenaar van de Concordiamolen in het centrum van Ede en deze familie had ook een tijdlang een andere molen in Ede: de Doesburgermolen. Bij het gereedkomen van de molen was de rest van de omgeving nog niet bebouwd.
De oorspronkelijke molen was een stellingmolen met een bovenbouw van hout. Deze bovenbouw werd door een blikseminslag in 1865 verwoest, waarna hiervoor in de plaats een stenen bovenbouw kwam. Daarnaast werd er een bult opgetrokken. De molen was in 1866 gereed.
De molen was oorspronkelijk in gebruik als graanmolen om boekweit en rogge te kunnen malen. Later werd hier ook gerst gepeld.
In 1971 is de gemeente Ede eigenaar geworden, die in 1976 begon met de restauratie. Sinds 1985 wordt er geen graan meer gemalen; de wieken draaien voor de sier. In 2004 is de molen opnieuw gerestaureerd.
De naastgelegen woning is de molenaarswoning, die tevens tussen 1858 en 165 is gebouwd.
http://www.ede.nl/fileadmin/monumentenregister/371.html
http://www.ede.nl/cultuur/cultuur-en-kunst/gemeentearchief/kennisbank/5-bouwen-en-wonen/keetmolen/
http://nl.wikipedia.org/wiki/De_Keetmolen
Enkafabriek
De Enkafabriek is gebouwd in 1922 en ontworpen door J.M. van den Bosch. In 2003 is de fabriek gesloten.
Hiervan zijn een aantal onderdelen bewaard gebleven: de schoorsteen, een aantal fronten en de westhal.
Kunstzijde
De Enkafabriek vindt haar oorsprong in Arnhem, toen J.C. Hartogs de Eerste Nederlandse Kunstzijdefabriek Arnhem oprichtte: een fabriek voor de productie van kunstzijde. De naam Enka is afgeleid van hoe je de letters N en K uitspreekt. In het midden van de 19e eeuw was de vraag naar textiel gegroeid en stoffen om textiel te maken waren duur. Daarom werd op zoek gegaan naar alternatieven en vonden wetenschappers “kunstzijde” uit, oftewel viscose zoals het tegenwoordig heet.
Een uitgebreide biografie over J.C. Hartogs is te lezen op de website van Ede-Zuid
1913 Arnhem
In 1913 ging de fabriek open. Een van de voordelen van de vestiging in Arnhem was het grote achterland van Duitsland. Daarbij had Arnhme goede verbindingen, zowel in de omgeving als met de rest van Nederland. Daarbij was het personeel in Arnhem relatief goedkoop en wilde burgemeester A.J.A.A. van Heemstra de industrie stimuleren.
1922 verhuizing naar Ede
Omdat deze fabriek te klein werd, werd gezocht naar een nieuwe locatie. Dat was een plek op de ‘Schraaljammerheide’. De ligging was goed: het grondwater was zacht, wat erg belangrijk was voor het productieproces. De verbinding was goed door de locatie aan de spoorlijn in de buurt van de Rijn, waardoor er een goede verbinding met Duitsland was. Daarnaast was er de aanwezigheid van goedkope grond en goedkope arbeidskrachten, aanvankelijk vooral afkomstig uit de Veluwe. Al gauw volgden meerdere uitbreidingen, waardoor de fabriek in 1929 de grootste fabriek van Nederland was geworden.
Woonwijk “Vooruit” en bussen
Voor de arbeiders werd door de woningbouwvereniging ‘Vooruit’ naast de fabriek een woonwijk opgericht, een tuindorp met 300 woningen. Het werk werd vooral gedaan door jonge vrouwen, die aanvankelijk met bussen uit geheel Nederland werden aangevoerd. De fabriek richtte daarbij een aantal verenigingen op en er kwam een verenigingsgebouw, aan de overkant van de straat.
In de jaren 80 en 90 stortte de markt voor viscose in en sloot Enka in 2003 de deuren.
Woonwijk
Vanaf 2008 is het gebied in het ontwikkeling, met functies van wonen en werken en is er sinds 2011 een woonwijk ontstaan. Daarin zijn een aantal elementen van de oude fabriek bewaard gebleven, al dan niet in de vorm het gehele gebouw of het front:
- 2 schoorstenen
- het kantine-gebouw: gebouwd in 1950-1951 naar een ontwerp uit 1949 van architect D. Masselink
- het poortgebouw
- het EHBO-gebouw: uit 1948 naar ontwerp van D. Masselink en E.J. van het Eind
- het bitterzout magazijn
- de westhal: uit 1928 (Rijksmonument)
Op Op Enka is een digitaal boek te vinden over de wording van de wijk.
Meer lezen?
https://www.ede.nl/gemeentearchief/verhaal-van-ede/11-economisch-leven/enka-de-fabrieksgebouwen (niet meer beschikbaar)
http://www.mijngelderland.nl/inhoud/canons/ede/enka
https://nl.wikipedia.org/wiki/ENKA_(bedrijf)
http://www.ondernemenopenka.nl/historie-enka/
https://www.bezoek-ede.nl/cultuur/enka-terrein
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jacques_Coenraad_Hartogs
Tuindorp ‘Vooruit’ en nieuwbouw
Achter de straat die langs het station loopt, zijn een aantal straten te zien met woningen uit de twintiger jaren en daarna nieuwbouwwoningen die in deze stijl zijn gebouwd.
De twintiger jaren woningen zijn de woningen van het Tuindorp ‘Vooruit’, gebouwd in 1922. Enka heeft deze woningen laten bouwen voor haar medewerkers. De architecten waren Van der Burgh en Eschauzier, die de woningen hebben ontwerpen in de zogenaamde Delftse School. Deze Delftse school werd gekenmerkt door het gebruik van bakstenen en traditionele elementen. Het westelijke gedeelte van het Tuindorp is gesloopt en heeft plaats gemaakt voor de woningen met de oranje daken, die aansluiten bij het ontwerp van het Tuindorp.
Je ziet deze woningen beter aan de linkerzijde wanneer de trein de eerste weg kruist (de Kerkweg) kruist. Hoewel niet te zien, is -conform de Tuindorpgedachte- iets verderop een plein met daaraan een schoolgebouw.
Meer lezen?
http://www.ede.nl/fileadmin/bestanden/documenten/2009/Welstandsnota_Ede_Oud_Ede_ZW.pdf
Turkse moskee Ulu Camil
Verlengde Blokkenweg
Deze moskee is ontwerpen door Mies Architectuur . Let daarbij op de patronen in het gezeefdrukt glas en de minaret, dat geinspireerd is op Arabische teksten. De oplevering van de moskee was in 2016, waarna deze in april 2017 geopend is.
Voorheen was de moskee 21 jaar lang gevestigd in de oude verffabriek aan het Frankeng, iets verderop en tevens gelegen aan het spoor. Deze ruimte was echter te krap geworden.
http://www.miesarchitectuur.nl/portfolio-werken/969/
http://www.gelderlander.nl/ede/turken-dolblij-met-bijna-opgeleverde-moskee-ede-video~a0745b06/
http://www.gelderlander.nl/de-vallei/turkse-gemeenschap-ede-mag-moskee-bouwen~a12143c7/
http://barneveldsekrant.nl/blijdschap-edese-turks-nederlandse-islamitische-gemeenschap-63472
Frankeneng 7: oude verffabriek Macostan (locatie van)
Riedel
Hoewel niet mooi, zijn de gebouwen aan de linkerkant van het spoor de moeite waard: hier komt de Appelsientje en Coolbest vandaan: per hoofd van de bevolking zo’n 16 liter per jaar. Een groot pak Appelsientje is boven de ingang van het hoofdkantoor te zien.
Oorspronkelijk was de limonadefabriek van Riedel gevestigd in Leiden. Hier was in 1879 de apotheker J.P. Riedel begonnen met metaalvrij mineraalwater. In 1917 gingen drie fabrieken samen en werd het Riedel – Hoogenstraaten – Willaars (RHW).
In 1966 vestigt Riedel zich vanwege het goede grondwater in Ede.
Aanvankelijk was Riedel vooral bekend om de limonade in literflessen.
De eerste appelsientjes werden in 1973 geïntroduceerd. Zoals directeur Holturst in een interview uit 1980 (het Reformatorisch Dagblad) vertelt: „Onder de bevolking bestond de wens om meer levensmiddelen te consumeren, waaraan geen kunstmatige stoffen waren toegevoegd. In dit kader past de ontwikkeling van reformwinkels. Hierop hebben wij toen ingehaakt door deze producten op de markt te brengen, t is alles puur natuur. Voordat wij Appelsientje op de markt brachten, waren vruchtensappen met veel suiker. Wij zochten een alternatief product en het t viel bij veel mensen in de smaak.”
Let op de ronde silo’s: hierin lossen tankwagens het sap concentraat (het uitgeperste sinaasappelsap waar een deel van het vocht is uitgehaald), waardoor het goedkoper wordt om te vervoeren. In de fabriek wordt vervolgens weer water bijgevoegd.
In 1970 nam Coberco Riedel over. Tegenwoordig is Riedel eigendom van Friesland Campina.
Meer lezen?
http://nl.wikipedia.org/wiki/Riedel_(drankenfabrikant)
http://www.frieslandcampina.com/nederlands/about-us/brands/appelsientje.aspx
http://www.zuivelhistorienederland.nl/_wp_pdf/2008_historie-friesland-coberco_26-04-2008.pdf
http://www.valleibusiness.nl/Actueel/297/Nieuwbouw_Frieslandcampina_Riedel_Ede
http://www.oudefondsen.nl/voeding/riedel-limonadefabrieken-2-april-1958-prioriteitsaandeel-f-50000/
http://www.hollebeek.nl/leiden/fabrieken/ldnfabv.html
Plantion
Wellensiekstraat 4 Ede
Bij Heinz in Elst is al even het gebouw links ter spake gekomen: Plantion, de bloemen- en plantenveiling.
Sinds 2008 is de Bloemenveiling Oost Nederland (in Bemmel) samengegaan met de Veiling Vleuten.
Ook de veiling van Vleuten was in de loop der jaren meerdere keren gefuseerd. Naast schaalvergroting in de tuinbouw had Vleuten te maken met het feit dat het in een gebied lag dat een Vinex-locatie zou worden, de Leidsche Rijn.
Bij de bepaling van de nieuwe locatie was de keuze tussen Tiel en Ede. Dat werd Ede, vanwege de centrale ligging in Nederland vlak aan de A12. Zoals directeur Bakker tegen Managementscope.nl vertelt: “‘Traditioneel stond een veiling in een productiegebied. Door schaalvergroting en een wereldwijde spreiding van productiegebieden is dat minder belangrijk geworden. We krijgen vanuit heel de wereld bloemen en planten aangeleverd en showen die voor de klok. Alles wordt hier geveild en gedistribueerd. Onze afnemers bevinden zich voor het overgrote deel in een straal van honderd kilometer rondom deze veiling. Dat kunnen detaillisten zijn, tuincentra, commissionairs of een groothandel die aan tweehonderd supermarkten levert”.
Bij het vertrek van de veilingen uit Bemmel en Vleuten, verhuisden ook zes groothandels mee naar Ede.
In maart 2009 werd begonnen met de bouw en op 1 maart 2010 was de eerste veiling. De totale oppervlakte beslaat 65.000 m2. Het ontwerp van de veiling is afkomstig van Breddels Architecten uit Heerhugowaard; zij zijn overigens ook de architecten van de nieuwe Intratuin in Elst.
Het kantorenpand vooraan noemden ze ‘de Kroon’. Deze kantoren zijn gebouwd op het verwerkingscentrum en kopersboxen . Aanvankelijk was het niet de bedoeling om deze kantoren te bouwen, maar in plaats daarvan een schutting voor de a12 en a30. Aangezien zo’n schutting niets opleverde, werd besloten een kantorenpand te plaatsen. Hierachter staat het veilingbedrijf en daarachter weer de verlaadhal. Hier kunnen klanten hun gekochte spullen inladen. Het achterste gedeelte is het Groothandelscentrum en het Groentecentum.
Het gebouw maak voor haar energieverbruik gebruik van natuurlijk opgewarmd en gekoeld water door middel van de koud-warm centrale langs de A12.
De Wellensiekstraat is overigens vernoemd naar de in 1990 overleden hoogleraar Tuinbouwplantenteelt.
http://www.plantion.nl/historie
http://nl.wikipedia.org/wiki/Plantion
http://www.paprikanet.nl/nc/paprika/volgende/7/nieuws/plantion-boekt-recordomzet/
http://www.glastuinder.com/de-telegraaf-nomineert-plantion-voor-groenste-bedrijf-van-nederland/
http://www.breddels.nl/pages/posts/780—nieuwbouw-veiling-plantion-te-ede38.php?id=38
http://managementscope.nl/magazine/artikel/477-plantion-tuinbouwveiling-duurzaam
http://www.bloemenblad.nl/nieuws/2128/zeven-groothandels-tekenen-voor-plantion
Loopbrug en AC restaurant
Bij de A12 ziet u een AC restaurant met een loopbrug. Het AC restaurant ligt op de verzorgingsplaats Bloemheuvel (de overkant van de A12 tussen de A12 en het spoor heet Oudenhorst. Oorspronkelijk was het restaurant opgericht door de Kleine Bloemheuvel BV. Later is het restaurant verkocht aan de AC Groep en heette het AC Veenendaal.
De witte loopbrug over de A12 is in 1999 in gebruik genomen, de opdracht daarvoor stamde uit 1995. Opvallend daarbij is dat de opdracht voor de bouw van de brug kwam van AC restaurant. De brug is ontworpen door architect Hans van Heeswijk. “Voor de helft van de klanten lagen de bestaande AC restaurants bij Veenendaal en Nieuwegein aan de verkeerde kant van de weg. Het budget voor een verbinding was direct afgeleid van een te verwachten omzetstijging van 25%.” De brug moest een herkenningspunt worden en door een elegante constructie de aandacht op het restaurant te laten vestigen. Een tunnel voelde als te sociaal onveilig, minder goed beheersbaar, zou geen herkenningspunt opleveren en was te duur. Daarom werd gekozen voor een brug. Volgens de website van Van Heeswijk steeg de omzet met 705.
Van Heeswijk heeft een identieke brug ontworpen over de A27 bij Nieuwegein, die tevens in 1999 in gebruik genomen is.
Meer lezen?
http://nl.wikipedia.org/wiki/Verzorgingsplaats_Bloemheuvel
http://www.heeswijk.nl/nl/projecten/bruggen/08.AcB/08.AcB.html
http://www.heeswijk.nl/images/pers/publicaties/00%20001%20BOUWEN%20MET%20STAAL%20NL%20AcB.pdf
Veenendaal
Cooperatie de Klomp
Stationsweg 10
De Klomp is het buurtschap waar station Veenendaal-de Klomp in ligt. Waarschijnlijk is de naam afkomstig van ‘clamp’, wat losplaatst betekent.
Het meest opvallende gebouw is de Cooperatie De Klomp. Deze cooperatie is opgericht in 1916 als “Coöperatieve Aankoopvereniging ‘De Klomp en omstreken”, ook wel Valkse Bond genoemd.
Vanaf 1927 had de Cooperatie op deze locatie een maalderij. Hierdoor was de Cooperatie niet meer aangewezen op de molen in Lunteren. Het bedrijf produceerde vooral mengvoer voor allerlei soorten veehouderij. Vanaf 1934 is er een stenen gebouw neergezet, waarna de nodige uitbreidingen volgden.
In Bennekom was al de Coöperatieve Aankoopvereniging ‘Landbouwbelang’ te Bennekom 1901 opgericht, waarmee Cooperatie de Klomp in 1977 is gefusseerd als ‘Rijnzate’. In het begin van de twintigste eeuw werden veel coorperaties oppgericht, zodat (kleinere) boeren een groter tegenwicht konden bieden aan handelaren.
Aanvankelijk was het plan om met meerdere cooperaties (De Klomp, Bennekom, Renswoude, Lunteren, De Valk en Wekerom) een veevoederfabriek in de haven van Wageningen te bouwen. Vanwege de voorspoed in de jaren zeventig, waardoor de noodzaak van de fabriek niet meer werd gezien, haakten behalve De Klomp en Bennekom de overige coorperaties af.
In de jaren 90 ontstonden een aantal fusies: in 1992 met de Cooperatie van Lunteren, in 1996 met de Cooperatie Wekerom en Omstreken. Vanaf dat moment heette de cooperatie De Valk Wekerom. In het gebouw is nu de groothandel Van Steenbergen Sierbestrating gevestigd.
Meer lezen?
http://www.digibron.nl/search/share.jsp?uid=00000000012df7c5cec4a0f21812d125&sourceid=1011
http://www.ede-west.nl/node/454
http://www.steenbergensierbestrating.nl/over-steenbergen/
http://edestad.nl/zakelijk/honderd-jaar-co%C3%B6peratie-de-valk-wekerom-126378
http://erfgoedede.nl/toponiemen/50-de-klomp-het-verhaal-over-het-ontstaan-van-een-nederzetting.html
https://www.ede.nl/gemeentearchief/verhaal-van-ede/2-bevolking/klomp-de
(niet meer werkend: http://www.ede.nl/fileadmin/bestanden/documenten/2011/Landbouwbelang.pdf)
Fort aan de Buursteeg en de Slaperdijk
Fort aan de Buursteeg
Na het station uitgegaan te zijn, zie je aan de linker- en rechterkant Fort aan de Buur(t)steeg. Deze werd 1786 aangelegd ter bescherming van de Slaperdijk en de Emminkhuizerberg. De Rhijnspoorweg werd dwars door het fort aangelegd.
Het fort is onderdeel van de Grebbelinie en een van de grootste verdedigingswerken daarvan. De plaats had een strategische ligging. Op deze plek 3 dijken 3 dijken bij elkaar. Het fort sloot de toegang tot de Emminkhuizerberg af. De Grebbelinie was onderdeel van de Hollandse Waterlinie: een linie om Holland met forten en het onder water zetten van gebieden tegen invallen te beschermen.
De eerste aanleg dateert uit 1742, ten tijde van de Oostenrijkse Successieoorlog. Daarbij werd op deze locatie en bij de Schalmdijk (iets verderop rechts) een versterking werd aangelegd.
Rond 1785 werden er plannen opgevat om het Fort op te richten, nu om zich te kunnen verdedigen tegen een Oostenrijkse inval. Het bood daarbij plaats aan een paar honderd militairen. Veel heeft deze fortificatie niet geholpen: toen de Fransen in 1794 over het bevroren water konden komen, vluchtten net als op andere plaatsen, de verdedigers.
In de 19e eeuw werden de verdedigingswerken steeds minder goed onderhouden. In deTweede Wereldoorlog is het fort daadwerkelijk gebruikt door de Nederlanders tijdens de Duitse inval. Hoewel er beschietingen waren, vielen hier geen doden. Wel sneuvelde 1 militair die bij zijn ronde op een mijn terecht kwam.
De Duitsers maakten het fort onderdeel van de Panther-stelling: hiervan resteren nog de betonnen bunkers.
De Duiters gebruikten het fort op het moment dat de geaillieerden vanuit Ede kwamen. Echter: vlak voor de Grebbelinie hield het Canadese leger zich stil. In 1951 is de Grebbelinie als verdedigingswerk opgeheven.
In 2014 is het gebied rechts opnieuw ingericht, om de oude fortificaties weer beter zichtbaar te maken.
Slapersdijk
Achter het fort is een dijk te zijn, een zogenaamde slapersdijk. Deze dijk is in dit geval een ‘slapende’ dijk, bedoeld om water bij overstromingen tegen te houden, op het moment dat een andere dijk is doorgebroken. Deze dijk is in 1651 tussen Amerongen en Renswoude aangelegd. Het doel daarvan was de reservedijk voor de Grebbedijk, om op deze manier de Gelderse Vallei te beschermen. Na de zoveelste overstroming besloot de Staten van Utrecht tot de aanleg van deze dijk.
Aanleg spoor
Op het moment dat het spoor werd aangelegd, was het gebied bij Ede en Veenendaal dus vrijwel leeg. Zeker wanneer de trein zou moeten rijden vanwege personenvervoer was die niet de meest logische route: een traject langs Wijk bij Duurstede en Rhenen zou qua bevolkingsdichtheid logischer zijn geweest. Het personenvervoer was echter op dat moment van ondergeschikt belang: het doel van de aandeelhouders van de Rhijnspoorweg was immers het goederenvervoer vanuit de kust en Amsterdam naar het Ruhrgebied. Ook vanuit dat oogpunt was een traject onderlangs sneller geweest.
Defensie had hier echter bezwaar tegen, daar deze lijn dan dwars door de verdegingslinie zou gaan.
Het spoor was bij de aanleg nog weinig comfortabel voor personenvervoer: daarom koos men- indien men al een afstand moest afleggen- meestal voor de postkoets (later de omnibus), per beurtschip, paard en wagen of ging men gewoon lopen.
Zoveel reden was er echter niet om te reizen: het leven speelde zich voornamelijk af binnen de directe omgeving op loopafstand? Alleen verkoop van goederen was reden om van het platteland naar de stad te gaan. De rijke mensen hadden daarentegen hun buitenhuis min of meer in de directe omgeving van de stad staan. Reizen was nog te oncomfortabel, voor velen te duur en in deze streek bovendien gevaarlijk vanwege wilde dieren en rovers.
Meer lezen?
http://www.grebbelinie.nl/page/buursteeg
http://www.forten.info/index.htm?http://www.forten.info/catalogus/grebbe/lijst-1.htm
http://www.grebbelinie.nl/page/schalmdijk
https://nl.wikipedia.org/wiki/Grebbelinie
http://www.regiocanons.nl/utrecht/zuidoost/de-slaperdijk
Maarsbergen
Groot en Klein Bloemheuvel, Amrathhotel
Amrathhotel: Woudenbergseweg 44
Links naast de spoorwegovergang is het Amrathhotel te zien, met aan de kant van de weg een oud gebouw.
Met dit oude gebouw is het allemaal begonnen: ’t Voorhuys, zoals het huidige restaurant tegenwoordig ook heet. ’t Voorhuys was vanaf 1750 een herberg annex wisselplaats voor de paarden voor de postkoets van Amersfoort naar Wijk bij Duurstede. Voor 1750 was er op deze plek de woning voor een kooiker, die in de Kom (voor het Amrath hotel; in het bosje over de A12 bevindt zich de plas de Kom met nog een restant van de kooi ) eenden ving. Het huidige dak herinnert daar nog aan, met aan de ene punt een eend en aan de kant een jager.
Vanaf 1750 staat hier herberg de ‘Kleine Bloemheuvel’, net als ‘Groot Bloemheuvel’ aan de andere kant van de weg behoorde het tot het landgoed van Godin van Beaufort.
In 1964 opende Carel Godin de Beaufort op deze plaats het eerste motel van Nederland, een concept dat uit de Verenigde Staten afkomstig was: een meestal aan een snelweg gelegen parkeerplaats met kamers, waarbij de deur aan de buitenkant zitten (in tegenstelling tot een hotel, waar een kamer uitkomt op een gang). Het motel heette eenvoudigweg Motel Maarsbergen.
Carel Godin de Beaufort was autocoureur en werd daarom ook wel “De racende Jonkheer” genoemd. Hij was de eerste Nederlander die op een wereldkampioenschap Formule 1 punten haalde, we hebben het dan over 1962. Hij liet het motel bouwen als een middel om zijn renstal ”Ecurie van Maarsbergen” te betalen en als onderkomen voor het hoofdkwartier van zijn racestal.
In 1996 kocht de familie van Eijl dit motel, wat het begin was van de Amrath Groep, dat tegenwoordig 15 hotels bevat. De naam Amrath is de meisjesnaam van de moeder van Giovanni van Eijl.
De aanleiding van de nieuwbouw was de verbreding van de A12; het motel liep daarvoor echter al een aantal jaren minder goed. Behalve het oude Voorhuys, is het oude motel vervangen door een nieuw gebouw. De eerst gelegde steen van 1960 was ook nu de officieel eerst gelegde steen. Daarbij is ook het motel veranderd in een hotel.
De architect van de huidige nieuwbouw is architectenbureau Houdijk uit Vlaardingen.
Groot Bloemheuvel
Net niet te zien, maar aangezien het gebouw voor het spoor van belang was: rechts van de weg staat Groot Bloemheuvel (Woudenbergseweg 3). Aanvankelijk was het een boerderij uit de 18e eeuw en maakte het deel uit van het land van Kasteel Maarsbergen. Vanaf 1889 liet K.A.G. de Beaufort dit gebouw verbouwen tot stationsrestauratie. Dat waren betere tijden: Hoewel het nu rijksmonument is, eindigde dit gebouw bij RTV Utrecht op de derde plaats als lelijkste gebouw van Utrecht: http://www.plaats.nl/nieuwer-ter-aa/videos/d8qofp3-rwk/cafe-de-grote-bloemheuvel-3e-in-de-verkiezingen-lelijkste-plek/
Meer lezen?
http://www.deweekkrant.nl/pages.php?page=1407353
http://www.rijndorp-installaties.nl/over-rijndorp/nieuws/hotel-maarsbergen/
http://www.mmnatuurlijk.nl/chc/omd1999.html#motel
www.mvm-producties.nl/edities/meeting_nr2008-4/MM_nr4_meeting.pdf
http://nl.wikipedia.org/wiki/Motel
http://nl.wikipedia.org/wiki/Carel_Godin_de_Beaufort
http://epub01.publitas.nl/Van_Munster_Media/91/magazine.php?spread=4#/spreadview/8/
http://www.carelgodindebeaufort.nl/motel.html
http://www.deweekkrant.nl/pages.php?page=1183597
http://www.autoweek.nl/myweblog.php?id=3065
rijksmonumenten.nl/monument/519746/de+grote+bloemheuvel/maarsbergen
Hervormde kerk Maarsbergen
De Nederlands hervormde kerk is in 1883-1884 gebouwd in opdracht van weduwe Geertruida du Bois, weduwe van C.J. Blok. Deze familie bewoonde kasteel Maarsbergen. De architecten waren F.W. van Gendt en A.R. Freem. De toren is ontworpen door J. Pothoven in 1934, naar aanleiding van het 50-jarig bestaan van de kerk.
Frederik Willem van Gendt
(1831 – Den Haag, 6 december 1900)
F.W. van Gendt is vooral bekend als Ingenieur der Domeinen, waarbij in deze functie de nodige vestingen heeft ontmanteld. Een daarvan was Nijmegen. Van 1862-1866 was hij stadsarchitect van Arnhem.
- 1865-1865 Arnhem: Musis Sacrum
- 1867-1867 Arnhem: Verbouwing koetshuis bij Huis Zypendaal, Zypendaalseweg 44 (Het oorspronkelijke koetshuis dateert uit 1764-1767)
- 1883-1883 Groningen: Stadsschouwburg, Turfsingel (met Hugo Pieter Vogel)
- 1883-1884 Maarsbergen: Dorpskerk (met A.R. Freem)
https://www.monumenten.nl/monument/46752
https://nl.wikipedia.org/wiki/Frits_van_Gendt
http://arneym.nl/architecten/stasdarchitecten/index.html
https://www.nrc.nl/nieuws/1996/08/17/stedebouw-7320974-a228133
Maarn
De groei van Maarn is vooral te danken aan drie periodes van de ontwikkeling aan het spoor. Voor de aanleg van het spoor woonden hier nog geen 100 inwoners. Wel betekende de aanleg dat het dorp doormidden werd gedeeld, aanvankelijk door het spoor, later ook door de aanleg van de A12 die naast het spoor loopt.
Bij de aanleg van het traject van Utrecht naar Arnhem van de Rhijnspoorweg in 1938, was het idee aanvankelijk om het spoor langs Zeist en Rhenen te laten lopen: dit plan haalde het echter niet vanwege protesten van de bewoners, die geen spoor in hun achtertuin wilden. Een tweede optie was om bij Maarsbergen het spoor richting Rhenen te laten lopen, zodat het spoor om de Utrechtse Heuvelrug heen kon worden aangelegd. Vanuit militair oogpunt was dit echter niet wenselijk en daarom was het noodzakelijk om door de Utrechtse Heuvelrug te gaan. Bij Maarn was de Heuvelrug op zijn laagst. In 1840 begon de doorgraving van de Maarnse Berg.
Na de aanleg van het spoor werden in 1846 180 inwoners van Maarn geteld.
Raadhuis van de gemeente Maarn
Raadhuisplein 1 Maarn, Rijksmonument
Links bij het station is het oude raadhuis van Maarn te zien. De architect is J. Pothoven en het gebouw is in 1925 gebouwd. In Wolphaartsdijk (gemeente Goes) staat een exacte kopie van dit raadhuis.
Het is een raadhuis gebleven, totdat in 2006 de gemeente Maarn opging in de gemeente Heuvelrug. In het souterrain zat tevens het politiebureau. In het souterrain zit nu Architectenbureau A&R10. ’t Oude Raadhuis beheer zit op de 1ste etage, waar de raadszaal zit. Sinds 2017 is het weer mogelijk hier te trouwen. Het overige gebouw is eigendom van Stichting Vrienden Raadhuis Maarn. Omdat het gebouw sinds 2006 leegstond en niet meer onderhouden werd, hebben een aantal inwoners van Maarn deze stichting opgericht om zo het raadhuis te kunnen kopen en te renoveren.
Pothoven
Pothoven was een architect afkomstig uit Leusden en stadsarchitect in deze plaats en in Maarn? Veel van zijn werk staat dan ook in de omgeving?, onder andere:
- Tuindorp Maarn (1923)
- Toren van de Hervormde kerk Maarsbergen
- Toren Wijk bij Duurstede
- Woonhuizen in Amersfoort
- Raadhuis Woudenberg
- Raadhuis Wolphaartsdijk (1929)
- Begraafplaats van Maarn (Jacob van Wassenaerlaan 2, 1924)
- Landgoed de Treek: Het koetshuis, samen met de dienstwoning, het poortgebouw en de ommuurde binnenplaats (Treekerweg 46, 1890-1892)
- portierswoning hoorde bij huize “De Heygraef” (Zeisterweg 63, Woudenberg)
http://raadhuis.wixsite.com/raadhuis-maarn/raadhuis-maan
http://nieuwsbladdekaap.nl/lokaal/raadhuis-maarn-opent-de-deuren-213211
http://rijksmonumenten.nl/monument/509003/raadhuis-van-de-gemeente-maarn/maarn/
https://www.monumenten.nl/monument/46752
https://www.heuvelrug.nl/inwoner/overlijden_46499/item/begraafplaats-maarn_44835.html
http://mmnatuurlijk.nl/chc/test/objecten/Tuindorp.html
http://www.utrechtsebuitenplaatsen.nl/buitenplaats/den-treek
http://www.utrechtaltijd.nl/bekijken/detail/woudenbergopdekaart_4839
‘Klein Amsterdam’ en Tuindorp
Het graven gebeurde met de hand: de arbeid was zwaar, de lonen laag. Pas in 1940 begon de machinale afgraving. Een groot deel van de grondwerkers kwam uit Amsterdam. Aanvankelijk woonden zij in bouwketen, plaggenhutten of waren ondergebracht in pensions. Later vestigde een deel van deze arbeiders zich permanent in een buurtje (waar…) dat vanwege de herkomst van de bewoners ‘Klein Amsterdam’ werd genoemd.
Na de aanleg van het spoor bleef Maarn een plek voor zandafgravingen, met name voor spoortrajecten elders. Deze afgraving zien we als we Maarn uit zijn. Door het uitbreiden van het spooremplacement in 1901 kwamen er meer arbeiders in Maarn wonen. Voor de verdere uitbreiding van het emplacement en de afgravingen is in de jaren 20 het Tuindorp gebouwd, de buurt met de oranje daken en het vele groen rechts. De uitgangspunten van de Tuindorpgedachte dat een mens veel licht en lucht nodig had. En een grote eigen tuin, zodat arbeiders zelf hun groenten konden verbouwen (mede als compensatie voor het geringe loon dat zij kregen). Een Tuindorp werd rondom een centraal plein gebouwd, waar meestal??? een openbaar gebouw stond.
In Maarn werden 75 gebouwd, een school en 3 winkels. De school is in 1989 afgebroken. De woningen waren -vanuit het oogpunt van de arbeiders uit het westen- relatief groot. Het Tuindorp is ontworpen door architect H.A. Pothoven, die ook het Raadhuis (1924) en de Nederlandse Hervormde Kerk (1926?)
Feitelijk is het Tuindorp het begin van de dorpskern Maarn geweest.
Bij het Tuindorp is een beeld gebouwd van een grondarbeider die met opgestroopte mouwen en een spade in zijn hand de trein nakijkt. In de jaren dertig vertrok weer veel personeel, omdat het emplacement dicht ging. Door campagnes kwamen nieuwe bewoners. Vooral na de Tweede Wereldoorlog zijn er nieuwe bewoners gekomen, forensen die goedkoop aan grond konden komen, onder andere doordat de gemeente de woeste gronden had aangekocht.
Zandafgraving en emplacement
Na de aanleg van het spoor, begon de verdere zandafgraving in 1865.
Door de afgraving was het mogelijk om in Maarn in 1901 het reeds genoemde spooremplacement uit te breiden tot een rangeerterrein voor Midden Nederland: Maarn lag centraal en door hier een emplacement aan te leggen waar goederentreinen konden worden samengesteld, ontlaste het de stations in de omgeving. Vanwege bezuinigingen werd het emplacement in de jaren dertig weer opgeheven: vanwege de crisis was er minder behoefte aan goederenvervoer.
In de Tweede Wereldoorlog zijn in deze buurt maar bijvoorbeeld ook bij Bunnik de nodige bommen afgegooid om de wapentoevoer van de Duitsers te kunnen ontwrichten. “Bomkraters zijn op de dag van vandaag nog te zien in de hoger gelegen grond direct ten noorden, ongeveer ter hoogte van de hindernisbaan voor politiehonden”(http://utrechtseheuvelrug.punt.nl/?id=550824&r=1)
Tussen 1953 en 1970 werd het spooremplacement gebruikt door de genie, “Geniepark Maarn”, waarvan de soldaten “Zandkuilbewoners” werden genoemd.
Een van de locomotiefloodsen kwam vanaf 1942 in gebruik als fabriek voor beschermingsmaterialen, Nebiprofa.
Hoewel niet meer in gebruik, bestaat het rangeerterrein nog steeds.
Aan de linkerkant is het effect van de zandafgraving goed te zien: behalve de afgegraven berg bevindt zich daaronder een meertje. Aanvankelijk vond de afgraving plaats door steeds een stuk berg af te graven. Om te voorkomen dat de hele berg werd afgegraven, is men vanaf 1970 in de diepte gaan graven, waardoor het meertje ontstond.
Daarbij is het eiland – Het Stenen Eiland- in het meertje opvallend: niet vanwege de elektriciteitsmast, maar vanwege de grote verzameling stenen die tijdens de afgraving zijn gevonden. Van deze stenen is in 2004 een kunstwerk in de vorm van een kompas gemaakt. Het ontwerp daarvan is afkomstig van de Maarnse kunstenaar Peter Enter. In dit kompas zijn ook stenen verwerkt die uit het zuiden afkomstig zijn als onderdeel van de zuidelijke punt van het kompas. Daarnaast is beton uit een van de draaischijven uit het spooremplacement verwerkt.
Deze stenen stammen uit Scandinavië en zijn in de ijstijden meegekomen. Aanvankelijk werden deze stenen of kapotgeslagen of weer ingegraven. Toen in 1994 de zandafgraving weer begon, kwamen ook de stenen weer naar boven: in totaal zo’n 700 stuks.
Een van de stenen die zijn afgegraven heeft nog een bijzondere bestemming gekregen: na jaren lang bij een vijver te hebben gelegen, is deze sinds kort in gebruik als monument steen ter nagedachtenis aan een neergestorte Lancaster bommenwerper. Deze was in juni 1943 op weg voor een nachtelijk bombardement op Mannheim maar werd neergeschoten door een Duitse jager waarna stukken boven Maarn naar beneden vielen en het toestel uiteindelijk op een stuk heide neerstortte. Alle zeven bemanningsleden kwamen daarbij om het leven.
Meer lezen?
http://mmnatuurlijk.nl/chc/omd2007.html
http://www.rhczuidoostutrecht.nl/aw_toon_Maarn.php
http://nl.wikipedia.org/wiki/Maarn
http://marcrpieters.nl/maarn.html#Tuindorp
http://www.structuurvisieutrechtseheuvelrug.nl/LinkClick.aspx?fileticket=Eq3XtWStsmU%3D&tabid=2169&mid=4488
http://www.projectenbankcultuurhistorie.nl/projecten/het-steneneiland-maarn
http://www.natuurkaart.nl/kvn.landschappen/natuurkaart.nl/i001128.html
http://www.aardkundigewaarden.nl/zwerfsteneneiland/home.php
http://utrechtseheuvelrug.punt.nl/?id=512516&r=1
http://www.nebiprofa.nl/index.asp?url=geschiedenis
http://www.mmnatuurlijk.nl/mk2011-10.html
http://www.oranjevereniging-mm.nl/j15/index.php/nieuws/99-onthulling-monumentje-in-maarn-
http://www.stationsinfo.nl/Maarn2.htm
http://utrechtseheuvelrug.punt.nl/?id=550824&r=1
Oude Station Maarn
Stationsweg 1
Maarn
Station Maarn werd op 15 maart 1845 geopend als onderdeel van de oplevering van het deel Driebergen-Veenendaal. In 1972 werd het station verplaatst. Aanvankelijk stopten de treinen alleen op verzoek en dan alleen de eerste en laatste trein.
Vanaf 1892 is het een volwaardig “station”, hoewel het niet meer is dan twee identieke huisjes dat aan weerszijden van het oorspronkelijke hok is vastgeplakt.
In 1910 is er een volwaardig gebouw in gebruik, dat er nog steeds staat. Links is het stations gedeelte, rechts de dienstwoning. Let ook op het gele/rode bakstenen ‘bord’ met ‘Maarn’ op de muur.
De beroemdste passagier die hier uitstapte is waarschijnlijk de afgezette keizer Wilhelm II, die hier twintig over drie op 11 november 1918 aankwam om verder na Amerongen te gaan waar hij de eerste tijd zou worden opgevangen. Hoe dat ging, vertelt zijn ‘vleugeladjudant’ Sigurd von Ilsemann in zijn dagboek: http://www.wereldoorlog1418.nl/keizer-wilhelm/amerongen.html. Een jaar later volgde overigens nog 59 wagons met meubilair, omdat Wilhelm Huis Doorn had toegewezen gekregen.
Het station lag ten westen van het dorp Maarn. Aangezien het dorp zich in oostelijke richting ontwikkelde, werd in 1972 het station verplaatst, waarbij teven station Maarsbergen is opgeheven.
Het station is na 1972 in gebruik geweest als school voor de training voor de honden van de spoorwegpolitie. De hindernisbaan voor de politiehonden -de groene schuttingen- staat er nog steeds. Tegenwoordig is het in gebruik door 6 kunstenaars als ‘Atelier Perron 3’.
Meer lezen?
http://nl.wikipedia.org/wiki/Station_Maarn
http://www.stationsweb.nl/station.asp?station=maarn
http://www.mmnatuurlijk.nl/act100911.html
http://www.atelierperron3.nl/home/1
http://www.wereldoorlog1418.nl/keizer-wilhelm/amerongen.html
http://www.deweekkrant.nl/pages.php?page=1314891
http://www.stationsinfo.nl/Maarn2.htm
http://utrechtseheuvelrug.punt.nl/?id=550824&r=1
Buitenplaats’t Stort
Amersfoorteweg 7
Geschiedenis
Rechts zie je de buitenplaats ’t Stort met witte muren met daartussen groene vensters. Het huis is in 1903 in chaletstijl gebouwd. Vanaf 1906 woonde hier de familie de Beaufort, die hier 60 jaar gewoond hebben.
De eerste Beaufort is Willem Hendrik (III) de Beaufort. Deze is op allerlei manier betrokken geweest bij natuurbeheer, bosbouw en jacht: via bestuurlijke functies in verenigingen (waaronder Heidemaatschappij en Stichting Nationale Park Hoge Veluwe) en was hij betrokken bij de natuurschoonwet in 1928.
In 1906 volgde een verbouwing, waarvan B.C. Hamer de architect was. Bij elke geboorte vond de aanbouw van een nieuw vertrek plaats. Na enkele verbouwingen vond in 1937 de laatste grote verbouwing plaats in de vorm van een eetzaal. Het personeel woonde op zolder en in het huis aan de oprit.
De tuin is in Zwitserse stijl ingericht, inclusief slingervijver met bruggetje en bos. De naam van de buitenplaats is afkomstig vanwege het feit dat op deze plek een stortplaats was voor het zand bij de afgraving in verband met de aanleg van het spoor. En dat leverde geheel in Zwitserse stijl een heuvel op, waarop de buitenplaats is gebouwd.
Niet alleen het huis en de tuin, maar ook het hondenhok en het koetshuis zijn rijksmonument.
Nadat Reijseger Beheer tijdlang eigenaar was, is de buitenplaats tegenwoordig in het bezit van de familie van Beuningen, die de buitenplaats verhuurt aan verschillende bedrijven. Deze familie bezit daarnaast Landgoed Anderstein bij Maarsbergen, en het Landgoed Appel bij Nijkerk.
Tijdens archeologisch onderzoek zijn in de grond enkele vondsten uit de ijzertijd tot en met vroege middeleeuwen gevonden: wat aardewerk en houtskool.
Een gepland bezoek van de Eerste Nederlandse Astronomen Conferentie dat in 1941 in Doorn plaats vindt, levert een aardig beeld op: deze Conferentie wil graag het geologisch museum bezoeken, dat zich op het landgoed bevindt. Daarvoor dient de Conferentie dan wel te melden aan Natuurmonumenten, aangezien het landgoed aan die vereniging in bruikleen is afgestaan.
Groen en Rood
In 2010 keurt de gemeente een plan van van Beuningen goed voor de bouw van 2 woningen en een poortgebouw met kantoren. De provincie houdt dit plan echter tegen.
Bij de gemeente spitste de discussie zich toe tot het ‘Groen voor Rood’ principe: zoals in de structuurvisie is vastgelegd, mag nieuwbouw in principe, mits deze bouw gecompenseerd wordt door de aanleg van groen en dat bleek hier niet het geval te zijn. Aan de andere kant is onderhoud van een buitenplaats duur; nieuwbouw levert geld op om de buitenplaats te kunnen blijven betalen. Nijhof (GroenLinks/PVDA in 2010: ,,Als we ‘t Stort op de lange termijn in stand willen houden, is deze ontwikkeling noodzakelijk. De economische basis ontbreekt nu om het landgoed in stand te houden. De plannen hebben bovendien geen invloed op de natuur. We gaan de hekken om het landgoed juist weghalen om de ‘robuuste natuur’ te versterken.”
De provincie stemt echter tegen dit voorstel. Zij hanteert in haar beleid het ‘nee, tenzij’ en ‘ja, mits’: ‘nee, tenzij’ aangetoond wordt dat nieuwe functies geen schadelijke effecten hebben. ‘Ja, mits’, omdat de Provincie het als haar taak ziet om buitenplaatsen te laten houden en onderhoud van een buitenplaats kostbaar is. Daarnaast wil zij de Utrechtse Heuvelrug onder de aandacht te brengen van een groter publiek.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Huize_%27t_Stort
http://utrechtseheuvelrug.punt.nl/?id=550517&r=1
http://rijksmonumenten.nl/monument/508980/+t+stort+villa/maarn/
http://rijksmonumenten.nl/monument/508982/+t+stort+park+en+de+tuin/maarn/
http://landgoederen.net/landgoed_verhalen/index.php?p=nieuw_landgoed_verhalen_003_landgoed_beuningen
http://www.astronomenclub.nl/nacweb/nacfiles/nac1941.pdf
http://epaper.bdu.nl/dekaap/epaperarchive/2010/10-14/epaper/9730246.htm
www.provincie-utrecht.nl/actueel/nieuwsberichten/@226769/werkbezoek-behoud/
http://www.boshistorie.nl/biografie.html
Driebergen/Zeist
Landgoed Wulperhorst
Tiendweg 3
Zeist
Het witte landhuis aan de rechterkant is Buitenplaats de Wulperhorst en is een rijksmonument.
Waarschijnlijk staat er rond 1700 al een huis op deze locatie. In de 18e eeuw werd een nieuw huis gebouwd, op een kaart van 1772 staat deze als ‘van den Huysen Wulperhorst’. Het huidige huis werd gebouwd in 1858 en is ontworpen door S.A. Van Lunteren. Hierbij ontwierp hij niet alleen het huis, maar ook de tuin. Ook dit huis is in de neoclassistische stijl gebouwd. De opdrachtgever was J.L.R.A. Huydecoper, die ook de in de buurt liggende Slot Zeist en Blikkenburg bezat. Zijn zoontje Elias legde de eerste steen.
Het ‘grand canal’ is nog een onderdeel van het ‘van den Huysen Wulperhorst’, waarbij de tuin in Franse Stijl was ingericht.
Oorspronkelijk liep de het landgoed tot aan de Kromme Rijn, maar wordt tegenwoordig begrensd door de spoorweg Utrecht-Arnhem.
Tot 1950 is de familie Huydecoper eigenaar van de buitenplaats. Daarna bood het onderdak aan het Commando van de Tactische Luchtstrijdkrachten en was het een tijdlang een asielzoekerscentrum.
In 1980 werd het Utrechts Landschap eigenaar van de eerste stukken van de buitenplaats, waarna het in 2001 de gehele buitenplaats verwerft. Daarbij verkocht het Utrechts Landschap het huis aan Wibi Soerijabi in 2001. Hij heeft het huis gerestaureerd om er te gaan wonen en om er een pianoacademie in te richten. Op het landgoed vinden regelmatig concerten plaats.
De tuin bestaat rond het landhuis bestaat nog steeds uit een slingervijver, waardoor een soort eiland ontstaat. Daarnaast vermeldt de site ‘Monumental Bomen’ 6 bomen die op het landgoed staan, waarbij een moseik de grootste omtrek (4,69 meter) heeft en een beuk het langst is (37,8 meter). De rechte beukenlanen bij het spoor maken nog onderdeel uit van de oorspronkelijk Franse tuin. Ook de ijskelder op het landgoed is een rijksmonument.
Op het landgoed leven bijzondere vleermuizen en komen veel paddenstoelen voor.
Jachtopzienerswoning
Naast het spoor ligt links een woning met een bovenstuk van hout: dit is de in chaletstijl gebouwde voormalige jachtopzienerswoning die behoorde bij het Landgoed Wulperhorst.
Meer lezen?
http://nl.wikipedia.org/wiki/Wulperhorst
http://www.kasteleninutrecht.eu/Wulperhorst.htm
http://rijksmonumenten.nl/monument/510221/wulperhorst/zeist/
http://nl.wikipedia.org/wiki/Samuel_Adrianus_van_Lunteren_(architect)
http://www.soerjadi.com/index.php?option=com_content&view=article&id=51&Itemid=60
http://www.monumentaltrees.com/nl/nld/utrecht/zeist/2293_wulperhorst/
http://www.utrechtslandschap.nl/p3.php?RubriekID=2170
http://rijksmonumenten.nl/monument/510220/wulperhorst+ijskelder/zeist/
http://www.utrechtslandschap.nl/?rubriekid=3582
http://www.buitenplaatseninnederland.nl/Utrecht_beschrijvingen/Zeist_Wulperhorst.html
http://www.utrechtsebuitenplaatsen.nl/buitenplaats/wulperhorst
Bunnik
Kromme Rijn
De rivier stroomt van Wijk bij Duurstede tot in Utrecht en is 28 kilometer lang. Ooit was dit de belangrijkste aftakking van de Rijn naar de Noordzee. Dit stuk van de Kromme Rijn wordt ook wel Wilde Rijn genoemd.
Waarschijnlijk is deze rivier rond 1000 voor Christus ontstaan.
Vanaf het jaar 0 begon de Lek steeds belangrijker te worden…
Voordat de rivier werd ingedampt, was deze 100 meter breed. In 1122 werd de rivier bij Wijk bij Duurstede afgedampt in opdracht van Godebald, de Bisschop van Utrecht. Vanaf dat moment kwam er geen Rijnwater meer door de rivier. Door verzanding ontstonden afvoerproblemen van het water, wat regelmatig overstromingen opleverde.
Voordat het zover was, hebben hier eerst nog de vikingen overheen gevaren, die zuidelijker liggende Dorestad (bij het huidige Wijk bij Duurstede) hebben platgebrand. Toen Wijk bij Duurstede in 1478 haar grachten aanlegde, werd deze door middel van een duiker met water van de Nederrijn, Vanaf dat moment stroomde er weer Rijnwater door de Kromme Rijn; dit was tevens bedoeld voor de scheepvaart.
Kersenteelt
Het Kromme Rijngebied staat bekend om haar kersenteelt. Tot de jaren 50 was het Kromme Rijngebied, net als de Betuwe, een van de belangrijkste kersengebieden van Nederland. De kersenteelt bestond uit hoge boomstamboomgaarden.
Oorspronkelijk is deze afkomstig uit Kerasunta (Anatolie, Turkije). De kers is vanaf 70 voor Christus meegebracht door de Romeinen op hun veroveringstochten. In de loop der tijd hebben de Romeinen de kers laten wennen aan het koudere klimaat. Met name oude rivierlopen, zoals het Kromme Rijngebied, bleken geschikt voor de kersenteelt vanwege de vochtdoorlatende grond. Vanaf de 17e eeuw is de teelt en handel van kersen begonnen. Grondeigenaren die zelf geen tijd of zin hadden in de kersenteelt, verpachtten daarom hun boomgaard aan een teler. Omdat de eigenaren veelal kleinere boeren met een gemengd bedrijf waren, werd een groot deel verpacht aan telers. De pachters betaalden een vast bedrag aan de eigenaar; de opbrengst was voor de pachter. Elk seizoen vonden in café’s deze kersenverkopingen plaats.
In het Kromme Rijngebied werden de kersen vooral verhandeld in de grote steden en deels in het buitenland, vooral over het water. In de loop der tijd is een speciale trekschuit ontwikkeld voor deze handel: de Kromme Rijnder. Vanaf eind 19e eeuw nam met de komst van de vrachtwagen de rol van het watervervoer af. Hoewel de term ‘kersvers’ niets met kersen te maken heeft, moeten kersen zo kort mogelijk na de oogst worden opgegeten. Het is dan ook geen wonder dat het kersengebied in de buurt met een goede verbinding met Utrecht is ontstaan.
Het hoogtepunt van de teelt lag in 1952. Doordat kersen uit het buitenland goedkoper waren en doordat hogeboomstamgaarden door de oogstmethode en het beschermen tegen vogels arbeidsintensief waren, nam het aantal kersenboomgaarden af. Door de hoge boomstammen, waren ladders nodig. Dat koste tijd en bovendien moesten telers opletten dat ze niet vielen. Ook de bescherming tegen vogels en dan vooral de spreeuwen was arbeidsintensief: daarvoor probeerde men met ratels de vogels te verjagen. Wanneer een groep spreeuwen waren neergestreken, konden zij een boom compleet kaal eten. Schieten hielp niet: daarmee zouden de kersen beschadigd worden en bovendien zijn spreeuwen zeer snel.
Sinds de eeuwwisseling neem de teelt als gevolg van het toepassen van zwakker groeiende onderstammen en rassen met grotere vruchten echter weer toe. Bomen kwamen daarmee eerder in productie, het oogsten werd minder intensief en het werd makkelijk om netten tegen vogels aan te brengen. Wel zijn lage bomen gevoeliger voor nachtvorst. Daarom moeten telers bij late nachtvorst de kou verdrijven met luchtpotten en warmtekanonnen.
Naast kersenteelt, is het gebied een geliefd gebied voor fietsers, zeker wanneer de kersen in bloei staan. Het gebied promoot de kersenteelt door elk seizoen een mandje kersen aan te bieden aan een burgemeester of een ander hogere functie. Daarnaast is er een kersenfestival. En zijn er ‘nieuwe’ streekproducten als kersenjam.
Rechts ziet u Kersenboomgaard ‘de Knapschinkel’ (Koningslaan Bunnik), vanaf 1992
Trivia
- De uitdrukking ‘kersvers’ heeft oorspronkelijk niets met kersen te maken. Het verwijst naar de oude uitdrukking ‘kars ende vars’. ‘Vars’ betekent ‘vers’, ‘kars’ is een verdwenen uitdrukking die oorspronkelijk ‘fris, gezond, krachtig’ betekende
Meer lezen?
https://www.oosterom-kersen.nl/kersenboomgaard-de-knapschinkel
https://www.trouw.nl/home/-broodmager-verwijst-naar-brood-maar-in-kersvers-zit-geen-kers~aa0e592a
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kers_(fruit)
https://www.duic.nl/cultuur/kersen-uit-de-kromme-rijnstreek
https://www.rtvutrecht.nl/nieuws/1628766/alles-over-de-kers-van-boomgaard-naar-consument.html
Houthandel van Dam
Stationsweg 12 Bunnik
Rechts zie je Houthandel van Dam . Let op hoe het metselwerk van de loodsen speelt met de groene houten daken. De schoorsteen stamt uit 1951 en is 18 meter hoog.
Van Dam is een importeur van tropisch hardhout. Op hun site schrijft van Dam: “Alle materialen worden opgeslagen op onze eigen werf, zodat we een hoge mate van flexibiliteit en kwaliteit kunnen waarborgen. Tevens beschikken we over een moderne houtbewerking afdeling, waar vele soorten profileringen op verzoek kunnen worden gemaakt.”.
Geschiedenis
De houthandel is in 1889 opgericht in Langebroek (een plaats onder Doorn). Vanwege logistieke redenen is het bedrijf verhuisd naar de huidige locatie: in Bunnik was het mogelijk om hout aangevoerd te krijgen over het water, het spoor en over de weg.
Na de Tweede Wereldoorlog bestond de handel voornamelijk uit naaldhout voor de aannemerij, waarbij van Dam zich ging toeleggen op halffabricaten. Het was de tijd van de wederopbouw, dus met veel woningbouw.
In de jaren zestig daalde de vraag naar woningen en ook werd er in het bouwproces minder hout gebruikt omdat…
Wel kwam de vraag naar tropisch hardhout op en dan vooral meranti. Daarom ging van Dam zich toeleggen op hardhout, waarbij het naaldhout uit het assortiment verdween. Hierbij werd ook de timmerindustrie een doelgroep.
Tot 1995 was van Dam een familiebedrijf. Bij gebrek aan een opvolger werd het bedrijf verkocht aan de Hooft en Van Prooijen Groep, waarna het bedrijf in 1998 weer samenging met Houtgroep Eecen Nederland. In 2000 nam het Pontmeyer concern het bedrijf over, waarbij van Dam zich nog steeds toelegt op hardhout voor de bouw.
Er is al een aantal jaren sprake dat van Dam van deze locatie zal vertrekken; de gemeente Bunnik zal deze locatie dan willen gebruiken voor woningbouw. Eerst dient er echter bekeken te worden wat de kosten zullen zijn van een bodemsanering. In 2009 heeft Pontmeyer al een locatie op het oog voor de verplaatsing van het bedrijf; deze zal echter buiten de regio Utrecht zijn.
Meer lezen?
http://www.houthandelvandam.nl/over-van-dam/historie/
http://www.houthandelvandam.nl/over-van-dam/
Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Onderbouwing … – Gemeente Bunnik
http://www.bunnikhout.nl/over-bunnik/
http://www.stif.nl/rookpluimen/geselecteerde%20schoorstenen%20STIF.pdf
Vrumona
Vrumonaweg 1 Bunnik
Vrumona is opgericht op 16 juni 1945 als de de N.V. Vitam Vruchtenproducten Maatschappij. De oprichter was Anton van Dam, voormalig procuratiehouder van de Machinefabriek Jansen en Sutorius in Utrecht. Deze fabriek maakte onder andere onderdelen voor machines voor de limonadeindustrie. Daardoor, en doordat een oom van hem zelf limonadefabrikant was, was van Dam goed op de hoogte wat er speelde binnen de limonadeindustrie. Een belangrijke ontwikkeling was de komst van grote buitenlandse ondernemingen en dan vooral het Zwitserse Hero en het Amerikaanse Coca-Cola. Een centraal productiebedrijf zouden de kleine fabrikanten in staat moeten stellen om de concurrentie met deze ondernemingen aan te gaan.
Dit was een samenwerking van een paar honderd kleine, zelfstandige frisdrankfabrikanten. Aanvankelijk was Vitam gevestigd in Utrecht (Wijde Doelen 2). Aanvankelijk werd vooral het uit Duitsland afkomstige Victoria-water gebotteld. Het doel was om van bederfgevoelige producten limonades en vruchtensappen centraal te gaan produceren. Daarbij was er niet 1 merk ‘Vitam’: de boeren die als aandeelhouder participeerden, maakten hun eigen producten en verkochten dit in hun regio onder hun eigen naam. Een moeilijkheid was daarbij de verkrijgbaarheid van suiker: deze was nog steeds op de bon. Daarnaast wilden de boeren niet alle suiker in de onderneming steken: de verkoop van hun suiker aan bakkers bracht meer op.
Uiteineindelijk wordt in 1947 door de onderneming – die inmiddels Koolzuurhoudende en Alcoholvrije Drankenbedrijf wordt genoemd- de eerste limonade geproduceerd onder haar eigen merknaam: ananaslimonade. Voor deze limonade was geen suiker nodig; het gesuikerde ananassap was afkomstig uit Suriname. Vlak daarna werd de appelsap geintroduceerd: ook hiervoor is geen suiker nodig.
Nadat de suiker van de bon ging, konden fabrikanten volop suikerhoudende dranken produceren. De consument bleek liever frisdrank dan appelsap te drinken, waardoor de markt voor appelsap sterk afnam.
In 1948 begint het bedrijf met de bouw van de fabriek in Bunnik, omdat Vrumona een eenjarige licentie voor het produceren van Pepsi-cola krijgt. Vanwege het feit dat de fabriek de vraag niet meer kon bijbenen en de eisen van Pepsi-Colas, was er een nieuwe fabriek nodig. Daarom werd begonnen met de bouw van de fabriek in Bunnik. Deze fabriek werd in 1951 geopend, met een capaciteit van 300.000 flessen per uur. Het was voor die tijd de ‘modernste fabriek van Europa’, omdat de fabriek volledig was geplalettiseerd. Oftewel: dat dozen automatisch op een pallet konden worden gestapeld.
In 1950 werd bovendien de samenwerking met Heineken en Amstel begonnen. Deze brouwerijen hadden reeds een eigen frisdrankenfabriek, Polar in Maastricht. Ook Polar had zich op appelsap gericht en voelde de last van de verminderde vraag naar appelsap. De brouwerijen zijn vooral geinteresserd in de Pepsi licentie. De productie van Polar gaat over naar Bunnik. In1953 wordt de N.V. Vrumona werd opgericht. Vrumona was een samentrekking van VRUchtenliMONAde. Vanaf 1968 is Heineken volledig eigenaar van Vrumona.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Palletiseermachine
http://www.vrumona.nl/over-vrumona/historie
http://peterzwaal.nl/vruchtensappen-in-glas-verpakt-en-gedronken/
http://peterzwaal.nl/amerikaanse-invloeden-op-de-nederlandse-frisdrankenmarkt/
Entrada
Kosterijland 10-18, 3981 AJ Bunnik
Achter de Vrumona is het kantoorpand Entrada I te zien. Dit pand is ontworpen door architectenbureau Alberts en van Huut, gerealiseerd in 1990. Bekende gebouwen van hen zijn het NMB gebouw in Amsterdam en de Gasunie in Groningen. Het gebouw is ontworpen als ‘organisch bouwen’. Op de site van Cobouw: “Na het NMB-gebouw realiseren Alberts en Van Huut nog het op een rotspartij gelijkende hoofdkantoor van de Gasunie in Groningen en een aantal NMB-klonen, zoals KPMG in Amstelveen, Entrada in Bunnik en het Castellum in Voorburg, die wel eens de ‘winkeldochters van het organische bouwen’ zijn genoemd. Interessanter zijn het museum voor figuratieve kunst in Eelde en sport- en recreatiecentrum De Scheg in Deventer.” In Bunnik is alleen de buitenkant organisch gebouwd; voor de rest hebben de kantoren een ‘normale’ indeling. Een budgetkwestie: om volledig organisch te bouwen is er een groot budget nodig. Wanneer dat niet aanwezig was, ontwierp het architectenbureau alleen de buitenkant ’organisch’.
http://www.fundainbusiness.nl/kantoor/bunnik/object-48439539-kosterijland-10-18/
http://www.architectuur.org/alberts.php
Antroposofische Architectuur – StudioAndreas
https://www.trouw.nl/home/nederland-valt-massaal-voor-alberts-van-huut~ada50a6c
Kastelen
Aan de Kromme Rijn staan een aantal kastelen, waarbij rechts van de route er twee te zien zijn: allereerst Rhijnauwen, later oud Amelisweerd.
Kasteel Rhijnauwen

Verder naar het westen staat het bekende landhuis Rhijnauwen met koetshuis. Het huidige aanzien dateert uit de 18e eeuw, maar de eerste vermeldingen komen al uit 1304. Muren van het oude gebouw zijn nog steeds zichtbaar. Ook hier wordt vermoed dat het een soort donjon is geweest met een gracht.
In Rhijnauwen bevindt zich ook de oudste jeugdherberg van Nederland.
Oud Amelisweerd
Koningslaan 9 Bunnik

Rechts is het landgoed Oud Amelisweerd te zien. Het huis maakt samen met het koetshuis en tuin onderdeel uit van de buitenplaats.
Het oorspronkelijke landgoed is ontstaan in de dertiende eeuw. Op dat moment liet ridder Arnelis een kasteel bouwen in het gebied dat hij ter leen had gekregen van de proosdij Oudmunster. Amelisweerd is een samentrekking van Armelis uit de weerd/waard. De eerste vermelding van Amelisweerd is in 1224. In 1227 wordt hij nog vermeld als ministeriaal onder de bisschop van Urtrecht: een onvrij persoon met een belangrijke functie. Het hebben van een kasteel was een van de voorwaarden om toegelaten te worden voor het ridderschap van Utrecht. Vanaf … is hij toegelaten tot het ridderschap. De zonen verdeelden het gebied in Oud-Amelisweerd en Nieuw-Amelisweerd. In 1537 wordt Oud-Amelisweerd officeel erkend als ridderhofstad.
In 1672 wordt het kasteel echter door de Fransen vernield. Alleen de fundamenten en een koepel bleven staan.
In 1761 heeft Baron Taets van Amerongen het landgoed in leen gekregen. De tuin veranderde van karakter en werd er een brug over de Kromme Rijn aangelegd. In 1770 bouwde hij het huis als zomerverblijf. Zijn zoon verkocht het landhuis aan Lodewijk Napoleon Bonaparte.

Tussen 1808 en 1810 waren zowel de landgoederen Oud- als Nieuw- Amelisweerd in bezit van Lodewijk Napoleon Bonaparte. Hij wilde van Amelisweerd een residentie maken waarbij hijzelf op Oud-Amelisweerd zou gaan wonen, maar uiteindelijk verbleef hij hier maar 8 dagen. De Koningsweg en de Bunnikse Koningslaan herinneren nog aan zijn verblijf. Tot 1989 werd Oud Amelisweerd bewoond. Daarna beheerde het Centraal Museum het pand tot 201. Vanaf dat moment beheert de Stichting Oud Amelisweerd het landgoed. Momenteel zit in het pand een museum, onder andere met werk van Armando.
Het landgoed is een rijksmomument. Daarnaast het het landgoed de Nostra Award gewonnen, een Europese prijs voor cultureel erfgoed.
Meer lezen?
https://nl.wikipedia.org/wiki/Oud-Amelisweerd
https://nl.wikipedia.org/wiki/Amelisweerd
https://dspace.library.uu.nl/bitstream/handle/1874/206475/MOUT_1953-08.pdf?sequence=163\
Hollandse Waterlinie
De Kromme Rijn maakte onderdeel uit van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Achter de snelweg ligt het Fort aan de Vecht en achter kasteel Rhijnauwen het fort Rhijnauwen. De Grebbelinie (Fort aan de Buursteeg) die wij bij Veenendaal zijn gepasseerd, was hiervan een voor-front…
Deze linie liep van de Biesbosch tot aan de Zuiderzee. De linie bestond daarbij uit gebieden die onderwater konden worden gezet met forten. De forten dienden voor gebieden die niet onder water konden worden gezet en ter bescherming van de sluizen. Daarbij zou het gebied tussen de 30 en 60 centimeter onder water worden gezet: te diep voor infanterie en te ondiep voor boten.
Het eerste ontwerp was van Krayenhoff uit 1796. Nieuw in zijn plan ten opzichte van de ‘oude’ Hollandse Waterlinie was, dat nu ook Utrecht zou worden beschermd. Van uitvoering kwam het voorlopig niet. Nadat de Fransen –die over het bevroren water gemakkelijk door de oude line waren gekomen- weer vertrokken waren, besloot Willem I voor de aanleg. De hele line is rond 1870 voltooid. In 1870 werd het geheel of gedeeltelijk? onder water gezet vanwege de dreiging van de Frans-Duitse oorlog. Ook in de Eerste Wereldoorlog is het gebied onder water gezet… De derde en laatste keer dat het gebied geheel of gedeeltelijk onder water is gezet, was tijdens de Tweede Wereldoorlog. Is er toen daadwerkelijk gevochten? Op dat moment was het concept van een waterlinie grotendeels achterhaald door het gebruik van vliegtuigen.
Wanneer we Utrecht binnenrijden, zijn vervolgens nog enkele lunetten van deze linie te zien.
Meer lezen?
http://www.familievernooij.nl/hoofdstukken/krommerijn.html
Centrum Openbare Orde en Veiligheid/Voormalig politiebureau Tolsteeg en beeld
Hoek Briljantlaan/Baden-Powellweg Utrecht
Sinds 2005. In het complex komen verschillende functies samen: centrale meldkamer, politie, ambulance en brandweer.
Het oude bureau is nog te zien wanneer je bij het oversteken van de Vaartsche Rijn rechts kijkt. Het pand is nu een filmzaal, het ‘Louis Hartloopercomplex’.
Voor het politiebureau loopt overigens de Kruisvaart (niet te zien, wel af en toe een boot)
Beeld Mansfiguur voor Utrecht (Mans figure for Utrecht)
Thomas Houseago in 2002
Houseago kreeg de opdracht om de entree van het gebouw van het Centrum voor Openbare Orde en Veiligheid te markeren. Daarbij moest het beeld uitdrukking geven aan de functies van het gebouw in de vorm van “samenwerking, veiligheid, zorg, kwetsbaarheid en bescherming.” “Het is een heroïsche man, met een vastberaden uitstraling en een onverzettelijke houding, de handen stevig in de zij. Een reus die over onze veiligheid waakt”.
Aan het begin van de reisgids spraken wij over het Politiebureau Nijmegen. Ook voor dit bureau staat een beeld: in dit geval van een politieagent in blauw. Hier wordt vooral het vriendelijke karakter benadrukt: hij staat in de houding om je een hand te geven.
http://utrecht.kunstwacht.nl/kunstwerken/bekijk/4477-zonder-titel
Jeremiebrug
Dit is de 2e brug met de naam Jeremiebrug. De brug is een ophaalbrug en is in 2015 gebouwd. De brug is vernoemd naar herberg “Jeremie”, wat weer de voornaam van de eerste eigenaar van deze herberg was.
De eerste Jeremiebrug is gebouwd in 1912 en was tot 2011 in gebruik. Als gevolg van de bouwwerkzaamheden aan het spoor, waaronder dat van station Vaartsche Rijn, is deze brug afgebroken en vervolgens heeft deze in het Maximapark in de Leidsche Rijn een nieuwe locatie gevonden.
Vondelparc
Vondellaan 2 Utrecht
Het bedrijfsverzamelgebouw Vondelparc was oorspronkelijk een MTS en HTS. De Technische Ambachtsshool is in 1908 opgericht door de Nederlandse Aannemersbond. Ook in Utrecht was er een snel groeiende vraag naar technisch opgeleide mannen. Doordat het lesgeld 100 gulden was, bleef de school jarenlang een eliteschool. De ontwerper was Adrianus Dwars, die tevens directeur werd van deze school.
Vanaf 1957 werd de school een HTS in plaats van een MTS. De school sluit in 1999, waarna deze vanaf 2001 een bedrijfsverzamelgebouw wordt.
Meer lezen?
http://vondelparc.nl/historie/
Rijnlandhuis
Jutfaasweg 1 Utrecht, gemeentelijk monument
Hoewel het pand vernoemd is naar de Rijnlandse bank, is het gebouw oorspronkelijk gebouwd voor de huisvesting van een tandheelkundig magazijn. Daarnaast bevatte het een horlogerie en een lunchroon. Het pand is ontworpen door de architect Albert Kool in de stijl van de Amsterdamse School. De opdrachtgevers waren G.J en D. Tholen. De opdracht luidde: “Behalve eene juiste ligging der noodige ruimten, was de eisch, een eenvoudig, solied, en droog gebouw met veel licht, terwijl in de verkoop- en tentoonstellingsruimten geen gekleurd licht kon worden gedoogd.” Het gebouw is in 1928 opgeleverd.
Na d e Rijnlandse Discontobank/Hypotheekbank en Railinfra Solutions wordt vanaf 2016 dit pand betrokken door Hermans & Schuttevaer Notarissen.
Geert Jan Tholen: tandheelkundige instrumenten en uurwerken
Geert Jan Tholen is in 1865 in Winschoten geboren als zoon van een juwelier. Op 17-jarige leeftijd begon hij te werken in het bedrijf van zijn vader. Daarna vertrok hij naar Utrecht, waar hij als ‘volontair’ twee jaar werkzaam was bij de firma J.C. van Reenen. Daarna trok hij naar verschillende steden in het buitenland, waaronder Bremen en Geneve, waarbij hij zich speciliseerde in uurwerken. Hij was degene die de branche in Nederland introduceerde: door zijn contacten in het buitenland was hij in staat om uurwerken en onderdelen te leveren. Voorheen kwamen dergelijke instrumenten vooral uit Duitsland. Daarvoor opende hij in 1896 zijn winkel, gespecialiseerd in uurwerkmakersfornituren.
In 1898 richtte hij samen met zijn broer D. Tholen een firma op, waarvan in 1902 de afdeling voor tandheelkundige instrumenten is opgericht. Dit was op dit gebied de eerste zelfstandige Nederlandse onderneming. Door de aanwezigheid van de universiteit, ziekenhuis en spoorwegen was er in deze periode een vraag naar instrumenten, waardoor een aan tal instrumentenfabrieken zich in Utrecht vestigden. Een andere fabrikant was de Nederlandsche Instrumenten- en Electrische Apparatenfabriek (Nieaf) die hier in de buurt aan de Jutfaseweg gevesitigd was.
Architect Albert Kool
Albert Kool is in 1877 geboren in Leeuwarden. Een groot deel van zijn leven heeft hij doorgebracht in Ede en is op 60-jarige leeftijd in Utrecht overleden. Kool heeft, al dan niet samen met de architect Rood, veel woningen en kerken in Ede, Utrecht en hun omgeving ontworpen. Een aantal gebouwen in deze omgeving zijn:
*Noorderkerk te Ede (ca. 1903, gemeentelijk monument)
*Zonnehuis villa aan de Lindelaan 5 te Ede (1904, gemeentelijk monument)
*Landhuis de Dorschkamp met boswachterswoning te Wageningen 1906, Villa gesloopt in 1967
*Zomerhuis Dennenhorst te Lunteren (ca. 1907, rijksmonument)
*Tuinwijk te Utrecht (ca. 1920, met Van Rood, 180 woningen en 4 winkels, deels gemeentelijk monument)
*Zuiderkerk te Utrecht (ca. 1924, gesloopt in 1986)
*Blok boven- en benedenwoningen aan de Admiraal van Gentstraat te Utrecht (ca. 1925, met Van Rood)
*Woonhuis met garage, Oudwijk 37 te Utrecht (rijksmonument)
*Groen van Prinstererschool aan de Van Hoornekade 6 te Utrecht (ca. 1930, gemeentelijk monument)
Meer lezen?
http://amsterdamse-school.nl/objecten/gebouwen/rijnlandhuis,-utrecht/
www.iisg.nl/ondernemers/pdf/pers-1464-01.pdf
http://amsterdamse-school.nl/personen/architecten/albert-kool/
https://nl.wikipedia.org/wiki/Nederlandsche_Instrumenten-_en_Electrische_Apparatenfabriek