Gouden Engel beeld van van Teeseling
#Nijmegen, Kunstwerken

De Gouden Engel van Teeseling

1980 Parkweg/Pijkestraat

Gouden Engel beeld van van Teeseling
De Gouden Engel van Fred van Teeseling

Op de hoek van de Parkweg en Pijkestraat staat het beeld van de Gouden Engel, een beeld van Fred van Teeseling. Kos: “Hij liet zich inspireren door de Nijmeegse legende van de Gouden Engel uit 1600: het verhaal over een tragische liefde en over een engel van puur goud die ergens in de binnenstad van Nijmegen begraven zou moeten liggen”.

Echter: in hoeverre klopt het verhaal van deze legende?

Over het beeld

De opdracht werd verstrekt in verband met de bouw van de parkeergarage aan de Pijkestraat. Ed van Teeseling heeft het beeld dan ook specifiek voor deze plek ontworpen. Toen hij de opdracht in 1980 kreeg, was hij op dat moment bezig met engelen. Hij liet zich inspireren door de legende van de Gouden Engel. Doordat het beeld al op een natuurlijke verhoging staat, is deze niet op een sokkel geplaatst.

Oude legende

Eens in de zoveel tijd duikt ie op: de legende van de Gouden Engel. De oudste vermelding die ik heb gevonden is uit 1857, waaruit blijkt dat de legende van de Gouden Engel al volksgeloof betreft, dat al lang bestaat:

De legende van verborgen schatten is algemeen. Bij ons heerscht immers ook het volksgeloof dat er in den Hunnenberg een gouden engel verborgen is, terwijl verzekerd wordt dat dit mede het geval is met den Duivelsberg. Aan het vinden dier schatten is, zoo als overal, als eerste stilzwijgendheid geboden. Zoo vindt men in verschillende streken hetzelfde volksgeloof verspreid

Europa. Verzameling van in- en Uitlandsche Lettervruchten, ter bevordering van wereldkennis en aangenaam onderhoud met platen, Dordrecht”, bij H. Lagerweij, 1857:

Bij opgravingen komt de gouden Engel regelmatig bovendrijven. De eerste door mij gevonden vermelding is bij de slechting der Vestingwerken ter hoogte van de Belvedère: “De legende wil, dat in den Hunnerberg een gouden Engel zou begraven zijn, dien men nu bij de ontgravingen van den berg denkt te vinden.”(Arnhemsche Courant, 21-10-1882)

Aanleg Waalbrug: “De gouden engel zal zeer waarschijnlijk tevoorschijn komen”.

P. Dobbelmann eist de Gouden Engel in de Eerste Kamer maar vast op, nu er plannen zijn om bij de Belvedère de brug aan te leggen: “Volgens een oude legende moet daar in de buurt een levensgroote engel, vervaardigd uit zuiver goud, begraven liggen. Bij het afgravingswerk en vooral bij het maken van den hollen weg, welke naar de nieuwe Waalbrug moet leiden, zal de gouden engel zeer waarschijnlijk tevoorschijn komen. Namens mijn geboortestad Nijmegen reclameer ik nu reeds van deze plaats alle rechten op deze kostbare vondst. -Din intusschen entre parenthèse. (De Gelderlander 27/4/1928). C.A.P. Ivens had in zijn voordracht over de Waalbrug voor het departement Nijmegen van de Ned. Maatschappij voor Nijverheid en Handel al eerder gerefereerd dat door de graafwerkzaamheden die nodig zouden zijn, de engel dan ook wel gevonden zou worden (PGNC 8/12/1927).

Burchtpoort: “we gaan de gouden engel vinden”

Ook in 1936 is het weer raak, nu bij de afgraving van de fundamenten van de Burchtpoort: “Dat is een mysterieuze geschiedenis, die telkens wordt opgehaald als er ergens op historische plaatsen graafwerk wordt verricht. Of eigenlijk is het heelemaal geen geschiedenis. Men heeft het hier louter te doen met een oud volksgeloof, dat er ergens in Nijmegen een schat, in den vorm van een gouden engel begraven moeten zijn. Eenigen grond voor het bestaan van zoo’n schat is er niet aan te voeren, maar er zijn te allen tijde menschen geweest, die er rotsvast in gelooven, ook nu nog. Daarvan zouden zelfs frappante staaltjes aan te voeren zijn. Nog onlangs heeft er zich een gegadigde opgedaan, die in allen ernst met de wichelroede naar den schat wilde gaan zoeken. Als hij zijn voornemen heeft uitgevoerd moet dat in elk geval in het diepste geheim gebeurd zijn, want er is althans niets van uitgelekt. En onder de grondwerkers, is de legende van den gouden engel steeds weer het onderwerp van gesprek. “We gaan den gouden engel vinden”- zeggen ze dikwijls spottend tot elkaar, maar misschien toch met de hoop in ’t hart, dat het waar mag zijn. Dat de legende heeft kunnen ontstaan behoeft overigens niet te verwonderen in een stad als Nijmegen, waar bij verschillende gelegenheden zooveel oudheden gevonden worden.” (PGNC 21/4/1936)

1954: de gouden engel gevonden?

Dan is er op 11 januari 1954 nieuws: er is een engel van goud gevonden op de Burchtstraat. De Gelderlander: “Vanzelfsprekend spoedden wij ons onmiddellijk naar de plek des heils.” En tot hun verbazing zag ze inderdaad een silhouet van een engel in het zand, evenals een rij van toeschouwers. Ondertussen is het nieuws met zo’n snelheid verspreid, dat de Gelderlander wordt gebeld door verschillende mensen uit geheel Nederland, vooral musea, voor meer informatie. De gemeentesecretaris verklaart, dat alles wat in de bodem zit aan de gemeente behoort en dat bovendien de grond nog niet aan de eigenaar van de Bijenkorf was overgedragen.

Al gauw blijkt het niet om dé Gouden Engel te gaan: de directeur van het Gemeentemuseum beoordeelt dat het beeld ongeveer honderd jaar oud zou kunnen zijn in plaats van vele eeuwen. En bovendien is het beeld verguld, in plaats van geheel goud te zijn. (De Gelderlander 11/1/1954)

Bij de opening van de Bijenkorf blijkt definitief dat het beeld een PR-stunt in verband met de bouw van de nieuwe Bijenkorf was, waarbij de Bijenkorf zelf het beeld in de grond heeft laten stoppen. (De Gelderlander 7/10/1954).

Legende van de Gouden Engel: historisch?

Enkele dagen na de ‘vondst van de engel schrijft A. Delahaye: “Bestaat er kans dat de echte gouden engel nog ooit zal gevonden worden?” (De Gelderlander 13/1/1954) Daarin betoogt hij dat er is geen historisch aanknopingspunt te vinden. àls de gouden engel zou bestaan, zou dit beeld pas na de komst van het Christendom gemaakt kunnen zijn. Als de stad Nijmegen of de St. Stevenskerk ooit een dergelijk beeld in het bezit hadden gehad, zou dit vanwege de grote waarde wel historisch bekend zijn geweest. (Ook geeft hij aan dat de Gouden Engel mogelijk een verbastering van een perceelsnaam Gouden Eng is. Delahaye heeft echter vanuit verschillende kanten kritiek gekregen over zijn plaatsnaam/gebeurtenis verklaringen).

Hoewel ik het nog niet in handen heb gehad, is er het boekje “De Legende van de Gouden Engel”, waarbij de legende rond 1600 zou stammen. Deze blijkt echter geschreven te zijn door de Bijenkorf. Hoofdpersoon is de Geertrude, de beeldschone dochter van Antonius Keijser, waarbij geheel toevallig de eigenaar van de winkel ook Keijser heet. Zie ook het verhaal op Levendweb.

Mijn conclusie is dat dat de legende van de Gouden Engel slechts bestaat uit het ‘verhaal’ dat er ergens een gouden beeld begraven zou liggen, zonder dat er verder een verhaal aan vast zit.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.