
architect/tekenleraar
Pieter van der Kemp
(Delft 28 september 1809 – Nijmegen 1 juni 1881)
Pieter van der Kemp was tussen 1837 en 1880 stadsarchitect van Nijmegen. Veel van zijn werken zijn verloren gegaan, onder ander vanwege de Tweede Wereldoorlog. Bekende bestaande werken zijn onder andere de Joodse school, het pand Burchtstraat 67-71 en het Protestants weeshuis.
Pieter van der Kemp (Delft, 28 september 1809 – Nijmegen, 1 juni 1881), was een architect. Na het overlijden van zijn ouders groeide hij op in het weeshuis van Delft en de Fundatie van Renswoude. In 1828 ging hij naar de tekenacademie in Den Haag. In 180 kwam hij in de dienst van de architect van rijksgebouwen Tieleman Franciscus Suys.
Op 22-10-1837 werd hij benoemd tot stadsarchitect van Nijmegen. Dit zou tot 1881 blijven. Zijn werk heeft veel neoclassistische kenmerken. Veel van zijn werk bestaat niet meer. Werken die nog wel bestaan:
- Woonhuis houthandelaar Ten Boven, Burchtstraat 69-71 (1840-1845)
- Schooltje van de Joodse gemeente, Nonnenstraat (1872-1873)
- Wikipedia noemt bovendien het Hervormd catechisatielokaal, Piersonstraat
Een uitgebreide levensbeschrijving staat onderaan het artikel, waarin het overlijdensbericht is weergegeven.
Belangrijke bouwwerken van Van der Kemp:
• 1838-1839 Nijmegen: Schouwburg
• 1839-1839 Nijmegen: Sociëteit ‘Burgerlust’
• 1839-1839 Nijmegen: Tolhuis a/d Teersdijk
• 1840-1845 Nijmegen: Burchtstraat 69-71
• 1845-1845 Nijmegen: RK Weeshuis a/d Doddendaal
• 1846-1848 Nijmegen: Oud Burgeren Gasthuis a/d Molenstraat
• 1871-1872 Nijmegen: Openbare School voor Gewoon Lager Onderwijs (Hees)
• 1872-1873 Nijmegen: Schooltje van de joodse gemeente a/d Nonnenstraat
• 1873-1874 Nijmegen: Lijkenhuisje Algemene begraafplaats Stenenkruisstraat
• 1876-1876 Ewijk: Schooltje
• 1879-1879 Nijmegen: Protestants weeshuis a/d Papengas
School Synagoge
1872-1873

In 1872-1873 werd naast de synagoge een Joodse school gebouwd in de zogenaamde “Oriëntaalse stijl”: deze stijl was op dat moment in de mode en daarnaast kwamen joden oorspronkelijk uit het oosten. De stadsarchitect van Nijmegen, Pieter van de Kemp, maakte het ontwerp. De nieuwe school verving de school die op dat moment in een woonhuis op dezelfde plek als de nieuwbouw was gevestigd.
Naast Joodse vakken werden er ook niet-religieuze vakken gegeven. Ook was de school rond 1850 korte tijd in gebruik als brei- en naaischool.

(dr. Jan Brinkhoff via D438 RAN CC0 tevens Auteursrechthouder)
(Overige) Bronnen en verder lezen
Scholentocht, Open Monumentendag Nijmegen 2020
https://www.huisvandenijmeegsegeschiedenis.nl/info/Synagoge_aan_de_Nonnenstraat
Winkel-/kantoorpand
ca. 1840-1845 Burchtstraat 69-71 en Hoogstraat 17

Woonhuis voor houthandelaar Ten Boven.
Het is sinds 1988 een Gemeentelijk Monument met als aanwijzing: “Kantoorgebouw.
Oorspronkelijk als woonhuis gebouwd bakstenen pand van drie bouwlagen van verschillende hoogte (van onder naar boven afnemend). Leien dakschild parallel aan de straat. Het pand heeft een natuurstenen sokkel en smalle natuurstenen banden tussen de etages. De gevel is zes-assig. Geheel links en rechts bevindt zich op de begane grond een (vernieuwde) ingangspartij met daarboven op de etage een rijker gedecoreerd raam, dat een natuurstenen omlijsting met een kroonlijst op consoles heeft. Een brede, sterk geprofileerde kroonlijst bekroont de gevel.
Voor Nijmegen uniek neoclassicistisch woonhuis van monumentale afmetingen. Speelt een essentiële rol in de straatwand van de Burchtstraat en is als enig bewaard gebleven particulier gebouw van stadsarchitect Van Der Kemp ook van historisch belang.”
Oud Burgeren Gasthuis
1846 Molenstraat

Op 28 maart 1846 vindt de aanbesteding plaats van “Het doen van eene belangrijke verbouwing aan voornoemd Gesticht, met de leverantie van de benoodigde materialen”. (PGNC 18/3/1846)
In juli vindt de “eerste steen-legging”plaats, waarbij het gebouw vrijwel gereed lijkt:
“Ll. Woensdag, ten 2 ure, werd met de meeste plechtigheid door Heeren Regenten den zoogenoemden eersten steen gelegd aan het thans in aanbouw zijnde gedeelte van het Oud Burgeren Gasthuis alhier. Een aanzienlijke menigte had zich in de aanstaande regenten-kamer vereenigd, in welke de plegtigheid zou plaats hebben; ook stond het corps muzikanten van de stedelijke schutterij gereed, om aan dezelve meerderen luister bij te zetten. Rondom het gebouw had zich eene groote menigte verzameld en op de hoog opgetrokkene muren stond al het werkvolk geschaard. Toen alles tot de ontvangst van de Heeren Regenten gereed was, traden zij, onder het aanheffen van muzijk, binnen, waarna de aannemer, de heer W. van Essen, den heer Vice-President A. Noorduyn eenen zilveren truffel en een fraai mahonijhouten kalkbakje, met bloemen versierd, aanbood. Bij het vervolgens ontvangen van eenen steen, deed Z. Ed., in kracht van taal, een korte, maar heel inhoudende, aanspraak, en daarna legde Z. Ed., evens als de overige Heeren Regenten, de heer architect P. van der Kemp, de aannemer en zijne compgagnons, elke eenen steen in het front des gebouws, telkens onder het gejuich der menigte en het bij afwisseling spelen der muzijk. Na den middag werden de werklieden, ruim 70 personen sterk, in eene door hen doelmatig ingerigte en met vlaagen versierde loots, onthaald op bier, wittebrood en kaas, tabak en lange pijpen. De oude lieden, de verpleegden in het gesticht, werden des avonds onthaald op chocolade en krenten-bollen; terwijl aannemer de deverdere tot den bouw in betrekking staanden door Heeren Regenten in den koepel van het gesticht aan een feestmaal zijn ontvangen.” (PGNC 11/7/1846)
Huis met toren op plek Wiemelpoort
Korte Molenstraat

Op de achtergrond de Broerstraat . Het huis met het torentje was gebouwd door Pieter Van der Kemp op de plaats waar de oude 14e eeuwse Windmolenpoort of Wiemelpoort stond tot de afbraak in 1860.
Havenmond
1852-1853 Nieuwe Haven
![Doorsnede over den Havenmond/Gemeente architect Kemp ; Del [1852-1853] / Doorsnede over een gedeelte van de lengte der Nieuwe Haven / Opgemeten en in teekening gebragt | door mij ondergeteekende Gemeente | Architect …Kemp (RAN)](https://woneninnijmegen.blog/wp-content/uploads/2022/10/doorsnede-havenmond-pieter-van-der-kemp.jpeg?w=960)
Profiel havenmond
Situatietekening
Schaal 1:100
In de jaren 1852 en 1853 is de Nieuwe Haven gegraven. (RAN)
Societeit Burgerlust
1839, Valkhofplein
Burgerlust: Van Elite Vereniging tot Publieke Ontspanning
In 1839 opent Sociëteit Burgerlust aan de Valkhof. Na topjaren in de 19 eeuw zal het uiteindelijk veranderen in een etablissement waar oorlogswinstmakers hun geld verbrassen. In 1920 wordt het in gebruik genomen als gebouw van de Katholieke Werkvereeniging Unitas. De Duitse bezetter geeft het de doodssteek door er een zwaar verdedingswerk van te maken.
Lees MeerGemeentelijke Schouwburg
1838-1839, afgebroken 1934 Oude Stadsgracht
De Schouwburg in Nijmegen: Van Opening tot Sloop
De eerste stadsschouwburg van Nijmegen werd in 1838 geopend als “Lokaal tot Nut en Genoegen”. Het ontwerp was van stadsarchitect Pieter van der Kemp. In 1881 vond een verbouwing plaats naar ontwerp van stadsarchitect Weve. Deze verbouwing lijkt vooral intern te zijn geweest. De schouwburg is in 1934 afgebroken om de Burchtstraat te verbreden.
Lees MeerLoge St. Lodewwijk
1879 Muchterstraat 19
In september 1878 koopt de Loge St. Lodewijk het huis van Mevrouw de Wed. Scheers op een publieke veiling. (PGNC 4/9/1878)
“Morgen zal het nieuwe gebouw der Loge St. Lodewijk aan de Muchterstraat alhier feestelijk worden ingewijd. Ieder die in de gelegenheid was het gebouw te bezichtigen is het daarover eens dat van de ruimte de meest mogelijke partij si getrokken; zoowel de societeitszaal bendeden als het lokaal voor de werkzaamheden boven zijn ruim en met veel smaak ingericht. De heer P. Van der Kemp, naar wiens plan gebouwd werd, zoowel als zij, die zich met de uitvoering belastten of het toezicht hielden, hebben alle eer van hun werk. Naar wij vernemen zullen morgen een groot aantal bezoekers van andere plaatsen, ook buitenlanders, de plechtige opening van het gebouw bijwonen.” (PGNC 26/10/1879)
De loge zal hier blijven tot 1899. Als gevolg van de ontmanteling van de vestingwerken verpauperde de buurt: veel welgestelde personen waren verhuisd naar nieuwbouw op de gronden van de vestingwerken. Daarop besloot St. Lodewijk tot nieuwbouw, ontworpen door de architect Maurits. In het artikel over de nieuwe loge staat ook meer over St. Lodewijk zelf.
Bij zijn overlijden
Bij het overlijden van Van der Kemp neemt het PGNC de necrologie welke in De Opmerker was verschenen over:
“Gaarne nemen wij onderstaand stuk over uit de Opmerker, Weekblad voor Architecten, Ingenieurs enz., van ll. Zaterdag 11 Juni, als hulde aan een man die zoo lang in ons midden verkeerde en steeds zooveel zulks in zijn vermogen was het zijn bijbracht tot bevordering van al wat schoon is en goed. Zeker zullen zijne vele vrienden het met genoegen lezen.
Pieter van der Kemp.
Op den eersten van Zomermaand overleed te Nijmegen de oud-gemeentearchitect P. Van Der Kemp; in den ouderdom van ruim 71 jaren werd deze verdienstelijke en kundige man, die zich door eenvoud onderscheidde, aan zijn liefhebbende betrekkingen door den dood ontrukt. Het zij ons vergund een kort woord aan zijne nagedachtenis te wijden.
Pieter Van der Kemp, zoon van Pieter Van der Kemp en Maria Geertruij Hazelhorst, werd den 28. September 1809 te Delft geboren en in het laatst van October 1822 in het weeshuis aldaar opgenomen. Hij was toen reeds als timmermansleerling werkzaam en bekwaam den 1 Mei 1826 een plaats in de Fundatie van de Vrouwe van Renswoude binnen Delft. De naam van Van der Kemp wordt daar nog steeds met eere genoemd, daar hij zich door gunstigen aanleg en werkzaamheid onderscheidde. Tot September 1828 werd het onderricht aan de schaafbank voortgezet en in de maand October van dat jaar vertrok Van der Kemp naar den Haa, om aan de Teekenacademie aldaar in de bouwkunst onderwezen te worden. Nadat hij in 1829 eenige maanden naar Delft was teruggekeerd om het landmeten te leeren en in den winter van ’29 en ’30 den cursus op de Teekenacademie te ’s Hage gevolgd had, vertrok hij naar Brussel, om onder leiding van den heer Suijs werkzaam te zijn. De onlusten, die in het jaar 1830 uitbraken, noodzaakten Van der Kemp Brussel te verlaten en in September 1830 keerde hij te Delft terug, om daar tot 1 Ocober 1831 te blijven. Die tijd werd goed besteed en acht maanden lang begaf de jeugdige bouwkundige zich dagelijks naar de hofstad, om van den architect Rodenburg les te ontvangen. Tot den 1. Februari 1834 hield Van der Kemp afwisselend te ’s Hage en te Delft verblijf en hij onderscheidde zich aan de Teekenacademie in die mate, dat hem zesmaal de eereprijs werd toegekend; ook de practische opleiding werd niet vergeten, getuige het examen als landmeter, door hem in 1832 afgelegd.
Op genoemden 1. Ferbruari 1834 vertrok Van der Kemp naar Rotterdam, om als onderbaas te fungeeren bij de heeren Boef, De Laat & Co.; in die betrekking leidde hij de werkzaamheden voor de herstelling van den vuurtoren te Goedereede, en den bouw van R.K. kerken, zoo te Leiden als te Delft. Zoodra deze werken afgeloopen waren, moest hij naar eene andere betrekking omzien en deze zich spoedig op, daar hem de aanleg van een scheepstimerwerf te Schiedam werd opgedragen.
De wijze, waarop Van der Kemp als onderbaas voor de aannemersfirma Boef, de Laat & Co. was werkzaam geweest, gaf aanleiding dat deze heeren hem op het einde van 1835 als deelgenoot in hunne zaak opnamen, in welke betrekking hem de uitvoering van R.K. kerken zoo te Leiden als te Tilburg werd toevertrouwd. Terwijl hij den 2. April 1836 op de meest eervolle wijze uit de Fundatie te Delft ontslagen werd, vestigde hij zich in November van dat jaar te Tilburg, om het Seminarie bij Haren te bouwen, waaraan ook het grootste deel van het volgende jaar gewerkt werd. Te Tilburg zijnde, solliciteerde Van der Kemp naar de betrekking van stads-architect te Nijmegen, waartoe hij den 22. October 1837 met algemeene stemmen werd benoemd.
Het is in deze betrekking, door hem den 24. November 1837 aanvaard, dat Van der Kemp het grootste deel van zijn leven heeft doorgebracht. Menigmaal werd hij in de gelegenheid gesteld bewijzen van zijn bekwaamheid te geven, en het doet ons leed daarbij te moeten vermelden, dat zijne verdiensten niet altijd naar waarde geschat worden. Van der Kemp, die den 26. April 1843 in het huwelijk trad, mocht zich in het bezit van eene zorgvolle gade en vele kinderen verheugen, die zich beijverden hem de zorgen des levens door huiselijk genoegen te verzachten.
Omtrent zijn loopbaan als architect kan worden medegedeeld, dat hij in 1839 den schouwburg bouwde; voor de eischen die toendertijd gesteld werden, zoowel wat inrichting als bouwsom betreft, voldeed de schouwburg ten volle; uit het “Algemeen Handelsblad” van 18 October 1839 nemen wij de volgende zinssnede over, waaruit de beoordeeling van dien tijd duidelijk blijkt:
“Op eene gepaste wijze werd een welverdiende hulde toegebracht aan onzen stads-architect, den her P. van der Kemp, naar wiens plan en teekening en onder wiens opzicht het geheele gebouw was vervaardigd en die bij deze gelegenheid met geestdrift werd toegejuicht, eene onderscheiding welke hij ten volle verdiende.”
In hetzelfde jaar werd de Societeit Burgerlust door hem gebouwd en in het Algemeen Handelsblad van 13 September 1839 vonden wij daaromtrent de volgende beoordeling:
“De nieuwe societeit Burgerlust, zoo smaakvol ingericht als aangenaam gelegen, verkondigt thans, nu de beschutting sedert eenige dagen geheel is weggenomen, op een loffelijke wijze, den goeden smaak en het talent van dezelfde bouwmeester Van der Kemp, daar zij een wezenlijk sieraad onzer stad mag genoemd worden.”
In 1845 maakte Van der Kamp met eene Commissie uit heeren Regenten van het Oud Burgeren-Gasthuis te Nijmegen eene reis door België, met het doel om daartelande eenige gebouwen op te nemen en daarnaar het gasthuis te verbouwen. Het ligt niet op onzen weg de verschillenden gebouwen op te noemen, die te nIjmegen naar de plans an den waardigen overledene gebouwd zijn, daar het uit den aard zijner betrekking volgde, dat menig werk door hem werd totstand gebracht: wij noemen onder andere het rivierbad en de hoogere burgerschool. Vooral op het gebied van den kerkbouw maakte Van der Kemp zich verdienstelijk; in 1849 werd zijn ontwerp voor de uitgeschreven prijsvraag tot inrichting der St.-Eusebiuskerk te Arnhem bekroond en de uitvoering had naar zijn ontwerp plaats. In het jaar 1856 behaalde hij eene dergelijke overwinning te Rhenen voor het door hem ingezonden antwoord op de prijsvraag voor het ameublement der kerk, waarna kerkvoogden aan Van der Kemp het in orde brengen der bescheiden voor de aanbesteding opdroegen. In 1859 werd aan zijn antwoord op de prijsvraag, door kerkvoogden te Vlaardingen uitgeschreven, als het meest doelmatige plan van verbouwing der kerk de prijs toegekend.
Ook op ander gebied dan dat van de burgelijke bouwkunst werd van de bekwaamheden van Van der Kemp partij getrokken: de Hooge Raad der Nederland benoemde hem den 9. Mei 1845 als expert inde zaak tusschen den aannemer Van Berkum en de erfgenamen van Z.M. Koning Willem I betreffend de kerk te Apeldoorn. In hetzelfde jaar ondernam hij met de heeren Fijnje en Koek eene reis naar Hongarije tot onderzoek der plans tot vereeniging van den Donau met de Theiss van Pesth af tot Szegedin, en in 1861 werd hem met de heeren Baron van Zuijlen van Neijevelt en A. van Daalen, leden der Gedeputeerde Staten van Gelderland, de commissie opgedragen om de schade op te nemen, in de Bommelerwaard en in Maas-en-Waal door den watersnood veroorzaakt, waartoe 66 dorpen in 44 gemeenten bezocht werden. Ook in 1874 werd Van der Kemp door den Minister van Financiën benoemd als lid van de Commissie voor de herziening van de belastbare opbrengst der gebouwde eigendommen.
Op het gebied van het onderwijs maakte de afgestorvene zich verdienstelijk in de betrekking van onderwijzer voor het rechtlijnig en bouwkundig teekenen aan de Hoogere Burgerschool, waartoe hij in 1865 benoemd werd. Aan de Burgeravondschool werd een medaille met een fraai diploma toegezonden door het Hoofdbestuur van de Vereeniging tot Bevordering van Fabrieks- en Handwerksnijverheid en zulks als erkenning voor de wijze, waarop deze school had deelgenomen aan de in 1869 te Amsterdam gehouden Internationale Tentoonstelling van voorwerpen voor de huishouding en het bedrijf van de handwerksman. Bij de plechtige uitreiking van deze medaille door den Burgemeester mr. P.F. Bijleveld werd den leeraar in het rechtlijnig teekenen, den heer Van der Kemp, dankgezegd voor de bijzondere zorg, aan het onderwijs besteed, waaraan de genoten onderscheiding moest worden toegeschreven, en bij deze gelegenheid werd hem als blijk van tevredenheid een kostbare gouden potloodpen overhandigd.
Vóór eenige jaren schreef het Gemeentebestuur van Nijmegen eene prijsvraag uit voor de verbetering van de inrichting van de gierbrug en het was het ontwerp van den kundigen Van der Kemp, waaraan de eerst prijs werd toegekend. De aangegeven middelen werden tot groote bevreemding niet toegepast en men volgde een andere inrichting, die spoedig als geheel doelloos werd afgekeurd, en tengevolge waarvan een stoommachine als doode last steeds heen-en-weer over de Waal wordt gesleept.
Van der Kemp was steeds bereid om mede te werken, war het de belangen van het algemeen gold; in den winter van 1844-45 zien zij zijn naam onder de oprichters van de Vereeniging tot het verschaffen van arbeid aan armen te Nijmegen; door het Gemeentebestuur werd hem voor de vele bemoeiingen te dien opichte openlijk lof toegezwaaid.
Uit de bovenstaande mededeeling omtrent de gierbrug blijkt, dat de vele verdiensten van Van der Kemp niet altijd naar waarde geschat werden, en dit doet onaangenaam aan, daar de man steeds met ijver en nauwgezetheid de hem toevertrouwde belangen behartigde. Hij leefde voor zijne betrekking en was steeds op zijnen post; in 1853 had hij het ongeluk in den dienst der gemeente het rechterbeen te breken, dat gelukkigerwijze geene nadeelige gevolgen had.
De twee laatste jaren van zijn leven leed Van der Kamp aan de ziekte, die hem ten grave deed dalen; tengevolge daarvan werd hij buiten betrekking gesteld en hem een wachtgeld verleend, totdat hij met den I. Januari 1881, op zijn verzoek, een eervol ontslag bekwam en hem een pensioen van ruim zeshonderd gulden werd toegekend.
Aan het einde van dit korte levensbericht een woord van hulde aan den men, die de moeilijke betrekking van stads-architect gedurende meer dan veertig jaren met nauwgezetheid vervulde en door zijne veelzijdige ontwikkeling op menig gebied hoogst verdienstelijk werkzaam was. Bij de teraardestelling was de Loge St.-Lodewijk in het Oosten van Nijmegen bijna geheel vetegenwoordigd, om den afgestorvene de laatste eer te bewijzen, maar geen der leden van het Dagelijksch Bestuur of van den Gemeenteraad vertoonde zich onder de belangstellenden, die op den doodenakker verzameld waren. Het blijve den achterblijvenden tot troost dat Van der Kemp het lot van velen deelt, wier verdiensten dikwerf eerst later onpartijdig beoordeeld en naar waarde geschat worden.” (PGNC 17/6/1881)
MEEST RECENTE VERHALEN
Abonneren
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang nieuwe blogberichten in je mailbox!





